Regeling vervallen per 21-07-2011

Speeltuin subsidieverordening

Geldend van 01-01-2010 t/m 20-07-2011

Intitulé

Speeltuin subsidieverordening

“Speeltuin subsidieverordening “

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening worden verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van Heerlen;

  • b.

    speeltuin: een omheind terrein, dat speciaal is ingericht als speelgelegenheid voor kinderen en waarvan het beheer en het toezicht berust bij een speeltuinorganisatie;

  • c.

    speeltuinorganisatie: een instelling of organisatie, die ten behoeve van jeugdigen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar speelmogelijkheden met een recreatief, creatief dan wel educatief karakter aanbiedt in een bij haar in exploitatie zijnde speeltuin in de gemeente Heerlen en is toegelaten tot een der secties van de bestuurscommissie alsmede is aangesloten bij een landelijke overkoepelende organisatie;

  • d.

    leden: de tot de speeltuinorganisatie behorende leden

Artikel 2

Door het college kunnen ingevolge deze verordening aan speeltuinorganisaties een subsidie en/of renteloos voorschot in de kosten van totstandbrenging, instandhouding, inrichting en uitbreiding van een speeltuin worden verleend.

Artikel 3

  • 1. Een subsidie en/of renteloos voorschot kan verleend worden:

    • a.

      in de kosten van vernieuwing en uitbreiding van speeltoestellen;

    • b.

      in de kosten van aanleg en eerste inrichting speeltuinen;

    • c.

      in de kosten van vernieuwing, verbetering en uitvoering van z.g. grootonderhouds-werkzaamheden aan opstallen, en afrastering in de speeltuin, niet zijnde speeltoestellen.

  • 2. Aan de hand van de ingediende aanvraag stelt het college de maximaal te verlenen subsidie en/of renteloos voorschot vast. Het uit te keren subsidiebedrag c.q. renteloos voorschot is afhankelijk van de werkelijk gemaakte kosten terzake.

  • 3. In principe wordt een subsidie en/of renteloos voorschot als bedoeld in lid 1 verleend ter grootte van 1/3 deel van de door het college vast te stellen zuivere materiaalkosten van het project.

    Artikel 4

    • 1.

      De speeltuinorganisatie, die voor een subsidie en/of renteloos voorschot als bedoeld in artikel 3 in aanmerking wenst te komen dient, alvorens met de uitvoering der werkzaamheden een aanvang wordt gemaakt, op de ingediende subsidieaanvraag de principebeslissing van het college af te wachten.

    • 2.

      Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht verstrekt de aanvrager bij zijn subsidieaanvraag de volgende gegevens en bescheiden:

    • a.

      een uitgewerkt plan van uit te voeren werkzaamheden;

    • b.

      een gespecificeerde begroting inclusief financieringsplan;

    • c.

      een motivering.

    Artikel 5

    • 1.

      De speeltuinorganisatie verbindt zich het renteloos voorschot a pari af te lossen in tien jaarlijkse termijnen elk groot 1/10 deel van het verstrekte voorschot. `De aflossingstermijnen vervallen op 1 juli van elk jaar; voor de eerste maal op 1 juli volgend op het jaar waarin het voorschot werd verstrekt.

    • 2.

      In de schuldbekentenis worden nadere bepalingen opgenomen inzake aflossing, nalatigheid in de betaling en niet voldoening van de aflossing.

    Artikel 6

    • 1.

      Indien het project niet binnen een jaar na de indiening van de aanvraag tot stand komt, kan het besluit tot verlening van een subsidie/renteloos voorschot worden ingetrokken. De speeltuinorganisatie waaraan de subsidie/ het renteloos voorschot is verleend, dient dan de haar ingevolge artikel 3 van deze verordening eventueel reeds beschikbaar gestelde gelden op eerste aanzegging van het college terug te betalen.

    • 2.

      Van deze bepaling kan op verzoek van en afhankelijk van de omstandigheden door het college worden afgeweken, en kan de termijn worden verlengd met ten hoogste een jaar.

    Artikel 7

    Voor subsidieverlening ingevolge deze verordening komen in aanmerking de speeltuinorganisaties, die voldoen aan de door het college te stellen voorwaarden inzake aanleg, inrichting en exploitatie der speeltuinen.

    Artikel 8

    Indien de speeltuinorganisatie niet meer aan de gestelde doelstellingen voldoet, de speeltuin niet naar behoren beheert of ophoudt te bestaan, neemt het college een besluit, waarbij wordt vastgesteld dat de speeltuinorganisatie niet meer voldoet aan de voorwaarden, als bedoeld in artikel 7. De objecten waarvoor ingevolge artikel 3 subsidie is verleend, alsook alle andere objecten in de speeltuin, die aard en nagelvast verbonden zijn met de tot de gemeente in eigendom toebehorende ondergrond, vallen dan terug aan de gemeente.

    Artikel 9

    Het college beslist in alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

    Artikel 10

    • 1.

      Deze verordening treedt in werking na publicatie en werkt terug tot 1 januari 2010.

    • 2.

      Op dat tijdstip vervalt de Speeltuinsubsidieverordening d.d. 2 juli 1996.

    Aldus besloten tijdens de vergadering van de raad der gemeente Heerlen van 1 december 2009.

    griffier, voorzitter,