Regeling vervallen per 01-04-2016

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 2008

Geldend van 15-05-2008 t/m 31-03-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-05-2008

Intitulé

SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTELIJKE MONUMENTEN 2008

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    monument: onroerend monument, dat overeenkomstig de bepalingen van de Monumentenverordening Heemstede 2003 als beschermd gemeentelijk monument is aangewezen;

  • b.

    eigenaar: degene die in de kadastrale registers als eigenaar is ingeschreven. Hieronder wordt mede verstaan: degene die het recht van erfpacht heeft, de houder van het recht van opstal, de eigenaar van een appartementsrecht;

c subsidiabele kosten: kosten die, naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn om de onderdelen van een monument die monumentale waarde bezitten, op sobere en doelmatige wijze als zodanig in stand te houden of te herstellen en die het normale onderhoud te boven gaan.

Artikel 2 Algemene grondslag

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen aan de eigenaar van een monument een subsidie verstrekken voor het behoud en herstel van het monument, indien de subsidiabele kosten minimaal € 250 bedragen.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen aan de eigenaar van een monument een subsidie verstrekken in de kosten van het abonnement op de Stichting Monumentenwacht Noord-Holland en in de kosten van de inspectie door deze stichting.

  • 3 Indien een monument in overheidseigendom is, wordt geen subsidie verstrekt.

Artikel 3 Subsidiehoogte

  • 1 De subsidie genoemd in artikel 2 lid 1 bedraagt 50% van de door burgemeester en wethouders goedgekeurde subsidiabele kosten.

  • 2 Indien de eigenaar zelf werkzaamheden verricht in het kader van het herstel of behoud van het monument, zijn diens loonkosten niet subsidiabel, tenzij hij de werkzaamheden verricht in het kader van een door hem gedreven onderneming.

  • 3 De subsidie genoemd in artikel 2 lid 2 bedraagt 100% van de door burgemeester en wethouders goedgekeurde subsidiabele kosten.

  • 4 De totaal op grond van lid 1 en lid 2 van dit artikel verstrekte subsidie bedraagt per monument maximaal € 5.000 per jaar.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1 Jaarlijks stelt de raad voor de verstrekking van subsidies die in het kader van deze verordening worden verstrekt een budget beschikbaar van € 19.250 (peiljaar 2008). Dit bedrag wordt jaarlijks op de gebruikelijke wijze geïndexeerd.

  • 2 Het subsidieplafond genoemd in lid 1 van dit artikel wordt jaarlijks voor aanvang van het tijdvak waarop het betrekking heeft door middel van een publicatie bekendgemaakt. Hierbij wordt tevens de wijze van verdeling vermeld.

Artikel 5 Subsidieaanvraag

  • 1 Een aanvraag voor een subsidie op grond van deze verordening wordt schriftelijk door de eigenaar ingediend bij het college burgemeester en wethouders

  • 2 Een subsidieaanvraag voor het herstel en behoud van het monument dient vergezeld te gaan van de volgende gegevens:

    • a.

      een inspectierapport van de Stichting Monumentenwacht Noord-Holland of een anderszins door een deskundige opgestelde technische omschrijving van de te verrichten werkzaamheden of een bestek;

    • b.

      indien van toepassing, een tekening (schaal 1:100), aangevende zowel de bestaande als de te realiseren toestand van het monument;

    • c.

      een gespecificeerde begroting van de kosten, inclusief BTW;

    • d.

      een aanduiding van de periode waarin de werkzaamheden plaats zullen vinden;

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat naast de in lid 2 van dit artikel genoemde bescheiden andere bescheiden moeten worden overlegd.

Artikel 6 Subsidieverlening

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag omtrent het verlenen van subsidie.

  • 2. Zij kunnen hun beslissing één maal voor ten hoogste acht weken verdagen. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

  • 3. Aanvragen worden afgehandeld naar volgorde van indiening

  • 4. Een aanvraag wordt geacht te zijn ingediend op het moment dat de aanvrager heeft voldaan aan het gestelde in artikel 5.

  • 5. Indien sprake is van een subsidieverstrekking in de kosten van het abonnement op de Stichting Monumentenwacht Noord-Holland en de inspectie door deze stichting slaan burgemeester en wethouders de subsidieverlening over en geven zij direct een beschikking tot subsidievaststelling.

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1. Burgemeester en wethouder kunnen een verzoek om subsidie weigeren op grond van de redenen genoemd in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Burgemeester en wethouders wijzen het verzoek om subsidie in ieder geval af indien:

    • a.

      naar hun oordeel met het verrichten van de werkzaamheden het belang van de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

    • b.

      naar hun oordeel de kosten van de werkzaamheden niet in redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat;

    • c.

      met de werkzaamheden is begonnen voordat de aanvrager een subsidiebeschikking heeft ontvangen;

    • d.

      en voor zover de kosten van de werkzaamheden reeds op grond van een andere regeling of een verzekering worden gedekt

    • e.

      en voor zover door de verstrekking van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden, tenzij toepassing gegeven wordt aan artikel 8;.

    • f.

      en voor zover ten behoeve van het herstel en het behoud van het monument gedurende de periode van 4 jaar voorafgaand aan de aanvraag het maximaal te verstrekken subsidiebedrag genoemd in artikel 3 lid 1 wordt overschreden

    • g.

      voor dezelfde werkzaamheden de afgelopen 5 jaar op grond van deze verordening reeds een subsidie is verstrekt.

Artikel 8 Aanhouden aanvraag

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieaanvraag aanhouden tot het volgende jaar, indien door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

  • 2. Aanvragen welke overeenkomstig het eerste lid van dit artikel zijn aangehouden tot het volgend jaar worden geacht te zijn ontvangen op 1 januari van dit volgende jaar.

Artikel 9 Subsidievoorwaarden

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan het verlenen van de subsidie voorwaarden verlenen.

  • 2.

    De subsidie voor het herstel en behoud van een monument wordt in ieder geval verleend onder de voorwaarden dat:

    • a

      binnen 6 maanden na het besluit tot subsidieverlening met de werkzaamheden wordt begonnen;

    • b.

      de werkzaamheden binnen 1 jaar na het besluit tot subsidieverlening zijn voltooid;

    • c

      zonder toestemming van burgemeester en wethouders niet wordt afgeweken van de technische omschrijving of het bestek, genoemd in artikel 5 lid 1 sub a;

    • d

      de voor het verrichten van de werkzaamheden benodigde vergunningen worden verleend;

    • e.

      aan door burgemeester en wethouders aangewezen personen toegang wordt verleend tot de werkzaamheden en het resultaat ervan en inzage wordt verstrekt in alle op het werk betrekking hebbende stukken.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen, indien zij hiertoe een schriftelijk verzoek ontvangen, afwijkingen van de in het tweede lid onder a en b, genoemde termijn toestaan.

Artikel 10 Intrekking of wijziging van de subsidieverlening

  • 1 Zolang de subsidie niet is vastgesteld kunnen burgemeester en wethouders de beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van de ontvanger van de subsidie wijzigen, indien:

    • a.

      de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

    • b

      de ontvanger van de subsidie niet of niet geheel heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden;

    • c

      de ontvanger van de subsidie onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt en de verstrekking van de juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot verlening van de subsidie zou hebben geleid;

    • d

      de verlening van de subsidie anderszins onjuist was en de ontvanger van de subsidie dit wist of behoorde te weten.

  • 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 11 Subsidievaststelling en uitbetaling

  • 1. Terstond na de voltooiing van de werkzaamheden, meldt de subsidieaanvrager schriftelijk aan burgemeester en wethouders dat de werkzaamheden gereed zijn.

  • 2. De gereedmelding gaat vergezeld van een gespecificeerd overzicht van de gemaakte kosten, (afschriften van) rekeningen en betalingsbewijzen.

  • 3. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van de gereedmelding omtrent de vaststelling van de subsidie.

  • 4. Zij kunnen hun beslissing één maal voor ten hoogste acht weken verdagen. De aanvrager wordt hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

  • 5 Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling binnen vier weken nadat burgemeester en wethouders de subsidie hebben vastgesteld betaald.

Artikel 12 Intrekking of wijziging van een vastgestelde subsidie

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen een vastgestelde subsidie intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen:

    • a.

      op grond van feiten of omstandigheden waarvan zij bij de vaststelling van de subsidie redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond waarvan de subsidie lager zou zijn vastgesteld;

    • b.

      indien de vaststelling van de subsidie onjuist was en de ontvanger dit wist of behoorde te weten;

    • c.

      indien de ontvanger van de subsidie na de vaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden.

  • 2 Een vastgestelde subsidie kan niet worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd indien vijf jaren zijn verstreken sedert de dag waarop zij is bekendgemaakt, dan wel, in het geval bedoeld in het eerste lid onder sub c, sedert de dag waarop de handeling in strijd met de voorwaarden is verricht of de dag waarop aan de voorwaarden voldaan had moeten zijn.

Artikel 13 Bijzondere bepalingen

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen en in het belang van de monumentenzorg afwijken van de bepalingen van deze verordening.

  • 2 In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

  • 3 De bepalingen in deze verordening gelden zowel voor de eigenaar aan wie subsidie wordt verstrekt, als voor iedere opvolgende eigenaar van het betreffende gemeentelijk monument.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als "Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 2008".

  • 2 Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2008.

  • 3 De Subsidieverordening gemeentelijke monumenten, vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2003, nr. 94, wordt ingetrokken op de in lid 2 van dit artikel genoemde datum.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 24 april 2008.

Toelichting bij Subsidieverordening gemeentelijke monumenten

Artikel 1 sub c

De subsidiabele kosten zijn beperkt tot de monumentale onderdelen van het monument, zoals genoemd in bij de aanwijzing behorende redengevende beschrijving. Met name zijn hieronder niet begrepen kosten die uitsluitend dan wel in overwegende mate worden gemaakt voor de verbetering van het wooncomfort. Onder het normale onderhoud wordt het onderhoud verstaan zoals dat ook zou plaatsvinden bij objecten niet-zijnde monumenten, bijvoorbeeld schilderwerk.

Artikel 3

Onder de in dit artikel genoemde kosten worden in ieder geval begrepen:

  • a.

    Loon- en materiaal- en materieelkosten

  • b.

    de verschuldigde BTW, voor zover deze niet bij de rijksbelastingen kan worden teruggevorderd

  • c.

    de leges voor bouwvergunning en enige andere vergunning of ontheffing die nodig is voor het treffen van de voorzieningen.

Artikel 9 lid 2 sub d

Hierbij worden de in voorkomende gevallen vereiste monumentenvergunning en bouwvergunning bedoeld.

Artikel 9 lid 2 sub e

Hierbij wordt onder andere gedacht aan controle van de uitvoering van de werkzaamheden na de in artikel 11 genoemde gereedmelding.

Artikel 10

Dit artikel komt overeen met het gestelde in artikel 4:48 van de Algemene wet bestuursrecht en is ter verduidelijking richting burger opgenomen. Het regelt de intrekking of wijziging met terugwerkende kracht van de beschikking tot subsidieverlening. Het bevat een limitatieve opsomming van vijf intrekkings- en wiijzigingsgronden. Het kan hier enerzijds gaan om een sanctie, anderzijds om herstel van onjuistheden die niet uitsluitend voor rekening van de gemeente behoren te komen.

Artikel 12

Dit artikel komt overeen met het gestelde in artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht en is ter verduidelijking richting burger opgenomen. Het regelt de intrekking of wijziging met terugwerkende kracht van de beschikking tot subsidievaststelling. Het bevat een limitatieve opsomming van drie intrekkings- en wiijzigingsgronden. Het kan hier enerzijds gaan om een sanctie, anderzijds om herstel van onjuistheden die niet uitsluitend voor rekening van de gemeente behoren te komen.

Vastgesteld bij raadsbesluit van 24 april 2008.