Regeling vervallen per 16-09-2011

Verordening tot subsidiëring van bewonersondersteuning via wijkraden

Geldend van 28-12-2007 t/m 15-09-2011

Intitulé

Verordening tot subsidiëring van bewonersondersteuning via wijkraden

Hoofdstuk I Algemeen

Artikel 1

De gemeenteraad stelt jaarlijks een budget beschikbaar voor bewonersondersteuning .

Artikel 2

Het budget bestaat uit twee onderdelen, namelijk een subsidie voor algemene bewonersondersteuning en een subsidie voor bewonersondersteuning bij fysieke projecten en ruimtelijke plannen.

Hoofdstuk 2

Paragraaf 1 Algemene bewonersondersteuning

Artikel 3

De subsidie voor algemene bewonersondersteuning wordt berekend op basis van het aantal inwoners per wijk per 1 januari van het voorgaande jaar. Wijkraden en daarmee vergelijkbare organisaties kunnen aanspraak maken op de subsidie.

Artikel 4

  • 1. De subsidie is bestemd voor de bevordering van functioneringsmogelijkheden van wijkraden en bewoners die deel uitmaken van een bewonersgroep waarvan de wijkraad de bijdrage van belang vindt.

  • 2. Een afwijzing door een wijkraad van een aanvraag van een bewonersgroep wordt gezien als een onopgelost verschil van mening in de zin van artikel 9 en moet daarom door de wijkraad bij het college worden gemeld.

Artikel 5

Over de besteding van de subsidie vindt vooraf overleg plaats tussen de gemeente en de wijkraad.

Paragraaf 2 Bewonersondersteuning bij fysieke projecten en ruimtelijke plannen

Artikel 6

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders stelt de stadsdeeluitvoeringsprogramma’s vast. In deze programma’s worden per stadsdeel de projecten en plannen vermeld waarvoor op basis van het beschikbare budget subsidie kan worden verleend voor bewonersondersteuning en wordt aangegeven welke omvang de subsidie heeft. Bij projecten en plannen buiten de stadsdeelprogramma’s kan via betrokken afdeling eveneens subsidie worden verleend voor bewonersondersteuning.

  • 2. Voordat het college van burgemeester en wethouders de stadsdeeluitvoeringsprogramma’s vaststelt, wordt de wijkraden over het ontwerp van deze programma’s om advies gevraagd. Het college van burgemeester en wethouders houdt bij de vaststelling op kenbare wijze rekening met de adviezen van de wijkraden.

Artikel 7

Bewonersondersteuning kan plaatsvinden bij de projecten en plannen die in de stadsdeeluitvoeringsprogramma’s zijn opgenomen. Voor projecten en plannen buiten de stadsdeeluitvoeringsprogramma’s wordt de wijze waarop bewonersondersteuning kan plaatsvinden afzonderlijk bepaald.

Hoofdstuk 3 Verantwoording

Artikel 8

Voor 1 april van het kalenderjaar volgend op dat waarin een subsidie voor algemene bewonersondersteuning of bewonersondersteuning bij ruimtelijke plannen en fysieke projecten is toegekend, dienen de wijkraden bij het college van burgemeester en wethouders een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie voor algemene bewonersondersteuning of bewonersondersteuning bij ruimtelijke plannen en fysieke projecten.

Hoofdstuk 4 Conflictenregeling

Artikel 9

Als verschil van mening ontstaat over de uitvoering van deze verordening vindt overleg plaats tussen de betrokken partijen. Leidt dit overleg niet tot een oplossing dan beslissen burgemeester en wethouders nadat zij de betrokken partijen hebben gehoord. Het college van burgemeester en wethouders informeert de raad over de aldus genomen beslissing.

Hoofdstuk 5 Evaluatie

Artikel 10

Deze verordening wordt, gerekend vanaf de datum van invoering, tweejaarlijks geëvalueerd.

Toelichting op de Verordening tot subsidiëring van bewonersondersteuning via wijkraden

Deze toelichting is onlosmakelijk verbonden met de Verordening tot subsidiëring van bewonersondersteuning via wijkraden. Bij het toepassen van bewonersondersteuning geldt dus de verordening inclusief de toelichting.

Begrippen:

“wijk “: een gedeelte van de gemeente waarvan bewoners gemeenschappelijke belangen hebben ten aanzien van voorzieningen en andere zaken in dat deel van de gemeente. Op de bij deze verordening behorende kaart D1 staat de wijkindeling aangegeven die bij de toepassing van deze verordening wordt gehanteerd.

“wijkraad en daarmee vergelijkbare organisatie”: een op grond van de verordening op de wijkraden door burgemeester en wethouders erkende vertegenwoordiging van bewoners van een wijk.

“stadsdeel”: een gebied binnen de gemeentegrens dat wordt gevormd door een samenstel van wijken. Het stadsdeel is de grondslag voor indeling van de werkgebieden die door de gemeente worden gebruikt (kaart D2).

“wijkradenoverleg”: een periodiek overleg van wijkraden binnen een stadsdeel waarop onder meer wijkoverstijgende zaken aan de orde komen. Het wijkradenoverleg is een initiatief dat uit de wijkraden zelf voortkomt.

“stadsdeeluitvoeringsprogramma (STUP): jaaropgave / samenvatting van de gemeentelijke plannen / projecten waarvan de uitvoering wordt beoogd en de jaaropgave van plannen en projecten van organisaties met eigen verantwoordelijkheid die met de gemeente samenwerken

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 en 2

Voor 2008 wordt een budget beschikbaar gesteld van € 520.000,-- .Dit budget is opgebouwd uit een bedrag van € 150.000,-- voor algemene bewonersondersteuning en € 370.000,-- voor de ondersteuning bij fysieke projecten en ruimtelijke plannen. Een fysiek project is een project waardoor een ingreep in de openbare ruimte plaatsvindt. De gemeenteraad stelt dit budget jaarlijks bij de begrotingsbehandeling vast.

Hoofdstuk 2

Paragraaf 1 Algemene bewonersondersteuning

Artikel 3

Wijkraden en daarmee vergelijkbare organisaties kunnen aanspraak maken op de subsidie algemene bewonersondersteuning. Met wijkraden vergelijkbare organisaties zijn op dit moment de wijkcommissie Scheepmakersdijk en de Adviesraad voormalige Thorbeckebuurt. Deze organisaties worden voor de toepassing van de verordening met wijkraden gelijkgesteld.

Burgemeester en wethouders kunnen bij afzonderlijk besluit wijziging brengen in wie aanspraak kunnen maken op de subsidie.

De wijkraden hoeven geen subsidieaanvragen in te dienen. Subsidieaanvragen worden met de gebiedsmanager besproken en vastgesteld op de wijkraadoverleggen per stadsdeel. Uitgangspunt daarbij is dat het budget daar wordt ingezet waar dat het meest nodig is. Dat kan betekenen dat als de ene wijk in het ene jaar niets nodig heeft, het voor die wijk becijferde bedrag elders in het stadsdeel kan worden ingezet.

Na afloop van het kalenderjaar wordt de subsidie vastgesteld door het gemeentelijke subsidiebureau. Als de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden, kan de subsidie lager worden vastgesteld.

De artikelen 4:46 en volgende van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn op de vaststelling van toepassing. In deze artikelen komt onder meer aan de orde: de hoogte van de vaststelling, de reeds genoemde uitvoering van activiteiten, subsidieverplichtingen, verstrekking , onjuiste of onvolledige gegevens en de noodzakelijkheid van kosten.

Artikel 4

De subsidie voor algemene bewonersondersteuning loopt via de wijkraden. Bewonersgroepen anders dan wijkraden kunnen via de wijkraad een beroep doen op het budget. Het moet dan wel gaan om activiteiten die de wijkraad belangrijk vindt en waarvan de kwaliteit naar de mening van burgemeester en wethouders voldoende is.

Artikel 5

De gemeente wordt bij dit overleg vertegenwoordigd door de gebiedsmanager van het betreffende stadsdeel.

Paragraaf 2 Bewonersondersteuning bij fysieke projecten of ruimtelijke plannen

Artikel 6

De stadsdeeluitvoeringsprogramma’s (STUP’s) vormen de basis voor de besteding van de subsidie voor bewonersondersteuning bij fysieke projecten en ruimtelijke plannen. In de STUP’s worden de projecten en plannen genoemd die voor bewonersondersteuning in aanmerking komen en welke subsidie daarvoor beschikbaar is. De subsidie dient ook daadwerkelijk voor bewonersondersteuning te worden gebruikt. In de besluitvorming over de STUP’s staat aangegeven hoe de adviezen van wijkraden over bewonersondersteuning zijn verwerkt en tot welk resultaat dat heeft geleid.

Buiten de STUP’s kunnen ook andere beleidsonderwerpen aan de orde komen waarvoor bewonersondersteuning kan worden aangevraagd. De aanvragen worden door aan die beleidsonderwerpen verbonden gemeentelijke afdelingen afgehandeld.

Artikel 7

Ondersteuning is mogelijk bij de projecten en plannen die in de STUP’s worden genoemd en projecten en plannen die daar buiten vallen. De ‘richtlijnen fysieke projecten” (dec. 2005) dienen daarbij als uitgangspunt. Op grond van die richtlijnen is ook bewonersondersteuning mogelijk in de 0- of initiatieffase die aan een feitelijke projectopdracht vooraf kan gaan.

Burgemeester en wethouders stellen (vervolgens) een projectopdracht vast waarin staat wanneer het participatieproces en daaraan verbonden bewonersondersteuning begint.

Daarna volgt de definitiefase waarin het programma van eisen aan de orde komt. Het project is vanaf dat moment richtinggevend. Vanaf dat moment kan een beroep worden gedaan op de aan de projectopdracht gerelateerde bewonersondersteuning.

De inzet van bewonersondersteuning is gericht op het proces dat leidt tot besluitvorming in de gemeente. Na besluitvorming is alleen nog bewonersondersteuning mogelijk die is gericht op de uitvoering van het besluit . De subsidie is dan ook niet bestemd om een juridische procedure tegen de gemeente te voeren.

Hoofdstuk 3 Verantwoording

Artikel 8

Over de besteding van de verstrekte subsidie voor algemene bewonersondersteuning of bewonersondersteuning bij ruimtelijke plannen en fysieke projecten wordt per kalenderjaar rekening en verantwoording afgelegd. Daarbij neemt de gebiedsmanager het inhoudelijk aspect voor zijn rekening voor de projecten en plannen uit het STUP, de betrokken gemeentelijke afdeling voor projecten en plannen buiten het STUP. De gebiedsmanager van het betreffende stadsdeel dient de aanvraag tot vaststelling in voor bewonersondersteuning voor STUP plannen en projecten bij het subsidiebureau van de hoofdafdeling stadszaken evenals de betrokken gemeentelijke afdeling dat doet voor projecten en plannen buiten het STUP. De wijkraad legt inhoudelijk verantwoording af aan de gebiedsmanager of de betreffende gemeentelijke afdeling. De gebiedsmanager of de betreffende gemeentelijke afdeling bespreekt de aanvraag tot vaststelling met de wijkraad.

Het subsidiebureau van de afdeling stadszaken is met de vaststelling en de financiële afwikkeling belast.

De artikelen 4:44 en volgende Awb hebben betrekking op het op basis van een afrekening vast te stellen uiteindelijke subsidiebedrag.

Hoofdstuk 4 Conflictenregeling

Artikel 9

Voor zover op basis van deze verordening sprake is van een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit bezwaar worden gemaakt en beroep worden ingesteld.

In het artikel 1.3 staat nader omschreven wat onder een besluit verstaan wordt .

Hoofdstuk 5 Evaluatie

Artikel 10

Begrippenlijst behorend bij Verordening tot subsidiëring van bewonersondersteuning via wijkraden

Stadsdeel: reeds omschreven in toelichting bij de verordening.

Werkgebied: een in verband met schaalgrootte en/of probleemconcentratie binnen een stadsdeel afzonderlijk benoemd gebied.

Samenstelling stadsdelen (kaart D1)

1.

ZuidWest: werkgebieden van de wijkraden Ramplaankwartier, Oosterduin, ZuidWest, Leidsebuurt, Garenkokerskwartier, Zijlweg Oost, Zijlweg West i.o.

2.

CentrumZuid: werkgebieden van de wijkraden Bosch en Vaart, Koninginnebuurt, Zuiderhout-Vredenhof i.o., Welgelegen, Rozenprieel, Heiliglanden/Kamp, Vijfhoek/Raaks/Doelen en Binnenstad

3.

Oost: werkgebieden van de wijkraden Burgwal, Oude en Nieuwe Amsterdamsebuurt, Parkwijk-Zuiderpolder, Thorbeckekwartier+Waarderpolder en de Slachthuisbuurt.

4.

Schalkwijk: werkgebieden van de wijkraden Europawijk, Boerhaavewijk, Meerwijk en Molenwijk

5.

Noord: werkgebied van de wijkraden Kleverpark, Frans Hals, de Krim, Sterrenbuurt, Sinnevelt, Delftwijk/Waterbuurt, Vondelkwartier, Dietsveld/Vogelbuurt, Indischebuurt Noord en de werkgebieden van de voormalige wijkraden Stuyvesant Bomenbuurt, Transvaal/Patrimoniumbuurt, Indischebuurt Zuid.

Samenstelling werkgebieden binnen de stadsdelen (kaart D2)

De stadsdelen Noord en Centrum-Zuid zijn gesplitst in twee werkgebieden.

Noord 1 is het gebied boven de Jan Gijzenvaart, noord 2 is het gebied tussen de Jan Gijzenvaart en de spoorlijn.

Het werkgebied Centrum bestaat uit de werkgebieden van de wijkraden Binnenstad, Heiliglanden/Kamp en de wijkraad Vijfhoek/Raaks Doelen.

Het werkgebied Zuid bestaat uit werkgebieden van de wijkraden Bosch en Vaart, Koninginnebuurt, Zuiderhout-Vredenhof i.o., Welgelegen en Rozenprieel.

Gebiedsmanager: gemeentelijke functionaris die per stadsdeel verantwoordelijk is voor het tot uitvoering laten komen van het wijkgericht werken in al zijn facetten. Afhankelijk van de in het stadsdeeluitvoeringsprogramma opgenomen projecten gebeurt dat in samenspraak met gemeentelijke projectmanager(s) of vertegenwoordigers van andere organisaties met wie de gemeente wijkgericht samenwerkt.

Wijkradenoverleg: een periodiek overleg van wijkraden binnen een stadsdeel waar onderwerpen aan de orde komen die spelen in een of meer wijken en/of het stadsdeel.

Stadsdeeluitvoeringsprogramma: jaaropgave / samenvatting van de gemeentelijke plannen / projecten waarvan de uitvoering wordt beoogd en de jaaropgave van plannen en projecten van organisaties met eigen verantwoordelijkheid die met de gemeente samenwerken, zoals woningbouwvereniging, politie, Spaarnelanden (reiniging) en welzijnsorganisaties.

Ruimtelijke plannen: alle plannen die een ingreep tot gevolg (kunnen) hebben in de openbare ruimte. Voorbeelden: bestemmingsplannen, bouwplannen.

Fysieke projecten: uitvoering van een ruimtelijk plan.

Initiatieffase: globale verkenning van een idee op initiatief van B&W of van niet gemeentelijke partijen.

Projectopdracht: omschrijving van het globale resultaat of doel van het project en de grenzen die bij realisering van het project van toepassing zijn.

Bewonersondersteuning: alle activiteiten die

  • 1.

    er op zijn gericht de functioneringsmogelijkheden van wijkraden te vergroten (budget algemene bewonersondersteuning) en

  • 2.

    participatie (met inbegrip van de 0- of initiatieffase) en inspraak bij ruimtelijke plannen en fysieke projecten mogelijk te maken door inhuren van expertise (budget ruimtelijke plannen en fysieke projecten).