Regeling vervallen per 24-01-2008

Beleidsregels subsidiëring monumenten 2002, wijziging 2004 + toelichting

Geldend van 06-05-2004 t/m 23-01-2008

Intitulé

Beleidsregels subsidiëring monumenten 2002, wijziging 2004 + toelichting

De raad van de gemeente Haaren, gelet op artikel 22 van de Algemene subsidiever­ordening gemeente Haaren, besluit vast te stellen de hiernavolgende

 

Beleidsregels subsidiëring gemeentelijke monumenten

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    gemeentelijk monument:een object dat is opgenomen op de monumenten­lijst als bedoeld in de Monumentenverordening 1997

  • b.

    Voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken aan het casco, het periodieke onderhoud te boven gaand:Hiermee wordt bedoeld de zogenaamde restauratiewerkzaamheden die noodzakelijk zijn om bouwtechnische gebreken aan het casco op te heffen, zoals werkzaamheden aan:- het dak; vernieuwen riet, dakbeschot, pannen- de gevels; vernieuwen ramen, kozijnen, deuren, luiken, voegwerk, metselwerk, oplossen/tegengaan vochtproblemen- de goten en hemelwaterafvoeren (vernieuwen)Werkzaamheden die niet noodzakelijk maar wenselijk zijn, zijn niet subsidiabel. Het gaat hier bijvoorbeeld om isolatie, verbetering van comfort, aanbrengen installaties als centrale verwarming, water- en elektrische leidingen, riolering, sanitair.

  • c.

    casco:de hoofdstructuur van een pand, bestaande uit de dragende onderdelen (fundering, balkdragende muren en balklagen), de vloeren en het omhulsel (buitenmuren en kap). Tot het casco wordt ook gerekend het binnenpleisterwerk van de muren die er deel van uit maken, alsmede de buitenafwerking, kozijnen en ramen.

  • d.

    periodieke onderhoud:bouwkundige onderhoudswerkzaamheden, die noodzakelijk zijn om een monument in goede staat te houden, aan:- het dak: repareren van pannen, leiwerk, dakbeschot of zink en het aanbrengen respectievelijk goed plaatsen van lood en het opstoppen en andere werkzaam­heden ter reparatie van een rieten dak;- schoorstenen: reparaties- goten en hemelwaterafvoeren: herstel en reparaties- gevels: reparatie aan voegwerk, metselwerk, pleisterwerk, natuursteen, hout en beton;- vensterwerk; herstel van beglazing, glas-in-lood, buitenkozijnen, buitendeu­ren, raampartijen en luiken;- schilderwerkzaamheden

  • e.

    kosten van voorzieningen:de door burgemeester en wethou­ders goedge­keurde bedragen van:1 de aanneemsom;2 de risicoverrekening van loon‑ en materi­aalprijs­stijgin­gen;3 de kosten van de architect overeenkomstig de vigerende SR en van de constructeur, voor zover inschakeling hiervan nood­zake­lijk is;4 leges voor de bouwvergunning en voor enige andere vergunning die nodig is voor het treffen van de voorzieningen;5 de verschuldigde BTW, voor zover deze niet kan worden verrekend;6 de bouwhistorische opname, gericht op de restaura­tie;

  • f.

    eigenaar:hieronder wordt verstaan:1 degene die het recht van eigendom heeft;2 de houder van een recht van opstal;3 de eigenaar van een appartementsrecht;4 degene aan wie door een rechtspersoon een deelne­mings‑ of lidmaatschapsrecht is verleend dat recht geeft op gebruik van een woning;5 een toekomstig eigenaar die in het bezit is van een voorlopig koopcontract van/met betrekking tot een gemeentelijke monument.

Artikel 2 Grondslag en werkingssfeer

  • 1 Op grond van deze beleidsregels kunnen burgemeester en wethouders aan de eigenaar van een gemeentelijk monument subsidie beschikbaar stellen voor het treffen van:

    • a.

      voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken aan het casco, het periodieke onderhoud te boven gaand;

    • b.

      overige voorzieningen, het periodieke onderhoud te boven gaand, die voor de instandhouding van het pand noodzakelijk zijn;

    • c.

      periodieke onderhoudswerkzaamheden aan een in goede bouwkun­di­ge staat verkerend monument, welke werkzaamheden dienen om dat monument in goede staat te houden.Voorzieningen aan niet-monumentale onderdelen van het monument, worden niet gesubsidieerd. Of er wel of niet sprake is van een monumentaal onderdeel van het monument is ter beoordeling aan de monumentencommissie.

  • 2 De subsidie wordt berekend over de kosten van voor­zienin­gen, met uitzon­dering van de kosten waarvoor op grond van enige andere regeling of verzekering een bijdrage in de kosten van de voorzieningen kan worden verkregen.

Artikel 3 Subsidieaanvraag

  • 1 Een eigenaar dient de aanvraag om subsidie, vergezeld van een afschrift van het inspectierapport van de Monumentenwacht Noord-Brabant, een restauratieplan en een begroting van de restauratiekosten, voor 1 april voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd in bij burgemeester en wethouders.

  • 2 Het restauratieplan bestaat uit:

    • a.

      een beschrijving van de bouwtechnische staat van het gemeentelijk monu­ment, waarin de gebreken van het pand nauwkeurig vermeld staan;

    • b.

      bouwtekeningen van de bestaande en nieuwe toestand;

    • c.

      een op de beschrijving gebaseerd bestek of gebaseerde werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren, alsmede van de wijze van verwerking hiervan;

  • 3 De begroting mag niet ouder zijn dan twee jaar en omvat alle kosten van de restauratie, gespecificeerd in hoeveelheden, uren en materialen.

Artikel 4 Subsidie

  • 1 De subsidie op basis van de kosten van voorzieningen, zoals bedoeld in artikel 2, lid 1, sub a en b, bedraagt maximaal 50% van de kosten van voorzieningen, met een minimum van € 455,00 en een maximum van € 4.540,00.

  • 2 De subsidie op basis van de de kosten van voorzieningen, zoals bedoeld in artikel 2, lid 1, sub c, bedraagt maximaal 50% van de kosten van voorzieningen, met een minimum van € 227,00 en een maximum van € 2.270,00.

  • 3 Indien na berekening van het subsidiebedrag zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel blijkt dat dit minder is dan € 455,00 wordt het subsidiebedrag vastgesteld op € 0,00.

  • 4 Indien na berekening van het subsidiebedrag zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel blijkt dat dit minder is dan € 227,00 wordt het subsidiebedrag vastgesteld op € 0,00.

Artikel 5 Subsidieverlening

  • 1 De gemeenteraad stelt jaarlijks bij de begrotingsbehandeling het subsidieplafond vast.

  • 2 De beschikking tot het verlenen van de subsidie wordt uiterlijk 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd genomen.

  • 3 Burgemeester en wethouders besluiten tot subsidieverlening op volgorde van bouwtechnische urgentie, uitsluitend voor zover het subsidieplafond toerei­kend is. De volgorde van bouwtechnische urgentie wordt door burgemeester en wethou­ders bepaald aan de hand van de door de eigenaars ingediende inspectie­rapporten van de Monumentenwacht Noord-Brabant.

  • 4 Voordat burgemeester en wethouders een beslissing nemen op de aanvraag, vragen zij advies aan de monumentencommissie.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Burgemeester en wethouders verlenen geen subsidie indien:

  • a.

    met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat een besluit tot verlening op de aanvraag is genomen;

  • b.

    voor de betreffende voorzieningen zoals bedoeld in artikel 2, lid 1, sub a en b binnen een termijn van 15 jaar en betreffende voorzieningen zoals bedoeld in artikel 2, lid 1 sub c een termijn van 10 jaar vooraf­gaand aan het jaar waarop de aanvraag wordt inge­diend subsidie is ver­leend;

  • c.

    voor de te treffen voorzieningen een monu­mentenver­gunning op grond van de Monumentenverordening 1997 is vereist en deze niet is verleend;

Artikel 7 Subsidievoorschriften

De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat:

  • a.

    ten minste 1 maand voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, de aanvang wordt gemeld bij burge­meester en wethouders;

  • b.

    met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen binnen 26 weken na de datum van het besluit tot verle­ning van de subsidie;

  • c.

    binnen 24 maanden na het besluit tot verlening van subsidie de werk­zaamheden zijn voltooid en de gereedmelding als be­doeld in artikel 9 is ingediend;

Artikel 8 Vaststelling subsidie

Vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van de werkelijke kosten, nadat de in de aanvraag opgenomen werkzaamhe­den bij burge­mees­ter en wethouders schriftelijk zijn ge­reedgemeld, door burgemeester en wethouders zijn gecon­tro­leerd en akkoord be­vonden.

Artikel 9 Gereedmelding

De gereedmelding omvat:

  • a.

    een schriftelijke gereedmelding;

  • b.

    een kostenoverzicht;

  • c.

    alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden.

Artikel 10 Subsidieverordening

De volgende artikelen uit de "Algemene subsidieverordening gemeente Haaren" zijn niet van toepassing:

  • a.

    artikel 3 "algemene eisen lid 4, 5, 6, 7 en 8

  • b.

    artikel 4 "subsidieaanvraag" m.u.v. lid 3 en 6

  • c.

    artikel 5 "inspraak"

  • d.

    artikel 6 "bevoegdheden" lid 1 en 3

  • e.

    artikel 8 "meerjarige subsidie"

  • f.

    artikel 9 "de subsidiebeschikking" lid 4

  • g.

    artikel 13 "jaarrapportage"

  • h.

    artikel 14 "accountantsverklaring"

  • i.

    artikel 15 "controle"

  • j.

    artikel 17

  • k.

    artikel 18

  • l.

    artikel 24 "incidentele subsidie"

  • m.

    artikel 26 "(voorschotten)"

Artikel 11 Slotbepalingen

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als "Beleidsregels subsidi­ëring monumen­ten­ 2002, wijziging 2004".

Ondertekening

De raad van de gemeente Haar­en,raadsgriffier,                                                            voorzitter,Drs. S.H.G.A. van der Schans-Jacobs.               F.H.G.M. Ronnes.

1 op de beleidsregels subsidiëring monumenten.

Artikel 2- Het vernieuwen van het dakbeschot valt onder de voorzieningen genoemd in lid 1 sub a. Meestal worden er isolerende dakplaten gebruikt. Hier is sprake van isolatie en is niet subsidiabel. Maar aangezien het noodzakelijk kan zijn dat het dakbeschot vernieuwd wordt, worden deze isolerende dakplaten voor 50% meegenomen in de kosten van voorzieningen.Het aanbrengen van isolerend glas is niet subsidiabel. Het is wel noodzakelijk dat er glas geplaatst wordt in een vernieuwd kozijn. Derhalve wordt een bedrag op basis van de kosten van enkel glas opgenomen in de kosten van voorzieningen.- Met de in lid 1, sub b bedoelde "overige voorzieningen" wordt met name gedoeld op in een beschermd monument aanwezige bijzondere behoudenswaardige elemen­ten die bij de restauratie worden betrokken, zoals gevelbekroningen en monumenta­le stoepen, interieuronderdelen zoals plafonds met decoratief stucwerk, schoorsteen­partijen, wandafwerkingen (tegels) en betimmeringen.- In lid 1, sub c wordt ook een subsidiemogelijkheid geopend voor de normale periodieke onderhoudswerkzaamheden aan een monument, ervan uitgaande dat er sprake is van een in goede bouwkundige staat verkerend monument. Achterliggende gedachte hierbij is dat het accent steeds meer zal verschuiven van restauratie naar onderhoud. Het is immers zaak om pas gerestaureerde monumenten in goede staat van onderhoud te houden, waarmee dure ingrijpende restauraties kunnen worden voorkomen.Omdat onderhoud aan een monument over het algemeen duurder is dan onderhoud aan een pand dat geen monumentale waarde bezit, wordt dit onderhoud gesubsi­dieerd, zodat hiervan een stimulerende werking uit kan gaan naar monu­mentenei­gena­ren.- De belangrijke bepaling in lid 2 kan voorhands niet gemist worden, gelet op de onzekerheid over het toekomstige rijksbeleid. De bedoeling ervan is te voorkomen dat voor dezelfde voorzieningen meerdere bijdragen kunnen worden verkregen van het Rijk, de provincie of de verzekering.Artikel 3Dit artikel betreft de gegevens die bij een aanvraag moeten worden ingediend.In afwijking van de Algemene Subsidie Verordening is de termijn van indiening gesteld op 1 april i.p.v. 1 mei. Dit is omdat voor het vaststellen van het subsidieplafond, de subsidia­bele kosten bepaald moeten worden en advies gevraagd moet worden aan de monumenten­commissie.Artikel 5Subsidieverlening geschiedt op volgorde van bouwtechnische urgentie, zodat de meest urgente restauratieplannen gesubsidieerd worden.Lid 4 regelt de inschakeling van de monumentencommissie.Artikel 7Er mag niet begonnen worden met de voorzieningen voordat een besluit tot verlening op de aanvraag is genomen. Door de aanvang van de werkzaamheden te melden wordt dit hiermee gecontroleerd.Met de bepalingen in lid b en c wordt beoogd te voorkomen dat de verleende subsidiebe­dragen onnodig lang blijven liggen.