Regeling vervallen per 01-07-2015

Re-integratieverordening (4.6a)

Geldend van 01-04-2014 t/m 30-06-2015

Intitulé

Re-integratieverordening (4.6a)

Onderwerp: Re-integratieverordening

Samenvatting

Deze verordening regelt ondersteuning bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling.

De gemeenteraad van Haaksbergen;

voorstel van het college van: 4 februari 2014

wettelijke basis: bepalingen van de Wet werk en bijstand (artikel 8),

de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (artikel 35),

de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (artikel 35),

de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

besluit:

vast te stellen de

Re-integratie ve rordening

Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in

    • 1.

      de Wet werk en bijstand (hierna: WWB);

    • 2.

      de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (hierna: IOAW);

    • 3.

      de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (hierna: IOAZ);

    • 4.

      de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb);

    • 5.

      de Gemeentewet.

  • b.

    Voorziening:

    een voorziening gericht op arbeidsinschakeling bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de WWB en een voorziening op grond van deze verordening.

  • c.

    Doelgroep re-integratie:

    personen die algemene bijstand ontvangen, personen die een uitkering op grond van de IOAW of IOAZ ontvangen, personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de WWB, personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet en niet-uitkeringsgerechtigden.

Nadere regels aanbod voorzieningen

Artikel 2

  • 1. Bij de keuze van de mogelijkheden van ondersteuning en het aanbieden van voorzieningen maakt het college een afweging, waarbij gekeken wordt of de ondersteuning of de voorziening, gelet op de mogelijkheden en capaciteiten en verdiencapaciteit van een persoon uit de doelgroep re-integratie, het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid.

  • 2. Het college stelt nadere regels vast waarin:

    • a.

      het aanbod aan ondersteuning en voorzieningen is vastgelegd;

    • b.

      de prioritering binnen de doelgroepen re-integratie is aangebracht;

    • c.

      het verstrekken van premies is vastgelegd.

Verplichtingen van de cliënt

Artikel 3

  • 1. De persoon die deelneemt aan een voorziening is gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de WWB, IOAW, IOAZ, de Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen, deze verordening, alsmede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

  • 2. Een persoon die door het college een voorziening wordt aangeboden, is verplicht hiervan gebruik te maken.

  • 3. Indien de persoon, niet zijnde een uitkeringsgerechtigde, die gebruik maakt van een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het tweede lid, kan het college de voorziening intrekken en de kosten van de voorziening dan wel de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

Budget- en subsidieplafond

Artikel 4

  • 1. Het college kan bij nadere regels een of meer subsidie- of budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen.

    Een door het college ingesteld subsidie- of budgetplafond vormt een weigeringsgrond bij de aanspraak op een specifieke voorziening.

  • 2. Het college kan bij nadere regels een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking komt voor een specifieke voorziening.

Voorzieningen

Artikel 5

  • 1. Het college kan de volgende voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling aanbieden:

    • a.

      werkstage;

    • b.

      activiteiten in het kader van sociale activering danwel een participatieplaats;

    • c.

      detacheringsbaan al dan uitgevoerd door een re-integratiebedrijf;

    • d.

      loonkostensubsidies al dan niet op basis van verdiencapaciteit;

    • e.

      stimuleringspremies;

    • f.

      scholing;

    • g.

      scholingspremies.

  • 2. Het college houdt bij aanbieden van voorzieningen rekening met de zorgtaken van de persoon uit de doelgroep re-integratie.

  • 3. Het college werkt het bepaalde in het eerste en tweede lid uit in nadere regels.

Voorziening gericht op starten eigen bedrijf

Artikel 6

  • 1. Het college kan, als onderdeel van een re-integratietraject voorzieningen aanbieden gericht op het starten van een eigen bedrijf.

  • 2. Het college stelt hiervoor nadere regels vast.

  • 3. Het doel van de in het eerste lid genoemde voorziening is de toeleiding naar bijstandsonafhankelijkheid door middel van uitoefening van arbeid in eigen bedrijf of beroep, eventueel met toepassing van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004.

Voorzieningen beëindigen en intrekken

Artikel 7

Het college kan een voorziening beëindigen dan wel intrekken:

  • a.

    indien de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9 en 17 WWB, 13 en 37 IOAW, 13 en 37 IOAZ niet nakomt;

  • b.

    indien de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep re-integratie;

  • c.

    indien de persoon algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van deze voorziening;

  • d.

    indien naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling;

  • e.

    indien de persoon niet naar behoren gebruik maakt van de aangeboden voorziening.

Inwerkingtreding

Artikel 8

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 april 2014.

  • 2. Op het moment dat deze verordening in werking treedt, wordt de op 23 juni 2004 vastgestelde en op 14 december 2005 gewijzigde Reïntegratieverordening ingetrokken.

Citeertitel

Artikel 9

Deze verordening wordt aangehaald als: Re-integratieverordening.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 5 maart 2014.

mr. G. Raaben dr. J.C. Gerritsen

griffier voorzitter

Artikelsgewijze toelichting op de Re-integratieverordening

Artikel 1. Begrippen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB, IOAW, IOAZ, Awb of de Gemeentewet niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de betreffende wetten ook de verordening moet worden gewijzigd.

Artikel 2. Nadere regels over aanbod voorzieningen

Behoeft geen toelichting.

Artikel 3: Verplichtingen van de cliënt

Behoeft geen toelichting.

Artikel 4 Budget- en subsidieplafonds

De WWB stelt dat het ontbreken van financiële middelen alleen geen reden kan zijn voor de afwijzing van een aanvraag. De gemeente dient dan na te gaan welke andere, goedkopere alternatieven er beschikbaar zijn. Dit houdt dus is dat er geen algemeen plafond ingesteld kan worden. Wat wel kan is dat per voorziening een plafond wordt ingebouwd; dit laat de mogelijkheid open dat er naar een ander instrument wordt uitgeweken.

Bij dit artikel wordt uitgegaan van de bevoegdheid van het college om plafonds in te stellen.

Een budgetplafond geldt voor de overige uitgaven die het college doet in het kader van voorzieningen. Een subsidieplafond geldt voor voorzieningen die subsidies inhouden. Een subsidieplafond dient wel bekendgemaakt te worden vóór de periode waarvoor deze geldt (artikel 4:27 lid 1 Awb).

Artikel 5: Voorzieningen

In dit artikel is het mogelijke aanbod aan voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling weergegeven. Deze lijst is niet uitputtend. Bij nadere regels worden de voorwaarden opgesteld voor de inzet van deze voorzieningen. Van belang te melden is dat vooruitlopend op de invoering van de Participatiewet de mogelijkheid wordt geboden om loonkostenkostensubsidies te verstrekken op basis van verdiencapaciteit.

Artikel 6: Voorziening gericht op starten eigen bedrijf

De WWB stelt dat onafhankelijkheid van bijstand door middel van zelfstandig ondernemerschap evenzeer geldt als uitstroom als re-integratie naar arbeid in loondienst.

Het college kan besluiten tot het bieden van faciliteiten om uitkeringsgerechtigden in staat te stellen zich te oriënteren en voor te bereiden op het starten van een eigen onderneming. Voorzieningen zijn bijvoorbeeld begeleiding, advisering, een startkapitaal of eventuele aanvulling op het Bijstandsbesluit zelfstandigen 2004.

Artikel 7: Voorzieningen beëindigen en intrekken

Dit artikel vormt de wettelijke basis voor de intrekking en terugvordering van voorzieningen.

Artikel 8 en 9

Behoeven geen toelichting.