Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen Hardenberg

1. De afmetingen van het grafoppervlak bedragen van:

• a.

  een volwassenengraf 2.00 m x 1.00 m;

• b.

  een kindergraf 2.00 m x 0.80 m;

• c.

  een urnengraf (urnenkelder) 0.80 m x 0.80 m;

2. De afmetingen van een eigen gedenkplaats bedragen 2.00 m x 1.00 m.

3. De afmetingen van een eigen verstrooiingsplaats bedragen 2.00 m x 1.00 m.

1. In een eigen dubbellaags graf kunnen:

• a.

  maximaal twee lijken worden begraven;

• b.

  en/of maximaal twee asbussen met of zonder urn worden bijgezet per begraaflaag.

2. In een eigen kindergraf kunnen:

• a.

  maximaal twee lijken worden begraven van kinderen tot 12 jaar;

• b.

  of maximaal één lijk worden begraven van een kind tot 12 jaar en/of maximaal twee asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

3. In de in lid 1 en 2 bedoelde gevallen is een tweede begraving alleen toegestaan indien en voor zover de rechthebbende bij de eerste begraving in het betreffende graf de keus heeft gemaakt om verdiept te begraven.

4. In een eigen enkellaags graf kan:

• a.

  maximaal één lijk worden begraven;

• b.

  of maximaal twee asbussen met of zonder urn worden bijgezet in de begraaflaag.

5. In een eigen urnengraf kunnen maximaal twee asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

6. In een eigen urnennis kunnen:

• a.

  maximaal twee asbussen met of zonder urn worden bijgezet als de afmeting van de nis het toelaat.

• b.

  De rechthebbende heeft bij de uitgifte van de urnennis eenmalig de keus om het uitsluitend recht op de gehele nis te verwerven dan wel op de helft van de nis. In het geval dat er niet voor het verwerven van het recht voor de gehele nis wordt gekozen, mag alleen een asbus worden geplaatst en kan het niet uitgegeven deel van de nis onmiddellijk aan een derde ter bijzetting van een asbus worden uitgegeven.

7. Een eigen verstrooiingsplaats is beschikbaar voor maximaal drie asverstrooiingen.

8. In een algemeen graf worden maximaal twee lijken begraven.

1. Gedenktekens op eigen graven hebben een maximaal volume van 0.70 m³, waarbij de lengte, de breedte en de hoogte niet meer bedragen dan respectievelijk 2.00 m, 0.90 m en 1.50 m.

2. Gedenktekens op kindergraven hebben een maximaal volume van 0.20 m³, waarbij de lengte, de breedte en de hoogte niet meer bedragen dan respectievelijk 1.20 m, 0.60 m en 1.00 m.

3. Gedenktekens op urnengraven hebben een maximaal volume van 0.10 m³, waarbij de lengte, de breedte en de hoogte niet meer bedragen dan respectievelijk 0.60 m, 0.60 m en 0.70 m.

4. Op grond van vóór de gemeentelijke herindeling gehanteerd gebruik, geldt op de begraafplaats Mulderij en de begraafplaats Oud-Avereest (nieuw gedeelte) de volgende maatvoering:

• a.

  gedenktekens op graven hebben een maximaal volume van 0.40 m³, waarbij de lengte, de breedte en de hoogte niet meer bedragen dan respectievelijk 0.50 m, 0.90 m en 1.50 m;

• b.

  gedenktekens op kindergraven hebben een maximaal volume van 0.15 m³, waarbij de lengte, de breedte en de hoogte niet meer bedragen dan respectievelijk 0.35 m, 0.60 m en 1.00 m.

5. Gedenktekens voor dubbele graven mogen maximaal twee keer zoveel volume hebben en twee keer zo breed zijn als de toegestane breedte van een gedenkteken voor een enkel graf.

6. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt.

7. Alle gedenktekens en grafbanden moeten op een duurzame wijze worden gefundeerd waarbij een stabiele constructie wordt gegarandeerd gedurende de tijd dat het graf is uitgegeven aan rechthebbende.

1. Voor de toepassing van grafbanden geldt dezelfde breedte- en lengtemaatvoering als genoemd in artikel 1 van deze nadere regels.

2. Grafbanden moeten daarnaast voldoen aan de volgende afmetingen:

• a.

  de hoogte boven het maaiveld is maximaal 0.10 m;

• b.

  de afstand tussen de banden en de zijkant van het graf, beschreven in artikel 1 van deze nadere regels, bedraagt minimaal 0.05 m.

3. Grafbanden mogen worden geplaatst indien het dan omkaderde grafoppervlak bedekt wordt met in specie gelegen vlakke natuursteen, tegels of andere gelijksoortige materialen en/of grafbeplanting.

1. Het tijdstip van plaatsing van het gedenkteken dient tenminste 2 werkdagen van tevoren kenbaar gemaakt te worden aan de beheerder. In overleg met de beheerder wordt bepaald wanneer en onder welke voorwaarden de werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd en waar laden en lossen van materiaal kan plaatsvinden.

2. Het plaatsen van de gedenktekens moet plaats vinden tijdens openingstijden, mits geen begrafenis of asbezorging plaatsvindt.

3. Bij plaatsing van alleen een kopsteen moet het terrein vlak achtergelaten worden.

5. Overtollige grond moet op een daarvoor door de beheerder aangewezen plaats worden gedeponeerd.

6. Eventueel geconstateerde onvolkomenheden of gebreken dienen alsnog te worden uitgevoerd of verholpen.

1. Het aanbrengen van kettingen en hekwerken is niet toegestaan evenals het aanbrengen van één of meerdere kantafzettingen.

2. Het is niet toegestaan voorwerpen aan een urnennis en/of de urnenmuur te bevestigen.

3. Voor een eigen urnennis geldt dat bloemen, potplanten en andere losse voorwerpen alleen in of op de daarvoor bestemde locatie mogen worden geplaatst, voor of in de buurt van de muur.

1. Op een eigen graf kan door de rechthebbende van het graf beplanting worden aangebracht. De beplanting mag, ook in volwassen staat de voor gedenktekens beschikbare oppervlakte en volume, zoals beschreven in artikel 4, niet overschrijden en moet door snoei binnen de gestelde proporties worden gehouden. De gewassen mogen niet hoger zijn dan de toegestane hoogte voor het gedenkteken.

2. Beplanting die buiten bovengenoemde ruimte geplant wordt of overhangt, kan van gemeentewege verwijderd worden, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is. Dit geldt ook voor afgestorven beplanting.

3. Indien en voor zover op een graf geen grafbedekking aanwezig of toegestaan is, dient de rechthebbende of gebruiker te gedogen dat daarop van gemeentewege een groenvoorziening wordt aangebracht en onderhouden.

1. Alle sporen van afval, ontstaan tengevolge van werkzaamheden op of aan de grafbedekkingen door of namens rechthebbenden dienen van de begraafplaats te worden meegenomen.

2. Beschadigingen, ontstaan tengevolge van werkzaamheden door of namens rechthebbenden op of aan de grafbedekkingen moeten binnen een termijn van één maand worden hersteld.

1. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: “Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen Hardenberg 2009”.

2. Deze nadere regels treden in werking op de derde dag na die van bekendmaking.

3. De Uitvoeringsvoorschriften gemeentelijke begraafplaatsen in Hardenberg", vastgesteld op 27 augustus 2002, worden ingetrokken met dien verstande dat alle voorgaande nadere regels van kracht blijven op de grafrechten die daaraan onderhevig waren.

Hardenberg, 24 februari 2009

Burgemeester en wethouders van de gemeente HARDENBERG,

burgemeester, secretaris,

Mr. W. Meulman Mr. W.G.C. Rebergen