Regeling vervallen per 07-12-2010

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 06-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2010

“Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2010”

(Verordening afvalstoffenheffing 2010)

Artikel 1

Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 2

Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

Artikel 3

Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 4

Reductie heffing medisch afval

  • 1.

    De belastingplichtige als bedoeld in artikel 2 komt in aanmerking voor vermindering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, leden 2, 3 en 4 van de in artikel 3 bedoelde tarieventabel, indien de belastingplichtige als gevolg van chronische ziekte of handicap dan wel chronische ziekte of handicap van personen die behoren tot zijn of haar huishouden, extra afval moeten aanbieden aan de gemeentelijke inzameldienst.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde vermindering bedraagt 60 % van de totaal verschuldigde belasting als gevolg van het aantal aangeboden ledigingen, met een maximum van € 60,00 per belastingtijdvak voor een huishouden met één bewoner die onder de categorie in lid één valt, met een maximum van € 90,00 per belastingtijdvak bij een huishouden met meerdere bewoners die onder de categorie in lid één vallen.

  • 3.

    De belastingplichtige die in aanmerking wil komen voor vermindering op grond van het eerste lid, dient een daartoe strekkend verzoek in te dienen bij de heffingsambtenaar. Bij dit verzoek dient een schriftelijke verklaring van de huisarts of medisch specialist te worden overgelegd, waaruit blijkt dat als gevolg van een chronische ziekte of handicap extra afval wordt aangeboden.

  • 4.

    De berekening van de vermindering als bedoeld in het eerste lid vindt plaats na afloop van het betreffende belastingjaar.

Artikel 5

Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven, is het belastingjaar gelijk

aan het kalenderjaar.

Artikel 6

Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van

    aanslag.

  • 2.

    de belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7

Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, lid 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, lid 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, lid 1 aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

  • 5.

    Belastingbedragen als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel van minder dan € 10,00 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen “afvalstoffenheffing” of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

  • 6.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, tweede, derde, vierde en vijfde lid en de belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 8

Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid, van de tarieventabel worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen “afvalstoffenheffing” of andere heffingen minder is dan € 3.500,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in elf gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, indien het

totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen hondenbelasting of andere heffingen minder is dan € 50,00.

  • 4.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de aanslagen bedoeld in hoofdstuk 1, tweede, derde, vierde en vijfde lid van de tarieventabel worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 5.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de aanslagen bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden betaald bij de aanvang van de dienstverlening.

  • 6.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening afvalstoffenheffing Heerlen 2009” vastgesteld bij raadsbesluit van 4 november 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing 2010”.

Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Heerlen van 1 december 2009.

de griffier, de voorzitter,

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE “VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2010”.

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

a.indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon

€ 171,96

b.indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee personen

€ 213,24

c.indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door drie of meer personen

€ 254,52

2.Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting per lediging van:

a.een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 140 liter

€ 3,40

b.een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 240 liter

€ 4,60

c.een mini-container, bestemd voor rest-afval met een inhoud van 140 liter

€ 3,40

d.een mini-container, bestemd voor rest-afval met een inhoud van 240 liter

€ 4,60

3.Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting voor percelen die voor de afvalverwijdering zijn aangewezen op het ondergrondse inzamelsysteem per aanbieding

€ 1,00

4. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting per aanbieding van een gekenmerkte vuilniszak

€ 1,00

5.Onverminderd het bepaalde in de leden 1.t/m 4. bedraagt het tarief voor

a.het in gebruik hebben van een extra container per container per jaar

€ 10,00

b.het op aanvraag omwisselen van één of meer containers, per keer

€ 25,00

c.het op aanvraag leveren van één of meer extra containers per keer

€ 25,00

6.In afwijking van het bepaalde in het vijfde lid, onderdelen b. en c. kan:

a.een nieuw ingezetene van de gemeente, die als belastingplichtige wordt aangemerkt, gedurende een periode van zes maanden nadat de belastingplicht is ontstaan, kosteloos éénmaal van containervolume wisselen;

b.de belastingplichtige, die binnen de gemeente verhuist gedurende een periode van zes maanden nadat de verhuizing heeft plaatsgevonden, kosteloos éénmaal van container-

b. volume wisselen.

Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

1.Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van de volgende (grove) huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

a.

Papier en karton

gratis

b.

Glas

gratis

c.

Klein chemisch afval

gratis

d.

Metaal

gratis

e.

Textiel

gratis

f.

Kringloopgoederen

gratis

g.

Koel- en vriesmeubelen

gratis

h.

Asbesthoudend afval

gratis

i.

Auto- of motorband zonder velg

gratis

2.Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van de volgende (grove) huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

a.

Grof huisvuil

zie lid 3 hoofdstuk 2

b.

GFT-afval

zie lid 3 hoofdstuk 2

c.

Tuinafval

zie lid 3 hoofdstuk 2

d.

Hout kwaliteit A,B,C

zie lid 3 hoofdstuk 2

e.

Gasflessen en –tanks

zie lid 3 hoofdstuk 2

f.

Restafval, per 40 liter of per zak

€ 1,00

g.

Auto- of motorband met velg, per stuk

€ 1,60

h.

Bestelwagenband, per stuk

€ 3,50

i.

Vrachtwagenband, per stuk

€ 15,00

j.

Tractorband, per stuk

€ 22,00

k.

Schone grond, per m3

€ 20,00

l.

Vervuilde grond, per m3

€ 90,00

m.

Schoon puin, per m3

€ 20,00

n.

Vervuild puin, per m3

€ 90,00

3. De belasting als genoemd onder lid 2., wordt vermeerderd met het volgende tarief per bezoek

aan het milieupark:

a.

1ste tot en met 6de bezoek aan het milieupark

€ 0,00

b.

7e tot en met 12de bezoek aan het milieupark

€ 10,00

c.

vanaf het 13e bezoek aan het milieupark

€ 30,00

4.Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het van gemeentewege ophalen van grove huishoudelijke afvalstoffen en houtafval aan huis:

a.

per keer

€ 20,00

Hoofdstuk 3 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze tarieventabel treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van haar bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 1 december 2009.

de griffier, de voorzitter,

Gemeente Heerlen

Aanpassingen t.o.v. verordening afvalstoffenheffing 2009

De verordening afvalstoffenheffing is aangepast aan de invoering van het volume-/frequentie-systeem.

De termijnen van betaling (art. 7) zijn gewijzigd. Standaard geldt één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

Voor aanslagen minder dan € 3500 (totale biljetbedrag) kan worden deelgenomen aan automatische incasso. Er gelden dan elf betaaltermijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. De volgende termijnen vervallen steeds een maand later. Aanslagen van € 50 of minder dienen steeds in één termijn te worden voldaan (ook als wordt deelgenomen aan automatische incasso).

In de tarieventabel zijn onder 3. conform verzoek van Rd4 het aantal gratis aanbiedingen bij de milieuparken gewijzigd in 4 (eerst 6 gratis aanbiedingen).

In de tarieventabel is onder 4. conform verzoek van Rd4 het één keer afhalen van grove huishoudelijke afvalstoffen aan huis komen te vervallen.