Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2013

Geldend van 01-05-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2013

Nr. 2013056

De raad van de gemeente Heerhugowaard;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 maart 2013;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

“Eerste wijziging op de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingrechten 2013”.

Eerste wijziging op de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2013|

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats(en): de begraafplaats aan de Krusemanlaan en die aan de Kerkweg;

  • b.

    graf: een zandgraf of een keldergraf;

  • c.

    asbus: een bus bevattende de as van één overledene;

  • d.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • e.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • f.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • g.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een graf;

  • h.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen is verleend;

Artikel 1a. Indeling graven en asbestemmingen

  • a. eigen graf is een particulier graf: graf waarvoor aan een rechthebbende het uitsluitend recht wordt verleend tot het begraven en begraven houden van ten hoogste 3 stoffelijke overschotten of asbussen of het doen verstrooien van as. Het grafrecht bij uitgifte bedraagt 20 jaren;

  • b. algemeen graf: graf waarin aan een gebruiker de gelegenheid wordt geboden tot het begraven van stoffelijke overschotten voor de tijd van 10 jaren;

  • c. eigen kindergraf is een particulier graf: graf waarvoor aan een rechthebbende het uitsluitend recht wordt verleend tot het begraven en begraven houden van ten hoogste 1 stoffelijke overschot of asbussen van een kind tot de leeftijd van 12 jaren. Het grafrecht bij uitgifte bedraagt 20 jaren;

  • d. algemeen kindergraf: graven waarin aan een gebruiker de gelegenheid wordt geboden tot het begraven van een kind tot de leeftijd van 12 jaren voor de tijd van 10 jaren;

  • e. foetusgraf: een verzamelgraf waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van foetussen jonger dan 24 weken zwangerschap. Gezien de inrichting van het foetusgraf als verzamelgraf is er geen sprake van een gebruikstermijn;

  • f. eigen urnengraf is een particulier graf: graf waarvoor aan een rechthebbende het uitsluitend recht wordt verleend tot het begraven van ten hoogste 3 asbussen. Het grafrecht bij uitgifte bedraagt 20 jaren;

  • g. urnennis: een nis in de urnenmuur waarin aan een gebruiker gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • h. herdenkingsmonument: een plaats waar de gelegenheid wordt geboden om overledenen te gedenken. Naamplaatjes hiervoor worden verstrekt en beletterd door de gemeente. De gebruikswaarde van de naamplaatjes wordt gegarandeerd voor de tijd van 10 jaren;

  • i. strooiveld; veld waar de gelegenheid wordt geboden tot het doen verstrooien van as;

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4

Er worden geen vrijstellingen verleend.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

Dit artikel is niet (meer) van toepassing.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Overgangsrecht

  • 1. De 'Verordening lijkbezorgingrechten 2013' van 18 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 mei 2013

Artikel 15 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als "Eerste wijziging op de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2013".

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 april 2013.

De griffier, De voorzitter,

TARIEVENTABEL

Eerste wijziging op de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2013|

Hoofdstuk 1  Verlenen van rechten op de begraafplaats aan de Krusemanlaan

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven

1.1.1

Voor een periode van 10 jaar:

1.089,33

1.1.2

Voor een periode van 20 jaar:

2.178,67

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf wordt geheven

1.2.1

Voor een periode van 10 jaar:

544,67

1.2.2

Voor een periode van 20 jaar:

1.089,33

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven

1.3.1

Voor een periode van 10 jaar:

363,11

1.3.2

Voor een periode van 20 jaar:

726,23

Hoofdstuk 2  Verlenen van rechten op de begraafplaats aan de Kerkweg

2.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:

2.1.1

Voor een periode van 10 jaar

726,36

2.1.2

Voor een periode van 20 jaar

1.452,71

Hoofdstuk 3 Bieden van gelegenheid op de begraafplaats aan de Krusemanlaan

3.1

Voor het bieden van de gelegenheid tot begraven in een algemeen graf wordt geheven:

303,25

3.2

Voor het bieden van de gelegenheid tot begraven in een algemeen kindergraf wordt geheven:

239,21

3.3

Voor het bieden van de gelegenheid tot begraven in het foetusgraf wordt geheven:

181,56

3.4

Voor het bieden van de gelegenheid tot bijzetten in een urnennis wordt geheven

3.4.1

Voor een periode van 10 jaar:

1.012,51

3.4.2

Voor een periode van 20 jaar:

2.025,02

Hoofdstuk 4 Begraven, bijzetten en verstrooien

4.1

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven:

661,49

4.2

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een kind beneden 12 jaar wordt geheven:

360,68

4.3

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een kind beneden één jaar wordt geheven:

240,21

4.4

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een foetus geboren na minder dan 24 weken zwangerschap wordt geheven:

120,48

4.5

Voor het na opgraving begraven van de overblijfselen van een stoffelijk overschot wordt geheven:

661,49

4.6

Voor het begraven of bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

201,63

4.7

Voor het verstrooien van as wordt per asbus of urn geheven:

41,00

Hoofdstuk 6 Opgraven en ruimen

6.1

Voor het opgraven van een stoffelijk overschot wordt geheven:

592,57

6.2

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus of urn wordt geheven:

41,00

6.3

Voor het op verzoek van de rechthebbende ruimen van een graf wordt geheven:

333,42

6.4

Voor het na opgraving bijeen brengen en inkisten van de overblijfselen van een stoffelijk overschot voor crematie of herbegrafenis wordt geheven:

143,00

Hoofdstuk 7 Overige diensten

7.1

Voor het door of vanwege de gemeente aanbrengen van een naamplaatje op een herdenkingsmonument wordt geheven:

28,25

Behorende bij raadsbesluit van 23 april 2013

De griffier, De voorzitter,