Regeling vervallen per 01-10-2013

Regeling glijdende werktijden 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 30-09-2013

Intitulé

Regeling glijdende werktijden 2011

Regeling Glijdende Werktijden 2011

Artikel 1 Reikwijdte

De Regeling Glijdende Werktijden geldt voor de volgende functies en afdelingen:

  • -

    gemeentesecretaris en directeuren;

  • -

    griffier en griffiemedewerkers;

  • -

    alle afdelingen van de aandachtsgebieden Algemene zaken en Publiekszaken & Bedrijfsvoering (excl. buitendienst Bouwkunde);

  • -

    alle afdelingen van het aandachtsgebied Ruimte en Welzijn met uitzondering van de buitendienstmedewerkers van de afdeling Uitvoering Openbare Ruimte.

De gemeentesecretaris, de griffier en de directeuren kunnen met instemming van de ondernemingsraad (groepen van) functies aanwijzen die worden toegevoegd aan of uitgezonderd van deze regeling. Het voorstel dient eerst te worden besproken in het werkoverleg met de betrokken medewerkers.

Bij onduidelijkheid of deze regeling van toepassing is zijn de volgende criteria bepalend:

  • -

    de dienstverlening of de bedrijfsvoering verbetert of ondervindt geen schade als de medewerker flexibel, naar eigen inzicht, zijn werktijden indeelt op basis van de Regeling Glijdende Werktijden;

  • -

    de beheersmatige kosten (mutaties, onderhoud, netwerkvoorzieningen etc.) voor het tijdregistratiesysteem zijn redelijk.

Artikel 2 Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

werkperiode : de tijdruimte waarbinnen per dag de werkzaamheden kunnen worden verricht;

standaardwerkweek: de formele arbeidsduur (normwerkweek) in de sector gemeenten. Dit is zesendertig uur per week voor een fulltime medewerker;

standaardwerkdag: dit is het normale aantal werkuren per dag. Bij een vijfdaagse werkweek is de standaardwerkdag 7 uur en 12 minuten per dag. Als 4 x 9 uur per week wordt gewerkt is de standaardwerkdag

9 uur. Voor een deeltijder is de standaardwerktijd de werktijd zoals die afgesproken is met de leidinggevende.

positief urensaldo : de tijdduur die men langer heeft gewerkt dan de standaardwerktijd (na verrekening van een eventueel negatief urensaldo);

negatief urensaldo : de tijdduur die men korter heeft gewerkt dan de standaardwerktijd (na verrekening van een eventueel positief urensaldo);

tijdregistratie : het vastleggen van aanvang- en vertrektijden waardoor de aanwezigheid komt vast te staan en de gewerkte uren worden vastgelegd.

Artikel 3 Aanvang en vertrek

Het aanvangstijdtip van de werkperiode is 07.30 uur. De werkperiode eindigt om 18.00 uur. Het afdelingshoofd/griffier kan, mits dit geen negatieve gevolgen heeft voor de dienstverlening en de bedrijfsvoering, een medewerker toestemming geven vanaf 07.00 uur te starten en/of de werkperiode te beëindigen uiterlijk om 19.00 uur.

Artikel 4 Werktijd

Een medewerker met een standaardwerkweek (= 36 uur) heeft een vijfdaagse werkweek van maandag tot en met vrijdag tenzij bij de aanstelling anders is vastgelegd.

De leidinggevende kan, mits dit geen negatieve gevolgen heeft voor de dienstverlening en de bedrijfsvoering, een medewerker toestemming geven per week 4 dagen van 9 uur te werken of per veertien dagen 9 x 8 uur te werken. De werkdagen worden vastgelegd.

De werktijd per dag mag niet meer dan negen uur bedragen. Als de bedrijfsvoering dit vereist kan de arbeidsduur één maal per week op tien uur gesteld worden (artikel 4:1 lid 4 van de CAR/UWO).

Zonder geregistreerde onderbreking van tenminste dertig minuten mag niet langer dan vijf en een half uur worden gewerkt.

De daadwerkelijke werkduur is mede afhankelijk van hetgeen de dienst toelaat.

Artikel 5 Pauze

De pauze duurt tenminste dertig minuten. Als de pauzetijd niet wordt geregistreerd, wordt automatisch rekening gehouden met een pauzetijd van een half uur.

Artikel 6 Tijdregistratie

De tijdregistratie vindt plaats door middel van een elektronisch registratiesysteem. De tijdregistratie dient door ieder personeelslid persoonlijk te geschieden. Ieder personeelslid ontvangt hiervoor een badge. Met behulp van de badge vindt vastlegging van de aanvangs- en vertrektijden plaats. De pauze dient ook te worden geregistreerd.

Artikel 7 Toegestane saldi

Positieve en negatieve saldi op de tijdregistratie zijn toegestaan. Hierbij is een saldo van meer dan twaalf uur negatief niet toegestaan.

Een negatief saldo van meer dan twaalf uur dient in de daaropvolgende maand te worden vermeerderd tot minder dan -12 uur.

Als echter in de daaropvolgende maand nog een negatief saldo aanwezig is van meer dan 12 uur, dan wordt aan het einde van die maand het volledig negatieve saldo met het vakantieverlof verrekend.

Voor een voltijder geldt dat bij een positief saldo van meer dan zesendertig uur aan het begin van elke maand het saldo wordt verminderd tot zesendertig uur.

Voor een deeltijder vindt de vermindering van uren naar evenredigheid plaats op basis van het aantal uren van de aanstelling.

De leidinggevende kan op verzoek van de medewerker gekapte uren, die vanwege dienstbelang zijn gemaakt, laten toevoegen aan het saldo.

Bij een positief saldo kan, in uitzonderlijke gevallen, het afdelingshoofd besluiten, in overleg met de directeur/gemeentesecretaris/griffier, uren over te boeken naar het vakantieverlofsaldo.

Artikel 8 Spaartijd

Een positief, danwel negatief urensaldo dient te worden vereffend in de lopende of de daarop volgende maand, voor zover de dienst dit toelaat. Deze saldi kunnen worden vereffend door korter te gaan werken op een werkdag of door het opnemen van spaartijd.

Een positief urensaldo kan worden opgenomen in de vorm van halve of hele spaardagen. Per jaar kan een voltijder maximaal 86,4 uur (12 x 7,2) op deze wijze opnemen. Het aantal op te nemen spaaruren dient gelijk te zijn aan het aantal uren dat men anders op de opgenomen dag(en) gewerkt zou hebben.

Deze spaardagen dienen van tevoren bij de leidinggevende via de webapplicatie te worden aangevraagd.

Het maximum aantal op te nemen spaaruren geldt voor een deeltijder naar evenredigheid op basis van het aantal uren van de aanstelling.

Uit het oogpunt van de dienstverlening of de bedrijfsvoering wordt op verzoek van de leidinggevende een positief urensaldo verminderd door korter te werken of door het opnemen van spaartijd. Het maximum van twaalf spaardagen per jaar kan hierbij, als uitzondering op het eerder genoemde in dit artikel worden overschreden.

Artikel 9 Ziekte en verlof

Bij een hele dag afwezigheid wegens ziekte of verlof wordt de werktijd berekend. Voor een voltijder (36 uur/5 dagen p/w) bedraagt dit 7,2 uur per dag. Bij een halve dag wordt de voor dat dagdeel geldende werktijd berekend, dit is 3.36 uur. Voor medewerkers die standaard 4 x 9 uur per week werken is dit 4,5 uur.

Artikel 10 Doktersbezoek e.d.

Voor zover men bij doktersbezoek, e.d. invloed heeft op het vaststellen van het tijdstip van het bezoek, dient men dit zoveel mogelijk buiten de werkdagen of werkuren te kiezen.

Bij een noodzakelijke afwezigheid wegens doktersbezoek e.d. kan een tijdcorrectie worden aangevraagd voor de afwezigheid tussen 08.00 en 17.00 uur. De leidinggevende past maatwerk toe en houdt ondermeer rekening met het werkpatroon van de medewerker.

Artikel 11 Aanvragen van correcties, boekingen en verlof

Verzoeken voor correcties, boekingen en verlof worden ingediend middels de webapplicatie. De leidinggevende beslist over het verzoek.

Artikel 12 Overwerk

Ten aanzien van overwerk geldt dat de tijd tussen 07.30 en 18.00 uur als regel niet als overwerktijd aangemerkt wordt. Van overwerk is sprake als er in opdracht van de leidinggevende gewerkt wordt vóór 07.30 of ná 18.00 uur.

Voor de medewerker die toestemming heeft vanaf 07.00 uur en/of tot 19.00 uur te werken geldt de tijd voor 07.00 uur en/of na 19.00 uur als overwerk.

Voor een deeltijder geldt dat indien hij/zij, op verzoek van de leidinggevende, gedurende een bepaalde periode, buiten zijn/haar normale werktijd, extra werk verricht, dit ook als overwerk wordt aangemerkt, conform artikel 3:2 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling.

Artikel 13 Cursussen

De compensatie voor het volgen van een vakgerichte cursus of studiedag op een externe locatie, die op verzoek van de werkgever plaatsvindt, is afhankelijk van de omvang van de standaardwerkdag.

Als de standaardwerkdag 7,2 uur of minder bedraagt, dan bedraagt de compensatie 8 uur.

Als de standaardwerkdag meer bedraagt dan 8 uur, dan wordt de volledige standaardwerkdag gecompenseerd.

Standaardwerkdag

Compensatie

7,2 uur (of minder)

8 uur

meer dan 8 uur; b.v. resp. 8,5 of 9 uur

conform de standaardwerkdag; b.v. resp. 8,5 of 9 uur

De cursustijd ’s avonds voor verplichte vakgerichte scholing wordt niet gecompenseerd in het geval van managementopleidingen.

De reistijd vanwege een cursus wordt niet gecompenseerd behoudens in uitzonderlijke gevallen. Dit ter beoordeling van de directeur of griffier.

Artikel 14 Recepties

Het bezoek van een receptie van jubilerende of vertrekkende bestuurders en collega’s wordt tot 17.00 uur beschouwd als werktijd. Na vertrek van de receptie dient met ‘gaan’ te worden uitgeklokt tot uiterlijk 17.00 uur.

Artikel 15 Bijeenkomsten Personeelsvereniging

De bijeenkomsten die worden georganiseerd door de Personeelsvereniging, waarvoor geen buitengewoon verlof geldt, zoals het bezoek van een borrel, wordt tot 17.00 uur beschouwd als werktijd.

Het buitengewoon verlof is voor de jaarlijkse uitgaansdag maximaal een halve dag per jaar, voor sportieve activiteiten maximaal een halve dag per jaar, en voor een schaatstocht maximaal een halve dag per jaar.

Voor deelname hieraan kan de medewerker verzoeken om een tijdcorrectie voor aanvulling tot aan de standaardwerkdag (normtijd voor die dag). De tijdcorrectie hierbij bedraagt maximaal 4 uur.

Artikel 16 Afdelingsuitje/Sociaal budget

Voor deelname aan het afdelingsuitje kan de medewerker verzoeken om een tijdcorrectie voor aanvulling tot aan de standaardwerkdag (normtijd voor die dag). De tijdcorrectie hierbij bedraagt maximaal 4 uur.

De reguliere dagdelen zijn van toepassing. Het is niet toegestaan dagdelen te ruilen voor meer tijdcorrectie.

Artikel 17 Slotbepalingen

Uitgangspunt bij de uitvoering van deze regeling dient te zijn een verantwoord gebruik van de

mogelijkheden, zoals die in het systeem van glijdende werktijden zijn opgesloten.

Daarbij dient rekening te worden gehouden met de beperkingen die vanuit de werksituatie kunnen

voorkomen.

De afweging van de mogelijkheden van het systeem ten opzichte van de belangen van de dienst behoort primair tot de verantwoordelijkheid van het personeel zelf.

Bij een niet verantwoorde toepassing van de mogelijkheden in verband met de werksituatie is de

leidinggevende van de afdeling bevoegd beperkingen op te leggen. Deze laatste is eveneens bevoegd binnen zijn afdeling regelingen te treffen die de goede voortgang van de dienstverlening waarborgen met behoud van de mogelijkheid voor individuele personeelsleden van glijdende werktijden.

Artikel 18 Ingangsdatum

De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2011 en kan worden aangehaald als de "Regeling glijdende werktijden 2011" en vervangt de Regeling glijdende werktijden uit 2003.

Vastgesteld namens besluit van burgemeester en wethouders door de directeur/gemeentesecretaris op 23 december 2010.