Regeling vervallen per 06-12-2016

Verordening op de Rekenkamercommissie 2010

Geldend van 29-03-2010 t/m 05-12-2016

Intitulé

Verordening op de Rekenkamercommissie 2010

DE RAAD DER GEMEENTE HAREN, 

gelet op artikel 180 van de Gemeentewet;

gelet op het raadsbesluit van 25 januari 2010 met betrekking tot de principekeuze lokale rekenkamerfunctie;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

Verordening op de Rekenkamercommissie 2010

Hoofdstuk 1 begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: rekenkamercommissie van de gemeente Haren;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    extern lid: een lid van de rekenkamercommissie dat door de raad van buiten de kring van zijn leden is aangewezen en geen lid is van een andere door de namens de raad ingestelde commissie.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1 Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2 De rekenkamercommissie bestaat uit drie externe leden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1 De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie uit externen;

  • 2 De externe leden worden voor een periode van vier jaar benoemd;

  • 3 De rekenkamercommissie benoemt de voorzitter. De voorzitter draagt zorg voor tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijzen en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter.

  • 4 Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden van de rekenkamercommissie pleegt de raad overleg met de rekenkamercommissie.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1 De raad ontslaat de leden en plaatsvervangende leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2 Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 3 De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de rekenkamercommissie

  • 1 De externe leden ontvangen, naast een reiskostenvergoeding, een vergoeding voor het voorbereiden en bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie.

  • 2 De voorzitter van de rekenkamercommissie ontvangt per vergadering van de rekenkamercommissie een vergoeding van € 175,- prijspeil 2010.

  • 3 De overige leden van de rekenkamercommissie ontvangen per vergadering van de rekenkamercommissie een vergoeding van € 150,- prijspeil 2010.

  • 4 De vergoedingen genoemd in dit artikel, komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1 De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de rekenkamercommissie.

  • 2 De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3 De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4 De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

  • 5 Voor de ambtelijk secretaris gelden dezelfde onverenigbare betrekkingen als voor de leden. De commissie kan maximaal dezelfde vergoedingen toekennen als voor de externe voorzitter.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1 De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2 De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3 De raad kan de commissie een met redenen omkleed verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen twee maanden in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1 De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2 De commissie stelt jaarlijks een jaarplan en een jaarverslag op. Het jaarplan en het jaarverslag worden ter kennisname aan de raad gestuurd.

  • 3 De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 4 De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gesteld termijn te verstrekken.

  • 5 De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 6 De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 7 De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 8 Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, als bedoeld in artikel 6 externe personen of bureaus inschakelen.

  • 9 De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 10 Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo snel mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Budget

  • 1 De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2 Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen die krachtens artikel 6 zijn toegekend aan de externe leden van de rekenkamercommissie;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      de kosten van externe deskundigen die mogelijk door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3 Van het totale jaarlijks beschikbare budget voor de rekenkamercommissie Haren, wordt jaarlijks ten minste € 20.000 besteed aan onderzoek.

  • 4 De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag waarop de Verordening is gepubliceerd.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de rekenkamercommissie 2010.

Ondertekening

Haren, 29 maart 2010
de raad voornoemd,
 
P.A. Lambeck MSc,griffier
mr. M. Boumans MPM,voorzitter 

Toelichting 1

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven. In de verordening is gekozen om de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet is genoemd) niet in artikel 1 op te nemen. Hiermee wordt voorkomen dat gemeenten in de verordening een eigen definitie hanteren. Wel wordt in deze toelichting uiteengezet wat onder deze termen wordt verstaan. Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.

Artikel 2

Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de wet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een rekenkamerfunctie. In onze verordening is gekozen voor een rekenkamercommissie met externen. De voorzitter wordt uit de externe leden gekozen. De raad bepaalt zelf hoeveel leden de commissie zal hebben, in ons geval drie leden.

Artikel 3

Anders dan bij de rekenkamer kunnen naast externen ook raadsleden en leden van andere commissies deel uitmaken van de rekenkamercommissie. Indien de rekenkamercommissie uit twee of meer leden bestaat, benoemt de rekenkamercommissie uit de externe leden de voorzitter van de rekenkamer. Uit oogpunt van onafhankelijkheid kan er voor gekozen worden dat niet-raadsleden deelnemen in de rekenkamercommissie. De onafhankelijkheid van de rekenkamercommissie vindt de raad van groot belang en daarom is op 25 januari 2010 besloten om een rekenkamercommissie in te stellen met alleen externe leden. In het tweede lid is een termijn van 4 jaar genoemd. De raad kan uiteraard zelf bepalen of hij de leden van de rekenkamercommissie korter of langer dan 4 jaar benoemd.

Artikel 4

De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden van de rekenkamercommissie.

Artikel 5

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.

Artikel 6

In dit artikel is de vergoeding die externe leden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd. Afgesproken is de vergoeding € 200,- bruto voor een extern lid en € 250,- bruto voor een extern voorzitter.

Artikel 7

De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris. Deze wordt door de raad aangewezen. De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzicht van de rekenkamercommissie. De term ambtelijk secretaris houdt niet in dat de secretaris afkomstig is uit de ambtelijke organisatie.

Artikel 8

Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten/kunnen zaken zoals de vergoeding, volgorde van aftreden bij een meerhoofdige rekenkamercommissie, verhouding secretaris - voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts geregeld.

Artikel 9

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kiezen. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen, maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar, maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffen de ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijk wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamercommissie verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventuele aanbevelingen.

Eventueel zouden zaken dien in dit artikel zijn opgenomen ook in een reglement van orde kunnen worden geregeld

Artikel 11

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.

Artikel 12 en 13

Deze artikelen behoeven geen toelichting.