Regeling vervallen per 01-01-2019

Beleidsregels verlaging uitkeringen ParticipatiewetHaren 2015.

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2018

Intitulé

Beleidsregels verlaging uitkeringen ParticipatiewetHaren 2015.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haren;

gelet op artikel 14 lid 3 van de Gemeentewet en artikel 27 en 33 lid 4 van de Participatiewet;

gelet op het bepaalde in artikel 4: 81 van de Algemene Wet Bestuursrecht;

besluiten vast te stellen de

Beleidsregels verlaging uitkeringen Participatiewet Haren 2015.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • -

    De wet: de Participatiewet;

  • -

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haren

  • -

    kostganger: degene die tegen een financiële vergoeding een gedeelte van een woning huurt inclusief maaltijdvoorziening van iemand die de woning in zijn geheel huurt dan wel in eigendom heeft waarbij huurder/eigenaar en kostganger geen bloedverwanten zijn in de eerste of tweede graad;

  • -

    onderhuurder: degene die tegen een financiële vergoeding een gedeelte van een woning huurt van iemand die de woning in zijn geheel huurt dan wel in eigendom heeft waarbij huurder/eigenaar en onderhuurder geen bloedverwanten zijn in de eerste of tweede graad

  • -

    Woning : het woonhuis, woonschip of de woonwagen zoals genoemd in art.3 lid 6 van de wet

  • -

    Woonkosten:

    • a.

      Als een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs als bedoeld in artikel 1d van de Wet op de huurtoeslag.

    • b.

      Als een eigen woning wordt bewoond, de totale verschuldigde hypotheekrente per maand en de in verband met het eigendom van de woning verschuldigde zakelijke lasten zoals rioolrechten, eigenaarsgedeelte onroerend zaak belasting, opstalverzekering, eigenaarsgedeelte waterschapslasten en vastgesteld bedrag voor groot onderhoud

  • -

    Woonlasten: Alle kosten die verbonden zijn aan het bewonen van een woning, zoals woonkosten, energielasten etc. conform constante jurisprudentie en op grond van de wet.

Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze beleidsregels gebruikt in dezelfde betekenis als in de Participatiewet.

Artikel 2. Toepassing

  • 1. De bepalingen van deze beleidsregel gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze beleidsregel alleen als beide echtgenoten 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd zijn.

  • 2. De bepaling van de artikelen 3 t/m 5 laten de toepassing van artikel 18 lid 1 van de wet onverlet.

Artikel 3. Verlaging in verband met woonsituatie

De uitkering wordt in verband met een woonsituatie, zoals genoemd in artikel 27 van de wet verlaagd met

  • 1.

    het bedrag van de basishuur (woonkostenfactor in de Participatiewet) zoals omschreven in de artikelen 16 en 17 van de Wet op de Huurtoeslag als een woning wordt bewoond waarvoor de alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden geen woonkosten verschuldigd is.

  • 2.

    het bedrag van de basishuur (woonkostenfactor in de Participatiewet) zoals omschreven in de artikelen 16 en 17 van de Wet op de Huurtoeslag voor de alleenstaande van 21 of 22 jaar die geen zelfstandige woning bewoont.

  • 3.

    de helft van het bedrag van de basishuur (woonkostenfactor in de Participatiewet) zoals omschreven in de artikelen 16 en 17 van de Wet op de Huurtoeslag als er een kamer wordt bewoond.

  • 4.

    de helft van het bedrag van de basishuur (woonkostenfactor in de Participatiewet) zoals omschreven in de artikelen 16 en 17 van de Wet op de Huurtoeslag als er een anti-kraak woning wordt bewoond.

Artikel 4. Verlaging in verband met onderhuur en kostgangers

De uitkering wordt in verband met een woonsituatie, zoals genoemd in artikel 33 lid 4 van de wet

verlaagd met

  • 1.

    de feitelijk ontvangen netto inkomsten indien een woning wordt bewoond met onderhuurders.

  • 2.

    40% van de feitelijk ontvangen netto inkomsten indien een woning wordt bewoond met (maximaal twee) kostgangers.

Van een woonsituatie zoals genoemd in artikel 33 lid 4 van de wet is sprake indien

  • a.

    er sprake is van een commerciële prijs;

  • b.

    er een schriftelijke huur- of kostgangersovereenkomst aan ten grondslag ligt;

  • c.

    er bewijsstukken van de feitelijke betaling kunnen worden overgelegd;

Artikel 5. Schoolverlaters

In verband met recente beëindiging van het onderwijs of beroepsopleiding zoals genoemd in artikel 28 van de wet wordt geen verlaging toegepast.

Artikel 6. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van deze regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7. Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als :

Beleidsregels Verlaging uitkeringen Participatiewet Haren 2015.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2015.

Haren,      

burgemeester en wethouders voornoemd,

secretaris

burgemeester