Regeling vervallen per 01-07-2016

Uitvoeringsbesluit op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2015

Geldend van 01-11-2015 t/m 30-06-2016

Intitulé

Uitvoeringsbesluit op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2015

Uitvoeringsbesluit op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2015

Nr.Bij15-076/BW15-0043

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerhugowaard;

GELET OPartikel 2 tweede lid, artikel 3 tweede lid en artikel 4 tweede lid van de Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Heerhugowaard 2015

B E S L U I T

vast te stellen de volgende nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen:

Uitvoeringsbesluit op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen 2015

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    begraafplaatsen: de begraafplaatsen aan de Krusemanlaan en die aan de Kerkweg;

  • 2.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • 3.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • 4.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • 5.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • 6.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • a.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • b.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • c.

      het doen verstrooien van as.

Voor de toepassing van het bij of krachtens dit uitvoeringsbesluit bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier kindergraf en particulier urnengraf.

7.algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

Voor de toepassing van het bij of krachtens dit uitvoeringsbesluit bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: algemeen kindergraf en algemene urnennis.

  • 8.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • a.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • b.

      het doen verstrooien van as.

  • 9.

    algemene urnennis: een nis bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • 10.

    herdenkingsmonument: een plaats bij de gemeente in beheer waar de gelegenheid wordt geboden om overledenen te herdenken.

  • 11.

    foetusgraf: een verzamelgraf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van een kindje dat na een zwangerschap van minder dan 24 weken levenloos ter wereld is gekomen dan wel binnen 24 uur na de geboorte is overleden.

  • 12.

    strooiveld: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • 13.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf;

  • 14.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • 15.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats;

  • 16.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie de gelegenheid tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf, algemeen urnennis of naamplaatje is verleend;

  • 17.

    uitvoerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse uitvoering van werkzaamheden op de begraafplaats of degene die hem vervangt.

HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGEN, LIJK- EN ASBEZORGING

Artikel 2. Indeling bestemmingen

  • 1. Op de begraafplaats aan de Krusemanlaan kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven van 2,20 meter lang en 1,20 meter breed, waarin drie lijken of asbussen kunnen worden begraven.

    • b.

      algemene graven van 2,20 meter lang en 1,20 meter breed, waarin drie lijken kunnen worden begraven.

    • c.

      particuliere kindergraven van 1,20 meter lang en 0,80 meter breed, waarin één lijk kan worden begraven.

    • d.

      algemene kindergraven van 1,20 meter lang en 0,80 meter breed, waarin één lijk kan worden begraven.

    • e.

      particuliere urnengraven van 0,60 meter lang en 0,60 meter breed, waarin drie asbussen kunnen worden bijgezet.

    • f.

      algemene urnennissen van 0,36 meter hoog, 0,36 meter breed en 0,20 meter diep, waarin twee asbussen kunnen worden bijgezet.

    • g.

      naamplaatjes voor op een van de herdenkingszuilen.

  • 2. Op de begraafplaats aan de Kerkweg kunnen worden uitgeven:

    a.particuliere graven van 2,20 meter lang en 1,20 meter breed, waarin twee lijken of asbussen kunnen worden begraven.

Artikel 3. Uitgifte bestemmingen

  • 1. Alle bestemmingen worden slechts voor directe begraving uitgegeven.

  • 2. De particuliere graven worden in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 3. De algemene urnennissen worden in volgorde van het vooraf vastgestelde schema van uitgifte uitgegeven.

  • 4. Op de begraafplaats aan de Kerkweg worden slechts bestemmingen uitgegeven voor een lijk- of asbezorging van een overledene, die laatstelijk woonachtig was in het buurtschap Veenhuizen of in het verleden woonachtig is geweest en op grond daarvan een duidelijke betrokkenheid bestaat tot vermeld buurtschap zulks ter beoordeling van de beheerder van de begraafplaats.

Artikel 4. Uitgiftetermijnen bestemmingen

  • 1. De uitgiftetermijn van het uitsluitend recht op een particulier graf is twintig jaar De termijn begint te lopen op de datum waarop het particulier graf is uitgegeven. De termijn kan op aanvraag van de rechthebbende telkens met een termijn van tien of twintig jaar verlengd worden, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 2. De uitgiftetermijn van de gelegenheid tot het gebruik van een algemene urnennis is tien of twintig jaar De termijn begint te lopen op de datum waarop de algemene urnennis is uitgegeven. De termijn kan op aanvraag van de rechthebbende telkens met een termijn van tien of twintig jaar verlengd worden, mits de aanvraag maximaal twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend en indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

  • 3. De uitgiftetermijn van de gelegenheid tot het plaatsen van een naamplaatje op een van de herdenkingszuilen is van tien jaar. De termijn begint te lopen op de datum waarop het naamplaatje is uitgegeven. De termijn kan op aanvraag van de rechthebbende telkens met een termijn van tien of twintig jaar verlengd worden, mits de aanvraag maximaal twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend en indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 5. Overschrijving van verleende rechten op een bestemming

  • 1. Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 6. Afstand doen van rechten op een bestemming

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 7. Kennisgeving lijk- en asbezorging en plechtigheden

  • 1. De schriftelijke aanvraag voor een lijk- of bezorging dient uiterlijk om 12:00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de lijk- of asbezorging zal plaatsvinden in het bezit te zijn van de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

Artikel 8. Over te leggen stukken voor lijk- en asbezorging

  • 1. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven of in het geval van een begraving in het foetusgraf nadat door een arts de verklaring van geboorte na een zwangerschap van minder dan 24 weken is overgelegd aan de beheerder.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4. De beheerder of de uitvoerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 9. Tijden van lijk- en asbezorging

  • 1. De tijd van lijk- en asbezorging is:

    • a.

      op werkdagen van 09:00 tot 16:00 uur;

    • b.

      op zaterdag van 09:00 tot 14:00 uur.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Artikel 10. Uitvoering lijk- en asbezorging

1.Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de uitvoerder.

Artikel 11. Voorschriften aan lijkomhulsels voor lijkbezorging

  • 1.

    Een lijk mag uitsluitend worden begraven in een kist of ander omhulsel, eventueel met gebruikmaking van een lijkhoes, die voldoen aan de in de volgende twee leden opgenomen eisen.

  • 2.

    Bij de vervaardiging van lijkkisten zijn voor de volgende onderdelen of bewerkingen de volgende kunststoffen of toepassingen van kunststoffen toegelaten:

a.Spaanplaat:
Verlijmde houtspaanders/houtvezels. Het spaanplaat bevat niet meer dan 10 mg vrij of gemakkelijk vrij te maken formaldehyde per 100 gram plaatmateriaal. Gemeten met de fotometrische methode is dit 8 mg formaldehyde per 100 gram droog plaatmateriaal (normuitgave NEN-EN 120 uit 1991).


b.Lijm:
Verwerkt in houtspaanplaat: ureumformaldehyde-lijm of isocyanaat-lijm;
verwerkt in schottenlijm: ureumformaldehyde-lijm en/of PVAC-lijm;
verwerkt in perslijm: PVAC lijm - polyvinylacetaat;
verwerkt in constructielijm: PVAC lijm - polyvinylacetaat.


c.Lak:
Nitrocelluloselak dan wel een combinatielak van nitrocellulose, alkydharsen, en -eventueel - polyesterharsen.


d.Handgrepen, sierschroeven en andere ornamenten:
Handgrepen, ornamenten en accessoires van graf- en crematiekisten dienen uitgevoerd te worden in vergankelijk materiaal, dan wel van buitenaf verwijderd te kunnen worden.


e.Hoofdkussen of hoofdsteun:
Zak van vergankelijk materiaal gevuld met houtkrullen of kartonnen hoofdsteun.


f.Binnenbekleding:
Niet geïmpregneerd papier aan de binnenkant van de deksel en de wanden; katoen, zijde, rayon, of cellulose-acetaat dan wel een mengsel van genoemde stoffen, en wel zo dat de stof van de binnenbekleding niet in één stuk over de bodem en wanden van de kist wordt gespreid, maar dat voor de bodem een los stuk stof wordt gebruikt.


g.Bodembedekking:
Niet-geïmpregneerd papier op de bodem, al dan niet voorzien van een extra celstof onderlegger.


h.Print en kantenband:
Basispapier op edelcellulosebasis met anorganische pigmenten.

3.Materiaal voor lijkhoezen dient aan de volgende eisen te voldoen:

a.Doorlaatbaarheid

i.Van water: gedurende zeven dagen voortdurend contact met water van 5°C en 20°C bij pH = 7,0 mag het materiaal niet meer dan 1 mg vloeibaar water per vierkante meter per uur doorlaten, gemeten volgens norm DIN 53122 of een vergelijkbare norm.


ii.Van gas: na veertien dagen mag de doorlaatbaarheid voor gasvormig kooldioxide, gemeten volgens norm DIN 53122 of een vergelijkbare norm, niet minder zijn dan 150 ml per vierkante meter per uur en voor zuurstof niet minder dan 200 ml per vierkante meter per uur.


b.Mechanische eigenschappen

i.Treksterkte: de treksterkte van het materiaal en van de lasverbindingen mag niet minder bedragen dan 1 N per millimeter, gemeten volgens norm DIN 53455 of een vergelijkbare norm.


ii.Vouwbestendigheid: als het materiaal wordt dubbelgevouwen en de vouw gedurende dertig minuten wordt belast bij een druk van 5 N per vierkante centimeter, mag het materiaal in de vouw geen scheur vertonen.


c.Vorm
Gedurende twee jaar opslag bij 20°C mag de krimp in de lengte- en breedterichting niet meer dan 10% bedragen, gemeten volgens norm ASTM: D 2732-83 of een vergelijkbare norm.


d.Biologische afbreekbaarheid:
Het materiaal van de lijkhoezen dient binnen 90 dagen voor meer dan 98% te worden afgebroken, gemeten volgens norm ASTM: D 5338-92 of een daarmee vergelijkbare norm. Daarnaast dienen uit de lijkhoezen, zowel bij de biologische afbraak als bij crematie, geen schadelijke stoffen vrij te komen. Voor zware metalen (Pb, Cr, Ni, Cu, Cd, Zn) en gechloreerde koolwaterstoffen dient voldaan te worden aan de Duitse Bundesgütegemeinschaft-norm RAL GZ 251 of een daaraan gelijk te stellen norm. Voor de bepaling hiervan dient gebruik te worden gemaakt van de norm ASTM: D 5152-91 of een vergelijkbare norm.

4.Andere omhulsels dan lijkkisten en lijkhoezen die op het doel van begraven of verbranden zijn afgestemd, zijn toegestaan bij begraven of verbranden mits zij voldoen aan de hierboven gestelde eisen van doorlatendheid voor lucht en biologische afbreekbaarheid voor zover deze omhulsels dan wel onderdelen daarvan niet verwijderd worden voorafgaand aan het begraven of verbranden.

Artikel 12. Opgraving

  • 1. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders.

  • 2. De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven.

  • 3. De rechthebbende op een particulier urnengraf en de gebruiker van een algemene urnennis kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

Artikel 13. Ruiming

  • 1. Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

  • 2. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats(en).

HOOFDSTUK 3. GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 14. Algemeen

  • 1. Voor het hebben van een grafbedekking is geen schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2. Voor het plaatsen van een grafbedekking dient een afspraak te worden gemaakt met de uitvoerder.

  • 3. De uitvoerder kan de plaatsing van een grafbedekking weigeren of een grafbedekking verwijderen indien niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels.

  • 4. De grafbedekking mag geen afbreuk doen aan het aanzien van de begraafplaats;

  • 5. Voor de onderstaande bestemmingen mag de grafbedekking gerekend vanaf maaiveld een maximale afmeting hebben van:

    • a.

      Particulier graf: 1,90 m lang, 0,80 m breed en 1,80 m hoog.

    • b.

      Algemeen graf: 0,60 m lang, 0,80 m breed en 0,30 m hoog.

    • c.

      Particulier kindergraf: 1,20 m lang, 0,80 m breed en 1,20 m hoog.

    • d.

      Algemeen kindergraf: 0,60 m lang, 0,60 m breed en 0,30 m hoog.

    • e.

      Particulier urnengraf: 0,50 m lang, 0,50 m breed en 0,50 m hoog.

  • 6. Het college kan de grafbedekking tijdelijk verwijderen indien dit voor werkzaamheden noodzakelijk is.

Artikel 15. Gedenktekens

1.Het gedenkteken dient te zijn vervaardigd uit duurzame materialen.

  • a.

    Duurzame materialen zijn vast en niet buigzaam zoals: natuursteen, glas, hout, keramiek, kunststof of metaal.

  • b.

    De dragende constructie bestaat uit materiaal van minimaal 0,05 meter, of in het geval van glas 0,012 meter dikte.

  • c.

    De materialen zijn van nature of middels een daartoe speciale behandeling weersbestendig, onderhoudsvrij en niet breukgevoelig.

  • d.

    Het gedenkteken bestaat uit één geheel waarvan de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen e.d. gewaarborgd is.

  • e.

    Een betonplaat ter fundering onder het gedenkteken is vereist.

  • f.

    De plaats van het staande gedenkteken is aan het hoofdeind van de grafruimte.

  • g.

    Het gebruik van grind of schelpen is alleen toegestaan op een verharde ondergrond dat voorzien is van opstaande randen.

Artikel 16. Grafbeplanting en losse memorabilia

  • 1. Op een graf kunnen potplanten en bloemen worden geplaatst. Het is toegestaan om op een graf bloemen los te leggen. Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplant.

  • 2. Winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de in artikel 13 lid 4 genoemde maten niet overschrijden of moeten door besnoeiing daarbinnen blijven.

  • 3. Het gedenkteken dient ten allen tijde leesbaar te zijn.

  • 4. Niet-blijvende beplanting en losse memorabilia op een graf mogen niet in een verwaarloosde staat verkeren

  • 5. Grafbeplanting of losse memorabilia, die niet aan hetgeen beschreven is in lid 2 en 4 voldoen, kunnen door de beheerder worden verwijderd. Dit zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 17. Sluitstenen voor de algemene urnennissen

  • 1. Sluitstenen van 0,36 meter breed en 0,36 meter breed voor de algemene urnennissen worden door de gemeente geleverd.

  • 2. De gebruiker kan zelf de belettering laten uitvoeren.

Artikel 18. Naamplaatjes voor een van de herdenkingszuilen

1.Naamplaatjes voor een van de herdenkingszuilen worden door de gemeente geleverd en beletterd. De belettering is beperkt tot de voorletters of voornaam, de achternaam, de geboortedatum en de overlijdensdatum van de overledene.

Artikel 19. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 2. De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3. Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

  • 4. Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Dit zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 20. Verwijdering grafbedekking en naamplaatjes na verstrijken van de termijn

  • 1. De grafbedekking of het naamplaatje kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd.

  • 2. De grafbedekking of het naamplaatje vervalt aan de gemeente indien door de rechthebbende of de gebruiker voor het einde van de termijn van uitgifte van het graf of van het gebruik van het graf geen verzoek heeft gedaan tot het ophalen ervan. Dit zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

HOOFDSTUK 4. OPENSTELLING ORDE EN RUST

Artikel 21. Openstelling begraafplaatsen

  • 1. De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk tussen zonsopgang en -ondergang.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust of ter uitvoering van werkzaamheden op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan met toestemming van de beheerder of de uitvoerder.

Artikel 22. Ordemaatregelen

  • 1. Eenieder die de begraafplaats betreedt, is verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de uitvoerder of de beheerder.

  • 2. De uitvoerder of de beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen of met toestemming van de beheerder of de uitvoerder;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur.

Artikel 23. Onderhoud door de gemeente

1.Het college voorziet in het onderhoud van de begraafplaats behalve van hetgeen in artikel 18 beschreven is.

HOOFDSTUK 5. SLOTBEPALINGEN

Artikel 24. Strafbepaling

  • · Hij die handelt in strijd met het Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Heerhugowaard 2015 kan worden gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • · Overtreding van het Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Heerhugowaard 2015 kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 25. Inwerkingtreding

Dit uitvoeringsbesluit treedt, op voorbehoud van de vaststelling door de gemeenteraad van de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Heerhugowaard 2015, in werking met ingang van 1 november 2015.

Artikel 26. Citeertitel

Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Heerhugowaard 2015.

Aldus vastgesteld in de B&W-vergadering van 16 juni 2015.