Regeling vervallen per 01-01-2017

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2016

Intitulé

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014

De raad van de gemeente Heerenveen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 september 2013, inzake de Algemene subsidieverordening Heerenveen 2014;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    subsidie: de aanspraak op (financiële) middelen zoals bedoeld in artikel 4:21 van de wet;

  • c.

    nadere regel: een door burgemeester en wethouders vastgestelde regeling met algemeen verbindende voorschriften, ter uitvoering van een raadsverordening;

  • d.

    eenmalige subsidie: een aanvullende subsidie ten behoeve van bijzondere incidentele projecten of activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager en waarvoor het college slechts voor een van tevoren bepaalde tijd (maximaal 4 jaren) subsidie wil verstrekken;

  • e.

    jaarlijkse subsidie: subsidie die per boekjaar of voor een bepaald aantal boekjaren aan een instelling wordt verstrekt voor maximaal 4 boekjaren;

  • f.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen;

  • g.

    raad: raad van de gemeente Heerenveen.

Artikel 2. Reikwijdte verordening

  • 1.

    Voor de volgende thema’s van de gemeenteraad kunnen door het college subsidies

    worden verstrekt:

    • a.

      Heerenveen bestuurt en organiseert;

    • b.

      Heerenveen werkt;

    • c.

      Heerenveen kiest voor leefbare wijken dorpen;

    • d.

      Heerenveen bevordert meedoen en ondersteunt daarbij;

    • e.

      Heerenveen stimuleert duurzaamheid;

    • f.

      Heerenveen ontwikkelt.

  • 2.

    Ten aanzien van subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet

    bestuursrecht (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is) kan het college

    bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk buiten

    toepassing blijft.

Artikel 3. Nadere regels

Het college kan nadere regels stellen, waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen

en de verdeling van de subsidie per thema en in beleidsterrein, worden omschreven.

Artikel 4. Subsidieplafond en Begrotingsvoorbehoud

  • 1.

    Het college kan subsidieplafonds vaststellen. In dat geval bepalen zij bij nadere regel de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

  • 2.

    Het college kan een subsidieplafond verlagen:

  • a.

    als het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld

    of goedgekeurd; of

  • b.

    als de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of

    goedgekeurd.

  • 3.

    Bij de bekendmaking van een subsidieplafond, dat kan worden verlaagd overeenkomstig

    het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging.

  • 4.

    Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd,

    wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting

    beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningbeschikking wordt daarop gewezen.

Artikel 5. Aanvraag jaarlijkse – en eenmalige subsidies

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Bij de aanvraag om een jaarlijkse subsidie legt de aanvrager de volgende gegevens over:

  • a.

    een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

  • b.

    de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de

    activiteiten daaraan bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht

    zijn op de gemeente of haar ingezetenen/inwoners en op door de gemeente

    vastgestelde doelen of thema’s.;

  • c.

    een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. De

    begroting bevat een overzicht van de aan de activiteiten verbonden geraamde inkomstenen uitgaven. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursoganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.

  • d.

    als het een subsidie betreft die per boekjaar aan een rechtspersoon wordt verstrekt, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.

  • 3.

    Bij de aanvraag om een eenmalige subsidie legt de aanvrager de volgende gegevens over:

  • a.

    een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

  • b.

    een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt gevraagd. De begroting bevat een overzicht van de aan de activiteiten verbonden geraamde inkomsten en uitgaven. Het dekkingsplan bevat een opgave van inkomsten waaronder een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.

  • 4.

    Een rechtspersoon die voor de eerste maal een jaarlijkse subsidie aanvraagt, voegt een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar toe aan de aanvraag.

  • 5.

    Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het tweede en derde lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk, voldoende, zijn.

  • 6.

    Bij nadere regels kan van de voorgaande leden worden afgeweken.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag om een jaarlijkse subsidie, wordt ingediend uiterlijk 1 juni voorafgaand

    aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    Een aanvraag voor een eenmalige subsidie kan het gehele jaar worden ingediend, ten minste 13 weken voor aanvang van de activiteiten.

  • 3.

    Het college kan bij nadere regel andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies.

Artikel 7. Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag om een jaarlijkse subsidie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

  • 2.

    Het college beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie als bedoeld in artikel 6, tweede lid, binnen 10 weken nadat de volledige aanvraag is ontvangen.

  • 3.

    Bij nadere regel kunnen andere termijnen worden gesteld.

Artikel 8. Weigerings- en intrekkingsgronden

  • 1.

    Onverminderd artikel 4:25, 4:34,4:35 en 4:51 van de Algemene wet bestuursrecht kan het college de subsidie in ieder geval weigeren:

  • a.

    als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de

    gemeente of haar ingezetenen;

  • b.

    de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid zoals dat is vastgesteld ten aanzien van de afzonderlijke beleidsvelden van de gemeente;

  • c.

    als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de

    activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd; of

  • d.

    in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

  • e.

    als de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in

    aanmerking te komen;

  • f.

    als de activiteit reeds door een andere organisatie wordt verricht;

  • g.

    als de subsidieverstrekking zou leiden tot ontoelaatbare staatssteun of anderszins in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

  • h.

    in de bij de betrokken nadere regel bepaalde gevallen;

  • i.

    de subsidieaanvraag betrekking heeft op partijpolitieke, persoonlijke, godsdienstige en levensbeschouwelijke activiteiten;

  • j.

    de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende middelen beschikt of kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken.

  • k.

    de instelling ook bij andere overheden een soortgelijke aanvaag hebben ingediend;

  • l.

    de continuïteit van de activiteiten van aanvrager niet of onvoldoende gewaarborgd is

  • m.

    het voornemen tot verlening van subsidie op grond van de artikel 87, 88 en/of 89 van het EG-verdrag ter goedkeuring bij de Europese Commissie wordt of moet worden gemeld;

  • n.

    de subsidie een steunmaatregel vormt in de zijn van artikel 87, lid 1 van het EG-verdrag, die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt.

  • 2.

    Het college kan een subsidie in ieder geval intrekken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur en het college kan een subsidie intrekken in de gevallen die benoemd zijn in de artikelen 4:48, 4:49 en 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 9. Verantwoording

Bij de verleningsbeschikking wordt vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.

Artikel 10. Algemene verplichtingen van subsidie-ontvanger

  • 1.

    Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld aan het college (meldingsplicht).

  • 2.

    Een subsidieontvanger informeert het college onverwijld schriftelijk over:

  • a.

    beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

  • b.

    relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

  • c.

    ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;

  • d.

    wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.

  • 3.

    De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 van de wet.

  • 4.

    Het college heeft de bevoegdheid om, naast de standaardverplichtingen vermeld in artikel 4:37 van de wet, bij de subsidieverlening andere verplichtingen op te leggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie (artikel 4:38 van de wet).

  • 5.

    Een subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan een door of namens de gemeente ingesteld onderzoek op het beleidsveld, waar de activiteit van de subsidieontvanger op gericht is.

Artikel 11. Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen

  • 1.

    Aan een beschikking tot subsidieverlening kunnen verplichtingen worden verbonden met betrekking tot het beheer en gebruik van hetgeen met de subsidie tot stand is gebracht.

  • 2.

    Bij subsidies hoger dan € 25.000, -- verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.

Artikel 12. Betaling en bevoorschotting

  • 1.

    Indien een beschikking tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 13, eerste lid, wordt gegeven, vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats.

  • 2.

    Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, wordt in het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.

Artikel 13. Eindverantwoording subsidies tot € 5.000,--

  • 1.

    Subsidies tot € 5.000,-- worden door het college direct vastgesteld, zonder voorafgaande subsidieverlening.

  • 2.

    Als de activiteiten niet zijn verricht kan het college op grond van artikel 4:49 van de wet de subsidie intrekken of wijzigen.

  • 3.

    De gemeente behoudt zich het recht voor steekproefsgewijs te controleren of de activiteit, waarvoor subsidie is verstrekt, is verricht.

Artikel 14. Eindverantwoording subsidies vanaf € 5.000,-- tot € 25.000,--

  • 1.

    Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 5.000,--, maar minder dan € 25.000,--, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

  • a.

    bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 juni in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 5 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.

  • b.

    bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag) met toelichting.

  • 3.

    Het college kan in de verleningsbeschikking bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.

Artikel 15. Eindverantwoording subsidies vanaf € 25.000,--

  • 1.

    Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 25.000,--, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

  • a.

    bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 juni in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 5 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.

  • b.

    bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

  • a.

    een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

  • b.

    een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

  • c.

    een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

  • d.

    een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijke accountant. Bij deze controle dient aandacht te zijn besteed aan de naleving van aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 3.

    Het college kan in de verleningsbeschikking bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.

Artikel 16. Vaststelling subsidie

  • 1.

    Het college stelt vóór 1 november in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor jaarlijks de subsidie is verleend de aanvraag tot subsidievaststelling vast.

  • 2.

    Het college stelt binnen 13 weken de aanvraag tot vaststelling van een eenmalige subsidie vast, tenzij bij verleningsbeschikking anders is bepaald.

  • 3.

    Deze termijnen kunnen eenmaal voor ten hoogste acht weken worden verdaagd.

  • 4.

    Het college kan bij nadere regel categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen, waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.

Artikel 17. Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 8 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 18. Intrekking

De Algemene subsidieverordening Heerenveen 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 19. Overgangsbepalingen

Subsidieaanvragen die zijn ingediend voor 1 juni 2013 worden afgedaan volgens de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Heerenveen 2010.

Artikel 20. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014.

Artikel 21. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening Heerenveen 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van

De griffier, De burgemeester,

Raadsvoorstel.pdf

In het kader van de gemeentelijke herindeling van de gemeente Boarnsterhim en de gemeente Heerenveen, als ook de toevoeging van het gebied van de grenscorrectie met de gemeente Skarsterlân per 1 januari 2014 wordt deze regeling geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente Heerenveen.

Algemene toelichting ASV Heerenveen 2014.pdf

Artikelsgewijze toelichting ASV Heerenveen 2014.pdf