Beleidsregels kostendelersnorm en verlagingen Participatiewet, IOAW/IOAZ Heemstede 2015

Geldend van 13-06-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Beleidsregels kostendelersnorm en verlagingen Participatiewet, IOAW/IOAZ Heemstede 2015

Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

gelet op de artikelen 22a, 27, 28 en 33 van de Participatiewet en de artikelen 4:81 tot en met 4:84 vande Algemene wet bestuursrecht;

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van Heemstede;

    • b.

      uitkering: de verleende bijstand in het kader van de Participatiewet en de uitkering in het kader van de IOAW en IOAZ;

    • c.

      Participatiewet: de Participatiewet met inbegrip van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz);

    • d.

      Recofa-richtlijn: richtlijn opgesteld door het landelijk overlegorgaan van Rechters-commissaris in faillissementen en surseances van betaling.

Artikel 2 Commerciële relatie en commerciële prijs

  • 1. Commerciële relatie: voor de toepassing van deze beleidsregel wordt aangesloten bij de definitie van de Centrale raad van Beroep, namelijk:

    • a.

      de cliënt kan de zakelijke relatie aantonen met een zakelijke overeenkomst, waarbij de wederzijdse rechten en plichten geregeld zijn en nauwkeurig zijn afgebakend en

    • b.

      de cliënt kan betalingen aantonen (bankafschriften/ bewijs kasstortingen afgelopen 3 maanden) en

    • c.

      het college mag een schriftelijk contract verlangen en

    • d.

      de verhuurder/onderverhuurder of kostgever dient een commerciële huurprijs of commerciële prijs kostgangerschap te ontvangen, zie hiervoor tweede tot en met vierde lid.

  • 2. Commerciële huurprijs: het bedrag van de basishuur als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag. Dat is het bedrag dat voor de vaststelling van het recht op huurtoeslag bij een inkomen opbijstandsniveau voor eigen rekening blijft.

  • 3. Indien het om een overeengekomen huurbedrag gaat, waarin water- en energielasten zijn inbegrepen, moet 60% van dat huurbedrag tenminste de commerciële huurprijs zijn.

  • 4. Commerciële prijs bij kostgangers: bij de basishuur als bedoeld in het tweede lid wordt een bedrag opgeteld voor voeding van € 290,- per maand.

  • 5. Het bedrag genoemd in het vorige lid is afgeleid van de Recofa-richtlijn voor maaltijden en wordt jaarlijks bijgesteld, met een afronding naar beneden op € 5,-.

Artikel 3 Inkomsten huur en kostgeld

  • 1. Als belanghebbende een woning bewoont waarvan hij één kamer verhuurt, dan wel inkomsten verwerft van één kostganger, met tenminste de commerciële (huur)prijs, wordt als inkomen uit deze verhuur aangemerkt, een bedrag gelijk aan 10 procent van de gehuwdennorm.

  • 2. Als belanghebbende een woning bewoont waarvan hij meerdere kamers verhuurt, dan wel inkomsten verwerft van meerdere kostgangers, dan worden de werkelijke inkomsten op grond van artikel 33, vierde lid van de Participatiewet in mindering gebracht op de uitkering.

Artikel 4 Verlaging bijstandsnorm wegens ontbreken woonkosten

  • 1. De verlaging in verband met de woonsituatie zoals bedoeld in artikel 27 van de Participatiewet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm van artikel 21, onderdeel b, van de Participatiewet, indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen woonkosten zijn verbonden.

  • 2. Woonkosten:

    • a.

      bij een huurwoning, rekenhuur als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag;

    • b.

      bij een eigen woning, de verschuldigde hypotheekrente, de als eigenaar te betalen zakelijkelasten en een vast bedrag voor onderhoud.

  • 3. Onder woonsituatie als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan de situatie waarbij:

    • a.

      een woning wordt bewoond waaraan geen woonkosten zijn verbonden (krakers);

    • b.

      een woning wordt bewoond waarvan de woonkosten door derden worden voldaan;

    • c.

      geen woning wordt bewoond (daklozen).

  • 4. Dit artikel is niet van toepassing op uitkeringen in het kader van de IOAW en IOAZ.

Artikel 5 Bijzondere bijstand bij noodzakelijke uitwoning

  • 1. De jongere tot 21 jaar die door omstandigheden als bedoeld in artikel 12 van de Participatiewet, niet kan terugvallen op de onderhoudsplicht van de ouders, komt in aanmerking voor aanvullende bijzondere bijstand voor de algemene bestaanskosten.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde aanvulling bedraagt het verschil tussen de toepasselijke norm voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder als bedoeld in artikel 21 van de Participatiewet en de toepasselijke jongerennorm als bedoeld in artikel 20 van de Participatiewet.

  • 3. Bij bepaling van de hoogte van de bijzondere bijstand wordt rekening gehouden met de woonsituatie overeenkomstig de regels van de kostendelersnorm als bedoeld in artikel 22a van de Participatiewet.

  • 4. Dit artikel is niet van toepassing op uitkeringen in het kader van de IOAW en IOAZ.

Artikel 6 Intrekking oude beleidsregels

De Beleidsregels aanpassing bijstandsnorm Participatiewet Heemstede 2015 worden met terugwerkende kracht per 1 januari 2015 ingetrokken.

Artikel 7 Overgangsbepaling

Tot uiterlijk 1 juli 2015 zijn onderhavige beleidsregels niet van toepassing op personen die op grond van overgangsrecht nog onder de werking van de gewijzigde Toeslagenverordening WWB Heemstede 2012 vallen.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na die van bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2015, behoudens situaties waarbij sprake is van negatieve gevolgen voor de belanghebbende.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels kostendelersnorm en verlagingen Participatiewet, IOAW/IOAZ Heemstede 2015.

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 26 mei 2015.

Toelichting op de beleidsregels kostendelersnorm en verlagingen Participatiewet, IOAW/IOAZ Heemstede 2015

Toelichting