Regeling vervallen per 13-11-2014

Verordening algemene begraafplaatsen

Geldend van 23-03-2012 t/m 12-11-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Verordening algemene begraafplaatsen

Deze verordening is gebaseerd op artikel 90 van de Wet op de lijkbezorging.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

Begraafplaatsen:

  • -

    de gemeentelijke begraafplaats Kleverlaan/Schoterweg;

  • -

    de gemeentelijke begraafplaats aan de Vergierdeweg ("Akendam");

  • -

    de gemeentelijke begraafplaats aan de Vergierdeweg heeft een gedeelte waar uitsluitend of in hoofdzaak lijken van personen zullen worden begraven, die op het moment van overlijden tot het Rooms Katholiek kerkgenootschap behoorden.

Huurgraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het begraven en begraven houden van lijken;

  • -

    het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    het verstrooien van as.

Algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het begraven van lijken.

Urnenhuurgraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarin iedereen de gelegenheid wordt gegeven tot het bijzetten van asbussen met of zonder urnen.

Urnenhuurhuis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

Urn: een voorwerp voor opberging van één of meer asbussen.

Asbus: een bus voor opberging van as van een overledene.

Verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid.

Grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats.

Gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken.

Beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt.

Rechthebbende: de rechthebbende op een huurgraf.

Ruimen van graven: het verwijderen van alle in een graf aanwezige stoffelijke resten en het overbrengen daarvan naar een daartoe bestemd verzamelgraf.

Schudden van graven: het opgraven van alle in een graf aanwezige stoffelijke resten en het in hetzelfde graf op grotere diepte herbegraven daarvan waarna in dat graf weer nieuwe bijzettingen kunnen plaatsvinden.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen huur- en algemeen graf

  • 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder "huurgraf" mede verstaan: urnenhuurgraf, urnenhuurnis, gehuurde verstrooiingsplaats en gehuurde gedenkplaats.

  • 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder "algemeen graf" mede verstaan: algemeen urnengraf.

Artikel 2a Positieve fictieve beschikking

Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht  (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van toepassing op alle aanvragen voor vergunning of ontheffing ingevolge deze verordening.

Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen

  • 1. De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk van 10.00 uur tot zonsondergang. Personen beneden de leeftijd van 14 jaar hebben uitsluitend toegang onder begeleiding van een persoon van 18 jaar of ouder.

  • 2. Ter handhaving van orde en rust op de begraafplaats(en) kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden behalve in het geval van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, behalve met toestemming van de beheerder, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten.

  • 2. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • a.

      buiten de daarvoor aangewezen rijwegen behalve voor een begrafenis of voor het vervoeren van materialen;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur.

  • 3. De beheerder kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van lid 2.

  • 4. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5. Degene die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houdt, moet zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 5

  • 1. Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en andere plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder, onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2. De deelnemers aan zo'n plechtigheid, houden zich in het belang van de orde, rust en netheid aan de aanwijzigingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen en schudden van graven is alleen toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor de lijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop wordt begraven, as wordt bijgezet of verstrooid, wordt de beheerder schriftelijk in kennis gesteld door degene die van één van deze mogelijkheden gebruik wil maken. Zaterdag, geldt voor de toepassing van deze bepaling, niet als werkdag. Heeft de burgemeester toestemming gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven dan wordt de kennisgeving aan de beheerder meteen gedaan.

  • 2.

    Het omhulsel met het lijk, de asbus of urn is voorzien van een duurzaam identiteitsmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.

  • 3.

    Uitsluitend door het personeel van de begraafplaats op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder mag het volgende worden uitgevoerd:

    • -

      het openen en het sluiten van een graf ter begraving;

    • -

      het openen en het sluiten van een graf voor het bezorgen van as;

    • -

      het bedienen van de hulpmiddelen.

Nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten wanneer zij daarvoor uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder kenbaar hebben gemaakt.

Zij volgen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op. Zaterdag geldt hierbij niet als werkdag.

Artikel 8 Gebouwen en muziekfaciliteiten

  • 1. Het gebruik van ontvangstruimten, aula's en muziekfaciliteiten wordt uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag die vooraf gaat aan de dag waarop het gebruik zal worden gemaakt, aangevraagd bij de beheerder. Zaterdag geldt hierbij niet als werkdag.

  • 2. De ruimten en de muziekfaciliteiten staan voor één, per keer vooraf te bepalen tijdsduur, ter beschikking van de aanvrager.

Artikel 9 Over te leggen stukken

  • 1. Er mag alleen begraven worden als van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder.

  • 2. Vindt de begraving of de bezorging van as in een huurgraf plaats, dan wordt een machtiging daarvoor aan de beheerder overgelegd, ondertekend door de rechthebbende.

  • 3. Begraving of bijzetting in een huurgraf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de gebruikelijke huurtermijn tot 10 jaar. De verlenging wordt aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4. De administrateur bekijkt of de overgelegde stukken volledig zijn.

Artikel 10 Tijden van begraving en asbezorging

  • 1. De tijd van het begraven en het bezorgen van as is:

    • -

      op maandag tot en met donderdag van 09.00 uur tot 15.00 uur;

    • -

      op vrijdag van 09.00 uur tot 14.00 uur;

    • -

      op zaterdag van 09.00 uur tot 12.00 uur.

  • 2. Op algemeen erkende feestdagen is er geen mogelijkheid tot begraven en het bezorgen van as.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte der graven

Artikel 11 Indeling graven en asbezorging

  • 1. Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      huurgraven en urnenhuurgraven;

    • b.

      urnenhuurnissen;

    • c.

      gehuurde verstrooiingsplaatsen;

    • d.

      gehuurde gedenkplaatsen.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de huurgraven en hoeveel verstrooiingen van as er op of in de huurgraven kunnen plaatshebben. Zij bepalen tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de huurgraven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimum termijn zoals deze is vastgesteld in de Wet op de Lijkbezorging.

Artikel 12 Aantal overledenen in algemene graven

  • 1. In de algemene graven kan een door het college van burgemeester en wethouders te bepalen aantal lijken worden begraven.

  • 2. In de algemene urnengraven kan een door het college van burgemeester en wethouders te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

Artikel 13 Uitgifte van huurgraven

Een huurgraf kan toegewezen worden, behalve voor directe begraving en buiten volgorde van uitgifte, als dit op grond van de situatie op de begraafplaatsen niet bezwaarlijk is.

Artikel 14 Categorieën

Het college van burgemeester en wethouders kan bij nader vast te stellen regels de algemene en de huurgraven onderverdelen in categorieën. Zij bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 15 Termijnen huurgraven

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte op de begraafplaatsen dat toelaat, op een daarvoor bij hen in te dienen aanvraag, voor de tijd van minimaal twintig jaar en maximaal vijftig jaar het recht op een huurgraf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het huurgraf is uitgegeven. Bij aanvang van dit recht wordt de huursom voor de eerste twintig jaar in rekening gebracht. Voor de eventuele overige jaren van dit recht wordt de huursom per periode van tien jaar vooraf in rekening gebracht.

  • 2. Dit recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaren, als het verzoek vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3. Het recht kan niet langer gelden dan tot het tijdstip, waarop het terrein feitelijk aan zijn bestemming als begraafplaats zal zijn onttrokken.

  • 4. Het recht kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen als genoemd in artikel 17, eerste lid. Verlenging van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk als daar voldoende grond voor is. Dit staat ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 16 Eigen grafkelders, gemeentelijke grafkelders en gemeentelijk mausoleum

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan aan de rechthebbende op een huurgraf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen vast te stellen voorwaarden, waarin niet meer dan twee lijken mogen worden geplaatst.

  • 2. Deze grafkelders en de daarin geplaatste lijkkist(en) moeten steeds in een behoorlijke staat van onderhoud verkeren, dit staat ter beoordeling aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 3. De in het gemeentelijk mausoleum te plaatsen lijkkisten voldoen aan de door het college van burgemeester en wethouders daaraan nader te stellen voorwaarden.

  • 4. De in de gemeentelijke en eigen grafkelders te plaatsen lijkkisten voldoen aan de nader daaraan door het college van burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden en door de zorg van de rechthebbende in een behoorlijke staat van onderhoud blijven verkeren, dit staat ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het recht op een huurgraf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van:

    • -

      de echtgenoot of levenspartner;

    • -

      een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad.

    Overschrijving op aanvraag van de rechthebbende op naam van een ander dan genoemde personen is slechts mogelijk als daarvoor voldoende grond is. Dit staat ter beoordeling aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het huurgraf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner, een bloedverwant of een verwant tot en met de derde graad, wanneer de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan voornoemde personen is slechts mogelijk wanneer daarvoor genoegzame redenen bestaan, dit staat ter beoordeling aan of namens het college van burgemeester en wethouders.

  • 3. Wordt na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college van burgemeester en wethouders niet gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, dan is het college van burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het huurgraf te laten vervallen.

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van één jaar kan het college van burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een huurgraf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 18 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het huurgraf. Het college van burgemeester en wethouders bevestigt schriftelijk de ontvangst van deze verklaring.

Artikel 19 Sluiten van graven

  • 1. Op aanvraag van de rechthebbende kan het college van burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere begraving plaatshebben, asbus worden bijgezet of as worden verstrooid dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders bepaalt in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stellen de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan voor het graf gesloten wordt verklaard.

Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen

Artikel 20 Vergunning grafbedekking

  • 1. Voor het hebben van een grafbedekking is vergunning nodig van het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kan het college van burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking ernstig afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 21 Grafbeplanting

  • a. Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

  • b. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn worden verwijderd.

  • c. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft gedaan bij de beheerder.

Artikel 22 Verwijdering grafbedekking

  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de huurtermijn van het graf worden verwijderd.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders maakt ten minste één jaar voor het tijdstip waarop de grafbdekking zal worden verwijderd hun voornemen hiertoe bekend door middel van bij het op te ruimen graf te plaatsen bordje. Is het adres van de rechthebbende bekend dan delen ze hun voornemen uiterlijk één jaar voor het genoemde tijdstip per brief aan deze mee.

  • 3. Op grond van een daartoe door de rechthebbende ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 20 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4. De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien geen aanvraag op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen deze aanvraag had kunnen worden ingediend is verstreken.

Artikel 23 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking zonodig te herstellen of te vernieuwen.

  • 2. Geeft de rechthebbende geen uitvoering aan lid 1, dan kunnen de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zonodig de gehele grafbedekking verwijderd worden. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproep geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar het mededelingenbord aangebracht.

Artikel 24 Onderhoud door de gemeente

Door of namens de gemeente wordt voorzien in het schoonhouden en het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen.

Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 25 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. 1.Het college van burgemeester en wethouders stelt de belanghebbende uiterlijk één jaar voor het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden in kennis van hun voornemen hiertoe, door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje. Is het adres van de rechthebbende bekend dan delen ze hun voornemen uiterlijk één jaar voor het genoemde tijdstip per brief aan deze mee.

  • 2. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een daartoe bestemd, afgesloten gedeelte van de begraafplaats.

  • 3. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, wanneer mogelijk, bijeen te laten brengen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan de asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders

  • 4. De rechthebbende op een huurgraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te laten plaatsen of om deze elders opnieuw te laten begraven. De rechthebbende op een urnenhuurgraf of urnenhuurnis kan bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te laten verstrooien.

Hoofdstuk 7 Gedeelte voor kerkgenootschap

Artikel 26 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikel 3, eerste lid, 11, tweede lid, 14 en 20, tweede lid van deze verordening.

  • 2. Het bestuur van het kerkgenootschap kan het college van burgemeester en wethouders schriftelijk verzoeken om hem ervan schriftelijk in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op één of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.

  • 3. Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stelt het college van burgemeester en wethouders het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van één of meer graven onderhoud en herstel behoeft. Het college van burgemeester en wethouders blijft bevoegd om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.

Hoofdstuk 8 Inrichting register

Artikel 27 Voorschriften

  • 1. Het college va burgemeester en wethouders stelt voorschriften vast voor het register van de te begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2. Het register wordt bijgehouden door de administrateur.

Hoofdstuk 9 Bezwaren

Artikel 28 Indiening, behandeling en beslissing

  • 1. Ingezetenen en in de gemeente een belanghebbende natuurlijke- en rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het college van burgemeester en wethouders bezwaar indienen.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders maakt de beslissing meteen bekend aan de commissie voor de Begraafplaatsen en de gemeenteraad.

Hoofdstuk 10 Commissie voor de Begraafplaatsen en het crematorium

Artikel 29 Benoeming leden, taak

  • 1. De commissie voor de Begraafplaatsen adviseert het college van burgemeester en wethouders over de algemene aspecten van de begraafplaatsen en het crematorium.

  • 2. De leden van deze commissie worden door de gemeenteraad benoemd. De voorzitter wordt in functie benoemd.

  • 3. De commissie telt tenminste 3 en ten hoogste 9 leden.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders benoemt een ambtelijke secretaris, een plaatsvervangend secretaris en kunnen ambtelijke adviseurs aanwijzen.

  • 5. Een lidmaatschap vervalt bij het niet langer bekleden van de functie, op grond waarvan de benoeming heeft plaatsgevonden.

  • 6. De commissie werkt volgens de bepalingen van een door haar zelf te maken reglement dat door het college van burgemeester en wethouders wordt goedgekeurd.

  • 7. De commissie vergadert minstens tweemaal per jaar.

  • 8. De commissie beraadslaagt in het openbaar.

Hoofdstuk 11 Slotbepalingen

Artikel 30 Strafbepaling

  • 1. Hij die handelt in strijd met de artikelen 3, 4 en 7 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. Overtreding van artikel 3 van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 30a Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aangewezen personen.

Artikel 30b Opsporing

De opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door het college van burgemeester en wethouders met het toezicht op de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 31 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Beheersverordening op de algemene begraafplaatsen voor de gemeente Haarlem 1994".