Beleidsregels Wet Bibob Haaksbergen (8.47)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze beleidsregels verstaan onder:

• a.

  Wet Bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

• b.

  bestuursorgaan: de burgemeester of het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaksbergen (ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft);

• c.

  Bibob-vragenformulier: vragenlijst waarin vragen als bedoeld in artikel 30 van de Wet Bibob zijn opgenomen;

• d.

  Bibob-toets: het onderzoek door of namens het bestuursorgaan, of en zo ja, in hoeverre sprake is van een situatie als bedoeld in de artikelen 3, 4 en 9 van de Wet Bibob en de beoordeling of de resultaten van dit onderzoek aanleiding geven om ten aanzien van betrokkene een negatieve beslissing te nemen dan wel een advies te vragen bij het RIEC;

• e.

  Bureau: Landelijk Bureau Bibob;

• f.

  RIEC: Regionaal Informatie en Expertisecentrum Oost-Nederland;

• g.

  semi-overheid: organisatie die wettelijke taken uitvoert ten dienste van het publieke belang en met publieke gelden gefinancierd wordt;

• h.

  Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

• i.

  OM: Openbaar Ministerie.

Artikel 2 Doel

In deze beleidsregels geeft het bestuursorgaan aan hoe de Wet Bibob wordt toegepast bij aanvragen om beschikkingen of intrekkingen van beschikkingen als bedoeld in artikelen 3, 4 en 7 van deze beleidsregels.

Artikel 3 Toepassingsbereik voor Drank- en Horecawet, Wet op de kansspelen en Algemene plaatselijke verordening

• 1.

  Het bestuursorgaan past op de hieronder aangeduide aanvragen de Wet Bibob toe door een Bibob-toets uit te voeren:

  • a.

    artikel 3 en 30a van de Drank- en Horecawet (Drank- en Horecavergunning), met uitzondering van:

    • 1.

      Drank- en Horecavergunningen voor inrichtingen als bedoeld in artikel 4 van de Drank- en Horecawet (para-commerciële instellingen);

    • 2.

      Drank- en Horecavergunningen waarbij de aanvraag uitsluitend betrekking heeft op het toevoegen of het verwijderen van een leidinggevende;

    • 3.

      Drank- en Horecavergunningen voor de uitoefening van het slijtersbedrijf;

  • b.

    artikel 30b van de Wet op de kansspelen (speelautomatenvergunning);

  • c.

    artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening (exploitatie openbare inrichting);

  • d.

    artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening (speelautomatenhal);

  • e.

    artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening (seksinrichting, escortbedrijf).

• 2.

  Het bestuursorgaan beschouwt het door de aanvrager volharden in de weigering om de Bibob-vragenformulieren volledig ingevuld te retourneren als een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 4 juncto artikel 3 van de Wet Bibob en weigert om die reden de gevraagde beschikking te verlenen.

Artikel 4 Toepassingsbereik Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

• 1.

  Het bestuursorgaan past de Wet Bibob toe door een Bibob-toets uit te voeren op aanvragen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, e en i van de Wabo (omgevingsvergunning) indien zij vallen onder de volgende branches:

  - autobedrijven;

  - houthandel;

  - vuurwerkhandel;

  - bodemsanering/grondverzet;

  - paardenfokkerij met meer dan 50 volwassen (ouder dan 3 jaar) paarden;

  - loonwerkersbedrijven;

  - recreatiebedrijven (bijvoorbeeld verhuur/exploitatie terrein met recreatiewoningen, sauna’s, sportscholen);

  - mestverwerkingsbedrijven;

  - afvalbewerkings- en verwerkingsbedrijven en/of recycling van afvalstoffen en/of reststoffen;

  - autosloperijen.

• 2.

  Het bestuursorgaan past de Wet Bibob toe door een Bibob-toets uit te voeren op aanvragen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, e en i van de Wabo (omgevingsvergunning) indien zij vallen onder de volgende risicocategorieën:

  - horecabedrijven;

  - escort- en prostitutiebedrijven;

  - speelautomatenhallen;

  - hotels;

  - darkrooms;

  - seksbioscopen;

  - sekswinkels;

  - massagesalons.

• 3.

  Het bestuursorgaan past de Wet Bibob toe door een Bibob-toets uit te voeren op aanvragen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, e en i van de Wabo (omgevingsvergunning) indien de bouwkosten voor de bouwactiviteiten meer dan € 500.000,00 ex BTW bedragen.

• 4.

  Het bestuursorgaan beschouwt het door de aanvrager volharden in de weigering om de Bibob-vragenformulieren volledig ingevuld te retourneren als een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 4 juncto artikel 3 van de Wet Bibob en weigert om die reden de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen.

Artikel 5 Uitbreiding toepassing Bibob-toets

Naast de in artikelen 3 en 4 aangeduide aanvragen, voert het bestuursorgaan een Bibob-toets uit als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Bureau blijkt dat tegen de aanvrager van een beschikking, in de afgelopen twee jaar advies is uitgebracht of een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het Bureau.

Artikel 6 Beperking toepassing Bibob-toets

Het bestuursorgaan voert de Bibob-toets niet uit ten aanzien van de in artikelen 3 en 4 aangeduide aanvragen, indien de aanvraag afkomstig is van:

• a.

  overheidsinstanties;

• b.

  semi-overheidsinstanties;

• c.

  toegelaten woning(bouw)corporaties; (toegelaten door de Minister van Volkshuisvesting conform Woningbesluit 1932 via een daartoe verstrekte vergunning).

Artikel 7 Toepassingsbereik verleende beschikkingen

• 1.

  Het bestuursorgaan past de Wet Bibob toe met betrekking tot reeds verleende beschikkingen indien:

  • a.

    de verstrekte beschikking betrekking heeft op een locatie, die gelegen is in een concreet bepaald gebied, dat op basis van een daartoe genomen besluit van het bestuursorgaan na de verstrekking van de beschikking is aangewezen als risicogebied;

  • b.

    er vanuit eigen informatie, vanuit informatie van het Bureau, dan wel vanuit informatie van één of meerdere partners binnen het samenwerkingsverband RIEC, aanwijzingen zijn dat er sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob;

  • c.

    informatie als bedoeld in artikel 26 juncto artikel 11 van de Wet Bibob verkregen vanuit het OM, direct of als reactie op een door haar ontvangen signaal van het Bureau, die duidt op een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob;

  • d.

    bekend wordt, dat tegen betrokkene in een andere gemeente bij een Bibob-toets een ernstig gevaar is geconstateerd en aan betrokkene alhier een soortgelijke beschikking is verstrekt. In geval aan betrokkene in meerdere gemeenten binnen het samenwerkingsverband RIEC eerder al een soortgelijke beschikking is verleend, verzoekt het bestuursorgaan het RIEC om coördinatie in de Bibob-toets.

• 2.

  Het bestuursorgaan beschouwt het door de vergunninghouder volharden in de weigering om de Bibob-vragenformulieren volledig ingevuld te retourneren als een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 4 juncto artikel 3 van de Wet Bibob en trekt om die reden de reeds verleende beschikking in.

Artikel 8 Inwerkingtreding

• 1.

  Deze beleidsregels treden in werking op 1 juni 2018.

• 2.

  Op het moment dat deze beleidsregels in werking treden, wordt de op 16 november 2004 vastgestelde Twentse beleidslijn Bibob ingetrokken.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Wet Bibob.

Haaksbergen, 8 mei 2018

Burgemeester en wethouders,

M.E. Kragting

secretaris

G.J. Kok MDR

burgemeester

G.J. Kok MDR

burgemeester