Regeling vervallen per 01-01-2018

Sociaal Statuut Gemeente Heemstede 2016

Geldend van 20-01-2016 t/m 31-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2016

Intitulé

Sociaal Statuut Gemeente Heemstede 2016

Burgemeester en wethouders van de gemeente Heemstede; gelet op:

de Wet op de ondernemingsraden (WOR), met name artikel 25;

de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO), met name de artikelen 8:3, 8:3:1, 10d, 12:1:5, 12:2 en 15:1:10;

gezien de bereikte overeenstemming in de commissie voor georganiseerd overleg

besluiten vast te stellen:

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Definities

In dit sociaal statuut wordt verstaan onder:

Ambtenaar :

hij die door of vanwege de gemeente is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan (conform artikel 1:1 lid 1a van de CAR);

Bezoldiging:

het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen - niet zijnde onkostenvergoedingen (conform artikel 3:1:2 lid c van de CAR/UWO);

Boventalligheid:

de situatie dat een ambtenaar wegens reorganisatie niet kan terugkeren in de formatie na de reorganisatie (conform artikel 10d:2 van de CAR);

CAR:

Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten;

Diensttijd:

de tijd in overheidsdienst doorgebracht, zoals verwoord in artikel 10:3 van de CAR/UWO.

Functie:

het geheel van werkzaamheden dat de ambtenaar volgens zijn functiebeschrijving verricht;

Functiegebonden toelage:

hiertoe behoren de ‘Toelage onregelmatige dienst’, de ‘Inconveniëntentoelage’ en de ‘Vergoeding voor piketdiensten’ zoals beschreven in de Bezoldigingsregeling van de gemeente Heemstede;

Georganiseerd overleg:

de commissie voor georganiseerd overleg zoals bedoeld in artikel 12:1 van de CAR;

Geschikte functie:

een functie die niet valt onder het begrip passende functie, maar die de ambtenaar bereid is te vervullen;

Ondernemingsraad:

de ondernemingsraad zoals bedoeld in artikel 2 van de Wet op de ondernemingsraden;

Ongewijzigde functie:

een functie die gelijk of nagenoeg gelijk is aan de functie die de ambtenaar voor de organisatiewijziging vervulde;

Paritaire commissie

Een commissie die desgevraagd adviseert aan de werkgever over de uitvoering Van Werk naar Werk-contracten (conform artikel 10d:24 van de CAR);

Passende functie:

een functie van gelijkwaardig werk- en denkniveau, die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen. Een passende functie is doorgaans van hetzelfde functieniveau als de oude functie, maar kan ook van een hoger niveau of maximaal twee niveaus lager zijn dan de oude functie;

Personele gevolgen:

gevolgen voor de functie of de rechtspositie van de betrokken ambtenaren;

Persoonsgebonden toelage:

hiertoe behoren de ‘Arbeidsmarkttoelage’, de ‘Persoonlijke toelage’ en de ‘Garantietoelage ambtenaar’ zoals beschreven in de Bezoldigingsregeling van de gemeente Heemstede;

Privatisering:

een reorganisatie die het gevolg is van de verzelfstandiging van een deel van de organisatie tot een nieuwe (privaatrechtelijke) rechtspersoon of de overdracht van een deel van de organisatie aan een derde (privaatrechtelijke) partij;

Publiekrechtelijke taakoverheveling:

een reorganisatie die het gevolg is van de overheveling: van een deel van de organisatie naar een ander publiekrechtelijk orgaan;

Reorganisatie:

een inkrimping of wijziging van de werkzaamheden van de gemeente (of een onderdeel daarvan) of een wijziging van de laatst vastgestelde organisatiestructuur van de gemeente (of een onderdeel daarvan), die niet van tijdelijke aard is en die personele gevolgen met zich meebrengt;

Salaris:

het bedrag van de schaal hetwelk aan de ambtenaar is toegekend of, indien voor de betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag (conform artikel 3:1:2 lid b van de CAR);

Salarisperspectief:

de opeenvolgende salarisperiodieken tot en met het hoogste bedrag van de functieschaal van de ambtenaar en eventueel schriftelijk vastgelegde extra individuele salarisafspraken;

Sleutelfunctie:

een functie die (met instemming van de OR) is aangewezen als zijnde van vitaal belang voor de nieuwe organisatie en die op basis van geschiktheidseisen wordt ingevuld;

Sociaal plan:

nadere afspraken, gebaseerd op en aanvullend op dit sociaal statuut, met betrekking tot de personele gevolgen van een organisatiewijziging;

Toelage:

de toelage waarmee het salaris wordt vermeerderd ingevolge de Bezoldigingsregeling van de gemeente Heemstede;

UWO:

Uitwerkingsovereenkomst;

Werkgever:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemstede voor door het college aangestelde ambtenaren. De gemeenteraad van de gemeente Heemstede voor door de gemeenteraad aangestelde ambtenaren;

WOR:

De wet op de ondernemingsraden

Artikel 1:2 Doel

Dit sociaal statuut heeft als doel om de uitgangspunten en de rechtspositionele waarborgen vast te leggen, die nodig zijn om de personele gevolgen van een wijziging of inkrimping van de organisatie op een sociaal verantwoorde wijze te regelen.

Artikel 1:3 Werkingssfeer

  • 1. Dit sociaal statuut is van toepassing bij reorganisaties, verzelfstandigingen en publiekrechtelijke taakoverhevelingen.

  • 2. In afwijking van lid 1 geldt dat het sociaal statuut niet van toepassing is bij een reorganisatie die het gevolg is van een besluit tot organisatorische samenwerking tussen de gemeente Heemstede en de gemeente Bloemendaal. In dat laatste geval zal steeds op basis van overeenstemming in de commissie Georganiseerd Overleg, een op die reorganisatie specifieke regeling of voorziening worden getroffen. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:

    • 1.

      De specifieke regeling of voorziening als bedoeld in lid 2 van dit artikel wordt in de geest van het sociaal statuut opgesteld.

    • 2.

      Bij een reorganisatie zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel hebben ambtenaren van beide gemeenten bij een reorganisatie een gelijke uitgangspositie bij herplaatsing.

Artikel 1:4 Toepassing CAR/UWO

Op dit Sociaal Statuut zijn de bepalingen van de CAR/UWO van toepassing. Wijzigingen in de CAR/UWO hebben voorrang op de bepalingen in dit Sociaal Statuut.

Artikel 1:5 Hardheidsclausule

  • 1. In gevallen waarin de toepassing van het sociaal statuut zou leiden tot een onbillijke situatie voor een ambtenaar, kan de werkgever van het statuut afwijken in een voor de ambtenaar gunstige zin.

  • 2. In gevallen waarin het sociaal statuut niet voorziet, beslist de werkgever na hierover overeenstemming te hebben bereikt met de commissie voor het georganiseerd overleg.

Hoofdstuk 2 Procedurele bepalingen

Artikel 2:1 Overleg met GO en OR

  • 1. De werkgever betrekt de ondernemingsraad bij reorganisaties, privatisering en publiekrechtelijke taakoverhevelingen.

  • 2. De werkgever betrekt het GO bij reorganisaties, privatisering en publiekrechtelijke taakoverhevelingen voor zover de hier benoemde wijzigingen kunnen leiden tot een wijziging van de functie, een wijziging van de aanstelling (ontslag) en een wijziging van de bezoldiging van de betrokken ambtenaren.

  • 3. De werkgever houdt zich bij het overleg met GO en OR aan de voorwaarden zoals beschreven in de Wet op de ondernemingsraden, de CAR/UWO en de bepalingen van dit sociaal statuut.

Artikel 2:2 Taakverdeling tussen ondernemingsraad en georganiseerd overleg

Ten aanzien van de medezeggenschap van ambtenaren en vakcentrales geldt het algemene uitgangspunt dat onderwerpen die gedurende het proces van organisatiewijziging aan bod komen, primair door één orgaan worden behandeld.

Hoofdstuk 3 Algemene bepalingen Sociaal Beleid

Artikel 3:1 Werkgelegenheid

  • 1. De werkgever zal zich tot het uiterste inspannen om te voorkomen dat de bij de reorganisatie betrokken ambtenaren onvrijwillig werkloos raken.

  • 2. De ambtenaren die betrokken zijn bij reorganisaties spannen zich tot het uiterste in om te voorkomen dat zij onvrijwillig werkloos raken.

  • 3. De ambtenaar zal tot maximaal één jaar na uitdiensttreding wegens overheveling van taken naar een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke instantie, als interne kandidaat worden beschouwd bij de vervulling van vacatures.

Artikel 3:2 Volgorde bij herplaatsing

  • 1. De werkgever hanteert, bij het nemen van besluiten ten aanzien van de ambtenaren die betrokken zijn bij de reorganisatie, de volgende volgorde:

    • 1.

      de ambtenaar blijft zijn eigen, ongewijzigde functie vervullen;

    • 2.

      de ambtenaar wordt herplaatst naar een passende functie binnen de gemeentelijke organisatie;

    • 3.

      de ambtenaar wordt herplaatst naar een geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie.

  • 2. Herplaatsingbesluiten als bedoeld in het eerste lid onder 2 en 3 worden genomen met inachtneming van de herplaatsingprocedure zoals beschreven in hoofdstuk 3.

Artikel 3:3 Uitgangspunten herplaatsing

  • 1. Bij het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 3:2, eerste lid, wordt achtereenvolgens in onderstaande rangorde met de volgende gegevens rekening gehouden:

    • a.

      de geschiktheid van de ambtenaar voor een functie, zoals die blijkt uit opleidings- en ervaringsgegevens en, onder voorwaarde dat over de toepassing ervan door de herplaatsingscommissie unaniem is besloten, eventuele geschiktheidstesten;

    • b.

      de voorkeur van de ambtenaar voor bepaalde functies;

    • c.

      de diensttijd van de ambtenaar in een betrekking bij de overheid, waarbij de ambtenaar met langere diensttijd voorgaat op die ambtenaar met een kortere diensttijd;

    • d.

      het type dienstverband van de ambtenaar.

  • 2. De ambtenaar is verplicht om mee te werken aan gesprekken en tests die nodig zijn voor het verzamelen van gegevens als genoemd in het eerste lid onder a. De kosten van eventuele testen zijn voor rekening van de werkgever.

  • 3. Van het verplicht ondergaan van een eventuele geschiktheidstest zal geen sprake zijn, indien er een passende functie kan worden aangeboden als bedoeld in artikel 3:2 lid 1 onder 2, met uitzondering van de situatie dat er meerdere kandidaten zijn dan er formatie beschikbaar is, dit met in acht name van het gestelde in lid 1a van dit artikel.

  • 4. De ambtenaar bedoeld als in artikel 3:2, lid 1 kan met behoud van de rechten en plichten zoals vastgelegd in dit Sociaal Statuut:

    • a.

      vrijwillig afzien van het blijven vervullen van zijn eigen, ongewijzigde of passende of geschikte functie onder voorwaarde dat voor een andere, formeel te herplaatsen ambtenaar, zijn functie voor plaatsing kan worden gebruikt.

    • b.

      zowel individueel als in groepsverband een verzoek indienen om hun aanstellingsomvang terug te brengen, om zodoende formatie beschikbaar te stellen voor het plaatsen van boventallig verklaarde collega’s. Voor zover een verantwoorde bedrijfsvoering dat toelaat, worden dergelijke verzoeken gehonoreerd.

Artikel 3:4 Sleutelfuncties

  • 1. Een sleutelfunctie is een functie die aangewezen is als zijnde van vitaal belang voor de nieuwe organisatie en die op basis van geschiktheidseisen wordt ingevuld. Dit is in afwijking van artikel 3:3 van deze regeling.

  • 2. De sleutelfuncties worden in het reorganisatieplan opgenomen.

  • 3. De sleutelfuncties worden vastgesteld door de werkgever na instemming van de ondernemingsraad.

  • 4. De geschiktheid van de ambtenaar voor een sleutelfunctie blijkt uit de opleidings- en ervaringsgegevens, gespreksverslagen van (functionerings)gesprekken en eventuele geschiktheidstesten (assessmentonderzoeken).

  • 5. De ambtenaar is verplicht om mee te werken aan gesprekken en eventuele geschiktheidstesten die nodig zijn om de geschiktheid voor een sleutelfunctie vast te stellen. De kosten van eventuele testen zijn voor rekening van de werkgever.

Artikel 3:5 Belangstellingsregistratie

Voordat herplaatsingsbesluiten als bedoeld in artikel 3:2, eerste lid onder 2 en 3, worden genomen, wordt de betrokken ambtenaar in de gelegenheid gesteld zijn voorkeur voor maximaal drie functies kenbaar te maken.

Artikel 3:6 Geen passende of geschikte functie

  • 1. Indien de werkgever er na zorgvuldig onderzoek niet in slaagt om de ambtenaar een passende dan wel een geschikte functie aan te bieden binnen de gemeentelijke organisatie wordt de ambtenaar boventallig verklaard door werkgever.

  • 2. De ambtenaar ontvangt een schriftelijke bevestiging met vermelding van de ingangsdatum van het moment waarop deze overeenkomstig lid 1 boventallig is verklaard.

  • 3. De datum van boventalligverklaring is de startdatum van het van Werk naar Werk-traject conform de bepalingen van hoofdstuk 10d van de CAR/UWO.

  • 4. Boventallig verklaarde medewerkers worden met in achtneming van de bepalingen van deze regeling binnen of boven de beschikbare formatie ingezet in de werkorganisatie van de gemeente.

Artikel 3:7 Van werk naar werk-traject (VWNW)

  • 1. Medewerkers met een aanstelling voor bepaalde tijd – langer dan 2 jaar - die niet tot de vastgestelde einddatum in hun eigen functie kunnen blijven, hebben in beginsel recht op het doorlopen van het Van Werk naar Werk-traject voor de resterende duur van hun aanstelling.

  • 2. Boventallig verklaarde medewerkers genieten voorrang bij de vervulling van vacant geworden passende of geschikte functies binnen de organisatie. Bij gelijke geschiktheid van meerdere boventallige medewerkers, gaat de boventallige medewerker met het langste dienstverband voor.

  • 3. Wanneer een boventallig verklaarde medewerker voor bepaalde tijd kan worden geplaatst in een passende of geschikte functie, maar het gebruikmaken van die mogelijkheid met zich meebrengt dat er geen of onvoldoende uitvoering kan worden gegeven aan de Van Werk naar Werk-overeenkomst, kan in goed overleg met de medewerker worden besloten om het (resterende deel van het) Van Werk naar Werk-traject op te schorten.

Artikel 3:8 Verplichting ambtenaar

  • 1. De ambtenaar is verplicht, onverminderd het recht op bezwaar en beroep, een passende functie die hem met inachtneming van de herplaatsingprocedure is toegewezen, te aanvaarden.

  • 2. Wanneer de ambtenaar na herhaald en zorgvuldig overleg weigerachtig is ten aanzien van aanvaarding van een passende functie kan de werkgever overgaan tot ontslag. Daarbij kan de werkgever melding maken bij de instelling die de Werkloosheidswet c.q. de bovenwettelijke werkloosheidsuitkering uitvoert, dat de betreffende ambtenaar weigert een passende functie te aanvaarden.

Artikel 3.9 Passende functie - inspanningsverplichting

  • 1. Als een ambtenaar door reorganisatie twee schalen lager wordt geplaatst in een passende functie, wordt er naar gestreefd om binnen twee jaar de ambtenaar te benoemen in een functie met een salarisschaal die overeenkomt met de salarisschaal van voor de reorganisatie.

  • 2. De werkgever en ambtenaar hebben beiden een inspanningsverplichting bij dit streven.

Artikel 3:10 Paritaire commissie

  • 1. Als de werkgever óf de ambtenaar van mening is dat het Van Werk naar Werk-contract niet goed wordt uitgevoerd kan door ieder van de partijen een advies hierover opvragen bij de paritaire commissie.

  • 2. De commissie adviseert desgevraagd over de uitvoering van het van Werk naar Werk-traject.

  • 3. De werkgever stelt de werkwijze, bevoegdheden en de samenstelling van de commissie vast.

Artikel 3:11 Salarisgarantie

De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie behoudt recht op het salaris en het salarisperspectief, zoals die voor hem golden in de oude functie.

Artikel 3:12 Persoonsgebonden toelagen

De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt recht op zijn persoonsgebonden toelagen.

Artikel 3:13 Studiefaciliteiten

  • 1. De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt de rechten die hem op grond van opleiding en ontwikkeling, als bedoeld in hoofdstuk 17 van de CAR/UWO zijn toegekend.

  • 2. De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie en die in overleg met zijn nieuwe leidinggevende besluit te stoppen met zijn studie, wordt ontheven van de gehele of gedeeltelijke terugbetalingsverplichtingen die zijn vastgesteld in het persoonlijk ontwikkelingsplan.

Artikel 3:14 Aanvullende scholing

De werkgever onderzoekt of het nodig is de ambtenaar, die is overgeplaatst naar een passende ofgeschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie, bij of om te scholen voor het vervullen van zijn nieuwe functie. De kosten van de scholing zijn voor rekening van de werkgever.

Artikel 3:15 Functie buiten de gemeentelijke organisatie

  • 1. Indien de ambtenaar, waarvoor in de herplaatsingprocedure geen passende of geschikte functie is gevonden, een functie accepteert buiten de gemeentelijke organisatie, wordt hem eervol ontslag verleend.

  • 2. De ambtenaar die overeenkomstig het eerste lid ontslag wordt verleend, wordt ontheven van eventuele terugbetalingsverplichtingen die voortvloeien uit het persoonlijk ontwikkelingsplan, de verhuiskostenregeling en de regeling betaald ouderschapsverlof.

  • 3. Indien de ambtenaar als bedoeld in het eerste lid een functie van ten minste een gelijke betrekkingsomvang accepteert buiten de gemeentelijke organisatie, vult de werkgever het bruto salaris gedurende achttien maanden aan tot aan het niveau van het brutosalaris dat de ambtenaar genoot direct voorafgaand aan het ontslag. De ambtenaar die een functie accepteert met een kleinere betrekkingsomvang ontvangt gedurende achttien maanden een aanvulling van zijn brutosalaris naar rato.

Artikel 3:16 Rechtspositievergelijking bij privatisering en publiekrechtelijke taakoverheveling

  • 1. Indien de betrokken ambtenaren overgaan naar een privaatrechtelijke of een andere publiekrechtelijke werkgever waarvoor een afwijkende rechtspositieregeling of CAO geldt, maakt de werkgever een vergelijking tussen de arbeidsvoorwaardenpakketten die van toepassing zijn op de gemeentelijke werkgever en de nieuwe werkgever.

  • 2. Indien uit de vergelijking blijkt dat het totaalpakket van arbeidsvoorwaarden (bestaande uit in ieder geval salaris, uitkeringen en toelagen, (pre)pensioen, vakantie, ziektekostenregeling en werkloosheidsuitkering) bij de nieuwe werkgever minder is dan het totaalpakket bij de gemeentelijke werkgever, worden in het sociaal plan nadere afspraken gemaakt over afbouw, behoud of compensatie van aanspraken.

  • 3. Het sociaal plan bevat in ieder geval de volgende garanties:

    • a.

      netto-nettogarantie van het salaris en het salarisperspectief;

    • b.

      ambtenaren die een vaste aanstelling hebben, krijgen bij de nieuwe werkgever een vaste aanstelling dan wel een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zonder proeftijd.

Hoofdstuk 4 Plaatsingsprocedure

Artikel 4:1 Herplaatsingprocedure

  • 1. De werkgever stelt, in overleg met het georganiseerd overleg, een herplaatsingcommissie in, tenzij partijen in het georganiseerd overleg met elkaar tot overeenstemming komen dat een dergelijke herplaatsingscommissie niet nodig is.

  • 2. De herplaatsingscommissie heeft als taak om de benodigde gegevens te verzamelen en om de werkgever te adviseren over de te nemen herplaatsingbesluiten.

  • 3. De herplaatsingscommissie bestaat uit tenminste één lid namens de werknemersgeleding in het georganiseerd overleg, tenminste één lid namens de werkgever en een onafhankelijk voorzitter die door beide partijen in het Georganiseerd Overleg wordt aangewezen.

  • 4. De werkgever beslist over de samenstelling van de herplaatsingcommissie, nadat overeenstemming is bereikt in het georganiseerd overleg.

Artikel 4:2 Advies over herplaatsing

  • 1. De herplaatsingcommissie verzamelt alle volgens haar benodigde gegevens en adviseert op basis van deze gegevens de werkgever over de herplaatsing van de betrokken ambtenaren.

  • 2. De werkgever informeert de ambtenaar schriftelijk over het advies van de herplaatsingcommissie over zijn herplaatsing, respectievelijk over het advies van de commissie om hem vooralsnog geen passende of geschikte functie aan te bieden.

Artikel 4:3 Bedenkingen tegen voorstel

  • 1. Indien de ambtenaar bedenkingen heeft tegen het advies van de commissie over zijn herplaatsing, respectievelijk tegen het advies van de commissie om hem vooralsnog geen passende of geschikte functie aan te bieden, kan hij deze binnen drie weken schriftelijk indienen bij de werkgever.

  • 2. De ambtenaar kan verzoeken om mondeling te worden gehoord door (een vertegenwoordiging van) de werkgever. De ambtenaar die hiertoe een verzoek indient, zal binnen drie weken worden gehoord. Van de hoorzitting wordt schriftelijk verslag opgemaakt. Dit verslag wordt ‘voor akkoord’ ter ondertekening aan de ambtenaar voorgelegd.

  • 3. De herplaatsingscommissie adviseert de werkgever naar aanleiding van de bedenkingen die de ambtenaar heeft ingediend tegen het plaatsingsvoorstel.

Artikel 4:4 Herplaatsingbesluiten

  • 1. De werkgever neemt het besluit tot herplaatsing van de betrokken ambtenaar. De ambtenaar wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte gesteld van dit besluit. In de motivering van het besluit wordt ingegaan op eventuele bedenkingen die door de ambtenaar zijn ingediend.

  • 2. De ambtenaar voor wie in de herplaatsingprocedure geen passende of geschikte functie is gevonden, wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk van dit besluit van boventalligheid in kennis gesteld.

Artikel 4.5 Flankerend beleid

  • 1. Ambtenaren die tenminste twee jaar in dienst zijn komen in aanmerking voor het Van Werk naar Werk-traject conform hoofdstuk 10d van de CAR/UWO. Voor ambtenaren die korter dan twee jaar in dienst zijn, en waarvoor reorganisatie ontslag plaatsvindt, kan de werkgever maatwerk realiseren.

  • 2. Dit maatwerk is erop gericht om de arbeidsmarktpositie van deze ambtenaren te verbeteren en kan bijvoorbeeld bestaan uit extra scholing, een ontwikkelingsassessment, begeleiding bij arbeidsmarktoriëntatie en solliciteren, bemiddeling naar ander werk etc.

  • 3. De kosten van dit maatwerk zijn voor rekening van de werkgever.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 5:1 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als ”Sociaal Statuut Gemeente Heemstede 2016”

Artikel 5:2 Inwerkingtreding

Dit sociaal statuut treedt werking met ingang van 1 januari 2016, en eindigt twee jaar na deze datum.

Vastgesteld door het college op 8 december 2015.