Regeling vervallen per 11-11-2022

Beleidsplan Sneeuw en Gladheidsbestrijding Heerhugowaard 2011 – 2016

Geldend van 02-03-2018 t/m 10-11-2022

Intitulé

Beleidsplan Sneeuw en Gladheidsbestrijding Heerhugowaard 2011 – 2016

Tekstplaatsing

Burgemeester en wethouders van gemeente Heerhugowaard maken (ter uitvoering van het besluit van de raad d.d. 22-11-2011) de tekst bekend van het Beleidsplan Sneeuw- en Gladheidsbestrijding Heerhugowaard 2011-2016.

afbeelding binnen de regeling

VOORWOORD OVER GLADHEIDBESTRIJDING

AANSPRAKELIJKHEID GEMEENTE ALS WEGBEHEERDER

De sector Stadsbeheer heeft van het bestuur de opdracht om het onderhoud te verzorgen van het gemeentelijk wegennet. Gedurende het gehele jaar worden daartoe activiteiten ontplooid in eigen beheer, dan wel in uw opdracht door derden. Een bijzondere zorg vraagt het wegennet in de winterperiode welke globaal valt tussen 15 november en 15 maart. Ten gevolge van vorst, sneeuw, hagel of ijzel, wordt de berijdbaarheid en/of beloopbaarheid daarvan zodanig ongunstig beïnvloed, dat maatregelen noodzakelijk zijn.

In het BW is een speciaal wetsartikel (6:174) dat de aansprakelijkheid regelt van het overheidslichaam dat moet zorgen dat de weg in goede staat verkeert. In dit artikel is een zogeheten risicoaansprakelijkheid van de wegbeheerder te vinden. De gemeente moet bij de zorg voor voldoende waarborging van de veiligheid van personen en zaken echter in aanmerking nemen, dat niet alle verkeersdeelnemers steeds de nodige voorzichtigheid en oplettendheid zullen betrachten (zoals in de wegenverkeerswet is bepaald).

Sneeuwruimen en gladheidbestrijding behoren dus, op grond van het BW, tot de onderhoudsplicht van de wegbeheerder. Met betrekking tot gemeentelijke verharde wegen is de gemeente hiertoe verplicht. Het gaat hierbij om een inspanningsverplichting en niet om een resultaatverplichting. Een gemeente heeft echter beleidsvrijheid.

Een gemeente kan haar risicoaansprakelijkheid op een aantal manieren (deels) afdekken:

• Indien zij weet aan te tonen dat in de gegeven omstandigheden deze schades redelijkerwijs niet voor haar rekening kunnen worden gebracht, gezien de in het verkeer geldende opvattingen.

• De gladheid enerzijds en schade anderzijds een ononderbroken of nauwelijks te onderbreken gebeurtenis zijn.

De bewijslast rust thans dus bij de gemeenten zelf om aan te tonen dat zij niet verwijtbaar hebben gehandeld.

Om te kunnen bewijzen dat een gemeente aan haar inspanningsverplichting of zorgplicht heeft voldaan ten aanzien van de bestrijding van gladheid heeft de VNG geadviseerd dat gemeenten periodiek een gladheidbestrijdingsplan vaststellen.

Het Gladheidbestrijdingsplan 2011 – 2016 is opgebouwd uit:

• Geldigheid

• Strooistrategie

• Effect van gladheidbestrijding op het milieu

• Financiële Middelen

• Klachtenregistratie

• Voorlichting

GLADHEIDBESTRIJDINGSPLAN 2011 - 2016

1 DE PERIODE DAT HET PLAN GELDT

Het plan is geldig voor de winterperioden die vallen binnen het tijdsbestek 2011-2016. Iedere winterperiode loopt van ca. 15 november t/m ca. 15 maart. Jaarlijks wordt het plan geactualiseerd, zodat het plan haar waarde, zowel organisatorisch als juridisch, behoudt.

2. STROOISTRATEGIE

2.1. Verantwoordelijkheid en Alarmering

Het vaststellen van een kader waarbinnen sneeuw en gladheidbestrijding plaatsvindt, is de verantwoordelijkheid van het bestuur. Dit kader heeft hoofdzakelijk betrekking op het maken van afwegingen tussen op welke wegen wel en niet gladheid en sneeuwval wordt bestreden. Uiteindelijk wordt een prioritering binnen het wegennet in de gemeente aangegeven. Binnen dit kader ligt de verantwoordelijkheid, om al dan niet tot bestrijding van gladheid en sneeuwval over te gaan en op welke wijze de bestrijding dient te geschieden, bij de dienstdoende coördinator. Vrijwel iedere winter komen er momenten voor waarbij moeilijke beslissingen genomen dienen te worden omtrent het al dan niet bestrijden van gladheid en sneeuwval. Om een verantwoorde beslissing te nemen, heeft de afdeling Stadsbedrijf (SBDF) een werkwijze van alarmering opgezet die als volgt werkt:

Verwachte gladheid (preventief spuiten)

• De dienstdoende coördinator beschikt te allen tijde over de meest recente gladheidverwachting door een verbinding met een weerdienst. Op basis van deze gladheidverwachting, die gebaseerd is op de verwachte wegdektemperatuur en de weersverwachting, kan nauwkeurig worden bepaald wanneer gladheidbestrijding noodzakelijk is (preventief pekel te spuiten). Tevens kan reeds geanticipeerd worden door het bedrijfsklaar zetten van de machines. Ter ondersteuning wordt de dienstdoende coördinator bij verwachtte ijzel of sneeuw voortijdig gebeld door de weerdienst.

Optreden gladheid (curatief spuiten)

• Eigen waarneming van de dienstdoende coördinator. De coördinator belast met de gladheidbestrijding onderneemt bij constatering van gladheid actie.

• Alarmering c.q. signalering door externe partijen zoals de politie en de gemeente Alkmaar.

• Ook burgers kunnen melding maken van gladheid door de politie of het Gemeentelijk Contact Centrum (tijdens kantooruren) te bellen.

2.2. De te spuiten wegen

De zorgplicht die de gemeente heeft ten aanzien van gladheidbestrijding is wettelijk gebaseerd op een inspanningsverplichting en niet op een resultaatverplichting. Het is voor de gemeente onmogelijk om binnen redelijke grenzen (personele inzet en middelen) te zorgen dat onder winterse omstandigheden alle wegen, inclusief fietspaden, moeiteloos begaanbaar zijn en blijven.

Criteria bij het vaststellen van de spuitroutes zijn:

- de verkeersintensiteit van de wegen;

- het belang van de route in verband met veiligheid van de bevolking (ambulance, brandweer);

Aanvullende criteria worden ontleend aan eerdere besluitvorming:

• binnen de bebouwde kom alleen gladheidbestrijding uitvoeren op busroutes, doorgaande- en wijkontsluitingswegen, alsmede fietspaden. (overige straten in de woonwijken worden dus niet gespoten.)

• het bereikbaar maken en houden van specifieke objecten zoals sporthallen, zwembad, bibliotheek, winkelcentra (inclusief parkeervakken), station en concentraties van woningen ten behoeve van ouderen of speciale woongemeenschappen en medisch centra.

• scholen worden niet speciaal opgenomen in de route.

Dit leidt tot de volgende prioritering:

1. Verkeersaders (inclusief bijbehorende fietspaden)

2. Doorgaande wegen, Wijkonsluitingswegen en Industrieterreinen

3. Specifieke objecten

Onder normale winterse omstandigheden worden alle gemeentelijke spuit-eenheden ingezet. Alle in het gladheidbestrijdingsplan opgenomen wegen en object worden gespoten (prioriteit 1 t/m 3). Na drie dagen gladheid worden de wegen binnen de woonwijken meegenomen.

Bij afwijkende winterse omstandigheden (langdurige of kortstondige gladheid /sneeuwval) wordt het uitgangspunt dat alle gemeentelijke spuit-eenheden worden ingezet op prioriteit 1, totdat deze wegen goed begaanbaar zijn. Dit betekend dat prioriteit 2 en 3 enkel worden aangepakt wanneer de situatie bij prioriteit 1 dit toelaat. Bij volledige inzet op prioriteit 1 is het resultaat derhalve dat niet alle in het gladheidsbestrijdingsplan opgenomen wegen worden gestrooid.

Type gladheid ...............................Ingeplande categorieën ..............Aantal in te zetten spuit-eenheden

Normaal .......................................Prioriteit 1,2 en 3 ......................8 (alle gemeentelijke eenheden)

Langdurige gladheid of sneeuwval ....Prioriteit 1 ...............................8

Kortstondig (opvriezen in ochtend) ...Prioriteit 1 ...............................8

In de bijlage zijn de routes aangegeven voor de verschillende prioriteiten en gladheidstype.

In de loop der tijd is er aanvullend besloten:

• Nieuwe wegen worden volgens de prioritering opgenomen in de route. Nieuwe specifieke objecten worden afzonderlijk bekeken, voordat besloten wordt om ze wel of niet te spuiten.

Ad specifieke objecten:

Zoals is aangegeven wordt bij extreme winterse omstandigheden de inzet van gemeentelijk materieel gefocust op prioriteit 1. Dit houdt in dat prioriteit 3, waar de specifieke objecten onder vallen, niet meer aan bod komen. Bij langdurige sneeuwval is het voorstel om aannemers in te zetten, om de openbare parkeerterreinen van vijf winkelcentra en vijf andere specifieke objecten (sporthal, zwembad, station, bibliotheek, gemeentehuis) in de gemeente bereikbaar te houden.

Middenwaard: Achter de slagbomen van de parkeervoorzieningen bij Middenwaard wordt door de gemeente geen gladheid bestreden. In overleg met de beheerder en eigenaren van de parkeervoorzieningen is afgesproken dat zij zelf zorg dragen voor evt. gladheidbestrijding inclusief op en afritten.

Ad Fietspaden:

Fietspaden binnen de wijk worden alleen meegenomen indien ze naast een doorgaande weg liggen of als doorgaand fietspad zijn aangegeven middels ANWB bewegwijzering. De prioriteit ligt gelijk aan die van de wegen. Bij het spuiten van de fietspaden is dus gekeken naar doorgaande routes, dit kan inhouden dat niet altijd de kortste mogelijke route van A naar B gespoten wordt.

Ad Voetgangersgebieden:

Een belangrijke groep verkeersdeelnemers is de voetganger. Mechanische gladheidbestrijding ter plaatse van voetgangersgebieden is nagenoeg onmogelijk. De gladheidbestrijding wordt dan ook voornamelijk met de nodige handkracht uitgevoerd (binnen reguliere werktijden). Prioriteiten die reeds jaren lang gesteld worden zijn gericht op de halteplaatsen openbaar vervoer en de daarbij behorende oversteekplaatsen voetgangers, toegangen openbare gebouwen en het marktterrein.

2.3. Extra uit te voeren werkzaamheden

Onder extra uit te voeren werkzaamheden verstaan wij het werk dat niet in een route is vastgelegd bijvoorbeeld het spuiten van alle wegen binnen de bebouwde kom. Bij langdurig aanhoudende gladheid kan het wenselijk zijn dat op de wegen binnen de woonwijken gladheid wordt bestreden. Alle wegen worden dan bespoten, met uitzondering van korte doodlopende stukken. Deze werkzaamheden kunnen aanvullend worden uitgevoerd, na de reguliere gladheidbestrijding. Het uitvoeren van de werkzaamheden is niet opgenomen in het jaarlijks beschikbare budget, zoals opgenomen in de werkbegroting en zal mogelijkerwijs een overschrijding van het budget te zien geven. Dergelijke extra werkzaamheden zullen na drie dagen gladheid worden uitgevoerd, mits dit binnen de werkweek valt. Waarbij andere werkzaamheden van SBDF dienen te wijken voor de sneeuw- en gladheidbestrijding.

2.4. Het gebruik van het soort dooimiddel

Binnen de gemeente Heerhugowaard wordt sinds geruime tijd gebruik gemaakt vacuümzout. Voor de opslag hiervan bevindt zich een zoutloods (afgedekt en vloeistofdicht i.v.m. weglopen van zout in de bodem) op de gemeentewerf met een inhoud van 400 ton.

In de winter van 2009/2010 is er begonnen met een proef om gebruik maken van pekelwater (vacuümzout opgelost in water) om gladheid te bestrijden. Deze proef is voortgezet in de winter van 2010/2011, met positieve resultaten. Door het gebruik van pekelwater hoeft er minder zout gebruikt te worden om hetzelfde of zelfs een beter resultaat te krijgen (zie de foto’s hieronder). Het zout wordt beter en gelijkmatiger verspreid over het oppervlak, omdat het zout niet van de weg stuitert. Voor preventief en curatief bestrijden van gladheid wordt vanaf het winterseizoen 2011/2012 overgegaan op pekelwater.

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

Figuur 1: Weg links; 4gr zout, weg rechts 7gr zout

2.5. Verstrekken van strooizout aan inwoners

Tot 2011 konden na 2 dagen sneeuw en/of gladheid inwoners 10 kg zout afhalen op de gemeentewerf. Er is voor gekozen hiermee te stoppen om verschillende redenen.

1) De gemeente kan het zout veel efficiënter verspreiden, wat er voor zorgt dat er minder zout in de openbare ruimte wordt gebruikt

2) Zout kan ook bij bouwmarkten worden gehaald. Het is geen verantwoordelijkheid van de gemeente om strooizout te verstrekken.

Er worden geen zoutkisten in de stad geplaatst. De gemeente vindt dat de inwoners verantwoordelijk zijn voor het strooien van hun eigen voordeur en stoep. Zout hiervoor kunnen zij bij bouwmarkten kopen. Verder zou het vullen van het de zoutkisten zou logistiek de nodige problemen opleveren.

2.6. Inzet van personeel en materieel

De medewerkers die bij de gladheidsbestrijding betrokken zijn, worden hiervan door middel van een telefonische oproep op de hoogte gesteld. Hiervoor beschikken de medewerkers een mobiele telefoon, zodat ze overal bereikbaar zijn. Om een brede communicatie mogelijk te maken, worden tijdens de spuitactie mobilofoons/portofoons gebruikt.

Personeel

Voor de bediening van een spuit-eenheid is gewoonlijk één persoon nodig. Voor de acht spuit-eenheden zijn derhalve acht personen nodig. Op de gemeentewerf is één persoon aanwezig om de laadkraan te bedienen. De uitvoering van de werkzaamheden vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de dienstdoende coördinator. In verband met het eventueel uitvoeren van de werkzaamheden in de avonduren en in het weekeinde is een roulatiesysteem opgesteld. Het rooster voor dit systeem wordt aan het begin van de gladheidperiode vastgesteld. Om de week zijn acht chauffeurs, een monteur en een coördinator ingeroosterd.

Materieel

Het volgende materieel wordt ingezet voor de gladheidbestrijding:

Doorgaande wegen, wijkontsluitingswegen en industrieterrein:

1. Vrachtwagen met opzet spuiteenheid evt. sneeuwschuif;

2. Vrachtwagen met opzet spuiteenheid evt. sneeuwschuif;

3. Trekker met getrokken spuiteenheid en evt. sneeuwschuif;

Fietspaden en wijkontsluitingswegen:

4. Trekker met getrokken spuiteenheid en evt. sneeuwschuif;

5. Trekker met getrokken spuiteenheid en evt. sneeuwschuif;

6. Trekker met getrokken spuiteenheid en evt. sneeuwschuif.

Wijkontsluitingswegen, winkelcentra, niet primaire fietspaden en objecten

7. Pickup met spuiteenheid en evt. sneeuwschuif

8. Pickup met spuiteenheid en evt. sneeuwschuif

Ieder voertuig heeft een eigen route en vaste chauffeurs. De voertuigen zijn alle uitgerust met een mobilofoon waarmee onderling contact kan worden onderhouden alsmede met de centrale post op de gemeentewerf en de dienstdoende coördinator. Voordat de gladheidperiode begint wordt al het materieel gecontroleerd op een goede werking en vindt groot onderhoud plaats.

2.7. Uitvoering van de werkzaamheden

De werkzaamheden rondom gladheidbestrijding op de te spuiten wegen en fietspaden, kunnen 24 uur per dag uitgevoerd worden. Het streven is echter om de werkzaamheden tussen 4:00 en 23:00 uit te voeren. Voetgangersgebieden worden uitsluitend binnen de reguliere werktijden aan de gladheidbestrijding onderworpen. Bij extreme omstandigheden kan hiervan afgeweken worden.

Landelijk geaccepteerde tijden voor de operationele acties d.w.z. tijd tussen vertrek van steunpunt (de gemeentewerf) tot het moment waarop de aangegeven wegen gespoten zijn, luiden als volgt:

 auto(snel)wegen max. 1½ uur;

 provinciale wegen max. 1½ uur / 2 uur;

 gemeentelijke doorgaande wegen max. 1½ uur.

Deze tijden zijn met name van toepassing bij curatief spuiten, dus spuiten op het moment dat het reeds glad is. Aangezien in de tussenliggende tijd (duur operationele actie) een ongewenste gladheidsituatie is.

NB. Bij preventieve spuitacties wordt voorkomen dat gladheid ontstaat en zijn de reactie- en spuittijden van minder belang.

Voor alle duidelijkheid willen wij stellen dat de doorgaande wegen (verkeersaders) in de gemeente binnen de tijdsaanduiding gespoten zijn, indien er sprake is van een curatieve spuitactie bij normale gladheid. Waar nodig wordt tussentijds een 2e dan wel 3e spuitbeurt op deze doorgaande wegen uitgevoerd.

2.8. Controle van het effect van de gladheidbestrijding

Het controleren of de gladheidbestrijding het gewenste effect heeft gehad, vindt momenteel nog handmatig plaats. Dit is onderdeel van het takenpakket van de coördinator gladheidbestrijding. Op minimaal vijf locaties (“hot-spots”) in de gemeente wordt gekeken hoe de gesteldheid van de weg is. De locaties liggen zowel in de woonwijken als op de ontsluitingswegen en zijn op basis van ervaring gekozen.

3. EFFECT VAN GLADHEIDBESTRIJDING OP HET MILIEU

De voor de verkeersveiligheid noodzakelijke gladheidbestrijding brengt voor het milieu neveneffecten met zich mee. Een deel van het gebruikte dooimiddel komt terecht in de directe omgeving van de wegen waarop het is gespoten. Daar kunnen zich waardevolle beplantingen, groenvoorzieningen en interessante bermvegetaties bevinden. Uiteindelijk bereikt het dooimiddel ook de bodem en het grondwater; afspoelend water voert het dooimiddel immers vanaf het wegdek, via de bermen naar sloten en rioleringen.

De eerste in aanmerking komende maatregel om zoutschade te voorkomen of te beperken is uiteraard minder zout in het milieu brengen. Dit kan op een aantal manieren worden ingevuld, op beleidsniveau en in de praktijk.

• Een belangrijke stap in de goede richting in dit verband is het pekelspuiten, waarmee preventief en curatief gladheid wordt bestreden. De pekelspuiters zorgen ervoor dat niet alleen nauwkeuriger gladheid wordt bestreden, maar tevens dat minder zout benodigd is.

• Door bewust om te gaan met het aantal spuitacties, komt ook minder zout in het milieu. Vanuit het oogpunt van veiligheid en service naar de bewoners is de druk aanwezig om meer te spuiten. Dit heeft als tegengewicht extra gevolgen voor de financiën en het milieu. De afweging bij het spuiten dient te zijn in hoeverre de extra veiligheid en service, door meer te spuiten dan de huidige basis, zwaarder weegt dan de toegenomen kosten en milieuschade. Waarbij de weggebruiker ook een eigen verantwoordelijkheid heeft als het gaat om zijn of haar rijgedrag tijdens winterse omstandigheden.

• Bij elke spuitactie moet er op worden gelet dat zo min mogelijk zout in het milieu wordt gebracht. Een belangrijke verantwoordelijkheid daarvoor berust bij de gladheidbestrijders zelf. Zij dienen ervoor zorg te dragen dat met de juiste afstelling van de machines de juiste hoeveelheden pekelwater worden opgebracht. Hiervoor zijn instructies aanwezig.

4. FINANCIELE MIDDELEN

In de werkbegroting van SBDF wordt jaarlijks rekening gehouden met een gemiddelde winter en de daaruit voortvloeiende inzet van mens en machines. In de begroting 2011 staat bij sneeuw- en gladheidbestrijding een totaalbedrag voor personeel, machines en zout van € 151.575,-. Bij extreme winterse omstandigheden, kan blijken dat de benodigde middelen de beschikbare middelen overschrijden. Andersom kan ook het geval zijn, als de winter nauwelijks om de inzet van de gladheidbestrijders vraagt.

Vanuit het bestrijden van gladheid ontstaan, nauwelijks onontkoombare, neveneffecten. Het vacuümzout brengt jaarlijks schade toe aan met name de heesterbeplanting in de bermen langs de weg. Deze schade wordt zoveel als mogelijk hersteld t.l.v. de verschillende wijkbudgetten voor onderhoud en aankoop van plantmaterialen.

kostenplaats (nr en omschr.)

kostensoort

Begroting

Uren

6.219.40.90 - Algemeen

4.343.799 - Overige goederen/diensten algemeen

42.940

 

 

4.622.033 - Bedrijfsuren Afd. Stadsbedrijf (A)

15.159

163

 

4.622.058 - Bedrijfsuren Afd. Stadsbedrijf (B-uren)

58.110

1.490

 

4.622.102 - Bedrijfsuren vrachtwagens

7.200

300

 

4.622.103 - Bedrijfsuren bestelwagens

1.800

300

 

4.622.105 - Bedrijfsuren maaimachines

1.200

60

 

4.622.106 - Bedrijfsuren traktoren

7.200

600

 

4.622.107 - Bedrijfsuren aanbouwwerktuigen

480

60

Som 6.219.40.90 - Algemeen

 

134.089

2.973

Totaal

 

134.089

2.973

Fig. 1; Begroting 2011

5. KLACHTENREGISTRATIE

De gladheidscoördinator houdt gedurende de winterperiode een logboek bij waarin hij de uitgevoerde werkzaamheden vastlegt, om zodoende op een later moment te kunnen overleggen welke gladheidbestrijdingsmaatregelen op een bewuste dag zijn uitgevoerd. Basis voor dit logboek zijn gegevens afkomstig uit het computersysteem wat op iedere spuit-eenheid zit. Dit systeem werkt middels Global Positioning System (GPS) en houdt onder andere exact bij waar, wanneer en hoeveel er gespoten is.

Mogelijke klachten en/of schadeclaims van burgers komen per brief / e-mail binnen of via het telefonisch informatie punt. Via dit systeem worden de klachten en daarop ondernomen acties geregistreerd en gevolgd. Schadeclaims worden door de afdeling financiën verder in behandeling genomen.

6. VOORLICHTING

Uit de evaluatie van de gladheidbestrijding is gebleken dat de communicatie met de burgers verbeterd zou kunnen worden. Tot op heden wordt dit gedaan door het "Gladheidbestrijdingsplan 2011-2016" ter inzage gelegd bij de informatiebalie op het gemeentehuis. Tevens zal gedurende de winter een artikel in het Stadsnieuws worden geplaatst met een uitleg over het spuitbeleid.

De website zal in het aankomende jaar een belangrijkere rol gaan spelen. Hier zal gedurende het gladheidseizoen meer aandacht besteedt worden aan het gladheidbestrijdingsplan. Verder zal gebruik gemaakt worden van een Twitter account, waarmee snel en eenvoudig gladheid en spuitacties gecommuniceerd kunnen worden.

Bronvermelding:

• CROW 152 “Gladheid: preventie en bestrijding” oktober 2000

Bijlage Strooiroutes:

• Prioriteit 1 wegen en fietspaden

• Prioriteit 2 wegen en fietspaden

• Totaal Heerhugowaard

Primaire strooiroutes

afbeelding binnen de regeling

Secundaire strooiroutes

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening