Regeling vervallen per 01-03-2012

Verordening winkeltijden 2004

Geldend van 01-01-2004 t/m 29-02-2012

Intitulé

Verordening Winkeltijden 2004

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (Stb. 183) - Besluit van 21 maart 1996, houdende verlening van enige vrijstellingen van de verboden van de Winkeltijdenwet;

  • c.

    feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste kerstdag en tweede kerstdag;

  • d.

    winkel: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

Artikel 2 Overdracht van de ontheffing

  • 1. Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen toestemming van het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffing doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 3 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van het bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing niet binnen 3 maanden na verlening gebruik wordt gemaakt;

  • f.

    de houder van de ontheffing de bedrijfsuitoefening beëindigt;

  • g.

    de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 4 Zon- en feestdagenregeling

  • 1. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a en b en tweede lid van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen zon- en feestdagen per kalenderjaar tussen 06.00 uur en 22.00 uur.

  • 2. Bij de aanwijzing wordt onderscheid gemaakt tussen vijf (hoofd)winkelgebieden zoals weergegeven op de plattegrond die als bijlage bij deze verordening is opgenomen:

    I Haarlem centrum-zuid (centrum is hoofdwinkelcentrum City Haarlem, zuid is deel Wagenweg)

    II Haarlem noord (hoofdwinkelgebied Cronjéstraat en overige winkelcentra)

    III Haarlem oost en Schalkwijk (hoofdwinkelcentrum Schalkwijk, Amsterdamstraat, Beatrixplein en overige winkelcentra)

    IV Haarlem zuidwest (autoboulevard Pijlslaan, winkelgebied zuidwest)

    V Haarlem Waarderpolder

Artikel 5 Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet vervatte verboden ten behoeve van winkels, die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde zon- en feestdagen tussen 00.00 uur en 16.00 uur.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan voor ten hoogste 10 winkels ontheffing verlenen.

  • 3. Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      de winkel dient gesloten te zijn tussen 00.00 uur en 16.00 uur;

    • b.

      er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en horecawet.

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd:

    • a.

      indien naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel;

    • b.

      wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door verlenen van de ontheffing een redelijk verzorgingsniveau voor de consumenten ter plaatse in gevaar komt.

  • 5. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere voorschriften stellen.

  • 6. De ondernemer van een avondwinkel is verplicht de ontheffing op een zichtbare plaats in de winkel aanwezig te hebben.

Artikel 6 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, nieuwjaarsdag, tweede paasdag, hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste of tweede kerstdag, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen, vertoningen, manifestaties, uitstallingen, kunstateliers en galeries.

Artikel 7 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor één of meer delen van de gemeente.

Artikel 8 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 uur en 06.00 uur

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.

  • 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

  • 3. De verboden in artikel 2, eerste lid onder c van de wet gelden niet op vrijdag voor Pinksteren van 22.00 uur tot 24.00 uur en op zaterdag voor Pinksteren van 00.00 uur tot 06.00 uur.

Artikel 9 Toerisme

  • 1.

    Het verbod vervat in artikel 2, eerste lid onder a en b van de wet geldt niet bij op zon- en feestdagen voor winkels waarin uitsluitend of in hoofdzaak souvenirs worden verkocht.

  • 2.

    Onder souvenirs wordt verstaan een herinneringsartikel dat:

    • a.

      kenmerkend is voor een plaats, streek of land;

    • b.

      in die plaats of streek of dat land te koop is;

    • c.

      een prijs heeft van maximaal enkele tientallen guldens;

    • d.

      niet uitsluitend of in hoofdzaak bestaat uit eet- of drinkwaren. Een opschrift of aanduiding van de plaats van herkomst is niet nodig. Een souvenir kan bovendien een herinneringsartikel zijn dat in een winkel wordt verkocht bij een zelfstandig bestaande toeristische attractie en dat qua materiaal vorm of uitbeelding direct verband houdt met de attractie.

  • 3.

    Het verbod in artikel 2, tweede lid van de wet geldt niet ten aanzien van de straathandel in bloemen in de periode van 15 maart tot en met 15 mei op de volgende dagen en uren: op zondag, op tweede paasdag, op hemelvaartsdag en tweede pinksterdag van 09.00 uur tot 22.00 uur.

  • 4.

    Het verbod in artikel 2, eerste lid onder a en b, en tweede lid van de wet geldt niet voor het gebiedsdeel centrum voor 7 nader door het college van burgemeester en wethouders te bepalen zondagen, van 10.00 uur tot 22.00 uur. Het gebiedsdeel centrum omvat het belangrijkste deel van het in artikel 4, tweede lid van de verordening genoemde (hoofd) winkelgebied: I Haarlem centrum-zuid.

    Het gebiedsdeel centrum is gelegen tussen Kloppersingel, Schotersingel, Kinderhuissingel, Zijlsingel, Leidsevaart, Raamsingel, Gasthuissingel, Kampersingel, Spaarne, Herensingel, Gedempte Herensingel, Gedempte Oostersingelgracht, noord-oostzijde, Papentorenvest en Spaarne. Plus het Houtplein en het deel van de Wagenweg tot het Florapark.

  • 5.

    Het verbod in artikel 2, eerste lid onder a en b, geldt niet voor campingwinkels gelegen op het terrein van een camping.

Artikel 10 Openbaar vervoer

Het verbod vervat in artikel 2, tweede lid van de wet ten behoeve van de verkoop van bloemen geldt niet van 06.00 uur tot 22.00 uur binnen een afstand van 100 meter van de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen aansluitingspunten van openbaar vervoer.

Artikel 11 In werking treden

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2004.

  • 2. Op 1 januari 2004 vervalt de “Verordening winkeltijden Haarlem” zoals is vastgesteld door de raad van de gemeente Haarlem in de vergadering van 17 november 1999.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening winkeltijden 2004”.

Toelichting

TOELICHTING

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet. Koninginnedag is in de wet niet meer aangemerkt als een feestdag.

Artikel 2 Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college van burgemeester en wethouders. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger.

Artikel 4 Zon- en feestdagenregeling

Op maximaal 12 zon- en feestdagen per jaar kan afgeweken worden van het sluitingsverbod. Het college van burgemeester en wethouders heeft deze bevoegdheid gedelegeerd gekregen van de gemeenteraad. Voor de toepassing van het artikel kan de gemeente in afzonderlijke delen gesplitst worden. Splitsing is hier gedaan in 5 gebiedsdelen: I) Centrum-zuid, II) Noord, III) Oost en Schalkwijk, IV) Zuidwest en V) Waarderpolder. Zie voor grenzen deelgebieden bijgaand kaartje.

Artikel 5 Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen

Het afwijkende openstellingsregime op zon- en feestdagen maakt het noodzakelijk voor winkels die op werkdagen tot 22.00 uur, of met ontheffing tot latere tijdstippen geopend zijn en waar hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht (de wet geeft aan voor minimaal 70%) een afzonderlijke regeling in de verordening op te nemen. Met deze regeling wordt het mogelijk dat deze beperkte groep avondwinkels ook op zondagavond en de avond van een feestdag open kan zijn.

Om de zondagsrust te waarborgen moet de winkel op zon- en feestdagen dicht zijn tussen 00.00 uur en 16.00 uur.

Artikel 6 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

Het artikel is gebaseerd op artikel 4 van de wet. Het stellen van voorschriften en beperkingen is mogelijk.

Concreet dienen onder het tweede lid te worden verstaan onder meer de volgende activiteiten: autobeurzen, meubelveilingen, eeuwfeesten, feestelijkheden met een boven-lokaal karakter e.d.

Artikel 7 Verbod straatverkoop van bepaalde goederen op zon- en feestdagen

De vrijstelling betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 8 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 uur en 06.00 uur

Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 uur en 06.00 uur te reguleren. Dat kan door gebieden aan te wijzen waarin het verbod niet geldt of door vormen van detailhandel aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing verleend worden.

De modelverordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving en de openbare orde. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend.

In het Vrijstellingenbesluit is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon- en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen 10 uur s’avonds en zes uur in de ochtend op werkdagen wordt door de verordeningsbepaling geregeld.

Artikel 9 Toerisme

De grondslag van het artikel is artikel 3, derde lid onder a van de wet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op basis van de verordening verlenen van ontheffing door het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 10 Openbaar vervoer

Betreft hier overname uit de oude verordening. De door het college van burgemeester en wethouders aangewezen aansluitingspunten Openbaar vervoer zijn Tempeliersstraat/Houtplein en Station.

Artikel 11 In werking treden

Artikel 142 van de gemeentewet regelt dat een verordening in werking treedt acht dagen na de bekendmaking ervan, tenzij in die verordening anders is geregeld.

Aangezien het hier gaat om een referendabel besluit is ook de Tijdelijke referendumwet (Trw) van toepassing en de daarop gebaseerde Verordening op het raadplegend correctief referendum. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2004 en daarmee is de 6 wekentermijn van de genoemde Trw ruimschoots gehaald.