Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening bestuurscommissie openbaar voortgezet onderwijs OSG Sevenwolden

Geldend van 01-01-2004 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening bestuurscommissie openbaar voortgezet onderwijs OSG Sevenwolden
  • 1.

    In de galerieën op het tabblad Invoegen bevinden zich items die zodanig zijn ontworpen dat deze bij het algemene uiterlijk van uw document passen.

  • a.

    In de galerieën op het tabblad Invoegen bevinden zich items die zodanig zijn ontworpen dat deze bij het algemene uiterlijk van uw document passen.

    De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Heerenveen, elk voor zover het de eigen bevoegdheden betreft;

    overwegende:

    - dat door de invoering van het duale bestel een herziening van de Verordening op de Bestuurscommissie Openbare Scholengemeenschap Sevenwolden noodzakelijk is;

    - dat van de gelegenheid gebruik wordt gemaakt om deze verordening ook op enkele andere onderdelen aan te passen;

    gelet op de artikelen 83, 85, 156, 165 en 171 van de Gemeentewet;

    B E S L U I T E N :

    A.

    De Verordening op de Bestuurscommissie Openbare Scholengemeenschap Sevenwolden, zoals vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 1993, in te trekken op het moment dat de onder B. genoemde verordening in werking treedt.

    B.

    Vast te stellen de volgende Verordening bestuurscommissie openbaar voortgezet onderwijs OSG Sevenwolden.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

a. de raad

:

de gemeenteraad van de gemeente Hee-renveen;

b. het college

:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen;

c. de burgemeester

:

de burgemeester van de gemeente Heerenveen;

d. de bestuurscommissie

:

de bestuurscommissie openbaar voortgezet onderwijs die op grond van deze verordening in het leven wordt geroepen;

e. de scholengemeenschap

:

de openbare scholengemeenschap Sevenwolden, gevestigd te Heerenveen, met daaraan verbonden nevenvestigingen te Joure en Akkrum/Grou;

f. de wet

:

de Gemeentewet.

Artikel 2 Karakter

Voor de scholengemeenschap geldt het karakter van het openbaar onderwijs zoals verwoord in de artikelen 42 en 44 van de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel 3 Taak en bevoegdheden

  • 1.

    De bestuurscommissie heeft tot taak het bevorderen, instandhouden en doen verzorgen van voldoende, zowel in omvang als van kwaliteit, openbaar voortgezet onderwijs in de regio die wordt gevormd door de gemeente Heerenveen en omliggende gemeenten. Daartoe neemt zij met inachtneming van het bepaalde in het tweede tot en met het vijfde lid het bestuur en beheer van de scholengemeenschap op zich.

  • 2.

    Ten behoeve van de in het eerste lid genoemde taak dragen de raad en het college, elk voor zover het de eigen bevoegdheden betreft, hun bevoegdheden terzake van het openbaar voortgezet onderwijs aan de bestuurscommissie over, met uitzondering van:

    • a.

      de bevoegdheden die op grond van titel III en IV van de wet niet voor overdracht in aanmerking komen;

    • b.

      het stichten of opheffen van scholen.

  • 3.

    Ten behoeve van de in het eerste lid genoemde taak verleent het college volmacht aan de bestuurscommissie te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten inzake werken, diensten en leveringen, mits passend binnen de door de raad vastgestelde begroting of beschikbaar gestelde kredieten.

  • 4.

    De in het derde lid genoemde volmacht geldt niet voor het aangaan van overeenkomsten inzake de verkrijging, vervreemding of bezwaring van onroerende zaken.

  • 5.

    De burgemeester draagt op grond van artikel 171 van de wet de vertegenwoordiging van de bestuurscommissie in en buiten rechte op aan haar voorzitter. De voorzitter kan deze vertegenwoordiging aan anderen opdragen.

Artikel 4 Directiestatuut

  • 1.

    De bestuurscommissie stelt een directiestatuut vast, waarin zij de verdeling van taken en bevoegdheden tussen haarzelf en de centrale directie vastlegt.

  • 2.

    Het college ontvangt een afschrift van het directiestatuut.

Artikel 5 Schorsing en vernietiging

Ten aanzien van de in artikel 85, tweede lid, van de wet genoemde bevoegdheid tot schorsing en vernietiging van besluiten en andere, niet-schriftelijke beslissingen gericht op enig rechtsgevolg van de bestuurscommissie, draagt de raad haar schorsingsbevoegdheid over aan het college.

Artikel 6 Samenstelling en benoeming leden

  • 1.

    De bestuurscommissie bestaat uit 9 leden, waarvan:

    • a.

      2 leden namens de raad van de gemeente Heerenveen;

    • b.

      1 lid namens de raad van de gemeente Boarnsterhim;

    • c.

      1 lid namens de raad van de gemeente Skarsterlân;

    • d.

      1 lid namens of uit het regionale bedrijfsleven;

    • e.

      2 leden namens de ouders van de leerlingen van de scholengemeenschap;

    • f.

      2 leden namens het personeel van de scholengemeenschap.

  • 2.

    Om tot lid van de bestuurscommissie te kunnen worden benoemd, dient de kandidaat karakter en doelstellingen van het openbaar onderwijs, bedoeld in artikel 2, te onderschrijven.

  • 3.

    Tot lid van de bestuurscommissie kunnen niet worden benoemd:

    • a.

      leden van de raad, leden van het college, de burgemeester, personeelsleden van de scholengemeenschap en leden van de medezeggenschapsraad;

    • b.

      die kandidaten waarvan een benoeming tot lid van de bestuurscommissie onverenigbaarheid van belangen oplevert.

  • 4.

    De leden van de bestuurscommissie worden door het college benoemd op voordracht van de in het eerste lid genoemde geledingen. Voor de groep genoemd in het eerste lid onder e is dat de oudergeleding en voor de groep genoemd in het eerste lid onder f is dat de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad.

  • 5.

    De in het vierde lid genoemde voordracht is bindend, indien bij de voordracht de leden twee en drie in acht zijn genomen.

  • 6.

    De leden van de bestuurscommissie worden voor een periode van 4 jaar benoemd en kunnen ten hoogste 2 keer worden herbenoemd.

  • 7.

    Bij de toepassing van het zesde lid houdt het college rekening met het door de bestuurscommissie op grond van de Verordening op de Bestuurscommissie Openbare Scholengemeenschap Sevenwolden vastgestelde zittingschema.

  • 8.

    In het geval van een tussentijdse vacature voorziet het college ten spoedigste in de benoeming van een nieuw lid van de bestuurscommissie. Het vierde en het vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 9.

    Het lid dat ingevolge het achtste lid wordt benoemd, heeft zitting in de bestuurscommissie tot het moment waarop degene in wiens plaats hij is benoemd volgens het zittingsschema zou zijn afgetreden.

Artikel 7 Schorsing, ontslag en einde lidmaatschap

  • 1.

    Het college kan een lid van de bestuurscommissie, dat naar zijn oordeel in ernstige mate door handelen of nalaten afbreuk doet aan het functioneren van de bestuurscommissie voor maximaal vier maanden schorsen of ontslaan. Het desbetreffende lid, de bestuurscommissie en de raad worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

  • 2.

    De bestuurscommissie kan op dezelfde gronden en voor dezelfde termijn als genoemd in het eerste lid een lid van de bestuurscommissie schorsen, mits daartoe wordt besloten met een tweederde meerderheid van stemmen. Het desbetreffende lid en het college worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Het college beslist zo spoedig mogelijk daarop of hij de schorsing bevestigt. Bij bevestiging geldt de schorsing als door het college besloten. Het desbetreffende lid, de bestuurscommissie en de raad worden van het besluit van het college op de hoogte gesteld.

  • 3.

    In het geval het college de schorsing op grond van het tweede lid bevestigt, wordt de schorsingstermijn geacht te zijn ingegaan op het moment van het besluit van de commissie daartoe.

  • 4.

    Het lidmaatschap van de bestuurscommissie eindigt door:

    • a.

      het eindigen van de benoemingsperiode van 4 jaar;

    • b.

      het verlies van de hoedanigheid op grond waarvan men is benoemd;

    • c.

      ontslag;

    • d.

      opzegging;

    • e.

      overlijden.

Artikel 8 Werkwijze

  • 1.

    De bestuurscommissie kiest uit haar midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester en hun respectieve plaatsvervangers.

  • 2.

    Aan de bestuurscommissie is toegevoegd een adjunct-secretaris, die belast is met het ondersteunen van de bestuurscommissie. De adjunct-secretaris wordt op voorstel van de voorzitter van de bestuurscommissie aangewezen door de centrale directie.

  • 3.

    De voorzitter van de bestuurscommissie is belast met de leiding van de vergaderingen en met het uitvoeren van de besluiten van de bestuurscommissie.

  • 4.

    De voorzitter en de penningmeester oefenen gezamenlijk het tekenrecht uit aangaande financiële aangelegenheden.

  • 5.

    Met inachtneming van het bepaalde in het eerste tot en met het vijfde lid kan de bestuurscommissie nadere regels vaststellen omtrent de taakverdeling.

Artikel 9 Vergaderingen

  • 1.

    De bestuurscommissie vergadert ten minste vier keer per jaar.

  • 2.

    De voorzitter bepaalt dag en tijdstip van de vergaderingen. Hij draagt er zorg voor dat de leden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste een week voor het houden van de vergadering schriftelijk worden opgeroepen.

  • 3.

    Tegelijkertijd met de in het tweede lid bedoelde oproeping ontvangt het college een afschrift daarvan.

  • 4.

    Tegelijkertijd met de in het tweede lid bedoelde oproeping brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. Artikel 19, tweede lid, van de wet is verder van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    Tenzij de bestuurscommissie in bijzondere gevallen anders beslist, woont de centrale directie de vergaderingen van de bestuurscommissie bij. De centrale directie heeft in de vergadering een adviserende stem.

  • 6.

    De bestuurscommissie kan zich in de vergadering door deskundigen laten bijstaan. Zij hebben in de vergadering een adviserende stem.

Artikel 10 Openbaarheid van vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van de bestuurscommissie worden in het openbaar gehouden. Artikel 23 van de wet is verder van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11 Geheimhouding stukken

  • 1.

    Indien de bestuurscommissie op grond van artikel 86 van de wet in een besloten vergadering omtrent het in die vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan haar werden overgelegd, geheimhouding heeft opgelegd, doet zij hiervan mededeling aan het college.

  • 2.

    Desgewenst verleent de bestuurscommissie het college inzage in het verslag van de besloten vergadering en de aldaar behandelde stukken.

Artikel 12 Besluitvorming

  • 1.

    De leden van de bestuurscommissie stemmen zonder last.

  • 2.

    De vergadering van de bestuurscommissie wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

  • 3.

    Indien ingevolge het tweede lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de voorzitter van de bestuurscommissie, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste 24 uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 4.

    Op de vergadering, bedoeld in het derde lid, is het tweede lid niet van toepassing. De bestuurscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het tweede lid niet geopende vergadering was belegd, alleen beraadslagen of besluiten indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

  • 5.

    Voor het tot stand komen van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht.

  • 6.

    Een lid van de bestuurscommissie neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken.

  • 7.

    Bij een schriftelijke stemming wordt onder het uitbrengen van een stem verstaan het inleveren van een behoorlijk ingevuld stembriefje.

  • 8.

    De stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen geschiedt bij gesloten en ongetekende stembriefjes.

  • 9.

    De overige stemmingen geschieden bij hoofdelijke oproeping, indien de voorzitter of een van de leden dat verlangt. In dat geval geschieden zij mondeling.

  • 10.

    Bij hoofdelijke oproeping is ieder ter vergadering aanwezig lid van de bestuurscommissie dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden verplicht zijn stem voor of tegen uit te brengen.

  • 11.

    Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd, is het aangenomen.

  • 12.

    Indien de stemmen staken bij een schriftelijke stemming, dan wordt in de volgende vergadering een herstemming gehouden. Staken bij de herstemming de stemmen opnieuw, dan beslist terstond het lot.

  • 13.

    Indien de stemmen staken bij een hoofdelijk oproeping, dan wordt in de volgende vergadering een herstemming gehouden. Staken bij de herstemming opnieuw, dan is het voorstel niet aangenomen.

Artikel 13 Rekening en begroting

  • 1.

    Overeenkomstig de door het college vastgestelde concernplanning doet de bestuurscommissie aan het college een ontwerpjaarrekening van de inkomsten en uitgaven met toelichting van het afgelopen kalenderjaar toekomen. De bestuurscommissie draagt er zorg voor dat deze stukken zijn voorzien van een verklaring opgesteld door een registeraccountant.

  • 2.

    Overeenkomstig de door het college vastgestelde concernplanning zendt de bestuurscommissie een ontwerpbegroting met toelichting voor het daaropvolgende kalenderjaar en een meerjarenraming met toelichting voor ten minste drie op het begrotingsjaar volgende jaren aan het college.

  • 3.

    Indien het college zich niet kan verenigen met het ontwerp van de rekening of de begroting, treedt het in overleg met de commissie om overeenstemming te bereiken. Het college biedt de begroting en jaarrekening ter vaststelling aan de raad aan. Het college doet daarbij verslag van de gang van zaken.

  • 4.

    Over elk kalenderjaar doet de bestuurscommissie aan het college een afschrift toekomen van de bescheiden die zij aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen toezendt voor de vaststelling van de rijkssubsidie.

Artikel 14 Overige verantwoording en beleidsplan

  • 1.

    De bestuurscommissie is voor haar handelingen en haar beleid verantwoording schuldig aan de raad en het college, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. Hiertoe biedt de bestuurscommissie jaarlijks via het college aan de raad een inhoudelijk verslag aan over het voorafgaande jaar.

  • 2.

    Eens per 4 jaar biedt de bestuurscommissie de raad via het college een beleidsplan ter kennisneming aan.

Artikel 15 Wijziging en intrekking

  • 1.

    De bestuurscommissie kan een verzoek tot wijziging of intrekking van deze verordening indienen bij het college of de raad.

  • 2.

    In de overige gevallen wordt deze verordening niet eerder gewijzigd of ingetrokken dan na overleg met de bestuurscommissie, de gemeente Boarnsterhim, de gemeente Skarsterlân en de medezeggenschapsraad.

Artikel 16 Slotbepalingen

  • 1.

    Het college beslist in alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, na de bestuurscommissie te hebben gehoord.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening bestuurscommissie openbaar voortgezet onderwijs OSG Sevenwolden.

  • 3.

    De bestuurscommissie kan worden aangehaald als bestuurscommissie OSG Sevenwolden.

  • 4.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2004.

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 december 2003.

De griffier,

De voorzitter,

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 9 december 2003.

De secretaris,

De burgemeester,

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 9 december 2003.

De burgemeester,