Beleidsregels rondvaart en verhuur van vaartuigen 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels rondvaart en verhuur van vaartuigen 2019

Het college van de gemeente Haarlem

Gelet op:

Verordening Haarlemse Wateren, vastgesteld op 5 juli 2013

besluit vast te stellen de Beleidsregels rondvaart en verhuur van vaartuigen 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Bedrijf: werkzaamheden en activiteiten, variërend van horeca tot botenverhuur;

  • b.

    Bedrijfsvaartuig: een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, niet zijnde een binnenschip hoofdzakelijk gebruikt als of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep of voor de uitoefening van sociaal-culturele activiteiten of andere doeleinden waarvan de aard al dan niet gebonden is aan een schip;

  • c.

    BPR: Binnenvaartpolitiereglement;

  • d.

    College: college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    Door spierkracht voortbewogen schepen: bijvoorbeeld kano’s, roeiboten, supplanken en waterfietsen;

  • f.

    Durfsporten: watersporten zoals bijvoorbeeld kitesurfen, flyboarden en jetskiën;

  • g.

    Exploitatievergunning: een exploitatievergunning voor een bedrijfsvaartuig als bedoeld in artikel 16 VHW;

  • h.

    Grootschalige rondvaart: rondvaart met een vaartuig met meer dan 12 personen. Hieronder kunnen tevens watertaxi’s en waterbussen vallen. Verhuur van gemotoriseerde vaartuigen met schipper met meer dan 12 personen vallen hier ook onder;

  • i.

    Kleinschalige rondvaart: rondvaart met een vaartuig tot en met 12 personen. Hieronder kunnen tevens watertaxi’s en waterbussen vallen. Verhuur van gemotoriseerde vaartuigen met schipper tot en met 12 personen vallen hier ook onder;

  • j.

    Ligplaatsvergunning: een ligplaatsvergunning voor een bedrijfsvaartuig als bedoeld in artikel 15 VHW;

  • k.

    Motorchartervaart: bedrijfsvaartuigen tot een lengte van 80 meter;

  • l.

    Riviercruisevaart; bedrijfsvaartuigen van 80 tot 100 meter lengte;

  • m.

    Verhuur gemotoriseerde vaartuigen zonder schipper: verhuur van bijvoorbeeld sloepen;

  • n.

    VHW: Verordening Haarlemse Wateren.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 2 Geldigheidsduur exploitatievergunning

Een exploitatievergunning voor een bedrijfsvaartuig wordt verleend voor onbepaalde tijd.

Artikel 3 Opstappen passagiers

  • 1. Passagiers van kleinschalige en grootschalige rondvaart mogen alleen opstappen vanaf de ligplaatslocatie, indien deze locatie op grond van artikel 10 VHW is aangewezen als rondvaartlocatie.

  • 2. Indien de ligplaatslocatie niet is aangewezen als rondvaartlocatie of indien een bedrijfsvaartuig geen ligplaats in Haarlem heeft, dienen passagiers op te stappen bij de openbare rondvaartsteigers.

Hoofdstuk 2 Voorwaarden, voorschriften en eisen

Artikel 4 Voorwaarden m.b.t milieu

  • 1. Alle vaartuigen van de bedrijven zoals genoemd in artikel 1 leden h, i en m, waarvoor op het moment van de inwerkingtreding van deze regeling reeds een ligplaats- en/of exploitatievergunning is verleend, dienen per 1 januari 2025 elektrisch te zijn dan wel een gelijkwaardig alternatief met zero emissie en zero geluid.

  • 2. Aan ligplaats- en/of exploitatievergunning voor vaartuigen van de bedrijven zoals genoemd in artikel 1 leden h, i en m, waarvoor op het moment van de inwerkingtreding van deze regeling nog geen ligplaats- en/of exploitatievergunning is verleend, verbindt het college de eis dat deze elektrisch dienen te zijn of gelijkwaardig alternatief met zero emissie en zero geluid.

  • 3. Het college is bevoegd op aanvragen van historische schepen, waaraan op het moment van de inwerkingtreding van deze regeling een ligplaats- en/of exploitatievergunning is verleend, vrijstelling te verlenen van het bepaalde in de leden a en b. Het college kan aan de vrijstelling voorwaarden en/of voorschriften verbinden.

Artikel 5 Voorwaarden m.b.t muziek en geluid

Het college verbindt aan de exploitatievergunning het voorschrift dat de vergunninghouder verplicht is te bewerkstelligen dat:

  • a.

    er niet met of op het vaartuig overlast of hinder voor omwonenden of voor de omgeving hinder wordt veroorzaakt, door een geluidsapparaat, of een toestel of machine of ander voorwerp in werking te hebben of te gebruiken.

  • b.

    onverminderd het eerste lid, alleen versterkte of onversterkte muziek ten gehore wordt gebracht als op iedere geluidsinstallatie aan boord een geluidsbegrenzer is aangebracht die is afgegrendeld op 76 db(A).

Artikel 6 Voorwaarden m.b.t. veiligheid

Het college verbindt aan de exploitatievergunning de volgende voorschriften:

  • a.

    schippers van kleinschalige rondvaart dienen in het bezit te zijn van Klein Vaarbewijs 1.

  • b.

    voor zowel kleinschalige als grootschalige rondvaart geldt dat voor iedere opvarende een deugdelijke zitplaats aanwezig moet zijn, alsmede voldoende, deugdelijke en goed bereikbare reddingsmiddelen.

  • c.

    voor het personeel van vaartuigen die met bemanning worden geëxploiteerd, is een instructie aan boord aanwezig waarin tenminste de relevante voorschriften van de vergunning zijn opgenomen.

  • d.

    voor de verhuur van gemotoriseerde vaartuigen zonder schipper en voor de verhuur van door spierkracht voortbewogen schepen geldt dat in de vaartuigen voorlichting over de belangrijkste vaarregels en verkeersborden aanwezig is.

Artikel 7 Voorwaarden m.b.t. welstand

Het college verbindt aan de exploitatievergunning de volgende voorschriften:

  • a.

    Vaartuigen ten behoeve van kleinschalige en grootschalige rondvaart en gemotoriseerde vaartuigen voor verhuur, hebben de vorm van een vaartuig, dat specifiek bedoeld is voor vervoer van personen. Niet toegestaan zijn niet-scheepse vormen die de suggestie wekken een ander object te zijn dan een vaartuig, zoals badkuipen, varende klompen en varende donuts.

  • b.

    Reclames van derden aan de in sub a genoemde bedrijfsvaartuigen zijn verboden.

  • c.

    Eigen reclames van de in sub a genoemde bedrijfsvaartuigen zijn toegestaan, mits zij slechts de naam, het logo en de contactgegevens bevatten.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 8 Datum inwerkingtreding

Deze beleidsregels zijn vanaf 1 januari 2019 van kracht.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels rondvaart en verhuur van vaartuigen 2019’.