Regeling vervallen per 01-11-2017

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent afhandeling van bezwaarschriften Verordening afhandeling bezwaarschriften 2013

Geldend van 06-10-2013 t/m 31-10-2017

Intitulé

Verordening afhandeling bezwaarschriften gemeente Heemskerk 2013 

De raad,

het college van burgemeester en wethouders en

de burgemeester van de gemeente Heemskerk;

ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van het college d.d. 3 september 2013, nummer 51;

gehoord de commissie AB;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de volgende

Verordening afhandeling bezwaarschriften gemeente Heemskerk 2013 

Hoofdstuk 1 Begripsbepaling

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

verwerend orgaan bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

commissie vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften;

wet Algemene wet bestuursrecht;

ambtelijk horen het horen namens het bestuursorgaan als bedoeld in artikel 7:5 van de wet door een juridisch adviseur van bureau Afdelingszaken.

Hoofdstuk 2 Behandeling bezwaarschriften commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten:

    • a.

      op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      ten aanzien van ambtenaren en bestuurders, genomen op grond van de Ambtenarenwet en de bijbehorende uitvoeringswetten, besluiten en verordeningen, alsmede wetten, besluiten, verordeningen en regelingen betreffende arbeidsvoorwaarden.

  • 3. Tevens is de commissie niet bevoegd ten aanzien van categorieën bezwaarschriften waarvan is bepaald door het college of de burgemeester dat het horen ambtelijk plaatsvindt.

  • 4. In afwijking van het gestelde in het derde lid, kunnen het college of de burgemeester besluiten om de beslissing op bezwaarschriften tegen besluiten als genoemd in het derde lid, door de commissie te laten voorbereiden.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter, ten minste een plaatsvervangend voorzitter en ten minste vier leden.

  • 2. De (plaatsvervangend) voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.

  • 4. De voorzitter en de leden van de commissie dienen deskundig te zijn op juridisch of bestuurlijk terrein en bij voorkeur geen binding te hebben met de gemeente Heemskerk.

Artikel 4 Kamers

  • 1. De commissie hoort en brengt haar adviezen uit door een uit de commissie gevormde kamer bestaande uit de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter en twee leden.

  • 2. De commissie kent twee kamers. Er is een Kamer voor Sociale Zaken, die bezwaarschriften behandelt waarbij het horen in verband met de aard van de zaken in een besloten zitting plaatsvindt. Tot de competentie van de kamer behoort de advisering over bezwaarschriften op het gebied van sociale zekerheid en zorg.

  • 3. Er is een Kamer voor Algemene Zaken, die bezwaarschriften behandelt waarbij het horen als regel in een openbare zitting plaatsvindt. Tot de competentie van deze kamer behoort de advisering over bezwaarschriften die niet in de Kamer voor Sociale Zaken aan de orde komen.

  • 4. Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Secretaris

  • 1. Het college wijst een of meer ambtenaren aan als secretaris van de commissie.

  • 2. Een secretaris van de commissie treedt op als secretaris van een kamer.

  • 3. Een secretaris van de commissie c.q. kamer neemt niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij zijn onpartijdigheid in het geding is.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie zijn ten hoogste eenmaal herbenoembaar.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 4. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift alsmede de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 8 Bemiddeling

Indien partijen en het college dan wel de burgemeester daartoe bereid zijn, wordt de bezwaarprocedure opgeschort, in afwachting van de behandeling van het onderliggende conflict door middel van alternatieve geschillenoplossing.

Artikel 9 Uitoefening/overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de secretaris van de commissie:

  • -

    2:1, tweede lid;

  • -

    6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;

  • -

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie.

Artikel 10 Vooronderzoek

  • 1. De secretaris van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 11 Hoorzitting commissie

  • 1. De secretaris van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3. De bevoegdheden ingevolge artikel 7:6, vierde lid, van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 12 Uitnodiging hoorzitting commissie

  • 1. De secretaris nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de secretaris verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de secretaris op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 13 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van de kamer aanwezig is.

Artikel 14 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 15 Wraking

  • 1. Op verzoek van belanghebbende kan de voorzitter en elk van de leden van de commissie die een zaak behandelen worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de onpartijdigheid van de commissie schade zou kunnen lijden.

  • 2. Het verzoek tot wraking kan tot aan het begin van de hoorzitting worden gedaan en is gemotiveerd.

  • 3. De verzoeker en degene wiens wraking is verzocht worden in de gelegenheid gesteld te worden gehoord.

  • 4. De overige commissieleden beslissen in raadkamer. De beslissing is gemotiveerd en wordt onverwijld aan de verzoeker, de andere partijen en degene wiens wraking was verzocht meegedeeld.

Artikel 16 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de Kamer Algemene Zaken is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt.

  • 3. Indien een belanghebbende hiertoe een verzoek doet, beslist de commissie of gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten. Indien dit volgens de commissie het geval is vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 17 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting van de Kamer Algemene Zaken geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 18 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 19 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de (plaatsvervangend) voorzitter.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 20 Uitbrengen advies

Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 17 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

Artikel 21 Jaaroverzicht

  • 1. De commissie verstrekt jaarlijks voor 1 juni een overzicht van de door haar behandelde zaken in het afgelopen kalenderjaar aan de gemeenteraad, het college en de burgemeester.

  • 2. De secretaris verwerkt dit overzicht in het jaarverslag over de afhandeling van alle behandelde bezwaarschriften.

Artikel 22 Vergoedingen

De voorzitter en de leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van een vergadering van de commissie een vergoeding waarvan de hoogte door het college wordt vastgesteld.

Hoofdstuk 3 Ambtelijke afhandeling bezwaarschriften

Artikel 23 Secretariaat

De voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften tegen besluiten, genoemd in artikel 2, derde en vierde lid, vindt plaats op het bureau Afdelingszaken.

Artikel 24 Behandelwijze bezwaarschriften

Met inachtneming van hetgeen in de wet en in deze verordening is geregeld, is het in artikel 23 bedoelde secretariaat bevoegd zijn werkwijze zelf te bepalen.

Hoofdstuk 4 Overige en slotbepalingen

Artikel 25 Overgangsrecht

  • 1. Bezwaarschriften die ingediend zijn voor inwerkingtreding van deze verordening worden behandeld volgens de bepalingen in de Verordening commissie bezwaarschriften 2006.

  • 2. Voor commissieleden die zitting hebben op het moment van inwerkingtreding van deze verordening wordt in overleg een rooster van aftreden opgesteld.

Artikel 26 Intrekking oude regeling

De Verordening commissie bezwaarschriften 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 27 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

Artikel 28 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening afhandeling bezwaarschriften 2013.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente
Heemskerk in zijn openbare vergadering van
26 september 2013
de raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders
in de vergadering van
de secretaris, de burgemeester,
Aldus vastgesteld d.d. 3 september 2013
de burgemeester

Artikelsgewijze toelichting op de Verordening afhandeling bezwaarschriften 2013

In de aanhef van deze regeling is bepaald dat de bestuursorganen van de gemeente, de raad, het college en de burgemeester, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft, besluiten de verordening vast te stellen. Duidelijk is dat de raad de verordenende bevoegdheid heeft. Het college en de burgemeester hebben deze bevoegdheid niet, maar nemen hiermee het besluit tot het instellen van de commissie bezwaarschriften. Op deze manier is het mogelijk dat de bestuursorganen samen een en dezelfde commissie instellen om te adviseren op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

Artikel 1. Begripsbepaling

In dit artikel zijn slechts die begripsbepalingen opgenomen die niet in de Awb voorkomen.

Artikel 2. Inleidende bepaling commissie

Middels deze bepaling wordt de commissie bezwaarschriften geïntroduceerd en worden de grenzen van haar bevoegdheid vastgelegd. Artikel 2 is zó opgebouwd dat uitgangspunt is dat de voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester berust bij de commissie bezwaarschriften.

Het tweede lid geeft beperkingen aan op de algemene taak zoals die in het eerste lid staat omschreven. De beperkingen hebben betrekking op categorieën bezwaarschriften waarvoor thans aparte procedures gelden. Voortzetting van die werkwijze wordt wenselijk geacht.

Het derde lid maakt het mogelijk bij college- en burgemeestersbesluit te bepalen dat bij bepaalde categorieën bezwaarschriften ambtelijk wordt gehoord. Deze werkwijze heeft tot doel de doorlooptijd van de bezwaarschriften te verkorten. De voorbereiding van de beslissing op de bezwaren zal verder via de ambtelijke procedure als genoemd in artikel 23 en 24 plaatsvinden.

Bij de inwerkingtreding van deze verordening zijn door het college onder andere de volgende categorieën aangewezen: bezwaarschriften in het kader van de Wet werk en bijstand, de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (te vervangen door de Wet basisregistratie personen), de Regeling gehandicaptenparkeerplaats én kennelijk niet-ontvankelijke bezwaarschriften. Door de burgemeester zijn aangewezen: bezwaarschriften in het kader van de Paspoortwet en kennelijk niet-ontvankelijke bezwaarschriften. De aangewezen categorieën worden opgenomen in een aanwijzingsbesluit.

Het vierde lid opent de mogelijkheid om de voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten als genoemd in het derde lid alsnog bij de commissie bezwaarschriften te leggen.

Artikel 3. Samenstelling van de commissie

De (nieuwe) leden van de commissie worden (her) benoemd door het college. Om de objectiviteit zoveel mogelijk te waarborgen en schijn van vooringenomenheid te vermijden mogen de voorzitter en de leden geen deel uitmaken van het bestuur en werkzaam zijn onder de gemeente Heemskerk.

Artikel 4 en 5

Deze artikelen spreken voor zich.

Artikel 6. Zittingsduur

In de voorgaande verordening was bepaald dat de zittingsduur van de commissie gelijk liep met de zittingstermijn van de raad. Dat heeft alleen een functie als raadsleden lid van de commissie zijn. Volgens artikel 3, vierde lid, is het voor raadsleden echter niet mogelijk om lid te zijn van de commissie.

De leden van de commissie bezwaarschriften worden nu voor vier jaar benoemd. Hierdoor is er een mate van continuïteit bij de commissie en is het niet meer zo dat op één moment de hele commissie opstapt, maar zal dit meer gespreid zijn.

Een lid kan altijd zelf ontslag nemen of het college kan een lid ontslaan. Bij dit laatste dient wel rekening gehouden te worden met het feit dat de commissie als adviseur (in zekere mate) een onafhankelijke rol ten opzichte van het bestuursorgaan heeft en daarom dient aan de commissie ruimte te worden gelaten om op verantwoorde wijze invulling aan haar onderzoeksbevoegdheden te geven. Het college mag daarom niet te lichtvaardig met de ontslagbevoegdheid omspringen omdat anders de schijn zou kunnen ontstaan dat een commissie(lid) aan de kant wordt geschoven vanwege een voor het bestuurorgaan onwelgevallig standpunt. Tegelijkertijd is de commissie een adviserend orgaan en ligt de eindverantwoordelijkheid voor de beslissing op het bezwaar bij het bestuursorgaan.

De bepaling van het vierde lid is van orde. Een ontslagnemend lid kan niet gedwongen worden ook feitelijk de functie te blijven vervullen.

Artikel 7. Ingediend bezwaarschrift

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 8. Bemiddeling

Dit artikel is nieuw opgenomen. Alternatieve geschillenbeslechting wordt bij de meeste bestuursorganen en rechtbanken op een bepaalde manier toegepast. Een veel voorkomende vorm is (pre)-mediation. Zo ook in Heemskerk.

De werkwijze is om na ontvangst van het bezwaarschrift meteen te bellen naar de bezwaarmaker en te vragen of deze wil meewerken aan een informeel gesprek. Vervolgens wordt bezwaarmaker uitgenodigd op een gesprek. Op deze manier kunnen misverstanden worden rechtgezet, het besluit nader worden toegelicht etc. Dit kan leiden tot intrekking van het bezwaarschrift.

Door de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen is het van belang dat, indien er gesproken wordt over mogelijke oplossingen buiten de bezwaarprocedure om, formeel wordt vastgelegd dat de beslistermijn van het bezwaarschrift wordt opgeschort tot het moment dat aan de secretaris wordt meegedeeld wat de uitkomst van de bemiddelingspoging is.

Artikel 9. Uitoefening/overdracht bevoegdheden

Artikel 7:13, vierde lid, Awb bepaalt dat de adviescommissie beslist over de toepassing van een aantal procedurevoorschriften uit de Awb.

In het kader van de voorbereiding van een beslissing op bezwaar door een adviescommissie vinden echter meer handelingen plaats. Hierbij valt te denken aan het verlangen van een schriftelijke machtiging van een gemachtigde (artikel 2:1, tweede lid Awb) of het stellen van een termijn waarbinnen de indiener van een bezwaarschrift verzuimen kan herstellen (artikel 6:6 Awb).

Omdat de wetgever de bevoegdheid hiertoe niet expliciet bij de adviescommissie neerlegt, bepaalt artikel 9 dat deze bevoegdheden worden uitgeoefend door de secretaris van de adviescommissie.

Artikel 10 Vooronderzoek

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 11 en 12. Hoorzitting en Uitnodiging zitting

Ook hier heeft de wetgever de bevoegdheid niet expliciet bij de voorzitter neergelegd. Artikel 11 en 12 bepaalt dat de bevoegdheden met betrekking tot de procedure worden uitgeoefend door de secretaris van de commissie bezwaarschriften en de bevoegdheden met betrekking tot de inhoud door de voorzitter.

Artikelen 13 tot en met 20

Deze artikelen spreken voor zich.

Artikel 21 Jaaroverzicht

De bezwaarschriftencommissie brengt jaarlijks verslag uit aan de raad, het college en de burgermeester over haar werkzaamheden. Voor de hand ligt dat wordt aangegeven welke aantallen bezwaren bij de commissie zijn ingediend, wat de werkvoorraad was bij aanvang van het kalenderjaar, hoeveel adviezen zijn uitgebracht, wat de adviezen inhielden (ongegrond of (deels) gegrond etc.) en of het bestuursorgaan contrair heeft besloten.

Tevens zal het secretariaat verslag uitbrengen over de ambtelijke afhandeling van de bezwaren en aangeven in welke gevallen beroep wordt ingediend en wat de uitkomst van dit beroep is. Dit alles zal in één jaarverslag aan de bestuursorganen worden aangeboden.

Artikel 22 Vergoedingen

Het college heeft de bevoegdheid om de hoogte van de vergoedingen vast te stellen, welke rond het landelijk gemiddelde liggen.

Artikel 23 tot en met 24. Ambtelijke afhandeling bezwaar

Zoals bij de toelichting op artikel 2 is uitgelegd, bestaan er na de vaststelling van deze verordening twee wijzen van bezwaarbehandeling: bezwaarbehandeling middels een adviescommissie en bezwaarbehandeling middels een ambtelijke afhandeling. Ten aanzien van de ambtelijke afhandeling bevat hoofdstuk III een minimaal aantal bepalingen. Deze bepalingen, in combinatie met de artikelen uit de Awb die betrekking hebben op ambtelijke afhandeling, hebben als doel deze procedure zorgvuldig, maar wel zo flexibel mogelijk te laten verlopen.

Artikel 25 Overgangsrecht

Op het moment van inwerkingtreding van deze verordening zijn alle commissieleden voor de eerste keer herbenoemd. Op grond van de vorige verordening kunnen ze allen nog een keer herbenoemd worden. Dat zou betekenen dat alle commissieleden in 2018 gelijktijdig aftreden. Om dit te voorkomen wordt een rooster van aftreden opgesteld zodat de commissieleden geleidelijk kunnen worden opgevolgd door nieuwe leden.

Artikel 26 tot en met 28

Deze artikelen spreken voor zich.