Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Haarlemmermeer houdende regels omtrent de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Hoofddorp-Noord (Verordening Bedrijveninvesteringszone Hoofddorp Noord 2020)

Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Haarlemmermeer houdende regels omtrent de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Hoofddorp-Noord (Verordening Bedrijveninvesteringszone Hoofddorp Noord 2020)

De raad van de gemeente Haarlemmermeer;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van d.d. 1 oktober 2019, nummer 2019.0056379.

gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

gelet op de tussen de gemeente Haarlemmermeer en Stichting BIZ Hoofddorp-Noord gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 1 oktober 2019.

overwegende dat er een wens is bij de Stichting BIZ en de gemeente om het bedrijventerrein Hoofddorp-Noord in Hoofddorp een structurele kwaliteitsimpuls te geven en het bedrijventerrein voor ondernemers van Hoofddorp-Noord aantrekkelijker te maken;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone Hoofddorp-Noord 2020 (hierna te noemen “Verordening Bedrijveninvesteringszone Hoofddorp-Noord 2020”).

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    BI-zone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart;

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer;

  • c.

    perceptiekosten: kosten die benodigd zijn voor de heffing en invordering van de BIZ-bijdragen.

  • d.

    reglement draagvlakmeting: verzameling van regels die dienen ter uitvoering van de in artikel 4 van de wet genoemde meting waaruit moet blijken of er bij bijdrageplichtigen sprake is van voldoende draagvlak voor inwerkingtreding van de onderhavige verordening;

  • e.

    Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Haarlemmermeer en de Stichting BIZ Hoofddorp-Noord gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 1 oktober 2019.

  • f.

    de wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

Artikel 2 Aanwijzing BI-Zone

Als BI-Zone wordt aangewezen het gebied waarin bedrijven zijn gelegen die hun adres hebben in de volgende straten in Hoofddorp:

  • -

    Graftermeerstraat

  • -

    Noordmeerstraat

  • -

    Starnmeerstraat

  • -

    Bijlmermeerstraat

  • -

    Wijkermeerstraat

  • -

    Daalmeerstraat

  • -

    Debbemeerstraat

  • -

    Broekermeerstraat 116 t/m 138

  • -

    J.C. Beetslaan 51 t/m 171

  • -

    Hoofdweg 581 t/m 583

Het aangewezen gebied is tevens aangegeven op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart.

Artikel 3 Draagvlakmetingreglement

Het college stelt een reglement draagvlakmeting vast.

HOOFDSTUK II BELASTINGBEPALINGEN

Artikel 4 Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2. De BIZ-bijdragen wordt geheven ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

Artikel 5 Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet Waardering onroerende zaken.

Artikel 6 Belastingplicht

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van:

    de gebruiker, zijnde de degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld.

  • 3. Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar. Als eigenaar wordt aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 7 Maatstaf van heffing

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het kalenderjaar 2020.

  • 2. Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 9, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 8 Vrijstellingen

  • 1. In afwijking van artikel 7 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:

    • a.

      onroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs;

    • b.

      straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

    • c.

      plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

    • d.

      begraafplaatsen en urnentuinen, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning.

  • 2. In afwijking van artikel 7 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de BIZ-bijdrage van de gebruiker buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van het belastingobject die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 9 Tarief BIZ-bijdrage

  • 1. De tarieven voor de BIZ-bijdrage zijn voor de belastingjaren 2020 tot en met 2024 als volgt vastgesteld:

    WOZ-waarde

    Aantal objecten

    Bijdrage per jaar (€)

    A: < 100.000

    -

    0

    B: 100.000-200.000

    97

    200

    C: 200.000-400.000

    68

    400

    D: 400.000-800.000

    38

    650

    E: 800.000-1.500.000

    14

    1.000

    F: > 1.500.000

    9

    1.5000

  • 2. Indien de WOZ-waarde minder dan € 100.000,- bedraagt, wordt geen BIZ-bijdrage geheven.

Artikel 10 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9 lid 1 van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. Ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 100,- en minder is dan € 5.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso worden voldaan, moeten in afwijking van het eerste lid de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen steeds één maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van maximaal vijf jaar.

Artikel 13 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

HOOFDSTUK III SUBSIDIEBEPALINGEN

Artikel 14 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op subsidies op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening Haarlemmermeer 2011 niet van toepassing.

Artikel 15 Aanwijzing vereniging

De Stichting BIZ Hoofddorp-Noord wordt aangewezen als stichting bedoeld in artikel 7 van de wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.

Artikel 16 Subsidieverlening

  • 1. De subsidie wordt jaarlijks door het college verleend aan de Stichting BIZ Hoofddorp-Noord voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in een uitvoeringsovereenkomst. De subsidie wordt verleend op een daartoe gedane aanvraag, die vergezeld moet gaan van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.

  • 2. De aanvraag voor subsidieverlening wordt vóór 1 augustus voorafgaand aan het subsidiejaar, ter toetsing aan de Wet op de bedrijveninvesteringszones, bij het college ingediend. Deze aanvraag gaat vergezeld van een projectplan en de begroting.

  • 3. De subsidie wordt bepaald op de jaarlijks ontvangen BIZ-bijdragen, verminderd met de perceptiekosten voor de heffing en invordering van de BIZ-bijdragen zoals opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.

  • 4. De hoogte van de verleende subsidie bedraagt, voor het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, de feitelijke netto opbrengst van de BIZ-bijdragen op grond van deze verordening.

  • 5. In een uitvoeringsovereenkomst worden nadere afspraken gemaakt over de wijze van bevoorschotting en de verrekening van meer- en minderopbrengsten van de ontvangen BIZ-bijdragen.

  • 6. De Stichting BIZ Hoofddorp-Noord dient de subsidie aan te wenden voor activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die gericht zijn op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de BI-zone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de BI-zone.

  • 7. In afwijking van lid 1 kan er voor gekozen worden om subsidie voor meer jaren te verlenen, met een maximum van vijf jaar.

  • 8. Een meerjarige subsidie wordt verleend onder het voorbehoud dat jaarlijks voldoende middelen vanuit de BIZ-heffing door ons zijn ontvangen.

Artikel 17 Subsidievaststelling

  • 1. Vóór 1 mei stuurt de Stichting BIZ Hoofddorp-Noord het college ter verantwoording de jaarstukken van het jaar ervoor en het verzoek tot subsidievaststelling. De jaarstukken dienen te zijn gecontroleerd door een accountant-administratieconsulent en dienen voorzien te zijn van een samenstellingsverklaring.

  • 2. Aan de hand van de stukken bedoeld in artikel 11 van de in artikel 16 lid 5 bedoelde uitvoeringsovereenkomst controleert de gemeente Haarlemmermeer de correcte uitvoering van de in artikel 7 van de uitwerkingsovereenkomst genoemde activiteiten door de Stichting BIZ Hoofddorp-Noord.

  • 3. Indien uit de controle blijkt dat de subsidie niet of niet geheel is aangewend voor de in artikel 7 van de uitwerkingsovereenkomst omschreven activiteiten, kan de subsidie conform de Algemene wet bestuursrecht geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.

  • 4. Een op grond van deze verordening en de Algemene wet bestuursrecht vastgesteld terugvorderingsbedrag kan worden verrekend met op grond van deze verordening aan de Stichting BIZ Hoofddorp-Noord te betalen voorschotten en te betalen subsidiebedragen.

Artikel 18 Melding van relevante wijzigingen

De vereniging stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:

  • 1.

    meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie;

  • 2.

    een wijziging in de statuten;

  • 3.

    verandering of beëindiging van activiteiten.

HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN

Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag, nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun, als bedoeld in artikel 4 van de wet, is gebleken.

  • 2. De datum van ingang van de heffing van de BIZ-bijdrage is 1 januari 2020.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als “verordening Bedrijveninvesteringszone Hoofddorp-Noord 2020”.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 oktober 2019.

De griffier,

J. van der Rhee, B.Ha

De voorzitter,

M.H.F. Schuurmans-Wijdeven

Bijlage: Kaart als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van deze verordening.

afbeelding binnen de regeling