Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR190230
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR190230/1
Regeling vervallen per 02-01-2013
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012
Geldend van 01-01-2012 t/m 01-01-2013
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor deloepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. vakantieonderkomens: woningen, woonschepen, appartementen en andere
verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak
bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie en andere recreatieve
doeleinden;
b. mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans
en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn
dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve
doeleinden;
c. niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten
daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in
hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden,
doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd
dan wel te huur worden aangeboden;
d. vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende
een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of
stacaravan.
e. pensions: beroepsmatig verhuurde ruimten, niet zijnde vakantieonderkomens,
mobiele kampeeronderkomens, stacaravans, hotels of accommodaties, bestemd en
gebruikt voor verblijf in groepsverband.
Artikel 2 Belastbaar feit
Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels,
pensions, vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig
verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook
door personen, die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie
persoonsgegevens van de gemeente zijn ingeschreven, wordt onder de naam
"toeristenbelasting" een directe belasting geheven.
Artikel 3 Belastingplicht
1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2
in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande
terreinen.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter
zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is
belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.
Artikel 4 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
1. door degene die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of
verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van
dagen verblijft; waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op
de heffing en invordering van watertoeristenbelasting;
2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet
2000, die in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van
voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houden in een gelegenheid
als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het
Centraal Orgaan Asielzoekers;
3. Als leider, verzorger, of leerling in een van overheidswege erkend internaat verblijft.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.
Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
1. Het aantal personen dat heeft overnacht wordt met betrekking tot mobiele kampeeronderkomens
en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald op 2,2.
2. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt
ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens of stacaravans op
vaste standplaatsen welke geschikt zijn voor het gebruik of slechts gebruikt mogen
worden gedurende:
• 3 maanden in het belastingjaar (voorseizoen), bepaald op 19;
• meer dan 3 doch ten hoogste 6 maanden in het belastingjaar, bepaald op 38.
Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de
aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal
overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6
berekende aantal.
Artikel 8 Belastingtarief
Het tarief bedraagt per overnachting € 0,60.
Artikel 9 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 10 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 11 Aanslaggrens
Belastingaanslagen van minder dan € 10,- worden niet opgelegd.
Artikel 12 Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de
aanslagen betaald worden in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de
laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het
aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde
termijnen.
Artikel 13 Kwijtschelding Van belastingen
Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot
de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
Artikel 15 Nachtverblijfregister
1. leder die gelegenheid tot nachtverblijf biedt in de zin van deze verordening is
verplicht een door de gemeente kosteloos ter beschikking gesteld
nachtverblijfregister aan te houden.
2. Het college van burgemeester en wethouders geeft nadere voorschriften omtrent de
inrichting en het gebruik van het nachtverblijfregister.
3. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd voor bepaalde gevallen of
groepen van gevallen van de in het eerste lid bedoelde verplichting gehele of
gedeeltelijke ontheffing te verlenen, zo nodig onder door haar te stellen
voorwaarden.
Artikel 16 Aanmeldingsplicht
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de
eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten
verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en
wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid,
onderdelen b en d van de Gemeentewet.
Artikel 17 Strafbepaling
Onverminderd het bepaalde in artikel 247, eerste lid, van de Gemeentewet wordt op
overtreding van deze belastingverordening een geldboete gesteld van de eerste
categorie.
Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel
1. De "Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2010" van
11 november 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde
datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op
de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening toeristenbelasting 2012".
Vastgesteld door de raad in zijn
vergadering van 9 november 2011
, de voorzitter
, de raadsgriffier
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl