Regeling vervallen per 01-01-2015

Archiefverordening Gemeente Haarlemmermeer

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2014

Intitulé

Archiefverordening Gemeente Haarlemmermeer

De gemeenteraad van Haarlemmermeergelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2008, nummer 08/110781overwegende dat het gewenst is regels te stellen voor de zorg van burgemeester en wethouders voor de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen en het toezicht op het beheer van de

archiefbescheiden, voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 30 eerste lid en 31, 32, tweede lid van deArchiefwet 1995

Besluit vast te stellen de volgende:

Archiefverordening gemeente Haarlemmermeer

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel l

In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Archiefwet 1995;

  • b.

    gemeentelijke organen: de overheidsorganen, bedoeld in artikel 1, onder b, van de wet, voor zover behorende tot de gemeente;

  • c.

    de archiefbewaarplaats: de overeenkomstig artikel 31 van de wet aangewezen archiefbewaarplaats;

  • d.

    de archivaris: de overeenkomstig artikel 32 van de wet benoemde

    gemeentearchivaris;

  • e.

    beheerder: degene die ingevolge artikel 3 is belast met het beheer van dearchiefbescheiden van de gemeentelijke organen die niet zijn

    overgebracht naar een archiefbewaarplaats;

  • f.

    beheerseenheid: een door burgemeester en wethouders als zodanig aan te wijzen organisatie-onderdeel;

  • g.

    informatiesysteem: systeem van documentatie, procedures, apparatuur enprogrammatuur, met behulp waarvan archiefbescheiden kunnen worden vervaardigd, bewerkt, verzonden, ontvangen en geraadpleegd.

Hoofdstuk ll. De zorg van burgemeester en wethouders voor de archiefbescheiden

Artikel 2

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het inrichten en instandhouden van eenarchiefbewaarplaats als bedoeld in artikel 31 van de wet, alsmede voldoende en doelmatigearchiefruimten.

Artikel 3

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het aanwijzen van de beheerder.

Artikel 4

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de aanstelling van voldoende, deskundig personeelvoor de werkzaamheden verbonden aan het beheer van alle gemeentelijke archiefbescheiden endocumentaire verzamelingen, ongeacht hun vorm.

Artikel 5

  • 1. Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor, dat de vervaardiging en de bewaring van de archiefbescheiden geschiedt op zodanige wijze, dat het behoud van deze bescheiden voldoende is gewaarborgd.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de vervaardiging van bescheiden bestemd voor een overheidsorgaan of andere belanghebbende, van welke bescheiden redelijkerwijze kan worden aangenomen dat zij voor dezen als archiefbescheiden voor blijvende bewaring in aanmerking komen.

Artikel 6

Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor, dat jaarlijks op de gemeentebegroting voldoendemiddelen worden geraamd voor de kosten die aan de zorg voor de archiefbescheiden zijn verbonden.

Artikel 7

Burgemeester en wethouders stellen voor het beheer van de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen die niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats voorschriften vast.

Artikel 8

Burgemeester en wethouders doen tenminste éénmaal per twee jaar aan de raad verslag omtrenthetgeen zij hebben verricht ter uitvoering van artikel 30 van de wet. Zij leggen daarbij over deverslagen die door de archivaris aan hen zijn uitgebracht in verband met het beheer van de

archiefbewaarplaats en het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

Hoofdstuk III Toezicht van de archivaris op het beheer van de archiefbescheiden welke nietzijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats

Artikel 9

De archivaris ziet erop toe, dat het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht,geschiedt overeenkomstig de bepalingen van de wet en de ter uitvoering daarvan gegevenvoorschriften.

Artikel 10

De archivaris is bevoegd, ter uitoefening van het hem bij artikel 32, tweede lid, van de wet opgedragentoezicht, medewerkers aan te wijzen die hem onder handhaving van zijn verantwoordelijkheidvervangen, en die in het bezit zijn van een diploma archivistiek als bedoeld in artikel 22 van de wet.

Artikel 11

  • 1. De beheerder verstrekt aan de archivaris of aan degene die namens hem met het toezicht is belast, alle bescheiden en inlichtingen die voor een goede vervulling van zijn taak noodzakelijk zijn en verlenen de nodige medewerking om inzicht te verschaffen in de ordening en toegankelijkheid van de archiefbescheiden alsmede in de opzet en werking van hulpmiddelen en systemen waarin archiefbescheiden zijn opgenomen.

  • 2. De archivaris en degenen die hem in de uitoefening van het toezicht vervangen of bijstaan, hebben met inachtneming van de voorschriften ten aanzien van de beveiliging van geheimen, toegang tot de archiefbescheiden en de ruimten waarin deze zich bevinden.

Artikel 12

De archivaris doet van zijn bevindingen bij de uitoefening van het toezicht mededeling aan debeheerders, alsmede, indien hij hiertoe aanleiding vindt, aan burgemeester en wethouders. Hij geeftdaarbij aan welke voorzieningen naar zijn mening in het belang van een goed beheer moeten worden getroffen.

Artikel 13

  • 1. 1.De beheerder doet aan de archivaris tenminste tijdig mededeling van het voornemen om aanburgemeester en wethouders een voorstel te doen tot:

    • a.

      opheffing, samenvoeging of splitsing van een beheerseenheid of overdracht van één of meer taken aan een andere beheerseenheid, overheidsorgaan of rechtspersoon;

    • b.

      bouw, verbouwing, inrichting, of verandering van inrichting en ingebruikneming van ruimten als archiefruimte;

    • c.

      verandering van de plaats van bewaring van niet naar de archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden;

    • d.

      ontwerp, vervanging, aanschaf of invoering van een informatiesysteem;

    • e.

      voorbereiding, invoering en wijziging van ordeningssystemen.

  • 2. De beheerder doet aan de provinciaal archiefinspecteur tenminste tijdig mededeling van hetvoornemen om aan burgemeester en wethouders een voorstel te doen tot:

    a.bouw, verbouw, inrichting of verandering van inrichting en ingebruikneming van ruimten alsarchiefruimte;

    b.verandering van de plaats van bewaring van niet naar de archiefbewaarplaats overgebrachtearchiefbescheiden.

Artikel 14

De archivaris doet eenmaal per twee jaar verslag aan burgemeester en wethouders betreffende deuitoefening van het toezicht.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 15

De Archiefverordening Gemeente Haarlemmermeer 2003 wordt ingetrokken.

Artikel 16

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009, na publicatie van de verordening.

Artikel 17

Deze verordening wordt aangehaald als Archiefverordening van de gemeente Haarlemmermeer.

Nota-toelichting

Archiefverordening Haarlemmermeer 2008

Memorie van toelichting

Deze archiefverordening sluit aan bij de Archiefwet 1995 (Stb. 276 en 277) en het Archiefbesluit 1995 (Stb. 671), en dient door de gemeenteraad te worden vastgesteld op grond van de in de aanhef genoemde artikelen in de Archiefwet 1995.

Zij bestaat in hoofdzaak uit twee gedeelten, namelijk de regeling voor de zorg, die het college van burgemeester en wethouders draagt voor de archieven van de gemeentelijke organen en het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden, die niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

Deze verordening is, evenals wet en besluit, niet alleen van toepassing op klassieke, papieren archiefbescheiden, maar ook op moderne, digitale informatiedragers.

Hoofdstuk II bevat een uitwerking van het begrip "zorg", dat in de Archiefwet 1995 niet wordt gedefinieerd. Wat voldoende en doelmatige archiefruimten zijn (art. 3), is geregeld in het Archiefbesluit 1995.

Hoofdstuk III is een uitwerking van het toezicht bedoeld in art. 32, tweede lid van de wet.

Deze verordening is aangepast aan de dualisering van de medebewindbevoegdheden met ingang van 8 maart 2006. Vanaf die datum is niet langer de gemeenteraad bevoegd om de archivaris te

benoemen en de archiefbewaarplaats aan te wijzen. Deze bevoegdheden komen dan te berusten bij het College van Burgemeester en Wethouders. Dit heeft onder andere tot gevolg dat het hoofdstuk over de archiefbewaarplaats is overgeheveld naar het Besluit Informatiebeheer.

Verder worden sinds de dualisering van het gemeentebestuur in 2002, gemeentelijke verordeningen ondertekend door de burgemeester en de griffier. Dat is ook in deze versie aangepast.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Begripsbepalingen zijn alleen uit de wet overgenomen als daaraan in deze verordening een meer

specifieke betekenis moest worden toegekend.

Artikel 2

De ministeriële Regeling bouw en inrichting archiefruimten en archiefbewaarplaatsen (Nederlandse

Staatscourant nr. 180 d.d. 18 september 2001, verbeterd in nr. 209 d.d. 29 oktober 2001) stelt op

grond van artikel 13, vierde lid, van het Archiefbesluit 1995 vast, aan welke bouwkundige en

inrichtingseisen de archiefbewaarplaats en de archiefruimten moeten voldoen.

Artikel 3

De aanwijzing van de beheerders is opgenomen in de op grond van Artikel 7 te stellen voorschriften:

het Besluit Informatiebeheer.

Artikel 5

De ministeriële Regeling duurzaamheid archiefbescheiden (Nederlandse Staatscourant nr. 180 d.d. 18 september 2001) stelt op grond van artikel 11 tweede lid van het Archiefbesluit 1995 nadere regels omtrent de kwaliteit van en de procedures rond het materiële behoud van de daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden. Artikel 11 van het Archiefbesluit 1995 kent de in dit artikel bedoelde verplichting slechts ten behoeve van de interne stukken. Uit overwegingen van behoorlijk bestuur en ter besparing van conserveringskosten voor de overheid als geheel achten wij dit onjuist. Daarom is in het tweede lid bepaald, dat ook de te verzenden stukken aan de genoemde Regeling dienen te voldoen. De gemeente heeft als ontvanger van door andere overheden opgemaakte stukken daarvan zelf ook profijt.

Artikel 7

De bedoelde voorschriften zijn opgenomen in het Besluit Informatiebeheer.

Artikel 8

Binnen één zittingsperiode verneemt de gemeenteraad aldus tenminste twee maal wat er op het

gebied van de archiefzorg, het archiefbeheer en het toezicht daarop heeft plaatsgevonden.

Artikel l1

De ontwikkelingen op het gebied van de moderne informatietechnologie hebben in de wet geleid tot

een gewijzigde definitie van de term "archiefbescheiden". De wetgever heeft - binnen de formele

betekenis van het begrip archiefbescheiden - bedoeld onder deze term alle op enigerlei wijze

vastgelegde informatie te begrijpen inclusief die welke slechts via informatietechnologie opgevraagd

kan worden.

Ondanks de ruimere betekenis van "archiefbescheiden" kan de materie veelal met de traditionele

bepalingen worden geregeld, zij het dat sommige begrippen een andere, ruimere inhoud hebben

gekregen. Dat heeft onder andere gevolgen voor een term als "beheer". Zo zal het voor het toezicht

op het beheer van machine leesbare gegevensbestanden niet meer voldoende zijn dat toegang tot de

ruimte is verzekerd. De formulering betreffende de noodzakelijke medewerking is ontleend aan de

artikelen 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en 5:20 van de Algemene wet

bestuursrecht.

Artikel 13

Slechts die aspecten van de uitoefening van het archiefbeheer zijn hier vermeld, die bij constatering

achteraf tot onevenredig hoge kosten zouden kunnen leiden, of die ernstige schade voor het behoud

dan wel de openbaarheid van de archiefbescheiden en de rechtszekerheid van de burger tot gevolg

zouden hebben.