Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening bestrijding misbruik Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Harderwijk 2010

Geldend van 06-01-2011 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2010

Intitulé

Verordening bestrijding misbruik Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Harderwijk 2010

De raad van de gemeente Harderwijk;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 maart 2010, raadsbesluitnummer 27;

 

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet, artikel 8a van de Wet Werk en Bijstand en artikel 12, eerste lid, onderdeel c van de Wet investeren in jongeren

 

overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de volgende:

  Verordening bestrijding misbruik Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Harderwijk 2010

PARAGRAAF 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand de Wet investeren in jongeren en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      WWB: Wet werk en bijstand;

    • b.

      WIJ: Wet investeren in jongeren;

    • c.

      bijstand: de bijstand zoals genoemd onder artikel 5 onder b van de WWB;

    • d.

      inkomensvoorziening: de inkomensvoorziening zoals genoemd in artikel 5 WIJ

    • e.

      alleenstaande: de persoon genoemd in artikel 4 onder a van de WWB en artikel 4 onder a van de WIJ;

    • f.

      alleenstaande ouder: de persoon genoemd in artikel 4 onder b van de WWB en artikel 4 onder b van de WIJ;

    • g.

      gezin: de personen genoemd in artikel 4 onder c van de WWB en artikel 4 onder c van de WIJ;

    • h.

      recidive: het binnen een periode van 5 jaar wederom verwijtbaar niet nakomen van de

      inlichtingenplicht;

    • i.

      benadelingsbedrag: het netto-bedrag aan bijstand of inkomensvoorziening dat ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend;

    • j.

      inlichtingenplicht: de verplichtingen genoemd in artikel 17 lid 1, 2 en 4 van de WWB, de artikelen 44 lid 1, 2 en 4 van de WIJ en de artikelen 28 lid 2 en 29 lid 1 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

    • k.

      afstemmingsverordening: de verordening gebaseerd op artikel 8 lid 1 onder b van de WWB en artikel 12 lid 1 onder b WIJ.

PARAGRAAF 2. BESTRIJDING MISBRUIK EN ONEIGENLIJK GEBRUIK

Artikel 2.

  • 1.

    Het college legt in beleidsregels vast op welke wijze zij misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet bestrijdt.

  • 2.

    In de beleidsregels wordt in ieder geval aandacht geschonken aan de volgende onderwerpen:

rechtmatigheidscontrole bij aanvang, tijdens en bij beëindiging van het recht op bijstand dan wel het recht op een leerwerkaanbod en/of een inkomensvoorziening;

  • a.

    preventie;

  • b.

    signaal- en risicosturing;

  • c.

    werkwijze fraudebestrijding;

  • d.

    prioriteitsstelling.

    • 3.

      Jaarlijks dient, in overleg met het Instituut Sociale Recherche, het bepaalde in dit artikel te worden geëvalueerd.

PARAGRAAF 3. TERUGVORDERING BIJ NIET NAKOMEN INLICHTINGENPLCHT

Artikel 3.

  • 1. Terugvordering van bijstand of een inkomensvoorziening voor zover deze ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenplicht genoemd in artikel 1 onder j van deze verordening door de personen genoemd in artikel 1 onder e, f en g van deze verordening, geschiedt met inachtneming van de bepalingen van deze verordening.

  • 2. Artikel 13 van de Afstemmingsverordening is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4.

Terugvordering van ten onrechte of tot een te hoog verleend bedrag aan bijstand of een inkomensvoorziening vindT niet plaats indien dit belanghebbende niet te verwijten valt.

PARAGRAAF 4. DE WIJZE VAN TERUG- EN INVORDERING

Artikel 5.

  • 1. Indien het benadelingsbedrag gedurende het lopende kalenderjaar niet volledig kan worden ingevorderd, kan het resterende deel, met toepassing van artikel 58 lid 4 WWB of artikel 54 lid 4 WIJ, na afloop van voornoemd kalenderjaar, worden verhoogd met de verschuldigde loonbelasting, de premies volksverzekeringen alsmede de bijdrage zorgverzekeringswet.

  • 2. Bij gebreke van tijdige betaling kan de vordering worden verhoogd met de wettelijke rente en de op de terugvordering betrekking hebbende kosten.

  • 3. Van terugvordering kan worden afgezien in geval sprake is van dringende redenen.

PARAGRAAF 5. AANGIFTE

Artikel 6.

  • 1. Indien het benadelingsbedrag, verhoogd met de af te dragen loonbelasting, premies volksverzekeringen en ziekenfondspremie, de door het college van procureurs-generaal (op basis van de Aanwijzing i.d.v.z. artikel 130 lid 4 Wet R.O.) vastgestelde aangiftegrens overschrijdt, wordt door of namens het college Proces-Verbaal opgemaakt en aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie.

  • 2. Jaarlijks maakt het College afspraken met het Openbaar Ministerie over de aan te leveren Processen-Verbaal.

PARAGRAAF 6. VERANTWOORDING COLLEGE

Artikel 7.

  • 1. De raad bepaalt de onderwerpen waarover het college dient te rapporteren.

  • 2. In ieder geval rapporteert het college aan de raad over:

    • a.

      het aantal gevallen waarbij de sociale recherche is ingeschakeld;

    • b.

      in hoeveel gevallen aangifte heeft plaatsgevonden.

PARAGRAAF 7. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 8.

De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 9.

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 10.

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de uitkeringsgerechtigde afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11.

  • 1. De “Verordening bestrijding misbruik bijstand 2004” wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van deze verordening.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2010.

Artikel 12.

Deze verordening kan worden aangehaald als:

Verordening bestrijding misbruik WWB en WIJ.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Harderwijk in zijn openbare vergadering van 22 april 2010, onder nummer 27.
de heer J.C.G.M. Berends de heer H.R. Lanning
voorzitter raadsgriffier