Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening forensenbelasting 2012 (9.7d)

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening forensenbelasting 2012 (9.7d)

Onderwerp: Verordening forensenbelasting 2012

Samenvatting

Deze verordening bevat de voorwaarden en tarieven van heffing en invordering van natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente een hoofdverblijf hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zichzelf of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

De gemeenteraad van Haaksbergen;

voorstel van het college van: 22 november 2011

wettelijke basis: bepalingen van de Gemeentewet (artikel 223) en de Algemene wet bestuursrecht

besluit:

vast te stellen de

Verordening forensenbelasting 2012

Begripsomschrijvingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een

gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet 

Belastbaar feit en belastingplicht

Artikel 2

  • 1.

    Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2.

    Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Vrijstellingen

Artikel 3

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf verblijft.

Maatstaf van heffing en belastingtarief

Artikel 4

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 3.

    In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de waarde.

  • 4.

    De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet, met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Gemeentewet niet wordt toegepast.

  • 5.

    De forensenbelasing bedraagt per jaar voor een in artikel 1 bedoelde gemeubileerde woning, waarvan de waarde in het economisch verkeer:

    • a.

      minder dan € 70.000,-- € 313,--;

    • b.

      € 70.000,-- of meer doch minder dan € 190.000,-- € 475,--;

    • c.

      € 190.000,-- of meer doch minder dan € 237.000,-- € 705,--;

    • d.

      € 237.000,-- of meer doch minder dan € 307.000,-- € 1.063,--;

    • e.

      € 307.000,-- of meer doch minder dan € 377.000,-- € 1.605,--;

    • f.

      € 377.000,-- of meer doch minder dan € 447.000,-- € 2.147,--;

    • g.

      € 447.000,-- of meer doch minder dan € 517.000,-- € 2.689,--;

    • h.

      € 517.000,-- of meer € 3.231,--.

Belastingjaar

Artikel 5

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Wijze van heffing

Artikel 6

De forensenbelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Ontstaan van de belastingschuld

Artikel 7

De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.

Termijnen van betaling

Artikel 8

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Nadere regels door het college.

Artikel 9

Het college kan nadere regels geven over de heffing en invordering van de forensenbelasting.

Overgangsrecht

Artikel 10

  • 1.

    De Verordening forensenbelasting 2011 van 22 december 2010 (gewijzigd 26 januari 2011) wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Inwerkingtreding

Artikel 11

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Citeertitel

Artikel 12

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening forensenbelasting 2012.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 21 december 2011

mr. G. Raaben P. van Veen

griffier voorzitter