Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs 2015

De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Haarlemmerliede en Spaarnwoude d.d. 18 november 2014;

gelet op de instemming van de besturen van Stichting de la Salle, Stichting Sint Bavo, Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid-Kennemerland en de Vereniging Protestant Christelijk onderwijs De Basis;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 140 van de Wet op het primair onderwijs alsmede op artikel 102 van de Wet op het primair onderwijs;

besluit;

vast te stellen

a. de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015 voor de duur van één jaar ingaande 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015.

b. de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs 2015.

HOOFDSTUK 1

Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

  • b.

    schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voor zover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;

  • c.

    school: school voor basisonderwijs als bedoeld in art. 1 van de Wet op het primair onderwijs;

  • d.

    voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlagen van deze verordening;

  • e.

    aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;

  • f.

    indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlagen van deze verordening, waarop een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • g.

    toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • h.

    tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

  • i.

    subsidieplafond: bedrag, zoals bedoeld in art. 4:22 van de wet, dat beschikbaar is voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • j.

    feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

  • k.

    subsidievaststelling: een beschikking zoals bedoeld in art. 4:42 van de wet;

  • l.

    subsidieverlening: een beschikking zoals bedoeld in artikel 4:29 van de wet;

  • m.

    nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht.

  • n.

    Wet: de Algemene wet bestuursrecht

Artikel 2 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1. De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Het college bepaalt hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2. Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag uiterlijk 6 weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3 Jaarlijks overzicht

Jaarlijks voor 1 juli zendt het college aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.

HOOFDSTUK 2

PROCEDURES

Paragraaf 2.1. Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 4 Toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk 6 weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.

Artikel 5 Indiening aanvraag

  • 1. Indien de aanvraag niet voor de van toepassing zijnde datum van indiening is ingediend, kan het college besluiten het verzoek niet te behandelen

  • 2. De aanvraag vermeldt:

    • a.

      naam en adres van het schoolbestuur;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de gewenste voorziening;

    • d.

      de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;

    • e.

      een onderbouwing van de noodzaak en de omvang van de gewenste voorziening.

  • 3. Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen zes weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, kan het college beslissen de aanvraag niet in behandeling te nemen.

Artikel 6 Beslissingstermijn

  • 1. Het college besluit binnen 12 weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Het college kan de termijn van 12 weken met 4 weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk 2 weken voor het einde van de termijn van 12 weken hiervan door het college schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geeft het college de reden voor de verlenging aan.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Het college weigert de voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van deze verordening;

  • b.

    niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;

  • c.

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2. Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening intrekking of wijziging; verbod vervreemding

Artikel 8 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling

  • 1. De beschikking bevat:

    • a.

      het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;

    • b.

      de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

    • c.

      het bedrag van de subsidie of indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag niet vermeldt, het bedrag waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld;

    • d.

      Voor zover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan het college.

  • 2. De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 9 Uitvoering beschikking tot subsidieverlening

  • 1. Na een beschikking tot subsidieverlening dient het schoolbestuur uiterlijk 8 weken na afloop van het tijdvak waarvoor de voorziening is toegekend een aanvraag tot subsidievaststelling in. Het college stelt de subsidie ambtshalve vast indien de aanvraag achterwege blijft.

  • 2. Bij de aanvraag toont het schoolbestuur aan dat de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen als genoemd in artikel 12 zijn nagekomen.

  • 3. Indien het schoolbestuur naar het oordeel van het college niet of niet voldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij aan op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen 3 weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stelt het college de subsidie ambtshalve vast.

Artikel 10 Subsidievaststelling volgend op verlening

Het college beslist binnen 8 weken na de indiening van de aanvraag als bedoeld in artikel 12a of binnen 8 weken na de verstrekking van de aanvullende informatie. Binnen 2 weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 11 Intrekken of wijzigen beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling of subsidievaststelling

Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikkingen dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4:2 van de wet van toepassing.

Artikel 12 Intrekken of wijzigen beschikking tot subsidieverlening

  • 1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kan het college een beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen, indien:

    • a.

      het schoolbestuur niet voldoet aan de in de beschikking gestelde verplichtingen;

    • b.

      de beschikking onjuist was en het schoolbestuur dit wist of behoorde te weten;

    • c.

      de voorziening niet of niet geheel heeft plaatsgevonden, of zal plaatsvinden;

    • d.

      het schoolbestuur onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking zou hebben geleid;

  • 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 13 Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het desbetreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

HOOFDSTUK 3

Slotbepalingen

Artikel 14 Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 15 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 16 Citeertitel; inwerkingtreding

De verordening kan worden aangehaald als: Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015.

De verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2014.

Bijlage ‘Voorzieningen lokalen bewegingsonderwijs’

I Criteria schoolbestuur dat in aanmerking komt voor een voorziening

Het bevoegd gezag van een school of nevenvestiging voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs.

II Aanduiding van de voorziening

Onderscheid wordt gemaakt in de voorziening:

a.aanpassing, bestaande uit:

1°. het maken van voldoende wasgelegenheid waar dit bij het lokaal bewegingsonderwijs ontbreekt en dit belemmerend werkt op het effectief gebruik, dan wel op de mogelijkheden tot medegebruik, van het lokaal bewegingsonderwijs;

2°. wijzigingen bij ingebruikneming van een gebouw als het gebouw anders niet geschikt is voor het primair onderwijs omdat:

  • A.

    de netto vloeroppervlakte van een lokaal bewegingsonderwijs niet minstens 252 vierkante meter netto is en de hoogte niet minstens 5 meter bedraagt, en

  • B.

    het lokaal bewegingsonderwijs niet voorzien is van minstens twee kleedruimten met een was- of douchegelegenheid;

3°. voorzieningen voor eisen voortkomend uit wet- en regelgeving;

4°. vervangen van oliegestookte verwarmingsinstallaties;

b.onderhoud,bestaande uit:

1°. vervangen dakbedekking, hemelwaterafvoer, dakrand, daklichten;

2°. vervangen buitenberging of dak buitenberging;

3°. vervangen rijwielstalling of rijwielstaanders;

4°. vervangen brandtrap;

5° vervangen erfscheiding;

6°. Vervangen of herstellen riolering of bestrating schoolplein;

7°. vervangen binnenkozijnen en -deuren, inclusief hang- en sluitwerk;

8°. vervangen buitenkozijnen en -deuren, inclusief hang- en sluitwerk;

9°. vervangen radiatoren, convectoren of leidingen voor centrale verwarming;

10°. vervangen dakpannen, inclusief houtwerk, dakrand en goten;

11°. vervangen boeiboorden.

III Criteria voor het toekennen van een voorziening

1. De noodzaak:

  • a.

    tot het maken van voldoende wasgelegenheid is aanwezig als er bij het lokaal bewegingsonderwijs geen twee wasgelegenheden zijn;

  • b.

    tot het maken van voldoende kleedgelegenheid is aanwezig als blijkt dat er geen twee kleedruimten zijn;

  • c.

    van een wijziging blijkt, uit het feit dat bij ingebruikneming van een schoolgebouw het desbetreffende gebouw niet voldoet aan de inrichtingseisen voor lokalen bewegingsonderwijs voor het basisonderwijs en het geschikt maken van het gebouw met redelijke kosten, zulks ter beoordeling van het college, te verwezenlijken is;

  • d.

    van een voorziening is aanwezig als wordt vastgesteld dat het gebouw niet voldoet aan de geldende wet- en regelgeving, terwijl het onontkoombaar is dat dit verschil op korte termijn moet worden opgeheven;

  • e.

    blijkt uit het feit dat de oliegestookte verwarmingsinstallatie in een zo slechte conditie verkeert dat vervanging daarvan noodzakelijk is;

  • f.

    van onderhoud blijkt uit het feit dat het gevraagde gebouwelement of een gedeelte daarvan:

    1°. ten minste in een matige conditie verkeert volgens de bouwkundige opname op grond van NEN 2767, en

    2°. regulier onderhoud door het bevoegd gezag niet langer volstaat.

2.Bovenstaande voorzieningen komen voor bekostiging in aanmerking als op basis van een prognose, die voldoet aan de in bijlage II van Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Haarlemmermeer gestelde vereisten, het gebouw nog ten minste vier jaar voor het bewegingsonderwijs noodzakelijk is, tenzij er een andere, goedkopere, voorziening mogelijk is. Dit ter beoordeling van het college.

IV Datum indienen aanvraag

De aanvraag voor het bekostigen van de voorziening moet uiterlijk 1 februari voorafgaande het jaar van bekostiging bij het college worden ingediend. Bij de aanvraag moet worden overlegd:

  • a.

    een leerlingenprognose, en

  • b.

    een rapportage waaruit de noodzaak blijkt van de voorzieningen, of

  • c.

    een bouwkundige rapportage die voldoet aan NEN 2767 en aantoont dat het gevraagde onderhoud noodzakelijk is, en

  • d.

    een offerte van de kosten.

V Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

De voorziening wordt toegekend voor het jaar volgend op het jaar waarop de aanvraag is ingediend. Is het niet mogelijk om de voorziening in het toegekende jaar te realiseren dat moet het bevoegd gezag voor 1 september van het toegekende jaar van uitvoering bij het college een gemotiveerd verzoek indienen om uitstel van de uitvoering van de voorziening. Het college beslist voor 15 september daaropvolgend.

VI Wijze waarop de voorziening wordt toegekend

  • 1.

    De voorziening wordt voorlopig toegekend op basis van de door het bevoegd gezag bij de ingediende aanvraag overlegde offerte of een gedetailleerde kostenberekening .

  • 2.

    De hoogte van de definitieve vergoeding van de toegekende voorziening wordt bepaald op basis van de economisch meest voordelige aanbieding. De gemeentelijke aanbestedingsrichtlijnen dienen hierbij in acht genomen te worden.

  • 3.

    de vaststelling van de vergoeding vindt plaatsop basis van facturen die bij de verantwoording door het bevoegd gezag worden aangeleverd.

VII Subsidieplafond

Voor deze voorziening wordt geen subsidieplafond gehanteerd.

Bijlage ‘Voorziening vakleerkracht bewegingsonderwijs’

I Aanduiding van de voorziening

Aan schoolbesturen kan een tegemoetkoming worden verleend in de kosten van door vakdocenten te verzorgen lessen bewegingsonderwijs aan de groepen 3 tot en met 8 van de in de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude aanwezige basisscholen.

II Indieningdatum

Uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

III Tijdvak waarvoor de voorziening wordt goedgekeurd

Een schooljaar.

IV Criteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening

Onder vakleerkracht bewegingsonderwijs wordt verstaan: een tot het geven van bewegingsonderwijs bevoegde persoon, niet zijnde groepsleerkracht of directeur van de betreffende school.

Een schriftelijke verklaring van het schoolbestuur, waaruit blijkt dat de tegemoetkoming van de gemeente volledig zal worden gebruikt voor de aanstelling van een (of meer) vakdocent(en) gymnastiek op de onder het bestuur vallende school of scholen.

V Wijze van toekenning en de daarbij behorende berekeningswijze

  • a.

    De bijdrage bestaat uit een bedrag per bij de school ingeschreven leerling van de groepen 3 tot en met 8.

  • b.

    Het bedrag per leerling bedraagt € 22,00.

  • c.

    Wat betreft het aantal leerlingen wordt uitgegaan van de teldatum 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • d.

    De vergoeding wordt per schoolbestuur uitgekeerd.

  • e.

    Een schoolbestuur dat meerdere scholen onder zich heeft mag zelf bepalen ten behoeve van welke school/scholen de bijdrage van de gemeente wordt ingezet. Deze scholen dienen wel gelegen te zijn in de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude.

VI Subsidieplafond

Voor deze faciliteit geldt geen subsidieplafond.

VII Financiële verantwoording

Een document waaruit blijkt dat de tegemoetkoming van de gemeente volledig is gebruikt voor de aanstelling van een (of meer) vakdocent(en) bewegingsonderwijs op de onder het bestuur vallende school of scholen;

Bijlage ‘Voorziening kennisvermeerdering’

I Aanduiding van de voorziening

Aan schoolbesturen kan een financiële tegemoetkoming worden toegekend om leerkrachten van in de gemeente Haarlemmerliede en Spaarrnwoude aanwezige basisscholen in staat te stellen via een gerichte opleiding/cursus/workshop hun vakkennis te vermeerderen of te verdiepen.

II Indieningdatum

Uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

III Tijdvak waarvoor de voorziening wordt goedgekeurd

Een schooljaar.

IV Criteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening

De opleiding/cursus/workshop wordt verzorgd door een in het onderwijsveld erkende instelling.

V Wijze van toekenning en de daarbij behorende berekeningswijze

  • f.

    De bijdrage bestaat uit een bedrag per bij de school ingeschreven leerling van de groepen 1 tot en met 8.

  • g.

    Het bedrag per leerling bedraagt € 10,00.

  • h.

    Wat betreft het aantal leerlingen wordt uitgegaan van de teldatum 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • i.

    De vergoeding wordt per schoolbestuur uitgekeerd.

VI Subsidieplafond

Voor deze faciliteit geldt geen subsidieplafond.

VII Financiële verantwoording

Een document, bijv. de jaarrekening, waaruit blijkt aan welke opleiding/cursus/workshop de tegemoetkoming van de gemeente volledig is besteed, vergezeld van een document waaruit blijkt dat een leerkracht heeft deelgenomen.