Regeling vervallen per 16-07-2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Heemskerk houdende regels omtrent kinderopvang Verordening kinderopvang Heemskerk 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 15-07-2018

Intitulé

Verordening kinderopvang Heemskerk 2012

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van Heemskerk;

    • b.

      de wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

  • 2. Voor zover niet anders bepaald worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet en de Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 2 Vaststelling noodzaak van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie

Artikel 2 Doelgroep

Hoofdstuk 2 van deze verordening is van toepassing op:

  • a.

    het kind en de ouder/verzorger, die woonachtig zijn in de gemeente Heemskerk; én

  • b.

    waarbij sprake is van (dreigende) beperkingen of belemmeringen, die een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van het kind in de weg staan; en

  • c.

    waarbij kinderopvang een functie kan vervullen bij het opheffen of verminderen van die (dreigende) beperkingen of belemmeringen en daarom noodzakelijk is voor het bevorderen van een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van het kind.

Artikel 3 Te verstrekken gegevens

  • 1. Een aanvraag tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, burgerservicenummer en adres van de ouder;

    • b.

      indien van toepassing: naam, burgerservicenummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;

    • c.

      naam, burgerservicenummer en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • d.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

  • 2. Het college kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een door het college vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 3. Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.

Artikel 4 Sociaal-medisch advies

Het college vraagt voor de beoordeling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie advies aan de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD).

Artikel 5 Beslistermijn

Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

Artikel 6 Inhoud van de beschikking

Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval:

  • a.

    de geldigheidsduur van de indicatie;

  • b.

    de omvang van de kinderopvang die noodzakelijk wordt geacht.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Het college weigert de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie vast te stellen indien de ouder en/of de partner reeds een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangen of kunnen ontvangen.

HOOFDSTUK 3 Aanvraag van de tegemoetkoming

Artikel 8 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat:

    • a.

      naam, adres en burgerservicenummer van de ouder;

    • b.

      indien van toepassing: naam en burgerservicenummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;

    • c.

      naam, geboortedatum en burgerservicenummer van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;

    • d.

      een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen, waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

    • e.

      gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 1.22 van de wet;

    • f.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

  • 2. Het college kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een door het college vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 3. Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.

HOOFDSTUK 4 Verlening van de tegemoetkoming

Artikel 9 Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming

Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

Artikel 10 Weigeringsgrond

Het college weigert de tegemoetkoming indien de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 1.22 van de wet.

Artikel 11 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college in ontvangst is genomen.

  • 2. Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 12 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend

  • 1. De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van een tegemoetkomingsjaar.

  • 2. In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming voor een andere periode verlenen.

Artikel 13 Omvang van de kinderopvang

  • 1. Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd.

  • 2. In afwijking van het eerste lid verleent het college bij een ouder als bedoeld in artikel 1.24, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de wet de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid verleent het college de tegemoetkoming voor kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie voor het aantal uren kinderopvang dat op grond van die sociaal-medische indicatie noodzakelijk wordt geacht.

Artikel 14 Inhoud van de beschikking

Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:

  • a.

    de vaststelling tot welke van de gemeentelijke doelgroepen de ouder behoort;

  • b.

    de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

  • c.

    de naam en het adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;

  • d.

    de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;

  • e.

    de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;

  • f.

    de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

  • g.

    de verplichtingen van de ouder.

Artikel 15 De bevoorschotting van de tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald.

  • 2. Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van bevoorschotting.

HOOFDSTUK 5 Vaststelling van de tegemoetkoming

Artikel 16 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming

  • 1. De ouder verstrekt binnen vier weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode.

  • 2. Het college stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.

Artikel 17 Verrekening met de voorschotten

De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

HOOFDSTUK 6 Verplichtingen van de ouder

Artikel 18 Inlichtingenplicht

  • 1. De ouder of de partner doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoetkoming.

  • 2. De ouder of partner verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.

HOOFDSTUK 7 Slotbepalingen

Artikel 19 Intrekking

De Verordening Wet kinderopvang, vastgesteld d.d. 28 oktober 2004, wordt ingetrokken.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening in werking op 1 januari 2012.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening kinderopvang Heemskerk 2012’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente
Heemskerk in zijn openbare vergadering van
24 november 2011
de raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,

Algemene toelichting

Toelichting 1

Artikelsgewijze toelichting

Toelichting 2