Regeling vervallen per 22-03-2011

Standplaatsenverordening 2008

Geldend van 15-07-2008 t/m 21-03-2011

Intitulé

Standplaatsenverordening 2008

Nr.RB.2008-070

de Raad van de gemeente Heerhugowaard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 mei 2008

gelezen het advies van de commissie Stadsontwikkeling d.d. 10 juni 2008

artikel 149 van de Gemeentewet, de Standplaatsenverordening Heerhugowaard 2007 en de Algemene Wet Bestuursrecht

b e s l u i t

vast te stellen de Standplaatsenverordening Heerhugowaard 2008

Artikel 1 Definities

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      standplaats: een ruimte op of aan de weg, door burgemeester en wethouders

      aangewezen voor het te koop aanbieden, verkopen of verstrekken van goederen, waren of diensten;

    • b.

      standplaatshouder: ieder aan wie door burgemeester en wethouders een standplaats is toegewezen;

    • c.

      vaste standplaats: een standplaats die voor één of meer dagdelen voor onbepaalde tijd, doch maximaal 1 jaar, wordt toegewezen;

    • d.

      tijdelijke standplaats: een standplaats die voor ten hoogste drie maanden wordt toegewezen;

    • e.

      losse standplaats: een standplaats die voor ten hoogste 1 week wordt toegewezen;

    • f.

      weg: hetgeen de Algemene Plaatselijke Verordening daaronder verstaat.

  • 2.

    Onder standplaats wordt niet verstaan:

    standplaats op evenementen als bedoeld in artikel 2.2.1 van de Algemene plaatselijke verordening.

Artikel 2 Standplaatsvergunning

  • 1. Het is verboden zonder, of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders een standplaats in te nemen.

  • 2. Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van burgemeester en wethouders een standplaats wordt ingenomen.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen aan een standplaatsvergunning voorschriften verbinden.

  • 4. Op verzoek van een ambtenaar van de gemeente Heerhugowaard, belast met het toezicht op de uitvoering van deze verordening, dient de vergunning overlegd te kunnen worden.

  • 5. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het Provinciaal wegenreglement.

  • 6. Het verbod in het eerste lid geldt niet ten aanzien van het uitgestald hebben van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.

  • 7. Het college houdt de beslissing op een aanvraag voor een standplaatsvergunning aan, indien de aanvraag een activiteit betreft waarvoor tevens een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer is vereist en indien geen toepassing kan worden gegeven aan het vijfde lid, tot de dag waarop de beslissing over de Wet-milieubeheervergunningaanvraag is genomen.

  • 8. Indien een aanvraag voor een vergunning wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 3 Weigering vergunning

  • 1. Een vergunning bedoeld in artikel 2 lid 1 kan worden geweigerd:

    • a.

      in het belang van de openbare orde;

    • b.

      in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;

    • c.

      in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • d.

      in het belang van de verkeersvrijheid of -veiligheid;

    • e.

      wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel der gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt;

    • f.

      vanwege de strijd met een geldend bestemmingsplan.

  • 2. De weigeringsgrond van het eerste lid, onder b, geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer.

  • 3. De weigeringsgrond van het eerste lid, onder c, geldt niet voor bouwwerken.

Artikel 4 Aanwijzing standplaatsen

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen een maal per drie jaar - in december - het aantal locaties en het aantal uit te geven standplaatsen vast voor de gemeente, met dien verstande dat vaststelling eerder plaatsvindt wanneer omstandigheden of ontwikkelingen hiertoe nopen. Per locatie kan maximaal één standplaats worden uitgegeven.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende omstandigheden daartoe aanleiding geven, aan een standplaatshouder tijdelijk een andere standplaats toewijzen.

Artikel 5 Markt

Binnen een straal van 500 meter van een markt als bedoeld in artikel 160 Gemeentewet of een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1 van de Algemene plaatselijke verordening, worden voor de dag waarop de markt of het evenement wordt gehouden, geen standplaatsen toegewezen.

Artikel 6 Aansluiting gas, water & licht

  • 1. De op een standplaats in gebruik zijnde verkoopinrichting mag op geen enkele wijze aan opstallen of vaste voorwerpen zijn verbonden, noch zijn aangesloten op het elektriciteits-, gas-, waterleiding- of telefoonnet.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het eerste lid bepaalde.

Artikel 7 Wachtlijst

  • 1. Aanvragen voor toewijzing van een vaste, tijdelijke of losse standplaats moeten schriftelijk bij burgemeester en wethouders worden ingediend.

  • 2. De aanvrager dient een bewijs van inschrijving van het Centrale Registratiekantoor te overleggen.

  • 3. De aanvragen voor een vaste standplaats worden in volgorde van binnenkomst op een wachtlijst geplaatst.

  • 4. De aanvraag voor een vaste standplaats moet elk jaar in de maand december worden herhaald.

  • 5. Aan de aanvrager van een losse standplaats kan maximaal 5 keer per jaar een losse standplaats worden toegewezen.

Artikel 8 Vergunningsbewijs

Van de toewijzing van standplaatsen wordt door burgemeester en wethouders aan de standplaatshouder een schriftelijk bewijs afgegeven, vermeldende:

  • a.

    naam en voornamen, adres en woonplaats;

  • b.

    de dagen en tijden waarop de standplaats mag worden ingenomen;

  • c.

    de exacte locatie waar de standplaats mag worden ingericht alsmede de maximale oppervlakte en afmetingen daarvan;

  • d.

    de artikelen of de groep van artikelen welke door de standplaatshouder op de hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht;

  • e.

    de voorschriften die in acht genomen moeten worden.

Artikel 9 Toewijzing standplaats

  • 1. Een standplaatshouder dient elk jaar schriftelijk een verzoek tot vernieuwing van zijn vergunningsbewijs te doen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen besluiten een vrijgekomen standplaats niet meer uit te geven.

  • 3. Voor vrijgekomen vaste standplaatsen komen allereerst de ingeschrevenen op de in artikel 7 lid 3 bedoelde lijst in aanmerking.

Artikel 10 Doorhalen van gegadigden op wachtlijst

De inschrijving op de in artikel 7 lid 3 bedoelde lijst wordt doorgehaald:

  • a.

    op verzoek van de ingeschrevene;

  • b.

    indien aanvragen niet tijdig zijn herhaald;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vaste standplaats wordt toegewezen;

  • e.

    wanneer de ingeschrevene voor een vaste standplaats in aanmerking komt, doch zonder geldige redenen weigert een vaste standplaats te aanvaarden.

Artikel 11 Vervallen van een standplaatsvergunning

Het recht op een vaste standplaats vervalt::

  • a.

    op eigen verzoek;

  • b.

    bij overlijden van de standplaatshouder;

  • c.

    wanneer de standplaatshouder gedurende 3 achtereenvolgende dagen of gedurende zes

    dagen binnen een tijdvak van drie maanden, geen gebruik heeft gemaakt van de

    standplaats. Met achtereenvolgende dagen worden bedoeld de achtereenvolgende dagen

    waarop de standplaatsvergunning geldig is.

Artikel 12 Overschrijving vergunning

Bij het overlijden van de standplaatshouder of van de op de in artikel 7 lid 3 bedoelde lijst ingeschrevene, wordt het recht op de standplaats respectievelijk op de inschrijving overgeschreven op de overblijvende echtgeno(o)t(e) of een met de standplaatshouder/ingeschrevene duurzaam samenlevend persoon, indien een daartoe strekkend verzoek binnen één maand na het overlijden bij burgemeester en wethouders wordt ingediend.

Artikel 13 Persoonlijk innemen van de standplaats

  • 1. Een standplaats moet door de houder ervan persoonlijk of een bij hem in dienst zijnde werknemer worden ingenomen; hij mag deze derhalve niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2. De vergunninghouder of een bij hem in dienst zijnde werknemer mag zich laten bijstaan.

  • 3. De werknemer dient een verklaring van de werkgever te kunnen overleggen waaruit het dienstverband blijkt.

  • 4. In bijzondere gevallen kan door of namens burgemeester en wethouders aan standplaatshouders, op schriftelijk verzoek, tijdelijk ontheffing worden verleend van de verplichting om persoonlijk op de standplaats aanwezig te zijn.

Artikel 14 Vakantie en ziekte

  • 1. Houders van standplaatsen die langer dan 1 week wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats te bezetten dienen burgemeester en wethouders daarvan schriftelijk in kennis te stellen.

  • 2. Bij langdurige afwezigheid van een standplaatshouder wegens ziekte dient van deze reden van verhindering iedere drie maanden een geneeskundige verklaring te worden overlegd.

  • 3. Houders van standplaatsen die wegens vakantie de standplaats niet zullen bezetten moeten daarvan tijdig, onder opgave van het tijdvak van de vakantie, schriftelijke mededeling doen aan burgemeester en wethouders.

  • 4. In de gevallen bedoeld in het eerste en derde lid kunnen burgemeester en wethouders de houder van een standplaats toestemming verlenen zich te laten vervangen. Het bepaalde in artikel 11 sub c zal dan niet van toepassing zijn.

Artikel 15 Verwijderen verkoopinrichting

  • 1. De standplaats mag niet eerder in gebruik genomen worden dan één uur voordat met de verkoop mag worden begonnen.

  • 2. De standplaats moet volledig zijn ontruimd binnen één uur nadat de verkoop moet zijn beëindigd.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 1 en lid 2 schriftelijk ontheffing verlenen.

  • 4. Op het innemen van een standplaats is voor wat betreft de openingstijden de Winkeltijdenwet van toepassing.

Artikel 16 Schoonhouden standplaats en omgeving

  • 1. De standplaatshouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats, een en ander ter beoordeling aan burgemeester en wethouders, steeds een goed verzorgd aanzien biedt. Hij dient de standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan tijdens en na het gebruik vrij te houden van afval en verpakkingsmaterialen.

  • 2. Standplaatshouders welke op de standplaats geringe eet- en drinkwaren voor de consumptie gereed maken, dienen aan de voorzijde van hun verkoopinrichting twee korven of bakken van voldoende grootte te plaatsen voor het inwerpen van afval.

Artikel 17 Intrekking vergunning

Een vergunning kan worden ingetrokken:

  • a.

    in het belang van de openbare orde;

  • b.

    in het belang van de verkeersvrijheid of -veiligheid;

  • c.

    indien de vergunninghouder in strijd handelt met het bij of krachtens deze verordening bepaalde;

  • d.

    wanneer bij herhaling is geconstateerd, hetzij door een ambtenaar als bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, hetzij door de marktmeester of ambtenaar van de gemeente Heerhugowaard belast met het toezicht op de uitvoering van deze verordening, dat een standplaats wordt ingenomen in afwijking van de door burgemeester en wethouders verleende vergunning;

  • e.

    indien de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag;

  • f.

    indien de vergunninghouder het standplaatsengeld niet of niet binnen de gestelde termijn

    voldoet.

Artikel 18 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2, 6, 13, 14, 15 en 16 dezer verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden.

Artikel 19 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Standplaatsenverordening Heerhugowaard 2008.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 15 juli 2008.

  • 3.

    De Standplaatsenverordening Heerhugowaard 2007 wordt ingetrokken op het tijdstip genoemd in lid 2.

Ondertekening

Heerhugowaard, 24 juni 2008
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
  • Agendanr.

    : 9

  • Voorstelnr.

    : 2008-070

Onderwerp : Wijziging Standplaatsenverordening Heerhugowaard 2007

Aan de Raad,

Heerhugowaard, 27 mei 2008

Beknopt voorstel

De Standplaatsenverordening zodanig redigeren dat bij verlening van evenementenvergunningen geen afzonderlijke standplaatsvergunningen nodig zijn.

Toelichting

Op 27 november 2007 heeft u de Standplaatsenverordening Heerhugowaard 2007 vastgesteld.

Op grond van deze verordening en het daarop gebaseerde standplaatsenbeleid, vergunnen wij op verzoek standplaatsen. De vergunninghouder is het dan toegestaan op een door ons aangewezen ruimte op of aan de weg, goederen, waren of diensten, te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken.

Soms worden standplaatsvergunningen gevraagd in verband met het organiseren van evenementen.

Blijkens jurisprudentie (Pres.Rb. Den Haag 27-04-1994) is bij verlening van een evenementenvergunning afzonderlijke verlening van standplaatsvergunningen niet nodig. Een evenementenvergunning is een integrale vergunning voor de activiteiten die in de aanvraag zijn vermeld.

De omstandigheid dat evenementlocaties niet samenvallen met aangewezen standplaatslocaties, maakt het conformeren aan de jurisprudentie nog aantrekkelijker.

Om te regelen dat ook bij evenementen standplaatsen kunnen worden uitgegeven en vergund, wordt voorgesteld een afbakeningsbepaling op te nemen in de Standplaatsenverordening. Deze afbakeningsbepaling beoogt het uitzonderen van een verbod zonder een vergunning een standplaats in te nemen waar het gaat om de verkoop van goederen etc. bij evenementen.

Burgemeester en wethouders van Heerhugowaard,

De secretaris, de burgemeester,

Advies commissie SO d.d. 10 juni 2008

Akkoordstuk

Nr.2008-070

de Raad van de gemeente Heerhugowaard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 mei 2008

gelezen het advies van de commissie Stadsontwikkeling d.d. 10 juni 2008

artikel 149 van de Gemeentewet, de Standplaatsenverordening Heerhugowaard 2007 en de Algemene Wet Bestuursrecht

b e s l u i t

vast te stellen de Standplaatsenverordening Heerhugowaard 2008 onder intrekking van de Standplaatsenverordening Heerhugowaard 2007 zoals vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 27 november 2007

Heerhugowaard, 24 juni 2008

De Raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,