Regeling vervallen per 03-01-2019

Verordening op de raadscommissie 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 02-01-2019

Intitulé

Verordening op de raadscommissie 2012

De raad der gemeente Haren,

gelezen het voorstel van het presidium van 17 november 2011;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

VERORDENING OP DE RAADSCOMMISSIE 2012

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid of buitengewoon lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    presidium; de voorzitter van de raad en drie door de raad uit zijn midden benoemde leden.

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissie

De raad kent de raadscommissie ter voorbereiding op de raadsvergadering.

Artikel 3 Taken

De raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat geagendeerd is;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • c.

    voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1 De raadscommissie bedoeld in artikel 2 bestaat uit de leden van de raad en eventuele plaatsvervangers.

  • 2 De raad kan op voordracht van een fractie maximaal twee plaatsvervangende leden per fractie benoemen, die zitting hebben in de raadscommissie ter vervanging van een lid als bedoeld in het eerste lid. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangende leden.

  • 3 De plaatsvervangende leden hebben stemrecht (voor zover in de praktijk aan de orde) en toegang tot besloten vergaderingen en vertrouwelijke stukken na ondertekening van een verklaring van geheimhouding. Voor hen geldt de mogelijkheid van ontslag door de raad bij ‘wangedrag’ en zij zijn werkzaam zonder toekenning van enige financiële vergoeding.

  • 4 In de raadscommissie kunnen het maximale aantal leden dat een fractie telt, deelnemen aan de discussie in de raadscommissievergadering.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1 Een van de leden van het presidium vervult de rol van voorzitter van de raadscommissie genoemd in artikel 2, lid 1. De drie raadsleden bedoeld in artikel 1, onder c zijn tevens plaatsvervangend voorzitter van de raadscommissie bedoeld in artikel 2, lid 1. Het presidium wijst uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 2 De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1 De zittingsperiode van de leden eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2 De leden houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, tweede lid, gestelde eisen.

  • 3 De raad ontslaat een (plaatsvervangend) lid op voorstel van de fractie op wiens voordracht het (plaatsvervangend) lid is benoemd.

  • 4 De raad kan de voorzitter(s) of diens plaatsvervanger ontslaan.

  • 5 Een (plaatsvervangend) lid, de voorzitter(s) of diens plaatsvervanger kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6 Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier

  • 1 De raadscommissie wordt in haar werkzaamheden bijgestaan door de griffier.

  • 2 De griffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3 Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door een daartoe door de raad, in overleg met de griffier, aangewezen ambtenaar

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 College

Het presidium kan het college, de burgemeester en de secretaris verzoeken aanwezig te zijn in de vergadering en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1 De raadscommissie vergadert volgens een jaarlijks door de raad vast te stellen vergaderrooster. De vergaderingen van de raadscommissie vangen in de regel aan om 20.00 uur en vinden plaats in het gemeentehuis.

  • 2 Een raadscommissie vergadert voorts indien het presidium en/of de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken

  • 3 Het presidium en/of de voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 10 Oproep

  • 1 De griffier zendt namens de voorzitter van het presidium ten minste tien dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2 De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3 Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 11, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 11 De agenda

  • 1 Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt het presidium de agenda van de vergadering voorlopig vast. Hierbij is artikel 3e, lid c van het Reglement van Orde voor de raad van overeenkomstige toepassing.

  • 2 In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van het presidium na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3 Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren

  • 4 Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5 Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken

  • 1 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden via het beveiligde deel van de website gepubliceerd voor de raadsleden en plaatvervangende raadsleden. Daarnaast worden deze stukken voor een ieder ter inzage gelegd in het gemeentehuis. De voorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 13. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken gepubliceerd worden via het beveiligde deel van de website dan wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2 Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3 3. Indien omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeente-wet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van de raad inzage

Artikel 13 Openbare kennisgeving

  • 1 De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2 De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 14.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 14 Spreekrecht burgers

  • 1 Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen, uitgezonderd de agendapunten ‘vaststelling agenda’, ‘verslag’ en ‘mededelingen’. Wanneer een agendapunt niet in de raadscommissievergadering is behandeld, kan van het spreekrecht in de raadsvergadering gebruik worden gemaakt.

  • 2 Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3 Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk 15 minuten voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4 De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5 Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6 De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger. Indien de voorzitter het nodig oordeelt, kan de spreker in tweede termijn het woord krijgen voor een nadere toelichting van maximaal 2 minuten.

Artikel 15 Notulen

  • 1 1Van de raadscommissievergaderingen worden geen schriftelijke notulen opgesteld, omdat tijdens de raadscommissievergaderingen geen besluiten worden genomen.

  • 2 Via het webcasting systeem worden beeld- en geluidsopnamen gemaakt, welke via de website van de gemeente Haren kunnen worden geraadpleegd.

Artikel 16 Spreekregels

  • 1 Een lid, de voorzitter, de burgemeester, een wethouder en de secretaris spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.

  • 2 Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.

Artikel 17 Volgorde sprekers

  • 1 Een lid, de burgemeester, een wethouder of de secretaris, voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben

  • 2 De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.

Artikel 18 Aantal spreektermijnen

  • 1 De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2 Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3 Een lid mag in een termijn niet meer dan eenmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4 Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 19 Spreektijd

Om uitloop van de raadscommissievergadering te voorkomen hebben alle fracties evenveel spreektijd, naar eigen inzicht te verdelen over de geagendeerde onderwerpen. Ook het college heeft spreektijd. Het presidium kan besluiten de spreektijdverdeling aan te passen, of op te heffen.

Artikel 20 Voorstellen van orde

  • 1 De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2 Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3 Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 21 Handhaving orde; schorsing

  • 1 Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2 Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3 De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4 De voorzitter kan de raadscommissie voorstellen, aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 22 Beraadslaging

  • 1 De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over een of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2 Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 23 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1 De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2 Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 24 Advies

  • 1 Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2 Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3 Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4 In het advies worden de standpunten van alle fracties en buitengewone leden opgenomen.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 25 Algemeen

In een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 26 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 27 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

Artikel 28 Toehoorders en pers

  • 1 De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2 Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3 De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 29 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan voorafgaand aan de vergadering mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 30 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 31 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 32 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012. Op dat tijdstip vervalt de Verordening op de raadscommissies, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 februari 2010.

Ondertekening

 
Haren, 19 december 2011
O.E. de Vries, waarnemend griffier.
E. Fennema, voorzitter.