Beleidsregel sociale activering en vrijwilligerswerk

Beleidsregel sociale activering en vrijwilligerswerk

Beleidsregel sociale activering en vrijwilligerswerk

Sociale activering

1.Onder sociale activering wordt verstaan: het bevorderen van het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten of het deelnemen aan activiteiten ter voorbereiding op een traject gericht op arbeidsinschakeling of gericht op het voorkomen van sociaal isolement.

• 2.

  Sociale activering dient onderdeel uit te maken van een re-integratietraject.

• 3.

  Sociale activering wordt alleen ingezet voor mensen met een (zeer) grote afstand tot de arbeidsmarkt, waaronder ook gerekend arbeidsgehandicapten en de eerste generatie allochtonen.

Vrijwilligerswerk

• 1.

  Onder vrijwilligerswerk wordt verstaan het onbetaald en onverplicht verrichten van activiteiten voor minimaal 8 uur en maximaal 20 uur per week, in een non profit organisatie, waardoor de re-integratie van de deelnemer wordt bevorderd.

• 2.

  Vrijwilligerswerk vindt alleen plaats als onderdeel van een traject richting (gesubsidieerde) arbeid.

• 3.

  Als (gesubsidieerde) arbeid niet mogelijk blijkt, dan kan vrijwilligerswerk een eindstation zijn. Dit dient steeds per individu bepaald te worden.

• 4.

  De gemeente verstrekt géén vrijwilligerspremies.

Toelichting

Sociale activering, zoals gedefinieerd in artikel 6 lid 1 onderdeel c WWB , heeft tot doel personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt terug te leiden naar de arbeidsmarkt of, indien dit nog niet mogelijk is, als tussendoel het bevorderen dat personen zelfstandig kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven door bijvoorbeeld zelfstandig, dus zonder externe begeleiding, vrijwilligerswerk te verrichten of deel te nemen aan activiteiten in de wijk of buurt. Belanghebbende moet dan op eigen kracht kunnen deelnemen aan deze activiteiten. Hiertoe kan de gemeente afspraken maken met de betreffende instellingen.

Afhankelijk van het referentiekader van waaruit men spreekt en het accent dat men wil leggen, wordt sociale activering ingevuld. Een paar voorbeelden zijn:

• ·

  activiteiten gericht op het doorbreken of voorkomen van een sociaal isolement

• ·

  activiteiten gericht op het zetten van een eerste voorlopige stap op weg naar de arbeidsmarkt

• ·

  maatschappelijk zinvolle maar niet betaalde activiteiten

• ·

  vrijwilligerswerk (zie hieronder) met behoud van uitkering

Sociale activeringsactiviteiten zijn er in vele vormen. Vrijwilligerswerk, groepsactiviteiten, andere nuttige maatschappelijke activiteiten, cursussen, stageachtige activiteiten, begeleid leren en activiteiten voor specifieke doelgroepen zijn de belangrijkste. Het tussendoel dient zelfstandige participatie te zijn.

Voor personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt kan sociale activering een eerste stap of onderdeel zijn van een re-integratietraject. Deelname aan sociale activerings-activiteiten zijn daarom géén grond voor het verlenen van een tijdelijke ontheffing van de arbeidsverplichtingen.

Vrijwilligerswerk

Ook vrijwilligerswerk heeft een relatie met sociale activering. Vrijwilligerswerk kan worden gedefinieerd als: onbetaalde, onverplichte, activiteiten voor minimaal 8 uur en maximaal 20 uur per week als gevolg waarvan de reïntegratie van de deelnemer wordt bevorderd en gericht is op (gesubsidieerde) arbeidsinschakeling. Vrijwilligerswerk is een middel voor het opdoen of behouden van werkritme.

De belanghebbende is verplicht om aanvaard vrijwilligerswerk te melden aan zijn contactpersoon bij de gemeente.

Onbetaalde werkzaamheden:

• ·

  die de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt belemmeren, en/of;

• ·

  waarvoor belanghebbende redelijkerwijs een beloning, anders dan een kostenvergoeding als bedoeld in , kan bedingen,

worden niet aangemerkt als vrijwilligerswerk.

Er kan een kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk worden verstrekt door de organisatie waar de belanghebbende zijn vrijwilligerswerk verricht. De kostenvergoeding aan vrijwilligers worden tot een bij ministeriele regeling vast te stellen bedrag vrijgelaten op grond van artikel 31 lid 2 onderdeel k WWB. De gemeente verstrekt géén premie voor vrijwilligerswerk. Wel kan de gemeente een onkostenvergoeding geven, dit is gemeentelijk beleid. In de beleidsregel “activeringspremie, kostenvergoedingen vrijwilligerswerk en overige vergoedingen” staat beschreven wat het beleid van de gemeente op dit punt is.

Heerhugowaard, 23 februari 2010