Regeling vervallen per 31-12-2011

Verordening op de raadscommissie 2010

Geldend van 01-03-2010 t/m 30-12-2011

Intitulé

Verordening op de raadscommissie 2010

DE RAAD DER GEMEENTE HAREN,

 

gelezen het voorstel van het presidium van 19 januari 2010;

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

Verordening op de raadscommissie 2010

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid of buitengewoon lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    presidium: de voorzitter van de raad en drie door de raad uit zijn midden benoemde leden;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2 Instelling raadscommissie

  • 1 De raad kent de raadscommissie ter voorbereiding op de raadsvergadering.

Artikel 3 Taken

De raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat geagendeerd is;

  • b.

    het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

  • c.

    voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur.

Artikel 4 Samenstelling

  • 1 De raadscommissie bedoeld in artikel 2 bestaat uit de leden van de raad en eventuele plaatsvervangers.

  • 2 De raad kan op voordracht van een fractie maximaal twee plaatsvervangende leden per fractie benoemen, die zitting hebben in de raadscommissie ter vervanging van een lid als bedoeld in het eerste lid. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangende leden.

  • 3 De plaatsvervangende leden hebben stemrecht (voor zover in de praktijk aan de orde) en toegang tot besloten vergaderingen en vertrouwelijke stukken na ondertekening van een verklaring van geheimhouding. Voor hen geldt de mogelijkheid van ontslag door de raad bij ‘wangedrag’ en zij zijn werkzaam zonder toekenning van enige financiële vergoeding.

  • 4 In de raadscommissie kunnen het maximale aantal leden dat een fractie telt, deelnemen aan de discussie in de raadscommissievergadering.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1 De voorzitter van de raad is tevens voorzitter van de raadscommissie genoemd in artikel 2, lid 1. De drie raadsleden bedoeld in artikel 1, onder c zijn tevens plaatsvervangend voorzitter van de raadscommissie bedoeld in artikel 2, lid 1.

  • 2 De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

  • 1 De zittingsperiode van de leden eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2 De leden houden op lid te zijn van een raadscommissie indien zij niet meer voldoen aan de in artikel 4, tweede lid, gestelde eisen.

  • 3 De raad ontslaat een (plaatsvervangend) lid op voorstel van de fractie op wiens voordracht het (plaatsvervangend) lid is benoemd.

  • 4 De raad kan de voorzitter(s) of diens plaatsvervanger ontslaan.

  • 5 Een (plaatsvervangend) lid, de voorzitter(s) of diens plaatsvervanger kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6 Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Griffier

  • 1 De raadscommissie wordt in haar werkzaamheden bijgestaan door de griffier.

  • 2 De griffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3 Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door een daartoe door de raad, in overleg met de griffier, aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 8 Gemeentesecretaris

De raadscommissie kan het college verzoeken de secretaris aanwezig te laten zijn in de vergadering en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in deze verordening.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereidingen

Artikel 9 Vergaderfrequentie

  • 1 De raadscommissie vergadert volgens een jaarlijks door de raad vast te stellen vergaderrooster. De vergaderingen van de raadscommissie vangen in de regel aan om 20.00 uur en vinden plaats in het gemeentehuis.

  • 2 Een raadscommissie vergadert voorts indien het presidium en/of de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 3 Het presidium en/of de voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Zij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 10 Oproep

  • 1 De voorzitter van het presidium zendt tenminste tien dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2 De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden verzonden.

  • 3 Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 11, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 11 De agenda

  • 1 Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt het presidium de agenda van de vergadering voorlopig vast. Hierbij is artikel 3e, lid c, van het Reglement van Orde voor de raad van overeenkomstige toepassing.

  • 2 In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van het presidium na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3 Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4 Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan zij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 5 Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 12 Ter inzage leggen van stukken

  • 1 Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 13. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2 Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

Artikel 13 Openbare kennisgeving

  • 1 De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door tijdige aankondiging in gemeentelijk mededelingenrubriek in het Harener Weekblad en door plaatsing op de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2 In het geval er geen aankondiging in de gemeentelijke mededelingenrubriek in het Harener Weekblad ter openbare kennis is gebracht, bestaat de mogelijkheid om de aankondiging op een nader te bepalen moment in de regionale media ter openbare kennis te brengen.

  • 3 De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 14.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 14 Spreekrecht burgers

  • 1 Na de opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen, uitgezonderd de agendapunten ‘vaststelling agenda’, ‘verslag’ en ‘mededelingen’.

  • 2 Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3 Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk 15 minuten voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4 De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5 Elke spreker krijgt maximaal drie minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6 De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger. Indien de voorzitter het nodig oordeelt, kan de spreker in tweede termijn het woord krijgen voor een nadere toelichting van maximaal 2 minuten.

Artikel 15 Notulen

  • 1 Van de raadscommissievergaderingen worden notulen gemaakt.

  • 2 De ontwerpnotulen van de voorgaande vergadering worden zo mogelijk uiterlijk een week na de raadsvergadering aan de leden van de raad toegezonden. De notulen worden op hetzelfde moment aan de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.

  • 3 Bij het begin van de vergadering worden, zoveel mogelijk, de notulen van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 4 De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en de secretaris hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien de notulen onjuistheden bevatten of niet duidelijk weergeven hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient voorafgaande aan de schriftelijke oproep bij de griffier te worden ingediend.

  • 5 De notulen moeten inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders en de ter vergadering aanwezige leden en overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een vermelding van zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van de aanwezigen die het woord voerden;

    • d.

      de adviezen van de raadscommissie over de verdere behandeling van de voorstellen.

  • 6 De notulen worden opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de griffier.

  • 7 De vastgesteld notulen worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

  • 8 De gewijzigde ontwerpnotulen van de voorgaande vergadering worden, zo mogelijk aan de leden van de raad toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep.

  • 9 De notulen van de raadscommissie worden niet woordelijk weergegeven.

  • 10 Het notuleren van de raadscommissievergaderingen wordt uitbesteed aan een extern bureau.

Artikel 16 Spreekregels

  • 1 Een lid, de voorzitter, de burgemeester, een wethouder en de secretaris spreken vanaf hun plaats of van de spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.

  • 2 Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats spreken.

Artikel 17 Volgorde sprekers

  • 1 Een lid, de burgemeester, een wethouder of de secretaris, voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 2 De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord wordt gevraagd over de orde van de vergadering.

Artikel 18 Aantal spreektermijnen

  • 1 De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2 Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3 Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4 Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 19 Spreektijd

Een lid kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 20 Voorstellen van orde

  • 1 De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2 Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3 Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 21 Handhaving orde; schorsing

  • 1 Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2 Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.