Regeling vervallen per 01-01-2020

Opleidings- en vormingsfaciliteitenverordening

Geldend van 03-11-2010 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 11-07-1989

Intitulé

Opleidings- en vormingsfaciliteitenverordening

Opleidings- en vormingsfaciliteitenverordening

Begripsbepaling

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    ambtenaar: diegene die in vaste, dan wel tijdelijke dienst of op arbeidsovereenkomst werkzaam is bij de gemeente.Heerhugowaard;

  • -

    opleidings- en vormingsplan:

    het door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde opleidings- en vormingsplan, d.d. 19 juli 1988 of nader gewijzigd;

  • -

    individueel resp. gemeenschappelijk opleidings- en vormingsplan:

    Een ten behoeve van een individuele ambtenaar of groep ambtenaren vastgesteld plan om door middel van opleidings- en vormingsactiviteiten vastgestelde opleidings- en vormingsdoelen te bereiken. Een individueel of gemeenschappelijk opleidings- en vormingsplan bevat in ieder geval de te realiseren doelen, en de te ondernemen activiteiten: zoals de vorm van de activiteit, de tijdsduur, de kosten en de periode waarin de doelen gerealiseerd dienen te worden.

Werkingssfeer

Artikel 2

  • 1.

    Deze verordening heeft betrekking op de uitvoering van individuele en gemeenschappelijke opleidings- en vormingsplannen, welke hun basis vinden in het opleidings- en vormingsplan.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders delegeren de toepassing van deze verordening aan de gemeentesecretaris.

  • 3.

    De gemeentesecretaris mandateert de toepassing van deze verordening aan de hoofden van hoofd- en stafafdelingen, voorzover het ambtenaren betreft die direct of indirect onder hen ressorteren.

Opleidings- en vormingsfaciliteit

Artikel 3

  • 1.

    Een vergoeding van 100x wordt toegekend voor de in het individuele of gemeenschappelijke opleidings- en vormingsplan vastgelegde opleidings- en vormingsactiviteiten.

  • 2.

    Voor deelname aan de opleidings- en vormingsactiviteit binnen de voor de ambtenaar vastgestelde werktijden kon verlof met behoud van salaris verleend worden. Deelname buiten de voor de ambtenaar geldende werktijden kan gecompenseerd worden.

  • 3.

    Indien de voortgang van de werkzaamheden zich tegen het bepaalde in sub 2 verzet, kan een andere regeling getroffen worden.

Duur van de faciliteiten

Artikel 4

  • 1.

    De faciliteiten worden verleend voor de in het gemeenschappelijke of individuele opleidings- en vormingsplan vastgelegde termijn.

  • 2.

    Deze termijn kan door de gemeentesecretaris, resp. door het hoofd van de betreffende hoofd- of stafafdeling worden verlengd.

Verplichtingen van de ambtenaar

Artikel 5

De ambtenaar verplicht zich om de in het gemeenschappelijke of individuele opleidings- en/of vormingsplan vastgestelde opleidings- en vormingsactiviteiten deel te nemen en deze activiteiten volgens de daarvoor geldende voorschriften te volbrengen.

Intrekken van de faciliteit

Artikel 6

De gemeentesecretaris of het hoofd van de betreffende hoofd- of stafafdeling kan de verleende faciliteiten geheel of gedeeltelijk intrekken, wanneer:

  • a.

    de ambtenaar wegens aan hem of haar te wijten omstandigheden, niet in staat is het individuele en/of gemeenschappelijke opleidings- en vormingsplan - of delen daarvan - binnen de vastgestelde termijnen te volbrengen;

  • b.

    het dienstverband van de ambtenaar met de gemeente Heerhugowaard eindigt.

Terugbetaling

Artikel 7

  • 1.

    De betrokken ambtenaar kan door de gemeentesecretaris of het hoofd van de betreffende hoofd- of stafafdeling verplicht worden de ingevolge artikel 3, lid 1 genoten geldelijke vergoeding geheel of gedeeltelijk terug te betalen, in het geval dat:

    • a.

      de in artikel 5 genoemde verplichtingen niet nagekomen worden;

    • b.

      op eigen verzoek ontslag verleend of gegeven wordt, voor het eindigen van t de voor het geldend individuele en/of gemeenschappelijke opleidings- en/of vormingsplan vastgelegde termijn.

Gevallen waarin niet is voorzien

Artikel 8

In bijzondere gevallen kan de gemeentesecretaris op verzoek van het hoofd van de betreffende hoofd- of stafafdeling van het in deze verordening bepaalde, afwijken, in die gevallen waarin deze verordening - naar het oordeel van de gemeentesecretaris - niet of niet in redelijkheid voorziet.

Beroepsmogelijkheid

Artikel 9

De ambtenaar, die zich niet kan verenigen met de toepassing van deze verordening op zijn of haar situatie, kan indien het geschil niet door het hoofd van de betreffende hoofd- of stafafdeling, dan wel de gemeentesecretaris opgelost kan worden, beroep aantekenen bij het college van burgemeester en wethouders. De beslissing van het college is bindend.

Qvergangsbepaling

Artikel 10

Voor een ambtenaar, aan wie een tegemoetkoming in studiekosten is toegekend op grond van de "verordening studiefaciliteiten", vastgesteld bij raadsbesluit van 10 september 1974, blijven de bepalingen van diezelfde verordening van toepassing.

Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 11

Deze verordening kan worden aangehaald als:

"Opleidings- en vormingsfaciliteitenverordening" en treedt in werking op 11 juli 1989.

Op die datum vervalt de "verordening studiefaciliteiten", vastgesteld bij raadsbesluit van 10 september 1974.

Toelichting

Deze opleidings- en vormingsfaciliteitenverordening is geheel gebaseerd op het opleidings- en vormingsplan.

Zoals uit de bepaling van artikel 2 blijkt, vindt deze verordening eerst toepassing wanneer het management een verschil constateert tussen het feitelijk functioneren van een groep medewerkers, resp. individuele medewerker en het gewenste functioneren in de huidige, dan wel toekomstige functie, al dan niet binnen de gemeentelijke organisatie. Op basis van de voor de betrokken medewerkers, resp. medewerker geconstateerde opleidings- en vormingsbehoefte wordt een gemeenschappelijk, resp. individueel opleidings- en vormingsplan opgesteld. Opleidings- en vormingsfaciliteiten worden voor dit gehele plan verleend. Wel kan de aard van de faciliteit per onderdeel van dit plan verschillen.

Op basis van de in het opleidings- en vormingsplan neergelegde visie is de uitvoering van deze regeling gedelegeerd aan de gemeentesecretaris. Deze mandateert de toepassing aan hoofden van hoofd- of stafafdelingen, voor zover het medewerkers betreft die onder hen ressorteren. Conform het opleidings- en vormingsplan vindt invulling van het opleidings- en vormingsplan plaats in overleg met de stafafdeling P&I.

Incidentele, kortdurende, congressen en seminars vallen buiten het bestek van deze regeling. Hiervoor staat elke hoofd- en stafafdeling een eigen budget ter beschikking.

Wanneer de opleidings- en/of vormingsactiviteit geheel of gedeeltelijk tijdens de werktijd van de medewerkers plaatsvindt, dan wordt hiervoor in principe verlof met behoud van salaris gegeven.

Er kunnen zich echter situaties voordoen, waarvoor een nadere regeling nodig geacht wordt. Bijvoorbeeld bij in deeltijd werkende medewerkers, kan het voorkomen dat deelname of compensatie voor deelname van de opleidings- of vormingsactiviteit een te groot beslag legt op de werktijd.

Tevens is de situatie denkbaar dat meerdere medewerkers van een afdeling tegelijkertijd opleidings- of vormingsactiviteiten volgen, waardoor een te groot beslag op de voortgang van de werkzaamheden wordt gelegd. Na overleg met betrokkenen kan de gemeentesecretaris, resp. het hoofd van de betreffende hoofd- of stafafdeling bepalen dat deelname voor een deel "in eigen tijd" plaatsvindt. Bij deze afweging gelden de volgende richtlijnen:

  • -

    de afwezigheid wegens deelname aan opleidings- of vormingsactiviteiten dient in principe niet te leiden tot het inzetten van extra formatiecapaciteit;

  • -

    de afwezigheid wegens deelname aan een opleidings- of vormingsactiviteit mag niet leiden tot een afwezigheid van meer dan de helft van de afgesproken werktijd over een periode van drie maanden.

Uit de genoemde verplichtingen van de ambtenaar vloeit voort, dat afwijkingen en knelpunten in de uitvoering van het gemeenschappelijke of individuele opleidings- en vormingsplan ter kennis gebracht dienen te worden aan de gemeentesecretaris, resp. het hoofd van de betreffende hoofd- of stafafdeling.

Een opleidings- en vormingsplan kan gezien worden als een afspraak tussen organisatie en medewerker.

Indien de medewerker deze afspraak eenzijdig verbreekt, kan gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de gemaakte studiekosten gevergd worden.

Bij de beoordeling:

  • -

    of een toegekende faciliteit geheel of gedeeltelijk ingetrokken zal worden;

  • -

    of de ambtenaar de gemaakte kosten al dan niet geheel of gedeeltelijk moet terugbetalen, zal uiteraard beoordeeld worden of er sprake is van feiten of omstandigheden die de medewerker in redelijkheid niet aangerekend kunnen worden. Bij de beoordeling of een terugbetaling zal dienen te geschieden zijn de vastgestelde opleidings- en vormingsdoelen eveneens een belangrijke afweegfactor. Als vertrek naar een andere werkgever een - op de opleidings- en vormingsdoelen gebaseerde - verwachting is, dan zal bij het daadwerkelijke vertrek geen terugbetaling dienen te geschieden.