Regeling vervallen per 01-12-2015

Verordening op de raadscommissie 2011

Geldend van 06-10-2011 t/m 30-11-2015

Intitulé

Verordening op de raadscommissie 2011

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. lid: raadslid of door raadsfractie aangewezen en door raad benoemd niet-raadslid van de raadscommissie;b. voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;c. griffier: griffier van de raad of diens vervanger;d. vergadering: vergadering van een raadscommissie.e. bijwonen: het als lid deelnemen aan de vergadering. 

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissie

  • 1 De raad stelt een vaste commissie voor de gemeenteraad in, genaamd raadscommissie.

     

Artikel 3 Taken

De raadscommissie heeft tot taak zich te laten informeren, danwel informatie te vergaren danwel in te winnen over de onderwerpen waarover de raad in zijn vergadering dient te beslissen.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1. De raadscommissie vergadert in een samenstelling van maximaal 15 leden.

  • 2. Lid van de commissie kunnen zijn:

    • a.

      raadsleden

    • b.

      door de raad benoemde leden die geen deel uitmaken van de gemeenteraad.

  • 3. De leden van de commissie, als bedoeld in het tweede lid, onder b, worden door de gemeenteraad op voordracht van de raadsfracties benoemd.

  • 4. Per raadsfractie kan maximaal het aantal leden dat een fractie in de raad heeft, als lid bedoeld in artikel 2, onder b voor benoeming worden voorgedragen.

  • 5. De raadsleden van een fractie kunnen zich in de vergadering van de commissie laten vervangen door commissieleden van hun fractie, zijnde niet-raadsleden.

  • 6. De artikelen 10, 11,12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van de raadscommissie.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een lid en,de voorzitter eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.   Een lid houdt op lid te zijn van de raadscommissie waarin hij niet meer voldoet aan de in artikel 4, tweede, vierde en zesde lid, gestelde  eisen.

  • 3. De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wier voordracht het lid is benoemd.

  • 4. De raad kan de voorzitter ontslaan.

  • 5. Een lid en de voorzitter of zijn plaatsvervanger kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 en 5.

  • 7. Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier

  • 1. De griffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 2. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een daartoe door de raad aangewezen plaatsvervangend griffier.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Aanwezigheid college en secretaris

Het college, alsmede de secretaris, zijn in de commissievergaderingen aanwezig.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1. De vergaderingen van de raadscommissie vangen aan om 19.30 uur en vinden plaats in de raadszaal voorafgaand aan de raadsvergadering.

  • 2. De raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeeltof indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 10 Voorlopige Agenda

  • 1. 1. De voorlopige agenda wordt opgesteld door de griffier en de voorzitter.

  • 2. 2. De voorlopige agenda kan ter goedkeuring voorgelegd worden aan het presidium.

Artikel 11 Oproep

  • 1. De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats vande vergadering.  

  • 2. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 12 eerste lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 12 Vaststellen van de agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot het moment voor de aanvang van een vergadering een gewijzigde agenda opstellen.

  • 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren of de volgorde wijzigen.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor de leden van de raadscommissie op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raadscommissie en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

     

Artikel 14 Openbaarheid van agenda en stukken

  • 1. De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging op de raadspagina in het huis-aan-huisblad en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:a. de datum, aanvangstijd en plaats, alsmede de voorlopige agenda van de vergadering;b. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;c. de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 17. 

  • 3. Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda behorende stukken op de website van de gemeente geplaatst.

     

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 15 Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid dat de vergadering bijwoont onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

 

Artikel 16 Opening vergadering en quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden de vergadering bijwoont.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden alleen laten infomeren danwel informatie inwinnen, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

Artikel 17 Spreekrecht burgers

  • 1. Burgers hebben spreekrecht over onderwerpen die op de agenda staan, maar ook over onderwerpen die niet op de agenda staan. Zij kunnen het woord voeren in de commissievergadering.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:a. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;b. een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend. 

  • 3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit tenminste 4 uur voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 7. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

     

Artikel 18 Geluidopnamen

  • 1. De commissievergadering wordt digitaal (geluid) opgenomen en op de website geplaatst.

Artikel 19 Aantal spreektermijnen

  • 1. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel maal een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 20 Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

 

Artikel 21 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 22 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker wordt in zijn betoog niet gestoord, tenzij:a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;b. een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden. 

  • 2. Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin dit plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

  • 5. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig laat de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 23 Nadere informatie

  • 1. De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel om nadere informatie te verzoeken danwel informatie in te winnen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de informatieverstrekking/informatievergaring voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De informatieverstrekking/informatievergaring wordt hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 24 Informatieverstrekking door anderen

  • 1. De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de vergadering teneinde informatie te verstrekken aan de commissie.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met het aan de orde zijn de agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 25 Afsluiting behandeling

  • 1 Wanneer de voorzitter vaststelt dat de commissie voldoende geïnformeerd is over een agendapunt sluit hij het onderwerp af, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2 De commissie besluit op voorstel van de voorzitter op welke wijze en wanneer een raadsvoorstel behandeld wordt.

     

Hoofdstuk 5 BESLOTEN VERGADERING EN GEDRAGSCODE

Artikel 26 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering. 

Artikel 27 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

 

Artikel 28 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

 

Artikel 28a Gedragscode

De gedragscode bestuurlijke integriteit voor de leden van de raad is overeenkomstig van toepassing op leden van deze commissie. 

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 29 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden

  • 3. De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 30 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

 

Artikel 31 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 32 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 33 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking.Op dat tijdstip vervalt de verordening op de raadscommissie 2006 van de raad van de gemeente Haaren vastgesteld bij raadsbesluit van 18 mei 2006.

 

Ondertekening

Dit reglement is vastgesteld in de raadsvergadering van 15 september 2011, gelet op artikel 82 van de Gemeentewet.