Regeling vervallen per 01-01-2019

Overlegverordening commissie voor Georganiseerd Overleg gemeente Haren 2015

Geldend van 23-12-2015 t/m 31-12-2018

Intitulé

Overlegverordening commissie voor Georganiseerd Overleg gemeente Haren 2015

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haren,

Gelet op het bepaalde in hoofdstuk 12 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling-Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO);

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Ambtenarenwet en het Algemeen Ambtenarenreglement

Gehoord de commissie voor Georganiseerd Overleg op 14 december 2015;

b e s l u i t :

vast te stellen de Overlegverordening commissie voor Georganiseerd Overleg gemeente Haren 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      de commissie: het in artikel 12:2 van de CAR/UWO bedoelde commissie voor het Georganiseerd Overleg;

    • b.

      de ambtenaren: ambtenaren in de zin van de CAR/UWO in dienst bij de gemeente Haren;

    • c.

      het LOGA: Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden;

    • d.

      advies- en arbitragecommissie: de advies- en arbitragecommissie ingesteld door het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

    • e.

      de organisaties: de plaatselijk werkende groeperingen van de landelijke verenigingen van overheidspersoneel, aangesloten bij de centrales die zijn toegelaten tot het centraal overleg met het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, voor zover deze verenigingen leden hebben bij de gemeente Haren;

  • 2. De aan het slot van het vorige lid bedoelde centrales zijn in principe:

    • -

      ABVAKABO FNV;

    • -

      CNV Publieke Zaak.

Hoofdstuk 2 Samenstelling

Artikel 2

  • 1. De commissie is samengesteld uit een vertegenwoordiging van het college van burgemeester en wethouders en een vertegenwoordiging van de organisaties.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders wordt vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Personeel & Organisatie of bij afwezigheid zijn plaatsvervanger. Deze vertegenwoordiger treedt op als voorzitter van de commissie.

  • 3. De voorzitter van de commissie kan zich laten bijstaan door één of meerdere adviseurs. Deze adviseurs kunnen aan de besprekingen deelnemen.

  • 4. Voor de vertegenwoordiging van de organisaties worden per centrale, bedoeld in artikel 1. lid 2, tenminste twee leden en hun plaatsvervangers aangewezen. Deze aanwijzing geschiedt door en uit de organisaties die ten minste drie ambtenaren tot haar leden tellen. Daarnaast maakt per organisatie een regiobestuurder c.q. regioadviseur deel uit van de commissie.

  • 5. Het college van burgemeester en wethouders wijst een ambtenaar, niet behorende tot de vertegenwoordiging van de organisaties, aan tot secretaris van de commissie, alsmede diens plaatsvervanger. Daarnaast stelt het college een medewerker beschikbaar voor secretariaatswerkzaamheden.

  • 6. De secretaris neemt deel aan de besprekingen.

Artikel 3

  • 1. De aanwijzing door het gemeentebestuur geschiedt bij elke nieuwe zittingsperiode van het college en voorts telkens ter vervanging van hen die ophouden lid van het college te zijn.

  • 2. Uiterlijk 1 februari van elk jaar doet elke organisatie, bedoeld in artikel 2, lid 4, aan het college van burgemeester en wethouders opgaaf van:

    • a.

      het aantal van de op 1 januari van dat jaar bij haar aangesloten ambtenaren;

    • b.

      de namen en adressen van de ambtenaren die, ingevolge artikel 2, lid 4 als leden en plaatsvervangers zijn aangewezen.

  • 3. Degene die als lid of als plaatsvervanger door een organisatie is aangewezen, houdt op dit te zijn zodra hij geen lid van de organisatie of geen ambtenaar meer is, alsmede indien de organisatie schriftelijk aan het college van burgemeester en wethouders doet weten dat zijn aanwijzing als vertegenwoordiger of plaatsvervanger is ingetrokken. In deze gevallen wordt zo spoedig mogelijk een opvolger aangewezen.

Hoofdstuk 3 Taken en bevoegdheden

Artikel 4

  • 1. De commissie beraadslaagt over alle aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van de ambtenaren met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd, voor zover in het overleg niet wordt voorzien in het LOGA tussen het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de centrales van overheidspersoneel.

  • 2. Wordt over een onderwerp een regeling getroffen conform de uitkomsten in het LOGA, dan doet het college daarvan mededeling aan de commissie. Wordt geen regeling getroffen dan wordt ter zake alsnog overlegt in de commissie.

  • 3. De vertegenwoordiging van het college en de vertegenwoordiging van de organisaties kunnen een meerjarig contract sluiten over werkgelegenheid en de aangelegenheden als bedoeld in lid 1.

  • 4. Besluiten die vallen onder de werkingssfeer van een contract als bedoeld in lid 3, worden door burgemeester en wethouders niet genomen, nadat tussen de vertegenwoordigingen van het college en de organisaties over de concept-besluiten respectievelijk voorstellen overeenstemming is bereikt.

  • 5. Besluiten omtrent de overige in dit artikel bedoelde onderwerpen worden door burgemeester en wethouders niet genomen, nadat de commissie haar mening over de concept-besluiten, respectievelijk voorstellen heeft kenbaar gemaakt.

Artikel 5

Besluiten over de in artikel 4 bedoelde onderwerpen worden door het college van burgemeester en wethouders niet genomen dan nadat daarover in de commissie overeenstemming is bereikt.

Artikel 6

  • 1. De commissie, alsmede de vertegenwoordiging van de organisaties, is bevoegd aangaande de in artikel 4 bedoelde onderwerpen voorstellen te doen aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. De besluiten, die naar aanleiding van voorstellen van de commissie worden genomen, worden aan de vertegenwoordiging van de organisaties en aan de hoofdbesturen van de vertegenwoordigde organisaties meegedeeld.

Artikel 7

  • 1. De commissie alsmede de vertegenwoordiging van de organisaties zijn bevoegd, aangaande de in artikel 4 bedoelde onderwerpen, voorstellen te doen aan burgemeester en wethouders.

  • 2. De besluiten, welke naar aanleiding van voorstellen van de commissie worden genomen, worden aan de vertegenwoordiging van de organisaties en aan de hoofdbesturen van de vertegenwoordigde organisaties meegedeeld.

Artikel 8

  • 1. De commissie kan, als dat voor de behandeling van een bepaald onderwerp nodig wordt geacht, een subcommissie instellen bestaande uit een door haar aan te wijzen voorzitter en leden.

  • 2. De secretaris van de commissie is tevens secretaris van de subcommissie. Hij kan zich doen bijstaan of vervangen door degenen, die ingevolge artikel 2, lid 5, ter beschikking staan.

  • 3. Het bepaalde in artikel 13 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9

  • 1. De commissie kan, indien dat voor de behandeling van een bepaald onderwerp nodig wordt geacht, een technisch beraad instellen, bestaande uit de secretaris, adviseurs en de vertegenwoordiging van de organisaties.

  • 2. De vertegenwoordiging van de organisaties kunnen vragen stellen over de documenten die tijdens de GO-vergadering aan de orde komen.

  • 3. Het technisch beraad zal twee weken voor de GO-vergadering plaats vinden.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Artikel 10

  • 1. De commissie vergadert, als de voorzitter dit nodig acht, op door hem te bepalen tijdstippen.

  • 2. Voorts belegt de voorzitter een vergadering als ten minste drie leden van de commissie hem dit schriftelijk met opgaaf van redenen verzoeken en wel uiterlijk binnen een maand na ontvangst van het verzoek.

Artikel 11

  • 1. De commissie wordt tijdig, in de regel drie weken van tevoren, ter vergadering opgeroepen. De oproepingsbrief vermeldt zoveel mogelijk de te behandelen onderwerpen.

  • 2. Een vergadering kan slechts plaats hebben indien de voorzitter en ten minste de helft van de organisaties is vertegenwoordigd.

  • 3. Indien wegens onvoltalligheid in de zin van het vorige lid een vergadering niet kan plaats hebben, worden de aan de orde zijnde onderwerpen door de voorzitter geplaatst op de agenda van een binnen twee weken te houden nieuwe vergadering, in welke vergadering die onderwerpen in elk geval kunnen worden behandeld.

Artikel 12

Elk lid heeft het recht onderwerpen ter behandeling aanhangig te maken door schriftelijke opgave aan de voorzitter. Deze stelt die onderwerpen zo mogelijk in de eerstvolgende vergadering aan de orde.

Artikel 13

  • 1. De vergaderingen zijn niet openbaar.

  • 2. De voorzitter kan de gemeentesecretaris, andere ambtenaren, alsmede externe adviseurs, uitnodigen de vergadering bij te wonen. Deze kunnen aan de besprekingen deelnemen. In elk geval worden de vaste adviseurs, als bedoeld in artikel 2, uitgenodigd.

  • 3. De vertegenwoordiging van de organisaties is bevoegd de onderwerpen van de agenda, binnen de grenzen van een doelmatige en vertrouwelijke behandeling van zaken, aan een voorbespreking in eigen kring te onderwerpen.

  • 4. De voorzitter kan omtrent het in de vergadering behandelde en omtrent de inhoud van aan de commissie overgelegde stukken geheimhouding opleggen. Deze geheimhouding geldt niet ten opzichte van het college van burgemeester en wethouders, alsmede niet tegenover de hoofdbesturen van de vertegenwoordigde organisaties.

Artikel 14

De voorzitter kan op verzoek van ten minste twee leden of zo dikwijls hij dit nodig acht de vergadering schorsen voor een door hem te bepalen tijd.

Artikel 15

  • 1. Indien in de vergadering moet worden gestemd, brengt elke vertegenwoordiging, bedoeld in artikel 2, lid 1, een stem uit.

  • 2. De stem van de vertegenwoordiging van het college van burgemeester en wethouders wordt bepaald door hoofdelijke stemming der aanwezige leden in of buiten de vergadering. Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter.

  • 3. De stem van de vertegenwoordiging der organisaties wordt bepaald door stemming per vertegenwoordigde organisatie, waarbij voor iedere organisatie zoveel stemmen worden uitgebracht als ambtenaren bij haar zijn aangesloten op de eerste dag van het lopende jaar, met dien verstande, dat voor het totaal aantal stemmen min één dat door de andere organisaties gezamenlijk wordt uitgebracht. Bij staking van stemmen wordt de vertegenwoordiging geacht te hebben tegengestemd.

Artikel 16

Het in de vergadering behandelde wordt zakelijk weergegeven in de notulen die zo spoedig mogelijk in afschrift aan de leden wordt toegezonden.

Artikel 17

Indien door de commissie een reglement van orde voor de vergadering wordt vastgesteld, behoeft dit de goedkeuring van het college van burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk 5 Geschillen

Artikel 18

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    Deelnemers aan het overleg: de vertegenwoordiging van het college van burgemeester en wethouders en de vertegenwoordigers van de organisaties genoemd in artikel 1, lid 1.

  • b.

    Advies- en arbitragecommissie: de advies- en arbitragecommissie ingesteld door het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

Artikel 19

De artikelen 20 tot en met 24 zijn slechts van toepassing op geschillen inzake aangelegenheden als bedoeld in artikel 4, lid 1 voor zover deze aangelegenheden uitsluitend de rechtstoestand van ambtenaren met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd, betreffen, alsmede op geschillen inzake aangelegenheden als bedoeld in artikel 4, lid 3.

Artikel 20

Indien één of meer van de deelnemers aan het overleg tot het oordeel komen dat dit overleg niet zal leiden tot een uitkomst die de instemming van alle deelnemers zal hebben, brengen zij dat oordeel binnen zes dagen, nadat zij daarvan in het overleg blijk hebben gegeven, schriftelijk ter kennis van de overige deelnemers aan het overleg.

Artikel 21

  • 1. Binnen tien dagen na de kennisgeving in het vorige artikel schrijft de voorzitter een vergadering van de commissie uit. De vergadering wordt gehouden binnen zeven dagen nadat deze is uitgeschreven.

  • 2. Tenzij door de commissie wordt besloten het overleg voort te zetten dan wel te beëindigen, wordt in de vergadering nagegaan of overeenstemming bestaat over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is en of een oplossing van dat geschil zal worden onderzocht door voortzetting van het overleg nadat advies is ingewonnen van de advies- en arbitragecommissie dan wel door onderwerping van het geschil aan een arbitrale uitspraak van die commissie.

  • 3. Tot het inwinnen van advies zijn- ieder voor zich- de vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en de vertegenwoordiging der organisaties bevoegd. Het bepaalde in artikel 15 is hierbij onverkort van toepassing.

  • 4. Voor onderwerping van het geschil aan arbitrage is overeenstemming vereist tussen alle deelnemers aan het overleg.

Artikel 22

  • 1. Binnen zes dagen na de vergadering bedoeld in artikel 21 wordt het verzoek om advies ter kennis gebracht van de voorzitter van de advies- en artitragecommissie. Het verzoek wordt ondertekend door de deelnemers aan het overleg die zich voor inwinning van het advies hebben uitgesproken en bevat ten minste het onderwerp en de inhoud van het geschil. Indien in de vergadering bedoeld in artikel 21 geen overeenstemming is bereikt tussen alle deelnemers aan het overleg over de vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is, brengen de overige deelnemers aan het overleg hun visie op het onderwerp en de inhoud van het geschil eveneens binnen zes dagen na eerdergenoemde vergadering ter kennis van de voorzitter van de advies- en arbitragecommissie.

  • 2. Binnen zes dagen na de vergadering bedoeld in artikel 20 wordt het verzoek om arbitrage ter kennis gebracht van de voorzitter van de advies- en arbitragecommissie. Het verzoek daartoe wordt ondertekend door alle deelnemers aan het overleg en dient tenminste te bevatten:

    • a.

      Het onderwerp en de inhoud van het geschil;

    • b.

      De standpunten van alle deelnemers aan het overleg omtrent onderwerp en inhoud van het geschil.

Artikel 23

Binnen twee weken na ontvangst van het advies wordt het overleg over het geschil voortgezet.

Artikel 24

De arbitrale uitspraak van de advies- en arbitragecommissie is bindend.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 25

In de gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders na overleg met de commissie.

Artikel 26

  • 1. Deze verordening kan niet worden gewijzigd dan nadat het voorstel tot wijziging in de commissie is behandeld.

  • 2. De commissie heeft het recht voorstellen omtrent wijziging voor te leggen aan het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 27

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Overlegverordening commissie voor Georganiseerd Overleg gemeente Haren 2015”.

  • 2.

    Zij treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 3.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de voorgaande verordening, in werking getreden op 20 december 1993.

Ondertekening

Haren, 15 december 2015
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,