Regeling vervallen per 01-01-2015

Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2011

Geldend van 01-08-2011 t/m 31-12-2014

Intitulé

Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2011

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haren,

gelet op de artikelen 61 en 62 van de Wet werk en bijstand (WWB), artikelen 57 van de Wet investeren in Jongeren (WIJ) en de artikelen 4.81 en 4.84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

b e s l u i t :

vast te stellen de Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2011

Afdeling 1 Algemeen

Artikel 1 Wettelijke bevoegdheid

Het college van de gemeente Haren maakt gebruik van de bevoegdheid tot verhaal van kosten van uitkering op grond van artikel 61 WWB en 57 WIJ op de hierna beschreven wijze. De in dit beleid aangehaalde artikelnummers uit de WWB zijn van overeenkomstige toepassing op de WIJ.

Artikel 2 Begripsbepalingen

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haren

  • b.

    WWB: de Wet Werk en Bijstand;

  • c.

    WIJ: de Wet Investeren in Jongeren;

  • d.

    Uitkering: bijstand op grond van de WWB of een inkomensvoorziening op grond van de WIJ;

  • e.

    Onderhoudsplichtige: degene die op grond van het Burgerlijk Wetboek verplicht is zijn kind(eren) en/of ex-partner te onderhouden;

  • f.

    Uitkeringsgerechtigde: degene die recht heeft op een bijstandsuitkering ingevolge de WWB of degene die recht heeft op een inkomensvoorziening op grond van de WIJ.

  • g.

    DKD: digitaal klantdossier, hiervan is Suwinet een onderdeel.

Afdeling 1 Verhaal wegens onderhoudsplicht op (ex-)partner en/of kind(eren

Artikel 3 Niet nakomen verplichtingen met betrekking tot alimentatie/onderhoudsbijdrage door onderhoudsplichtige

  • 1 De door een gerechtelijke instantie vastgestelde alimentatieverplichting en/of onderhoudsplicht wordt, ongeacht of deze feitelijk door de uitkeringsgerechtigde wordt ontvangen, geïndexeerd op zijn/haar uitkering in mindering gebracht.

  • 2 Wordt een door een gerechtelijke instantie vastgestelde alimentatieverplichting en/of onderhoudsplicht niet (voldoende) nagekomen door de onderhoudsplichtige, dan dient de uitkeringsgerechtigde de onderhoudsplichtige hierop te wijzen en hem/haar te verzoeken alsnog aan zijn/haar verplichting(en) te voldoen. Hiertoe dient hij/zij zo nodig een deurwaarder of het LBIO in te schakelen.

  • 3 Vanaf het moment dat de uitkeringsgerechtigde een deurwaarder of het LBIO heeft ingeschakeld, kan worden besloten de inhouding van de alimentatie en/of onderhoudsbijdrage op de uitkering te staken.

Artikel 4 Verhaal

  • 1 Indien de door een gerechtelijke instantie vastgestelde alimentatieverplichting en/of onderhoudsbijdrage niet op grond van een draagkrachtberekening tot stand is gekomen, wordt verhaald. Daarbij wordt rekening gehouden met artikel 5 lid 2 van dit beleid.

  • 2 Wanneer er geen sprake is van een door een gerechtelijke instantie vastgestelde alimentatiebeschikking/beschikking tot het betalen van een onderhoudsbijdrage wordt verhaald.

Artikel 5 Afzien van verhaal wegens onderhoudsplicht

  • 1 Wanneer er een alimentatieverplichting / verplichting tot het betalen van een onderhoudsbijdrage aan de onderhoudsplichtige is opgelegd door een gerechtelijke instantie op grond van een draagkrachtberekening en deze wordt nagekomen, wordt afgezien van verhaal.

  • 2 Een verhaalsbijdrage van minder dat € 45,- per maand, of een wijziging van een verhaalsbijdrage van minder dan € 45,- per maand, wordt niet opgelegd.

  • 3 Op grond van dringende redenen kan van verhaal worden afgezien.

Afdeling 1 Overige verhaalsmogelijkheden

Artikel 6 Verhaal

Naast verhaal op de bovengenoemde onderhoudsplichtigen, wordt overeenkomstig artikel 62 lid c en artikel 62f WWB, in de volgende situaties verhaald:

  • a.

    kosten van bijzondere bijstand aan een meerderjarig kind op degene die zijn onder-houdsplicht op grond van artikel 395a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek niet of niet behoorlijk nakomt;

  • b.

    kosten van uitkering op degene aan wie de persoon die een uitkering ontvangt schenkingen heeft gedaan, tenzij gelet op alle omstandigheden aannemelijk is dat de schenker ten tijde van de schenking de noodzaak van uitkeringsverlening redelijkerwijs niet heeft kunnen voorzien en slechts wanneer met de geschonken middelen rekening zou zijn gehouden indien de schenking niet had plaatsgevonden;

  • c.

    kosten van uitkering op de nalatenschap van de persoon, indien sprake is van een situatie van terugvordering van ten onrechte verleende uitkering, voor zover voor het overlijden nog geen terugvorderingsbeschikking is verzonden;

  • d.

    kosten van uitkering op de nalatenschap van de persoon, indien de uitkering is verleend in de vorm van geldlening of als gevolg van borgtocht;

op grond van dringende redenen kan van verhaal worden afgezien.

Afdeling 1 Verhaalsprocedure

Artikel 7 Hoogte verhaalsbijdrage

  • 1 De verhaalsbijdrage wordt bij aanvang van het recht op uitkering van de uitkeringsgerechtigde ambtshalve vastgesteld.

  • 2 Wanneer er sprake is van een onderhoudsplicht jegens (een) kind(eren), wordt de verhaalsbijdrage vastgesteld op het maximaal te verhalen bedrag, doch niet hoger dan het bedrag dat kan worden afgeleid uit de tabel ‘eigen aandeel kosten van kinderen’ van de werkgroep alimentatienormen minus de reeds te betalen gerechtelijk vastgestelde onderhoudsbijdrage.

  • 3 Wanneer er sprake is van een onderhoudsplicht jegens (een) kind(eren) en een ex-partner wordt de verhaalsbijdrage jegens het kind / de kinderen vastgesteld conform het vorige lid van dit artikel. De verhaalsbijdrage jegens de ex-partner wordt vastgesteld op het maximaal te verhalen bedrag minus de verhaalsbijdrage jegens het kind/de kinderen minus de reeds te betalen gerechtelijk vastgestelde alimentatie.

  • 4 Wanneer er sprake is van een onderhoudsplicht jegens een ex-partner en niet jegens kinderen, wordt de verhaalsbijdrage vastgesteld op het maximaal te verhalen bedrag minus de reeds te betalen gerechtelijk vastgestelde alimentatie.

  • 5 De hoogte van het inkomen uit arbeid of uitkering van de onderhoudsplichtige wordt verkregen vanuit het digitaal klantdossier (DKD). Het loon voor sociale verzekeringen wordt als volgt omgerekend naar een netto inkomen:

    • a.

      verlaging met het van kracht zijnde belastingtarief (loonheffing en premies volksver-zekeringen) in de eerste schijf van de Belastingdienst minus de Algemene Heffings-korting. Dit ongeacht de hoogte van het inkomen;

    • b.

      verlaging met de inkomensafhankelijke premie ziektekostenverzekering;

    • c.

      verhoging met 5% vakantietoeslag over de uitkomst.

  • 6 Tot het inkomen wordt eveneens gerekend het recht op alleenstaande ouderkorting van de Belastingdienst, indien daarop recht bestaat. De overige heffingskortingen worden in de vereenvoudigde draagkrachtberekening niet meegenomen.

  • 7 Het maximaal te verhalen bedrag wordt als volgt vastgesteld:

    • a.

      op basis van de berekening in bijlage 2 wordt halfjaarlijks een overzicht gemaakt van de maximale verhaalsbijdragen bij een loon voor sociale verzekeringen (gegevens in het DKD) van € 2.000,- tot € 4.000,- met intervallen van € 250,-;

    • b.

      de feitelijke inkomstengegevens uit het DKD wordt naar beneden afgerond op het eerstvolgende lagere bedrag in het overzicht;

    • c.

      het maximaal te verhalen bedrag wordt, afhankelijk van de woonsituatie en toepasselijke norm, vastgesteld op het bedrag dat in het overzicht staat vermeld.

  • 8 Wanneer uit de DKD blijkt dat het inkomen uit arbeid of uitkering hoger is dan € 4.000,- (loon voor sociale verzekeringen) of wanneer het inkomen niet uit het DKD kan worden verkregen (bijv. bij zelfstandig beroep/bedrijf), zijn lid 5, lid 6 en lid 7 niet van toepassing. In dat geval wordt een volledige draagkrachtberekening gemaakt op grond van de landelijke tremanormen. De onderhoudsplichtige dient daartoe een ‘inlichtingenformulier verhaal’ in te vullen en deze voorzien van bewijsstukken in te leveren bij de gemeente Haren.

Artikel 8 Procedure bij verhaal

Bij verhaal wordt een besluit afgegeven waarin in ieder geval wordt aangegeven:

  • a.

    de grondslag van het verhaalsbesluit;

  • b.

    het maandelijks te betalen bedrag;

  • c.

    de datum vanaf welke de verhaalsbijdrage verschuldigd is;

  • d.

    de termijn waarbinnen een eventuele betalingsachterstand moet worden voldaan;

  • e.

    de mogelijkheid om voor die achterstand binnen dertig dagen na dagtekening van het besluit een verzoek om een aflossingsregeling in te dienen.

Verder wordt vermeld dat meer gegevens over de beleidsregels van de gemeente Haren terug te vinden zijn op de website van de gemeente Haren.

Artikel 9 Procedure bij niet betalen

  • 1 Indien degene op wie is verhaald, niet uit eigen beweging tot betaling overgaat na verzending van het verhaalsbesluit, wordt:

    • a.

      in geval van verhaal ex artikel 62 of 62f WWB een aanmaning verzonden;

    • b.

      in geval van verhaal ex artikel 62b WWB een dwangbevel verzonden.

  • 2 Indien degene op wie is verhaald ex artikel 62 of 62f WWB, niet uit eigen beweging tot betaling overgaat na verzending van een aanmaning, wordt een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank ter vaststelling van de verhaalsbijdrage. Nadat de beschikking van de Rechtbank is ontvangen, wordt degene op wie wordt verhaald nog een maal verzocht de verhaalsbijdrage maandelijks aan de gemeente Haren over te maken. De betalingsachterstand dient binnen twee weken te worden voldaan.

  • 3 Indien degene op wie is verhaald, niet uit eigen beweging tot betaling overgaat na verzending van het betalingsverzoek als bedoeld in lid 2 of na verzending van een dwangbevel als bedoel in lid 1, worden invorderingsmaatregelen getroffen.

Artikel 10 Betalingstermijnen

  • 1 De verhaalsbijdrage dient maandelijks, voor de eerste van de volgende maand, te worden betaald.

  • 2 De eventuele betalingsachterstand in het verhaalsbesluit dient binnen 30 dagen na dagtekening van dit besluit te worden voldaan;

  • 3 Bij een aanmaning: twee weken.

  • 4 Bij een betalingsverzoek na ontvangst van een beschikking van de Rechtbank: twee weken.

  • 5 Bij een dwangbevel: twee weken.

Artikel 11 Aanmaning

Een aanmaning vermeldt ten minste:

  • a.

    het bedrag van de maandelijkse vordering;

  • b.

    de betalingsachterstand;

  • c.

    de soort vordering;

  • d.

    dat bij niet tijdige betaling deze kan worden afgedwongen door op kosten van de schul-denaar uit te voeren invorderingsmaatregelen.

Artikel 12 Dwangbevel

  • 1 Een dwangbevel wordt verzonden bij verhaal ex artikel 62b WWB, waarvan het verhaalsbesluit is verzonden op of na 1 juli 2011.

  • 2 Een dwangbevel vermeldt ten minste:

    • a.

      aan het hoofd het woord ‘dwangbevel’ en de titel ‘In naam der Koningin’;

    • b.

      het bedrag van de invorderbare betalingsachterstand;

    • c.

      het bedrag dat maandelijks moet worden overgemaakt;

    • d.

      het besluit of het wettelijk voorschrift waaruit de geldschuld voortvloeit;

    • e.

      dat het op kosten van de schuldenaar ten uitvoer kan worden gelegd;

    • f.

      de mogelijke wijzen van tenuitvoerlegging en de mogelijkheid van verzet.

  • 3 De bekendmaking van het dwangbevel gebeurt, in afwijking van artikel 4:123 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht, door middel van toezending per post aan degene aan wie een verhaalsbijdrage is opgelegd.

  • 4 Het dwangbevel levert een executoriale titel op als bedoeld in artikel 4.4.4.2.3 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 5 Wanneer een dwangbevel wordt overbetekend, kan degene tegen wie het bevel is uitgegeven in verzet komen bij de Rechtbank.

Artikel 13 Wettelijke rente

Er wordt in eerste aanleg geen wettelijke rente in rekening gebracht. Wanneer een vordering moet worden overgedragen aan een deurwaarder wordt vanaf dat moment wettelijke rente in rekening gebracht.

Artikel 14 Brutering

Brutering van (het saldo van) de achterstallige verhaalsbijdrage(n) overeenkomstig artikel 62i WWB, welke verwijst naar artikel 58, lid 4 WWB, vindt niet plaats.

Artikel 15 Aflossing en aflossingstermijnen

  • 1 Betalingsachterstanden dienen door middel van een betaling ineens binnen de daartoe gestelde termijn te worden voldaan. Indien het inkomen en/of de omstandigheden daar aanleiding toe geven, kan om een betalingsregeling worden verzocht. Indien het verzoek wordt ingewilligd dan wordt het maandelijkse aflossingsbedrag vastgesteld op maximaal het voor beslag vatbare deel van het inkomen minus de te betalen maandelijkse verhaalsbijdrage. In overleg kan een lagere/hogere aflossing worden overeengekomen.

  • 2 Het in het vorige lid overeengekomen aflossingsbedrag wordt afgerond op hele euro’s. Het vastgestelde bedrag blijft gedurende de gehele aflossingsperiode ongewijzigd

  • 3 De aflossing dient maandelijks aan de gemeente Haren, telkens voor de 1e van de maand, te worden overgemaakt.

  • 4 Op grond van bijzondere omstandigheden kan het aflossingsbedrag, op verzoek van degene die de verhaalsbijdrage dient te betalen, worden herzien.

Artikel 16 Verrekening en beslaglegging

  • 1 Indien degene aan wie de verhaalsbijdrage is opgelegd zijn betalingsverplichting(en) na verzending van een laatste betalingsverzoek, zo nodig middels een dwangbevel, niet (voldoende) nakomt wordt overgegaan tot invorderingsmaatregelen.

  • 2 Invorderingsmaatregelen vinden in de volgende volgorde plaats:

    • a.

      vereenvoudigd derdenbeslag;

    • b.

      indien dit niet mogelijk blijkt te zijn wordt overgegaan tot executoriaal beslag middels een deurwaarder.

  • 3 De invorderingsmaatregelen vinden als volgt plaats:

    • a.

      bij verhaalsbesluiten van voor 1 juli 2011: Overeenkomstig de artikelen 475c t/m 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

    • b.

      bij verhaalsbesluiten van op of na 1 juli 2011: Overeenkomstig artikel 62i WWB, welke verwijst naar artikel 60 lid 1 t/m 4 WWB.

Artikel 17 Herbeoordeling/wijziging ambtshalve opgelegde verhaalsbijdrage

  • 1 Het college kan, op verzoek van degene aan wie de verhaalsbijdrage is opgelegd, besluiten deze te herzien. Daartoe dient de onderhoudsplichtige een inlichtingenformulier in te vullen en deze onder bijvoeging van bewijsstukken bij de gemeente Haren in te leveren. Op grond van de overgelegde informatie wordt een draagkrachtberekening conform de landelijke ‘Tremanormen’ gemaakt. Op grond van de draagkrachtberekening wordt een nieuw besluit afgegeven. In het geval de eerder opgelegde verhaalsbijdrage wordt herzien, gaat de nieuw vastgestelde verhaalsbijdrage in per de eerste van de maand, volgend op die waarin het verzoek om herziening is ontvangen. Wanneer het verzoek om een herziening is ingediend binnen dertig dagen na vaststelling van de ambtshalve opgelegde verhaalsbijdrage, vindt de herziening plaats vanaf de datum van de eerste betalingsverplichting van de ambtshalve opgelegde verhaalsbijdrage.

  • 2 Het college kan, indien de gerechtelijke vastgesteld onderhoudsbijdrage of alimentatieverplichting dan wel een door haarzelf vastgestelde verhaalsbijdrage in het verleden is vastgesteld op grond van een inkomen uit uitkering, alsnog tot verhaal overgaan dan wel het in het verleden genomen verhaalsbesluit herzien. Daartoe wordt eenmaal per jaar in het Digitaal Klant Dossier (DKD) de inkomstenbron van de onderhoudsplichtige gecontroleerd. Indien daarin een noemenswaardige wijziging is ontstaan, worden verhaalsacties opgestart.

  • 3 Bij de herbeoordeling en vaststelling van de nieuwe verhaalsbijdrage, wordt rekening gehouden met hetgeen is vermeld onder artikel 4 lid 2 van dit beleid.

Artikel 18 Kwijtschelding/buiten invordering stellen van een achterstand in de verhaalsbijdrage

Het college kan op grond van schuldenproblematiek en/of op grond van dringende redenen, op verzoek van de belanghebbende, besluiten tot het (gedeeltelijk) kwijtschelden/buiten invordering stellen van een achterstand in de betaling van een verhaalsbijdrage, indien:

  • a.

    op grond van alsnog overgelegde informatie uit een draagkrachtberekening blijkt dat de eerder opgelegde verhaalsbijdrage dient te worden herzien of;

  • b.

    er een schuldenregeling wordt uitgevoerd door een erkende schuldhulpverlenende organisatie en - de vordering van de gemeente Haren wegens verhaal van uitkering ten minste zal worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang en - niet eerder dan dat de belanghebbende de uit de schuldenregeling voorvloeiende aflossingen en afspraken volledig is nagekomen;

  • c.

    van lid 1 onder b kan worden afgeweken, indien redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling, met betrekking tot alle vorderingen, zonder een zodanig besluit van de gemeente Haren niet tot stand zal komen dan wel tot een dwangakkoord zal leiden.

Afdeling 1 Overige bepalingen

Artikel 19 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de beleidsregels, indien toepassing tot onbillijkheden leidt.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 augustus 2011.

Ondertekening

Haren, 19 juli 2011
burgemeester en wethouders voornoemd,

Bijlage 1

Bijlage 1: Omrekenen loon sociale verzekeringen (DKD) naar netto loon ten behoeve van de tabel eigen aandeel kosten van kinderen.

Bijlage 2: Vaststelling maximale verhaalsbijdrage

Zie voor de bijlagen de website van de gemeente onder politiek&bestuur/regelingenbank/bijlagen bij regelingen

Toelichting 1 Toelichting

Zie voor de toelichting de website van de gemeente onder politiek&bestuur/regelingenbank/bijlagen bij regelingen