Regeling vervallen per 01-01-2015

Beleidsregels aanpassing bijstandsnorm Participatiewet Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015.

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014

Intitulé

Beleidsregels aanpassing bijstandsnorm Participatiewet Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015

Gelet op:

-artikel 27 Participatiewet;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    commerciële huurprijs: de prijs voor de kale huur van die minimaal gelijk is aan de ondergrens zoals gehanteerd bij het vaststellen van de huurtoeslag;

  • 2.

    commerciële woonrelatie: op basis van een schriftelijke overeenkomst waarbij een commerciële prijs is overeengekomen, als verhuurder, huurder, onderverhuurder, onderhuurder, kostgever of kostganger in dezelfde woning wonen, zoals bedoeld in artikel 22a lid 4 onder b van de wet;

  • 3.

    dakloze: degene zonder adres als bedoeld in artikel 40 lid 1 van de wet;

  • 4.

    de wet: de Participatiewet;

  • 5.

    gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21 van de wet;

  • 6.

    hypotheekkosten: indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypothecaire verplichtingen, de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten, waarbij onder zakelijke lasten wordt verstaan: de rioolrechten, de onroerende zaakbelasting (eigenaarsdeel), de opstalverzekering en de waterschapslasten;

  • 7.

    kale huur: de huurprijs zonder bijkomende kosten; bijvoorbeeld gas, water, elektra, servicekosten, afvalstoffenheffing, etc.;

  • 8.

    kostendelersnorm: uitkeringsnorm als bedoeld in artikel 22a van de wet;

  • 9.

    pensioengerechtigde leeftijd: de leeftijd dat aanspraak ontstaat op de Algemene Ouderdomswet als bedoeld in artikel 1 onder m van de wet.

Artikel 2 Reikwijdte

    • 1.

      De bepalingen in deze beleidsregels gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, waarop de kostendelersnorm niet van toepassing is.

    • 2.

      De bepalingen in hoofdstuk 2 laten de toepassing van artikel 18, eerste lid van de wet onverlet.

Hoofdstuk 2 Criteria voor het verlagen van de norm

Artikel 3 Verlaging vanwege de woonsituatie

  • De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm als:

    • 1.

      Een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende een lagere kale huur- of hypotheekkosten zijn verbonden dan de commerciële huurprijs.

    • 2.

      Een zwervend bestaan wordt geleid binnen de gemeentegrenzen.

Hoofdstuk 3 Verrekening inkomsten onderverhuur

Artikel 4 Inkomsten uit commerciële verhuur

    • 1.

      Als belanghebbende een woning bewoont waarvan hij één kamer verhuurt, dan wel inkomsten verwerft van één kostganger, met tenminste de commerciële huurprijs, wordt als inkomen uit deze verhuur aangemerkt, een bedrag gelijk aan 10 procent van de gehuwdennorm.

    • 2.

      Als belanghebbende een woning bewoont waarvan hij meerdere kamers verhuurt, dan wel inkomsten verwerft van meerdere kostgangers, dan worden de werkelijke inkomsten in mindering gebracht op de uitkering.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 5 Citeertitel

  • Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als:Beleidsregels aanpassing bijstandsnorm Participatiewet Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015.

Artikel 6 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2015. Voor belanghebbenden die vallen onder het overgangsrecht op grond van artikel 78z van de participatiewet treden deze beleidsregels op uiterlijk 1 juli 2015 in werking.

Toelichting

Algemene toelichting

De invoering van de kostendelersnorm is een maatregel die per 1 januari 2015 van kracht wordt als onderdeel van de nieuwe Participatiewet. Met het invoeren van de kostendelersnorm vervalt de toeslagensystematiek uit de WWB. De bepalingen die zien op verlagingen van de bijstandsnorm wegens het hebben van lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan, zonder dat de kostendelersnorm van toepassing is, worden overgelaten aan het college (artikel 27 Participatiewet). Met deze beleidsregels wordt hierin voorzien. Deze beleidsregels zijn een voortzetting van de huidige regels zoals deze waren opgenomen in het toeslagenbeleid vanuit de WWB en beogen geen wijzigingen ten opzichten van dit beleid. De wijzigingen op grond van de kostendelersnorm zijn in artikel 22a van de wet geregeld, hierop is geen beleidsvrijheid voor gemeenten.

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Er is voor gekozen om begrippen die zijn omschreven in de Participatiewet niet afzonderlijk te definiëren in deze beleidsregels. De kostendelersnorm is per 1 januari 2015 een nieuw begrip in de Participatiewet en voor de duidelijkheid opgenomen bij de definities.

Voor de kostendelersnorm dient de gemeente vast te stellen wanneer er sprake is van een commerciële huurprijs. Dit is opgenomen bij de begripsomschrijvingen, hierbij wordt aangesloten bij de grens die wordt gehanteerd voor de huurtoeslag, deze grens is momenteel € 227,-- (ondergrens huurtoeslag 2014). Hierbij wordt uitgegaan van de kale huurprijs.

Artikel 2 Reikwijdte

Eerste lid

Hoewel de wettekst het mogelijk maakt ook categoriale verlagingen toe te passen op de norm van 18, 19 of 20 jarigen is dat in deze beleidsregels niet opgenomen. De jongerennormen zijn laag vastgesteld, vanwege de onderhoudsplicht van de ouders van de jongeren. In dergelijke gevallen zou als het ware ‘dubbel gekort’ worden als op basis van deze beleidsregels de norm verlaagd zou worden.

Vanaf de pensioengerechtigde leeftijd worden de zogenoemde ‘ouderennormen’ gehanteerd. De beleidsverantwoordelijkheid en de uitvoering hiervan ligt bij de Sociale Verzekeringsbank.

Tweede lid

Dit lid, waarin de individualiseringsbevoegdheid van het college expliciet is opgenomen, volgt uit artikel 18 eerste lid van de wet. De gemeente behoudt de verantwoordelijkheid om de bijstandsnorm afwijkend vast te stellen als de individuele omstandigheden van betrokkene daartoe aanleiding geven.

Artikel 3 Verlaging vanwege de woonsituatie

De Participatiewet biedt de mogelijkheid om de bijstandsnorm te verlagen als iemand lagere algemene noodzakelijke kosten heeft als gevolg van zijn woonsituatie (artikel 27 Participatiewet). De verlaging bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm. In onderstaande situaties wordt de bijstandsnorm voor alleenstaanden, alleenstaande ouders en de gehuwden verlaagd. Het gaat bijvoorbeeld om de volgende situaties:

  • a.

    De situatie waarin een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten is verbonden. Voorbeeld Vrouw woont in zelfstandige woning. De ex-echtgenoot betaalt (vooralsnog) de huur van de woning. Wat is de bijstandsnorm van de vrouw? De vrouw ontvangt een norm naar de hoogte van een alleenstaande. Op de bijstandsnorm van 70 % van de gehuwdennorm vindt echter een verlaging van 10 % van de gehuwdennorm plaats omdat zij lagere algemene noodzakelijke kosten heeft als gevolg van haar woonsituatie (ex-echtgenoot betaalt de huur). De vrouw ontvangt een bijstandsnorm ter hoogte van 60 % van de gehuwdennorm.

  • b.

    Van lagere bestaanskosten als gevolg van de woonsituatie kan ook sprake zijn bij bewoning van een woning waaraan geen of lage kosten zijn verbonden, bijvoorbeeld in het geval van krakers.

  • c.

    De situatie waarin een woning wordt bewoond waaraan geen kosten van huur of hypotheeklasten zijn verbonden.

  • d.

    De situatie waarin betrokkene een zwervend bestaan binnen de gemeente leidt. Zwervenden houden in de regel geen woning aan. Deze personen worden wel geconfronteerd met de kosten van het op straat leven, zoals bijvoorbeeld de kosten van overnachtingen en van het aanhouden van een briefadres.

Artikel 4 Inkomsten uit commerciële verhuur

Eerste lid: De situatie waarbij belanghebbende één kamer in zijn woning op commerciële basis verhuurt dan wel inkomsten wordt verworven van één kostganger. Er wordt gekozen voor een vast bedrag als huurkorting en niet voor het korten van de daadwerkelijke huurinkomsten om de uitvoering zo eenvoudig mogelijk te houden.

Tweede lid: Wanneer er mee dan één kamer wordt verhuurd, dan wel inkomsten worden verworven van meerdere kostgangers wordt op basis van een individuele afweging beoordeeld of er sprake is van commerciële-bedrijfsmatige verhuur. Als dit zo is zal rekening gehouden moeten worden met de inkomsten hieruit verkregen, conform artikel 33, vierde lid van de Participatiewet.

Als een kamer wordt verhuurd op niet-commerciële basis is de kostendelersnorm van toepassing.

Artikel 5 Citeertitel

Spreekt voor zich

Artikel 6 Inwerkingtreding

Spreekt voor zich.