Regeling vervallen per 01-01-2017

Beleidsregels toepassing Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Geldend van 01-04-2014 t/m 31-12-2016

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Gelet op artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

Overwegende dat de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude de diensten op het gebied van schuldhulpverlening inkoopt bij de afdeling Schulddienstverlening van de gemeente Haarlem;

Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregels:

Beleidsregels Schulddienstverlening

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

  • b.

    inwoner: ingezetene die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratiepersoonsgegevens bij een gemeente is ingeschreven;

  • c.

    schulddienstverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon of een zelfstandige zonder personeel niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

  • d.

    verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schulddienstverlening.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schulddienstverlening

Alle inwoners van de Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schulddienstverlening.

Artikel 3. Aanbod schulddienstverlening

  • 1. Het college verleent aan verzoeker schulddienstverlening indien het college schulddienstverlening noodzakelijk acht. De noodzaak is aanwezig als er sprake is van een situatie zoals omschreven in artikel 1 onder c van deze beleidsregels. Indien de noodzaak niet aanwezig wordt geacht door het college, kan een aanvraag worden geweigerd.

  • 2. Bij het besluiten over de schulddienstverlening neemt het college de volgende omstandigheden in betrekking:

    • a.

      zwaarte en/of omvang van de schulden;

    • b.

      hoogte en/of omvang van het inkomen;

    • c.

      psycho-sociale situatie;

    • d.

      houding en gedrag van verzoeker (motivatie);

    • e.

      een eventueel eerder gebruik van schulddienstverlening.

  • 3. Het aanbod van het college bestaat uit een schulddienstverleningstraject met één, of een combinatie, van de volgende producten:

    • a.

      schuldregeling: het college bemiddelt tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen en doet dit volgens de richtlijnen van de Gedragscode Schuldregeling NVVK;

    • b.

      budgetbeheer: het college verricht tijdens of in aanloop naar een schuldregeling activiteiten uit in het kader van het beheren van het inkomen van de rekeninghouder en het overeenkomstig het vastgestelde budgetplan verrichten van betalingen;

    • c.

      stabilisatie: in een periode van maximaal 6 maanden kan het college niet-gemotiveerde verzoekers de gelegenheid en de voorzieningen geven om hun financiële situatie stabiel te krijgen, opdat ze daarna alsnog het schuldregelingstraject in kunnen;

    • d.

      Wsnp: het college geeft een met redenen omklede verklaring (ex art. 285 Fw lid f) af dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, alsmede over welke aflossingsmogelijkheden de verzoeker beschikt;

    • e.

      preventie: Het college kan ter bevordering van een duurzame oplossing voor het financiële probleem van de verzoeker een budgetcursus ‘Omgaan met geld’ of budget coaching aanbieden. Budget coaching wordt tijdens het schulddienstverleningstraject ingezet ter afbouw van budgetbeheer en wordt daarom ook als nazorg beschouwd.

Artikel 4. Verplichtingen

  • 1.

    Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schulddienstverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schulddienstverleningstraject.

  • 2.

    Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schulddienstverleningstraject.De medewerking bestaat in ieder geval uit:

  • a.

    het nakomen van afspraken;

  • b.

    geen nieuwe schulden aangaan;

  • c.

    het, eventueel op aanwijzing van het college, maximaliseren van de beschikbareafloscapaciteit.

Artikel 5.Weigeren en beëindigen

Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate de verplichtingen uit artikel 4 nakomt, kan het college besluiten om een aanbod schulddienstverlening te weigeren dan wel te beëindigen.

Artikel 6.Weigerings- en Beëindigingsgronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels en de wettelijke mogelijkheden, kan het college besluiten tot het weigeren of beëindigen van de schulddienstverlening indien:

  • a.

    er sprake is van niet-regelbare schuldenpakket of een niet regelbare schuldenaar;

  • b.

    de totale schuldsituatie van verzoeker niet is vast te stellen;

  • c.

    de hoogte van de afloscapaciteit van verzoeker niet is vast te stellen;

  • d.

    de schuldenaar zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken voor de aflossing van schulden;

  • e.

    op grond van onjuiste gegevens schulddienstverlening aan belanghebbende is toegekend, terwijl indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • f.

    belanghebbende zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schulddienstverleningstraject, misdraagt. De ‘Huisregels bezoekers Publiekshal’ zijn hiervoor maatgevend;

  • g.

    de schuldenaar in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

  • h.

    de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar, niet (langer) passend is;

  • i.

    indien de schulddienstverlening door het college niet langer noodzakelijk wordt geacht.

Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag

  • 1.

    Indien minder dan 5 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend,

    • -

      verzoeker te kwader trouw is geweest

    • -

      een traject schuldregeling niet succesvol is geweest wegens verwijtbaar gedrag van de verzoeker;

    • -

      verzoeker zich opnieuw meldt na een WSNP traject zonder schone leikan een verzoek tot schulddienstverlening worden geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.

  • 2.

    Indien minder dan 3 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend,

    • -

      door verzoeker een traject schuldregeling succesvol is doorlopen (minnelijk en/of wettelijk)

    • -

      een traject schuldregeling niet succesvol is geweest wegens weigerende schuldeiserskan een verzoek tot schulddienstverlening worden geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.

  • 3.

    Indien minder dan 6 maanden voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend,

    • -

      een aanvraag (minnelijk) schulddienstverlening door toedoen van verzoeker niet tot een aanbod heeft geleid;

kan een aanvraag schulddienstverlening worden geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.

Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2014 en wordt aangehaald als “Beleidsregels Schulddienstverlening”.