Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk houdende regels omtrent fietsen (Beleidsnotitie “De fiets in de stalling 2013”)

1. AANLEIDING

Op 16 juni 2009 is de beleidsnotitie “De fiets in de stalling” vastgesteld door Burgemeester en wethouders. Bij besluit van 25 mei 2010 is een aanpassing met betrekking tot de openingstijden van het fietsdepot doorgevoerd in de notitie. Met de in de notitie verwoord beleid wil de gemeente Harderwijk de overlast van gevaarlijk geparkeerde fietsen, fout geparkeerde fietsen, fietswrakken en weesfietsen aanpakken en reduceren. De handhaving op het fietsparkeren concentreert zich op de stationsomgeving van Harderwijk. Om te komen tot een structurele handhaving op het fietsparkeren zijn diverse zaken geregeld onder meer in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). We zijn nu een paar jaar verder. Met de in de afgelopen jaren opgedane ervaringen, nieuwe jurisprudentie en inzichten is het tijd om de beleidsnotitie uit 2009 te actualiseren. De voorliggende notitie is hiervan het resultaat. Deze beleidsnotitie richt zich ook nu primair op het stationsgebied maar kan ook worden gebruikt als basis voor het structureren en reguleren van fietsparkeren elders in de gemeente. Daarvoor zal door Burgemeester en wethouders een besluit worden genomen waarmee een gebied wordt aangewezen waarop het in deze notitie beschreven beleid van toepassing wordt verklaard.

2. DOELSTELLING

Met de handhaving op het fietsparkeren wil de gemeente in het stationsgebied:

• 1.

  de beschikbare stallingcapaciteit beter benutten.

• 2.

  verrommeling, vandalisme en fietsendiefstal tegengaan.

• 3.

  de sociale veiligheid verbeteren.

• 4.

  de bereikbaarheid verbeteren.

3. HUIDIGE SITUATIE

Bij het station van Harderwijk is een openbare vrij toegankelijke fietsvoorziening met 1538 fietsklemmen gerealiseerd. Hoewel het aantal van 1538 fietsklemmen voldoende is om in de vraag te voorzien, is er nog steeds sprake van een rommelig straatbeeld door gevaarlijk- en/of fout geparkeerde fietsen, weesfietsen en fietswrakken.

Op dit moment wordt in het stationsgebied gehandhaafd waarbij de handhaving zicht richt op:

• •

  gevaarlijk geparkeerde fietsen (par. 4.1);

• •

  fout geparkeerde fietsen (par. 4.2);

• •

  weesfietsen (par. 4.3);

• •

  fietswrakken (par. 4.4).

Handhaving op gevaarlijk geparkeerde fietsen is een continu proces en richt zich met name op fietsen die buiten het gebied dat is aangewezen als fietsenstalling worden geplaatst. Ook de handhaving op fout geparkeerde fietsen binnen het als fietsenstalling aangewezen gebied is min of meer een continu proces. Handhaving op weesfietsen vind plaats door middel van een aantal handhavingacties per jaar. De wijze van handhaving op fietswrakken is afhankelijk van de plaats waar het wrak wordt aangetroffen (gevaarlijk- of fout geparkeerd of weesfiets). Verwijderde fietsen zullen minimaal 13 weken (fietswrakken 14 dagen) bewaard worden op een daartoe aangewezen locatie in de gemeente Harderwijk, het zogenaamde Fietsdepot. Het Fietsdepot is gevestigd op het Milieupark, Daltonstraat 23, 3846 BX Harderwijk.

Voor niet opgehaalde fietsen is een bestemming gevonden die economische dan wel sociale winst oplevert. Een fiets, geen fietswrak zijnde, die uiterlijk 13 weken na de datum van verwijdering niet door de eigenaar is opgehaald, zal worden verkocht. De fietsen die zijn aangemerkt als fietswrak worden 2 weken na de datum van verwijdering als oud ijzer afgevoerd. De eigenaar van de bedoelde fietsen kan gedurende drie jaar recht doen gelden op de opbrengst van een eventuele verkoop.

4. INLEIDING

De gemeente Harderwijk wil het parkeren van (brom)fietsen reguleren en daarmee overlast van geparkeerde (brom)fietsen voorkomen, aanpakken en reduceren. In deze beleidsnotitie wordt ingegaan op het parkeren van (brom)fietsen, de wijze waarop dit geregeld en gehandhaafd kan worden. De handhaving op het (brom)fietsparkeren (hierna handhavingsbeleid) concentreert zich specifiek op de Stationsomgeving maar is ook toepasbaar op andere delen binnen de gemeente. De handhaving is gericht op gevaarlijk en/of hinderlijk geparkeerde fietsen, fout geparkeerde fietsen, weesfietsen en fietswrakken. Waar over fietsen wordt gesproken, worden ook elektrische, snor- en bromfietsen bedoeld.

In deze beleidsnotie wordt ingegaan op de achtergrond van het handhavingsbeleid, de doelen, de juridische kaders, de uitvoering en organisatie van de handhaving. Praktische zaken met betrekking tot de uitvoering(procedures) zijn in het bijgevoegde werkproces gemeente Harderwijk beschreven.

Zoals hiervoor is aangegeven wordt bij de handhaving op het fietsparkeren in de gemeente Harderwijk onderscheid gemaakt tussen:

4.1 Gevaarlijk en/of hinderlijk geparkeerde fietsen

Dit zijn fietsen die zo geparkeerd staan dat ze gevaar en/of hinder opleveren, doordat ze bijvoorbeeld de doorgang voor hulpdiensten belemmeren of de in-/uitgang of de vluchtroute voor gebruikers van een gebouw (gedeeltelijk) versperren. Zo is bijvoorbeeld een fiets waarvan een wiel uitsteekt op het fietspad of rijbaan, of een fiets die de blindengeleidenstrook blokkeert aan te merken als een fiets die gevaarlijk staat geparkeerd. Het verwijderen van deze fiets is spoedeisend. De fiets is namelijk zodanig geparkeerd dat deze direct moet worden verwijderd om de gevaarlijke of de zeer hinderlijke situatie op te heffen.

4.2 Fout geparkeerde fietsen

Dit zijn fietsen die buiten de expliciet door het college daarvoor aangewezen voorzieningen en/of plaatsen en/of ruimten zijn geparkeerd. Redenen om tegen dit soort fietsen op te treden zijn bijvoorbeeld dat deze fout geparkeerde fietsen overlast geven doordat deze de doorgang van looproutes verkleinen en/of zorgen voor een rommelig straatbeeld.

4.3 Weesfietsen

Dit zijn fietsen die langer dan de op de APV gebaseerde toegestane termijn onafgebroken geparkeerd staan in een door het college aangewezen gebied (zie hoofdstuk 8.3).

4.4 Fietswrakken

Dit zijn fietsen die ten eerste rijtechnisch in onvoldoende staat zijn (er is niet mee te rijden en/of er missen essentiële onderdelen en/of essentiële onderdelen zijn defect) en ten tweede uiterlijk verwaarloosd zijn (er is lang niet op gereden en de eigenaar heeft er kennelijk afstand van gedaan). Dit is onder meer te zien aan stof, mos, verdroogde en lekke banden, begroeiing op/aan/bij de fiets en een verroeste ketting. Of een fiets een fietswrak is, wordt beoordeeld op basis van deze twee criteria gezamenlijk.

5. ACHTERGROND

Veel gemeenten kennen meestal al wel een vorm van handhaving op het fietsparkeren bij stations. Een paar keer per jaar worden fietswrakken verwijderd en/of wordt er gehandhaafd op gevaarlijk- of fout geparkeerde fietsen. Te veel en fout geparkeerde fietsen zorgen voor verrommeling van de openbare ruimte en stimuleert fietsdiefstal en vandalisme, waardoor de stations en haltes als sociaal onveilig en onaantrekkelijk worden ervaren. Dit is geen stimulans voor het gebruik van de fiets en gebruik van het openbaar vervoer in de regio.

Steeds meer gemeenten kennen ook een aanpak op weesfietsen. Zeker daar waar sprake is van een tekort aan stallingcapaciteit, kan een structurele aanpak van weesfietsen als onderdeel van de handhaving op het fietsparkeren, bijdragen aan het optimaliseren van het gebruik van de beschikbare stallingcapaciteit. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat tot wel 20% van de stationsstallingen in het gehele land zijn gevuld met weesfietsen: fietsen die zijn achtergelaten, lange tijd stallingruimte in beslag nemen en vermoedelijk nooit meer door de eigenaar zullen worden opgehaald. Door de hoeveelheid weesfietsen, neemt de beschikbare stallingcapaciteit af, waardoor het tekort aan stallingcapaciteit snel kan oplopen.

Een structurele aanpak van weesfietsen heeft daarom ook financiële voordelen. Door het structureel ruimen van weesfietsen wordt de noodzaak tot uitbreiding van de stallingcapaciteit beperkt.

6. DOELEN HANDHAVINGSBELEID

Het handhavingsbeleid van de gemeente Harderwijk heeft de volgende doelen:

6.1 Betere benutting bestaande stallingcapaciteit

Door weesfietsen en fietswrakken consequent te verwijderen komt er direct stallingruimte vrij voor fietsen waar nog wel op wordt gefietst. Hierdoor ontstaat er meer ruimte om fietsen te parkeren en is er minder noodzaak tot het uitbreiden van het aantal fietsenklemmen of -rekken.

6.2 Kostenvoordelen

Door het verwijderen van weesfietsen wordt de beschikbare stallingruimte beter benut. Dat scheelt investeringskosten als in de toekomst de stallingcapaciteit moet worden uitgebreid. Per fiets gaat het daarbij om een bedrag van gemiddeld grofweg € 650 tot € 1.500 (voor respectievelijk een maaiveld of een gebouwde oplossing) die bespaard kan worden op de aanlegkosten van nieuwe fietsenstallingen. De indicatie van de investeringskosten is overgenomen uit het “Handboek Weesfietsenaanpak” (september 2012) opgesteld door het weesfietsenteam van adviesbureau Berenschot in opdracht van de Nederlandse Spoorwegen en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

6.3 Tegengaan verrommeling

Door het gebrek aan ruimte staan stallingen overvol en plaatsen veel reizigers hun fietsen buiten de stalling. Dit staat slordig en heeft zo een nadelig effect op de kwaliteit van de stationsomgeving.

6.4 Tegengaan fietsendiefstal

In rommelige fietsenstallingen worden fietsen eerder gestolen. Daarnaast kunnen weesfietsen gestolen fietsen zijn. Door controle van de verwijderde fietsen op diefstal kan invulling gegeven worden aan het teruggeven van fietsen aan de rechtmatige eigenaar. Een weesfietsenaanpak draagt zo bij aan het tegengaan van fietsendiefstal en het verhogen van het oplossingspercentage fietsendiefstallen.

6.5 Tegengaan vandalisme

In overvolle fietsenstallingen zijn niet goed geparkeerde fietsen eerder doelwit voor vernieling. Een rommelige openbare ruimte is bovendien meer kwetsbaar voor vandalisme.

6.6 Meer sociale veiligheid

Handhaving op het fietsparkeren leidt tot een betere kwaliteit van de openbare ruimte (het oogt netter) en gaat vandalisme en fietsendiefstal tegen. Het veiligheidsgevoel van gebruikers neemt daardoor toe.

6.7 Betere bereikbaarheid

Meer sociale veiligheid en meer stallingcapaciteit maken een stationsomgeving uitnodigend voor fietsers. De bereikbaarheid van de gemeente voor fietsende treinreizigers neemt toe. Doordat meer fietsen in de stallingen gezet kunnen worden, neemt ook de bereikbaarheid van het stationsgebied voor hulpdiensten toe.

6.8 Stimuleren fietsgebruik

Fietsen is goed voor de gezondheid. Gemeenten die het fietsgebruik willen stimuleren, zorgen met het handhavingsbeleid voor een betere bereikbaarheid van het station en stimuleren treinreizigers zo indirect om de fiets te nemen en minder gebruik te maken van de auto.

6.9 Duurzaamheid

Het stimuleren en toenemen van het fietsgebruik (par. 6.8) draagt daarnaast bij aan een betere luchtkwaliteit en sluit aan bij de ambitie van de gemeente om de CO2 uitstoot binnen Harderwijk terug te dringen.

7. BELEIDSMATIG KADER

Het College van burgemeester en wethouders heeft op 16 juni 2009 de beleidsnotitie “De fiets in de stalling – Het stallen van fietsen bij het station Harderwijk geregeld” vastgesteld. Bij besluit van 25 mei 2010 is de notitie voor wat betreft de ophaaltijden aangepast. In de notitie wordt het beleid op handhaving van gevaarlijk- en/of foutgeparkeerde fietsen, weesfietsen en fietswrakken beschreven.

8. JURIDISCH KADER

De handhaving vindt plaats binnen wettelijke kaders. Voor de verschillende fasen in het proces zijn er juridische randvoorwaarden. De wettelijke basis van het handhavingsbeleid op fout geparkeerde fietsen, weesfietsen en fietswrakken is geborgd in de APV van de gemeente Harderwijk. De wettelijke basis van handhaving op gevaarlijk geparkeerde fietsen is geborgd in de Wegenverkeerswet.

De eigenaar c.q. gebruiker wordt in de gelegenheid gesteld om de overtreding te herstellen binnen de daarvoor gestelde begunstigingstermijn. Wanneer dit binnen de gestelde begunstigingstermijn niet gebeurt zal tot verwijdering van de (brom)fiets worden overgegaan (handhaving).

8.1 Verwijdering gevaarlijk en/of hinderlijk geparkeerde fietsen (170 WVW)

Verwijdering van gevaarlijk geparkeerde fietsen vind plaats op grond van artikel 170 Wegenverkeerswet. In dit artikel is ondermeer geregeld dat:

Artikel 170

• 1.

  Tot de bevoegdheid van burgemeester en wethouders tot oplegging van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet, behoort de bevoegdheid tot het overbrengen en in bewaring stellen van een op een weg staand voertuig, indien met het voertuig een bij of krachtens deze wet vastgesteld voorschrift wordt overtreden en bovendien verwijdering van het voertuig noodzakelijk is in verband met

  • a.

    het belang van de veiligheid op de weg, of

  • b.

    het belang van de vrijheid van het verkeer, of

  • c.

    het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen.

8.2 Aanpassing APV

Artikel 5:12 van de APV zal (redactioneel) aangepast moeten worden. In de geldende APV is in artikel 5:12 is ondermeer geregeld dat “het college openbare plaatsen kan aanwijzen waar het verboden is om ..........”. Met deze redactie wordt de indruk gewekt dat het college een verbod in het leven roept terwijl het college daartoe niet bevoegd is (bevoegdheid gemeenteraad).

Met onderstaande aanpassing van de APV van de gemeente Harderwijk wordt dit ondervangen. Met de voorgestelde redactie is het duidelijk dat de gemeenteraad in de APV het verbod creëert en dat het college uitsluitend plaatsen aanwijst waar het verbod van toepassing is. Met deze aanpassing van de APV is de handhaving op fout geparkeerde fietsen, weesfietsen en fietswrakken in de APV geborgd.

Het betreffende artikel in de APV luidt, na aanpassing, als volgt:

Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets

• 1.

  Het is verboden op door het college, in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast of ter voorkoming van schade aan de openbare ruimte of gezondheid, aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.

• 2.

  Het is verboden op door het college aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen langer dan een door het college vastgestelde periode onafgebroken te laten staan.

• 3.

  Het is verboden fietsen en bromfietsen, die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een verwaarloosde toestand verkeren, op of aan de weg te laten staan.

8.3 Gebied- en termijnaanwijzing

Het college heeft op grond van artikel 5:12 APV, besloten:

Het Stationsgebied, zoals aangegeven op bijbehorende overzichtskaart, nummer 400-0-109, aan te wijzen als gebied:

• •

  waar het verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan (fout geparkeerde fietsen);

• •

  waar het verboden is om fietsen of bromfietsen langer dan de daarvoor gestelde termijn, binnen de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen, onafgebroken te parkeren (weesfietsen);

• •

  waar het is verboden fietsen en bromfietsen, die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een verwaarloosde toestand verkeren, op of aan de weg te laten staan (fietswrakken).

8.4 Begunstigingstermijn voor verwijdering

Na constatering van een overtreding wordt de eigenaar/gebruiker van de fiets een begunstigingstermijn geboden waarbinnen hij/zij de betreffende fiets zelf kan verwijderen c.q. verplaatsen. Na afloop van de begunstigingstermijn zal de fiets van gemeentewege worden verwijderd en afgevoerd naar het fietsdepot. De begunstigingstermijnen zijn:

• •

  Fout geparkeerde fietsen zullen na een begunstigingstermijn van 24 uur na constatering worden verwijderd;

• •

  Weesfietsen zullen na een begunstigingstermijn van 28 dagen na constatering worden verwijderd;

• •

  Fietswrakken zullen na een begunstigingstermijn van 24 uur (wanneer fout geparkeerd) c.q. 28 dagen (wanneer in de fietsenstalling geplaatst) na constatering worden verwijderd

• •

  Gevaarlijk en/of hinderlijk geparkeerde fietsen worden, gelet op het spoedeisende karakter, 30 minuten na constatering verwijderd.

9. AANKONDIGING

De regels die gelden in het beheergebied zullen met borden op duidelijk zichtbare plaatsen worden aangekondigd in het beheergebied. Hiertoe worden borden geplaatst met de volgende tekst.

10. UITVOERING HANDHAVING FIETSPARKEREN

De uitvoering van de handhaving op het fietsparkeren bestaat uit een aantal basisactiviteiten:

• •

  Het vaststellen van een overtreding van de APV.

• •

  Het aanzeggen van bestuursdwang (door het opmaken van een beschikking).

• •

  Het bieden van de gelegenheid aan de overtreder om de overtreding te herstellen (de begunstigingstermijn).

• •

  Het feitelijk toepassen van bestuursdwang (het verwijderen van de fiets).

• •

  De opslag van de verwijderde fiets.

• •

  Het vernietigen/verkopen/om niet overdragen van de niet opgehaalde fiets.

• •

  Voor een nadere beschrijving van de uitvoering van de basisactiviteiten wordt verwezen naar het bijgevoegde werkproces gemeente Harderwijk.

11. FIETSDEPOT

De ingezamelde fietsen worden minimaal 13 weken bewaard op een daarvoor aangewezen locatie in en van de gemeente Harderwijk, met dien verstande dat fietswrakken minimaal 14 dagen worden bewaard. De aangewezen locatie, het zogenaamde Fietsdepot, is gevestigd op het Milieupark aan de Daltonstraat 23 te Harderwijk. Wanneer de overtreder/eigenaar zijn/haar fiets op komt halen, wordt de beschikking op grond waarvan bestuursdwang was toegepast aan de overtreder/eigenaar overhandigd. Het fietsdepot is geopend op werkdagen van 13:00-16:00 uur en op zaterdag van 09.00-12:00 uur.

De gemeente zal de kosten van het weghalen, overbrengen en opslaan van de fiets, zijnde € 10,00 weghaalkosten en € 5,00 stallingkosten per etmaal of een gedeelte daarvan verhalen op de eigenaar van de fiets.

De overtreder/eigenaar moet kunnen aantonen dat de fiets daadwerkelijk zijn/haar eigendom is, bijvoorbeeld door een passend sleuteltje of framecertificaat/aankoopbewijs mee te nemen. Ook moet de eigenaar een geldig legitimatiebewijs tonen.

Indien de opslagtermijn is verstreken en de fiets niet is opgehaald, zal de gemeente op grond van artikel 5:30 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de fiets verkopen, vernietigen of om niet geven aan een derde partij. De fiets wordt pas verkocht nadat de fiets is gecontroleerd op diefstal en de fiets is voorzien van een nieuw framenummer. De eigenaar van de bedoelde fietsen kan nog gedurende drie jaar recht doen gelden op de opbrengst van een eventuele verkoop onder aftrek van de gemaakte kosten van verwijdering, opslag en verkoop.

12. ORGANISATIE

Het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd door het gemeentelijk team Stadstoezicht. Hieronder is aangegeven welke partij voor de uitvoering van de verschillende stappen is aangewezen. De handhavingacties worden onder verantwoordelijkheid van het gemeentelijk team Stadstoezicht van de afdeling Beheer openbare ruimte van de gemeente Harderwijk uitgevoerd.

13. COMMUNICATIE

Communicatie is een onmisbaar onderdeel in het handhavingsbeleid. De inzet van communicatie bij handhaving op het fietsparkeren is erop gericht om:

• •

  De regels omtrent de maximale stallingsduur bekend te maken.

• •

  Uit te leggen waarom de gemeente fietsen verwijdert.

• •

  Draagvlak te creëren bij zowel fietsers als bewoners van de gemeente.

• •

  Fietsers en bewoners te informeren over geplande acties.

• •

  Fietseigenaren te informeren waar zij informatie over verwijderde fietsen kunnen vinden en waar en hoe zij hun verwijderde fiets terug kunnen krijgen.

Middelen van communicatie zijn:

• •

  De bebording bij de stallingen en in de aangewezen beheergebieden.

• •

  Een informatiepagina op de gemeentewebsite over het verwijderingbeleid, verwijderingacties en informatie over het Fietsdepot.

• •

  Bekendmaking in een lokaal nieuwsblad.

13.1 Informatiepagina website (fiets)beleid

Op de website van de gemeente Harderwijk zal een informatiepagina worden aangemaakt waarop het (fiets)verwijderingsbeleid zal worden toegelicht.

13.2 Aankondiging verwijderingactie weesfietsen

Controle en handhaving op gevaarlijk- en foutgeparkeerde fietsen is een doorlopend proces en wordt dan ook niet van te voren aangekondigd middels een persbericht.

Daarnaast wordt een aantal keren per jaar een handhavingactie gehouden op de zogenaamde weesfietsen. Dit zijn fietsen die langer dan de op de APV gebaseerde toegestane termijn van 28 dagen onafgebroken geparkeerd staan in een daarvoor bestemde ruimte binnen het door het college aangewezen gebied. De label- en verwijderingsancties voor weesfietsen worden door de gemeente aangekondigd op de gemeentelijke website en in een lokaal nieuwsblad. Voor zover nodig en afhankelijk van het gebied waar een actie wordt uitgevoerd, gebruikt de gemeente aanvullende communicatiemiddelen om de acties aan te kondigen. Nadat de fietsen zijn ingezameld wordt hiervan melding gemaakt op de gemeentelijke website en in een lokaal nieuwsblad. In het beheergebied wordt in de buurt van fietsenstallingen met bebording aangegeven hoelang de fietsen in de stalling mogen blijven staan.

13.3 Website met verwijderde fietsen

Wanneer een fiets is gestolen of verwijderd moet de eigenaar weten dat de fiets wellicht bij het Fietsdepot staat. Op de gemeentelijke website wordt een pagina gemaakt waar mensen die hun fiets kwijt zijn algemene informatie kunnen vinden over het in deze notitie verwoorde beleid en het Fietsdepot.

Onderzocht wordt of het, binnen de beschikbare capaciteit en middelen, mogelijk is alle verwijderde fietsen met een foto en een aantal kenmerken op internet te plaatsen, zodat fietseigenaren eenvoudig zelf kunnen opzoeken of hun fiets door de gemeente is verwijderd en naar het Fietsdepot is gebracht. De politie verwijst mensen die aangifte komen doen van een gestolen fiets naar het Fietsdepot waar de fiets mogelijk naar toe is gebracht.

14. SLOTBEPALING

Het handhavingsbeleid fietsparkeren is een beleidsregel in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op grond van het bepaalde in artikel 4:84 van de Awb moet overeenkomstig de beleidsregel worden gehandeld, tenzij toepassing van het beleid voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben, die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding met de beleidsregel te dienen doelen (inherente afwijkingsbevoegdheid).

• 1.

  Deze beleidsnotitie wordt aangehaald als “De fiets in de stalling 2013” van de gemeente Harderwijk en komt in de plaats van de beleidsnota “De fiets in de stalling”- Het stallen van fietsen bij het station Harderwijk geregeld (d.d. 16 juni 2009, gewijzigd 25 mei 2010);

• 2.

  Na vaststelling treedt de beleidsnotitie in werking op de dag na bekendmaking in Het Kontakt.

15. BIJLAGEN

• I.

  Aanwijzingsbesluit ex artikel 5:12 APV

• II.

  Bebordingsplan behorende bij aanwijzingsbesluit

• III.

  Kaart behorende bij aanwijzingsbesluit

• IV.

  Procesverbaal van (brom)fietsverwijdering en besluit toepassing bestuursdwang

• V.

  Registratieformulier verwijderd voertuig

• VI.

  Mandaatbesluit

16. GERAADPLEEGDE DOCUMENTATIE

Beleidsnota “De fiets in de stalling” – Het stallen van fietsen bij het station Harderwijk geregeld (mei 2010)Gemeente Harderwijk Handboek weesfietsenaanpak (september 2012) Weesfietsenteam adviesbureau Berenschot i.o.v. Nederlandse Spoorwegen en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Notitie Juridische aspecten handhaving op fietsparkeren (april 2012) Kenniscentrum Fietsberaad i.s.m. adviesbureau Berenschot