Regeling vervallen per 31-12-2017

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2017

Geldend van 20-12-2016 t/m 30-12-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2017

De raad van de gemeente Haaren;

in zijn vergadering van 3 november 2016;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 oktober 2016;

gelet op de behandeling in het raadsplein van 20 oktober 2016;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet.

BESLUIT:

De volgende verordening vast te stellen:

Verordening op de heffing en invordering precariobelasting 2017

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze verordening wordt, voor zover niet anders bepaald, verstaan onder:

  • a.

    jaar: kalenderjaar de periode van 1 januari tot en met 31 december

  • b.

    maand: een kalendermaand;

  • c.

    week: een tijdvak van zeven achtereenvolgende dagen;

  • d.

    dag: een tijdvak van 24 uur, aanvangende te 0.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • e.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan het hebben vanéén of meer voorwerpen, onder op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond is toegestaan.

  • f.

    kabels en leidingen: kabels, leidingen en buizen of daarmee gelijk te stellen voorwerpen bedoeld voor het transport van energie of andere materialen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "precariobelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van de kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet de kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is de in een kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke zich een belastbaar feit in de zin van de verordening voordoet.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarieven

Het tarief bedraagt voor :

  • 1.

    Standplaatsen

Het innemen van een verkoopstandplaats waarvoor op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning is vereist:

    • a.

      voor een verkoopstandplaats tot en met 20 m2 : € 5,20 per dag;

    • b.

      voor een verkoopstandplaats groter dan 20 m2 : € 5,20 per dag plus € 0,35 voor iedere m2 boven de 20 m2.

  • 2.

    Kabels en leidingen

Het tarief bedraagt voor het hebben van kabels en leidingen per strekkende meter per jaar € 2,00 met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1. Voor de berekening van de precariobelasting worden gedeelten van eenheden van tijd of afmeting voor een volle eenheid gerekend.

  • 2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

  • 3. Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van een strekkende meter als een volledige strekkende meter aangemerkt.

Artikel 7 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • a.

    kabels en leidingen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waaronder, op of boven kabels en leidingen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

  • b.

    kabels en leidingen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van kabels en leidingen die in gebruik zijn bij een derde;

  • c.

    kabels en leidingen, welke op grond van een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;

  • d.

    buizen in de grond ten behoeve van de inzameling, het transport en de lozing van afvalwater, hemelwater, grondwater en oppervlaktewater.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wijze van aanslag of bij wege van gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak aanvangt, is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien het belastingbedrag beneden € 5,00 blijft, dan wordt de belasting niet geheven. Onder belastingbedrag wordt verstaan het totaal van heffingen dat verenigd is op één aanslagbiljet of kennisgeving.

Artikel 10 Termijn van betaling

  • 1. Indien het heffingstijdvak gelijk is aan een kalenderjaar, is de belasting in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 invorderbaar in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt een maand na dagtekening van het aanslagbiljet of de kennisgeving en de tweede termijn, twee maanden later.

  • 2. Indien het heffingstijdvak niet gelijk is aan het kalenderjaar, is de belasting in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 invorderbaar in één termijn, welke vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet of de kennisgeving.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 13 Intrekking Verordening en Overgangsrecht

De “Verordening precariobelasting 2016” van 21 juli 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening precariobelasting 2017”.

Ondertekening

Behorende bij raadsbesluit 903 d.d. 3 november 2016.
griffier voorzitter
E.Dammingh Jeannette Zwijnenburg- Van der Vliet