Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders

Geldend van 16-12-2006 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 16-11-2006

Intitulé

Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders

De raad van de gemeente Haarlemmermeer;

besluit:

vast te stellen:

Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders

Hoofdstuk 1. Definities

Artikel 1: begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de minister : de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    commissieleden : leden van een (raads- of bestuurs)commissie ex artikel 82 en 83 van de Gemeentewet die niet tevens raadslid zijn, of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissielid is benoemd

  • c.

    college : college van Burgemeester en Wethouders

  • d.

    dienstreizen : reizen ten behoeve van de gemeente;

  • e.

    verblijfskosten : werkelijk gemaakte kosten van verblijf tijdens dienstreizen;

  • f.

    dienstuitgaven : uitgaven ten behoeve van de gemeente.

Hoofdstuk 2. Raadsleden

Artikel 2

Raadsleden ontvangen geen andere geldelijke voorzieningen dan genoemd in deze verordening en in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 3: Vergoeding voor werkzaamheden

  • 1. Raadsleden ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden.

  • 2. Deze bedraagt 100% van de jaarlijks vast te stellen maximumvergoeding voor een gemeente in klasse 15 zoals vastgelegd in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 3. De vergoeding wordt maandelijks via de salarisadministratie uitbetaald per bank of giro.

Artikel 3a: Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

Op aanvraag verlaagt het college de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3 in het geval een raadslid een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 4: Tegemoetkoming in onkosten

  • 1. Raadsleden ontvangen een tegemoetkoming in hun onkosten.

  • 2. Deze bedraagt 100% van het jaarlijks door de minister vast te stellen bedrag voor een gemeente in klasse 15.

  • 3. De vergoeding wordt maandelijks via de salarisadministratie uitbetaald per bank of giro.

Artikel 5: Uitkering bij aftreden

  • 1. Een raadslid ontvangt met ingang van de dag van aftreden een uitkering waarvan de hoogte en duur afhankelijk is van de duur van het raadslidmaatschap.

  • 2. Geen recht bestaat op een uitkering indien:

    • a.

      de periode van raadslidmaatschap korter is dan twee maanden;

    • b.

      het raadslid op de dag van beëindiging van zijn raadslidmaatschap 65 jaar of ouder is;

    • c.

      het raadslid van zijn lidmaatschap vervallen is verklaard op grond van artikel X8 van de Kieswet en/of artikel 15 eerste lid Gemeentewet.

  • 3. De duur van de uitkering is gerelateerd aan het raadslidmaatschap en wel als volgt:

    duur lidmaatschapduur uitkering

    < 2 maanden geen uitkering

    2 t/m 6 maanden 1 maand

    7 t/m 12 maanden 2 maanden

    13 t/m 24 maanden 4 maanden

    > 24 maanden 6 maanden

  • 4. De uitkering bedraagt 70% van de bruto raadsvergoeding per maand exclusief onkostenvergoeding.

Artikel 6: Pensioen

  • 1. Raadsleden worden na hun installatie aangemeld als deelnemer in de collectieve pensioenvoorziening voor raadsleden.

  • 2. De gemeenteraad bepaalt jaarlijks via de begroting de hoogte van de premie voor dat jaar.

Artikel 7: Politieke molestverzekering

Raadsleden zijn voor de duur van hun raadslidmaatschap verzekerd voor een politiek molestrisico.

Hoofdstuk 3. Commissieleden

Artikel 8

Commissieleden ontvangen geen andere geldelijke voorzieningen dan genoemd in deze verordening en in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 9: Presentiegeld

  • 1. Commissieleden ontvangen per vergadering presentiegeld.

  • 2. Dit presentiegeld is gelijk aan het jaarlijks door de minister vast te stellen presentiegeld in gemeenten in klasse 5, zoals vastgelegd in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 3. Ten teken van hun aanwezigheid ondertekenen zij de presentielijst.

  • 4. Presentiegelden worden per kwartaal uitbetaald per bank of giro.

Artikel 10: Afwijking

De gemeenteraad kan hogere presentiegelden dan die genoemd in artikel 9 toekennen aan commissieleden

  • a.

    die op grond van hun bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelneming aan haar werkzaamheden zijn aangetrokken en

  • b.

    ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van de taak en omvang van de te verrichten arbeid.

Artikel 11: Vergoeding voorzitter en leden adviescommissie bezwaarschriften

De vergoeding aan de voorzitter en leden van de commissie als bedoeld in artikel 2 van de Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Haarlemmermeer wordt, op basis van artikel 10, door het college vastgesteld.

Artikel 12: Reis- en verblijfkosten

  • 1. Commissieleden kunnen bij binnenlandse dienstreizen een reis- en verblijfkostenvergoeding aanvragen op een daarvoor bestemd formulier.

  • 2. Het college beoordeelt of er sprake is van een dienstreis en stelt de vergoeding vast aan de hand van het Reisbesluit binnenland.

  • 3. De vergoeding wordt binnen een maand na het indienen van een declaratieformulier uitbetaald.

Hoofdstuk 4: Wethouders

Artikel 13

Wethouders ontvangen geen andere kostenvergoeding dan genoemd in deze verordening en in het Rechtspositiebesluit wethouders.

Artikel 14: Vergoeding voor werkzaamheden

  • 1. Wethouders ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden verbonden aan de ambtsuitoefening.

  • 2. Deze bedraagt 100% van het jaarlijks door de minister vast te stellen bedrag voor een gemeente in klasse 9 zoals vastgelegd in het Rechtspositiebesluit wethouders.

  • 3. De vergoeding wordt maandelijks via de salarisadministratie uitbetaald per bank of giro.

Artikel 15: Tegemoetkoming in onkosten

  • 1. Wethouders ontvangen een tegemoetkoming in hun onkosten.

  • 2. Deze bedraagt 100% van het jaarlijks door de minister vast te stellen bedrag voor een gemeente in klasse 9 zoals vastgelegd in het rechtspositiebesluit wethouders.

  • 3. De vergoeding wordt maandelijks via de salarisadministratie uitbetaald per bank of giro.

Artikel 16: Reiskosten woon-werkverkeer

  • 1. Wethouders ontvangen voor reizen tussen hun woning en werkplaats een tegemoetkoming in de kosten wanneer de afstand meer dan 10 kilometer is.

  • 2. De tegemoetkoming is niet hoger dan de bedragen die bij of krachtens artikel 12 van het Verplaatsingskostenbesluit 1989 zijn vastgesteld.

Artikel 17: Reis- en verblijfkosten binnenland

  • 1. Wethouders kunnen bij binnenlandse dienstreizen achteraf een reis- en verblijfkostenvergoeding aanvragen op een daarvoor bestemd formulier.

  • 2. Het college beoordeelt of er sprake is van een dienstreis en stelt de vergoeding vast aan de hand van het Reisbesluit binnenland.

  • 3. De vergoeding wordt binnen een maand na het indienen van het declaratieformulier uitbetaald.

Artikel 18: Reis- en verblijfkosten buitenland

  • 1. Wethouders kunnen bij buitenlandse dienstreizen vooraf een reis- en verblijfskostenvergoeding aanvragen.

  • 2. Het college stelt de vergoeding voorlopig vast aan de hand van een begroting. Zonodig worden voorschotten gegeven.

  • 3. De wethouder meldt het voornemen tot de buitenlandse reis en de begrote kosten aan de raad.

  • 4. De afrekening wordt binnen twee weken na terugkomst bij het college ingediend. De vergoeding wordt binnen een maand na het indienen van de afrekening uitbetaald.

  • 5. De uitgaven worden politiek verantwoord in de PCC-rapportages aan de gemeenteraad over het gevoerde beleid en beheer.

Hoofdstuk 5. Dienstuitgaven

Artikel 19

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen dienstuitgaven die disproportioneel zijn ten opzichte van hun algemene kostenvergoeding ten laste van de gemeente brengen.

  • 2. Het college dient deze uitgaven goed te keuren.

  • 3. De uitgaven worden periodiek verantwoord in de PCC-rapportages aan de gemeenteraad over het gevoerde beleid en beheer.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 20: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag van bekendmaking ervan en werkt terug tot en met 1 januari 2006.

Artikel 21: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden en wethouders’.