Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren (4.27)

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren (4.27)

Onderwerp: Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Samenvatting

Deze verordening stelt regels over de wijze waarop uitkeringsgerechtigden op grond van de Wet werk en bijstand en jongeren op grond van de Wet investeren in jongeren, of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van die wetten.

De gemeenteraad van Haaksbergen;

voorstel van het college van: 17 november 2009

wettelijke basis: bepalingen van de Wet werk en bijstand (artikel 47), de Wet investeren in jongeren (artikel 12), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

besluit:

vast te stellen de

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Begripsomschrijving

Artikel 1

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder

    • a.

      belanghebbende: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet werk en bijstand en jongeren als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;

    • b.

      de cliëntenraad: de ‘Stichting Cliëntenraad SOZA Haaksbergen’, zoals bij notariële akte van 9 oktober 2002 in het leven geroepen.

Participatie

Artikel 2

  • 1. Het college betrekt het overleg met de cliëntenraad bij de voorbereiding op hoofdlijnen van het gemeentelijk beleid op de verschillende beleidsterreinen van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren.

  • 2. De cliëntenraad geeft gevraagd en ongevraagd adviezen aan het college, met als doel een integraal en evenwichtig bijstandsbeleid en beleid op grond van de Wet investeren in jongeren te bevorderen.

  • 3. De cliëntenraad geeft gevraagd en ongevraagd adviezen over de dienstverlening en de kwaliteit van producten die te maken hebben met de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren;

  • 4. De cliëntenraad bevordert de participatie van belanghebbenden in reeds ontwikkeld en nog te ontwikkelen uitvoeringsbeleid;

  • 5. De cliëntenraad behartigt de belangen van belanghebbenden in de ruimste zin van het woord, waarbij het overleg met de gemeente niet dient als klachtenorgaan.

Artikel 3

  • 1. Het college zal over de totstandkoming en wijziging van een integraal beleid op de beleidsterreinen van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren op een zodanig tijdstip advies vragen aan de cliëntenraad, dat het uitgebrachte advies van invloed kan zijn op het te nemen besluit;

  • 2. Het door de cliëntenraad uitgebrachte advies zal worden toegevoegd aan de collegevoorstellen en de raadsvoorstellen;

  • 3. Indien wordt afgeweken van het advies van de cliëntenraad, zal dit in het voorstel worden aangegeven.

  • Overlegvergadering

Artikel 4

  • 1. Er vindt zes maal per jaar een overlegvergadering plaats tussen de cliëntenraad en de gemeente, of zoveel meer of minder indien daarover overeenstemming is;

  • 2. Deelnemers aan dit overleg zijn:

    • -

      de portefeuillehouder van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren, die tevens als voorzitter optreedt;

    • -

      een afvaardiging van maximaal drie personen van de cliëntenraad;

    • -

      een medewerker van de afdeling waar de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren wordt uitgevoerd, die tevens als secretaris van het overleg optreedt;

  • 3. Agendapunten voor de overlegvergadering kunnen door alle deelnemers tot een week voor de geplande vergadering bij de secretaris worden ingediend;

  • 4. De secretaris stelt de agenda samen en verzorgt een beknopte verslaglegging.

  • Facilitering

Artikel 5

  • 1. Het college zorgt ervoor, dat de cliëntenraad kan beschikken over de middelen die noodzakelijk zijn om de in deze verordening genoemde taken te kunnen uitvoeren;

  • 2. Het college kan subsidie verstrekken aan de cliëntenraad met inachtneming van de Algemene subsidieverordening en de Bijzondere subsidieverordening.

  • Slotbepalingen

Artikel 6

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

  • 2. Op het moment dat deze verordening in werking treedt, wordt de op 27 oktober 2004 vastgestelde Verordening cliëntenpaticipatie Wwb ingetrokken.

Artikel 7

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 16 december 2009

mr. G. Raaben drs. K.B. Loohuis

griffier voorzitter

  • Toelichting op de Verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ

    Algemeen

    Volgens artikel 47 van de Wet werk en bijstand (hierna: WWB) en artikel 12 van de Wet Investeren in jongeren (hierna: WIJ) moet de gemeenteraad de cliëntenparticipatie in een verordening regelen. De gemeente Haaksbergen heeft reeds jarenlang een overlegvorm met een cliëntenraad op basis van een WWB-verordening. Daaraan wordt nu doelgroep van de WIJ toegevoegd. Het vaststellen van deze verordening zal dan ook in de praktijk niet leiden tot een andere aanpak, maar is eerder een voortzetting van de huidige cliëntparticipatie.

    Artikelsgewijze toelichting

    Artikel 1

    De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de WWB en de WIJ, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld.

    Artikel 2

    De beleidsterreinen van de WWB en de WIJ zijn:

    • -

      het toeslagen- en verlagingenbeleid,

    • -

      het reïntegratiebeleid,

    • -

      het afstemmingsbeleid (ook maatregelen- of sanctiebeleid genoemd),

    • -

      handhavingsbeleid,

    • -

      minimabeleid,

    • -

      bijzondere bijstandsbeleid.

    Uitgangspunt is, dat gesproken wordt over hoofdlijnen van beleid en niet over individuele zaken. Individuele zaken kunnen uitsluitend ter illustratie in het overleg worden ingebracht en niet om alsnog een (andere) beslissing te krijgen.

    Artikel 3

    Behoeft geen nadere toelichting.

    Artikel 4

    Behoeft geen nadere toelichting.

    Artikel 5

    De cliëntenraad kan in aanmerking komen voor gemeentelijke subsidie, zodat hij zijn werk onafhankelijk van de gemeente kan uitvoeren.

    Incidenteel kan de cliëntenraad in overleg met de gemeente een faciliteit in natura krijgen, bijvoorbeeld kopieerfaciliteiten indien er een mailing naar cliënten gaat.

    Artikel 6

    Behoeft geen nadere toelichting.

    Artikel 7

    Behoeft geen nadere toelichting.