Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2019

Geldend van 25-12-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2019

De raad van de gemeente Heerenveen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2018;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2019

(Verordening lijkbezorgingsrechten 2019)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a)

    begraafplaatsen: alle gemeentelijke begraafplaatsen die liggen op het grondgebied van de gemeente Heerenveen te weten:

    • de begraafplaats/gedenkpark Schoterhof, inclusief het kerkhof rondom het kerkje, aan de Rotstergaastweg 47B te Nieuweschoot.

    • de begraafplaats/gedenkpark aan de Binnenweg 3B in Heerenveen.

    • de begraafplaats aan de Ds. Veenweg 28B in De Knipe.

    • de begraafplaats “De Kapelle” aan de Kapellewei 6 in Haskerdijken.

    • de begraafplaats aan de Boarnsterdyk 24 in Akkrum.

    • de begraafplaats aan de Kleasterwei 10 in Nes.

    • de begraafplaats/gedenkpark aan de Janco Douwamastrjitte 47 in Aldeboarn.

    • het kerkhof aan de Tsjerkebuorren 4 in Aldeboarn.

  • b)

    graf: een zandgraf of keldergraf:

  • c)

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d)

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e)

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • f)

    particulier graf: enkel particulier graf (één of twee diep) waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as.

  • g)

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • h)

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as.

  • i)

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • j)

    kindergraf: een particulier of algemeen graf met een afwijkend formaat bestemd voor het begraven van één persoon beneden de leeftijd van 12 jaar;

  • k)

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • l)

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;

  • m)

    gedenkelement: gedenkplaatje of andere kleinere vorm van gedenkteken, niet zijnde grafbedekking.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5.5 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De rechten van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • 2. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige kenbaar gemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in 5.4 en 5.5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 5.4 en 5.5 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 5.4 en 5.5 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in 5.4 en 5.5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling.

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Overgangsrecht

Met ingang van de in artikel 13 genoemde datum van ingang van heffing, wordt de in de raadsvergadering van 18 december 2017 vastgestelde Verordening lijkbezorgingsrechten 2018 en de bijbehorende tarieventabel ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2018.

De griffier,

mevrouw E.M. Witzke

De voorzitter,

de heer T.J. van der Zwan

Tarieventabel, behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2019.

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten.

1.1. Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf voor één overledene wordt geheven voor een periode van:

  • 20 jaar: € 1.540,00

  • 30 jaar: € 2.250,00

  • 40 jaar: € 2.500,00

1.2. Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf voor twee overledenen wordt geheven voor een periode van:

  • 20 jaar: € 2.055,00

  • 30 jaar: € 3.000,00

  • 40 jaar: € 3.335,00

1.3. Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in artikel 1.1. wordt geheven voor een periode van:

  • 5 jaar: € 400,00

  • 10 jaar: € 750,00

  • 15 jaar: € 1.100,00

  • 20 jaar: € 1.500,00

1.4. Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in artikel 1.2. wordt geheven voor een periode van:

  • 5 jaar: € 535,00

  • 10 jaar: € 1.000,00

  • 15 jaar: € 1.465,00

  • 20 jaar: € 2.000,00

1.5. Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier urnengraf/urnennis wordt geheven voor een periode van:

  • 5 jaar: € 300,00

  • 10 jaar: € 430,00

  • 15 jaar: € 600,00

  • 20 jaar: € 800,00

1.6. Voor het verlengen van het uitsluitend recht bedoeld in artikel 1.5. wordt geheven voor een periode van:

  • 5 jaar: € 280,00

  • 10 jaar: € 400,00

  • 15 jaar: € 560,00

  • 20 jaar: € 740,00

1.7. Het tarief bedraagt 50% van de onder 1.1. en 1.2 genoemde rechten, indien de overledene een kind is in de leeftijd tot 12 jaar.

1.8. Voor het verlenen van het gebruiksrecht van een algemeen graf voor een periode van 10 jaar, wordt geheven: € 700,00.

1.9. Ten aanzien van de rechten als bedoeld in de artikelen 1.1., 1.2. en 1.5. van deze tarieventabel, wordt bij tussentijdse beëindiging van het gebruik van de begraafplaatsen, als bedoeld in artikel 1 onder a van deze verordening, op schriftelijke aanvraag van de rechthebbende, ontheffing verleend over zoveel twintigste gedeelten van het verschuldigde recht als na het tijdstip van beëindiging nog volle jaren overblijven, met dien verstande dat de ontheffing maximaal 50% van het verschuldigde recht bedraagt.

Hoofdstuk 2 Begraven.

2.1. Voor het begraven van:

  • een overleden persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven: € 660,00

  • van een overleden kind beneden één jaar wordt geheven: € 155,00

  • van een overleden kind van één jaar en ouder, maar beneden de leeftijd van 12 jaar, wordt geheven: € 330,00

2.2. Het in artikel 2.1. bedoelde recht wordt voor het begraven op buitengewone uren, verhoogd met 50%.

2.3. Onder buitengewone uren wordt verstaan de uren buiten de gewone werktijd te weten:

  • op maandag tot en met vrijdag, na 15.30 uur;

  • op zaterdag na 12.00 uur (uitgezonderd feestdagen).

2.4. Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een graf wegens begraving binnen het verlopen van de periode van grafrust wordt geheven:

  • voor het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.: per te verlengen jaar een bedrag van € 78,00;

  • voor het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.: per te verlengen jaar een bedrag van € 104,00;

  • voor het uitsluitend recht als bedoeld in 1.7.: per te verlengen jaar een bedrag van € 39,00.

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen.

3.1. Voor het bijzetten van een asbus of urn in een bestaand graf of urnengraf/urnennis, wordt geheven: €120,00

3.2. Voor het bijzetten van een asbus of urn op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in onderdeel 3.1 verhoogd met: 50%.

3.3. Onder buitengewone uren, wordt verstaan de uren buiten de reguliere werktijd, te weten:

  • op maandag tot en met vrijdag, na 15.30 uur.

  • op zaterdag na 12.00 uur (uitgezonderd feestdagen).

Hoofdstuk 4 Verstrooien van as.

4.1. Voor het verlenen van toestemming tot het verstrooien van as op een gemeentelijke begraafplaats, wordt geheven: €75,00

4.2. Voor het verstrooien van as als bedoeld in artikel 4.1. op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in onderdeel 4.1 verhoogd met: 50%.

4.3. Onder buitengewone uren, wordt verstaan de uren buiten de reguliere werktijd, te weten:

  • op maandag tot en met vrijdag, na 15.30 uur.

  • op zaterdag na 12.00 uur (uitgezonderd feestdagen).

Hoofdstuk 5 Grafbedekking en onderhoud.

5.1. Voor het afgeven van een vergunning tot het aanbrengen van een grafkelder, wordt geheven:

  • voor een graf voor een overledene: € 406,00

  • voor een graf voor twee overledenen: € 812,00

5.2. Voor het afgeven van een vergunning voor het hebben van een grafbedekking, wordt geheven: € 180,00

5.3. Voor het afgeven van een vergunning voor het hebben van een grafbedekking voor een kindergraf of urnengraf, wordt geheven € 90,00.

5.4. Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van voorwerpen, bedoeld in de onderdelen 5.2. en 5.3. wordt geheven per jaar: € 100,00

5.5. De rechten bedoeld in onderdeel 5.3 kunnen worden afgekocht door voldoening van een bedrag bepaald volgens onderstaande tabel. De afkoopsom bedraagt de contante waarde van de op het tijdstip van afkoop nog te verschijnen belastingbedragen, en wordt berekend door vermenigvuldiging van het jaarlijkse belastingbedrag met de hierna te noemen factor.

Aantal jaren waarvoor wordt afgekocht

Vermenigvuldigingsfactor

20

10,1945

15

8,8271

10

6,8641

5

4,0459

4

3,3494

3

2,6005

2

1,7956

1

0,9303

Hoofdstuk 6 Inschrijven en overboeken van particulier graf, particulier kindergraf, particuliere urnengraf of particuliere urnennis.

Voor het inschrijven, verlengen en overboeken van een particulier graf, particulier kindergraf, particuliere urnengraf en particuliere urnennis in een daartoe bestemd register, wordt per akte geheven: € 40,00

Hoofdstuk 7 Opgraven of ruimen.

7.1. Voor het opgraven van een overleden persoon van 12 jaar of ouder, wordt geheven: €660,00

7.2. Voor het opgraven van een overleden kind beneden één jaar, wordt geheven: € 155,00

7.3. Voor het opgraven van een overleden kind van één jaar en ouder, maar beneden de leeftijd van 12 jaar, wordt geheven: € 330,00

7.4. Voor het opgraven of verwijderen van een asbus, wordt geheven:

  • uit een particulier graf: € 76,00

  • uit een particulier urnengraf: € 76,00

  • uit een particuliere urnennis: € 76,00

7.5. Voor het verdiepen van een graf, wordt geheven: € 500,00

Hoofdstuk 8 Overige diensten.

8.1. Voor het gebruik van de ontvangstruimte/aula en gebruik van de muziekinstallatie, in combinatie met een begrafenis op de gemeentelijke begraafplaats Schoterhof, wordt geheven per dienst: € 250,00

8.2. Voor een ander gebruik van de onder 8.1. genoemde accommodatie en installatie, wordt geheven per dienst: € 300,00

8.3. Voor het luiden van de klok, wordt geheven: € 50,00

Behorende bij het raadsbesluit van de gemeente Heerenveen van 17 december 2018.

De griffier,