Regeling vervallen per 01-01-2015

Evaluatie pilot 'Nu of Nooit'

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2014

Intitulé

Evaluatie pilot 'Nu of Nooit'

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

beleidsregel

Onderwerp beleidsregel:

“NU OF NOOIT”

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    Bewindvoerder: een door de kantonrechter aangewezen persoon die het vermogen van de deelnemende jongere beheert.

  • b.

    Casemanager: casemanager van de gemeente Heerlen die ten behoeve van deze pilot het traject bewaakt, de regie over het traject voert en de eindverantwoordelijkheid draagt.

  • c.

    Centraal Loket Schuldhulpverlening (CLHS): gemeentelijk bureau schuldhulpverlening dat de schuldsanering uitvoert.

  • d.

    Doelgroep: jongeren tot 27 jaar die:

    • -

      geen startkwalificatie hebben, maar in potentie wel over de capaciteit

      beschikken om deze te kunnen behalen;

    • -

      een problematische schuld hebben;

    • -

      die zonder hulp moeilijk duurzaam bemiddelbaar zijn op de arbeids-

      markt;

    • -

      die een uitkering op grond van de WWB ontvangen of potentieel WWB-

uitkeringsgerechtigd waren, maar geen WWB-aanvraag hebben

ingediend omdat de jongere direct een studie is gaan volgen waarvoor

recht op WSF bestaat;

  • e.

    College: Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerlen.

  • f.

    Startkwalificatie: een HAVO, VWO of MBO (vanaf niveau 2) diploma

  • g.

    Uitkeringsonafhankelijkheid: het kunnen voorzien in de kosten van levens – onderhoud zonder aanspraak te moeten maken op een sociale

    zekerheidsuitkering anders dan ziekte- en/of arbeidsongeschiktheid

    gerelateerde uitkeringen.

  • h.

    Lifecoach: coach die het begeleidingstraject uitvoert.

  • i.

    Regulier werk: dienstverband conform de voor de betrokken bedrijfstak geldende CAO waarbij algemeen geaccepteerde arbeid is aanvaard.

  • j.

    Opleiding: erkende opleiding die minimaal leidt tot een startkwalificatie en waarvoor aanspraak bestaat op de Wet Studiefinanciering (WSF).

  • k.

    Problematische schuld: schulden die met de maximale inzet van de tot de doelgroep behorende persoon niet binnen 3 jaar af te lossen zijn.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEBEPALINGEN

Artikel 2 Toekenning en verlening subsidie

Het college kent aan een jongere alleen subsidie toe als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan;

  • 1.

    de jongere behoort tot de doelgroep;

  • 2.

    de WWB-uitkering wordt beëindigd en in plaats daarvan WSF wordt toegekend;

  • 3.

    de jongere beschikt over voldoende leervermogen om een startkwalificatie te behalen;

  • 4.

    de jongere staat ingeschreven voor een opleiding met arbeidsmarktperspectief en mag starten met de opleiding;

  • 5.

    de jongere moet bereid zijn te investeren in de eigen toekomst door het alsnog behalen van een startkwalificatie en in staat en bereid zijn zich aan gemaakte afspraken te houden.

  • 6.

    er moet sprake zijn van problematische schulden;

  • 7.

    de jongere maakt geen nieuwe schulden;

  • 8.

    de jongere werkt mee aan financiële begeleiding die de gemeente noodzakelijk ` acht.

  • 9.

    de jongere accepteert de begeleiding die de gemeente noodzakelijk vindt;

  • 10.

    de jongere geeft toestemming om de verleende subsidie aan CLHS uit te betalen ter voldoening van de met de schuldeisers getroffen betalingsregelingen.

Artikel 3 Vaststelling subsidie

Onverminderd het in de Algemene wet bestuursrecht bepaalde wordt de subsidie verleend en vastgesteld indien de subsidieontvanger:

  • 1.

    de gevolgde studie en/of opleiding met goed gevolg afrondt, waardoor de vereiste startkwalificatie wordt behaald en de jongere aansluitend uitstroomt naar regulier werk voor een aaneengesloten periode van 12 maanden, waarbij sprake is van volledige uitkeringsonafhankelijkheid;

  • 2.

    de gevolgde studie en/of opleiding met goed gevolg afrondt, waardoor de vereiste startkwalificatie wordt behaald) en de jongere vervolgens een passende vervolgopleiding start en deze met goed gevolg afrondt;

  • 3.

    door arbeidsongeschiktheid niet meer aan de doelstellingen kan voldoen.

Artikel 4 Intrekking subsidie

Het college trekt een besluit tot subsidieverlening in of wijzigt deze indien;

  • 1.

    de jongere zich zodanig gedraagt dat voortzetting van de opleiding in gevaar komt;

  • 2.

    de jongere gemaakte afspraken niet nakomt, onvoldoende medewerking verleent, dan wel onvoldoende gemotiveerd is om mee te werken aan de gewenste en/of noodzakelijke begeleiding;

  • 3.

    de jongere nieuwe financiële verplichtingen is aangegaan zonder voorafgaande toestemming van de gemeente;

  • 4.

    de jongere onder curatele wordt gesteld;

  • 5.

    de jongere onvoldoende of onvolledige inlichtingen omtrent zijn schuldenpositie verstrekt, dan wel dat er nieuwe schulden zijn ontstaan;

  • 6.

    de jongere verhuist naar een andere (woon) gemeente;

  • 7.

    de studie of opleiding vroegtijdig wordt beëindigd;

  • 8.

    de jongere de opgelegde voorwaarden niet stipt naleeft, dan wel in strijd handelt met deze voorwaarden;

  • 9.

    de beoogde doelstelling van de subsidie in gevaar is.

HOOFDSTUK 3 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 5 Subsidieplafond

In het kader van de beheersbaarheid wordt:

  • a.

    de instroom beperkt tot gemiddeld 10 jongeren per jaar;

  • b.

    vanaf 2012 wordt voor de duur van drie jaar € 40.000 jaarlijks van het participatiebudget bestemd voor betaling van schulden.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald onder de naam ‘Beleidsregel Nu of Nooit’.

ALGEMENE TOELICHTING OP DE BELEIDSREGEL

In de ideale situatie is iedere jongere aan het werk of gaat naar school. Voor jongeren zonder startkwalificatie met schulden is dat erg moeilijk. Zonder opleiding is het moeilijk om aan het werk te komen en terug naar school betekent dat er niets aan de schulden wordt gedaan, omdat als het inkomen uitsluitend uit studiefinanciering bestaat er geen mogelijkheden zijn om schuldeisers een minnelijke regeling te kunnen aanbieden.

Om deze vicieuze cirkel te doorbreken heeft het college op 11 november 2008 besloten tot de pilot ‘Nu of nooit’ (2008/27861). De inzet was om een beperkt aantal jongeren zonder startkwalificatie met problematische schulden de kans te bieden alsnog een startkwalificatie te behalen en zo uitzicht te bieden op een schuldvrije toekomst met een fatsoenlijke baan. Essentie van het plan is dat de gemeente de financiële middelen beschikbaar stelt voor een succesvolle minnelijke schuldregeling. Als de jongere de startkwalificatie behaalt en 1 jaar uitkeringsonafhankelijk blijft wordt de schuld kwijtgescholden.

Voortzetten

Er zijn een aantal argumenten om de pilot voorlopig voort te zetten:

1 De pilot geeft op integrale wijze invulling aan doelstellingen uit het Meerjarig

Bestuurlijk Beleidsplan (MBP).

2.De aanpak getuigt van lef, innovatie en ondernemerschap en trekt landelijk

De aandacht.

  • 3.

    Besparing op uitkeringslasten doordat een jongere die weer naar school gaat geen bijstand meer krijgt, maar studiefinanciering.

  • 4.

    Er is nog geen representatief aantal deelnemers om het resultaat te kunnen

    meten.

    In de periode eind 2008 tot en met 2011 zijn pas 14 jongeren ingestroomd.

Strengere toelatingscriteria vergroten de kans op succes.

Al doende leert men. Daarom zijn de toelatingseisen gaandeweg aangescherpt. Naast de criteria onvoldoende regie over eigen leven hebben, niet over een startkwalificatie beschikken en problematische schulden wordt nu ook gekeken naar haalbaarheid, arbeidsmarktperspectief, motivatie, belemmeringen en budgetteringsbereidheid.

Het kan goedkoper.

Bij aanvang van de pilot is bepaald dat iedere deelnemende jongere zich vrijwillig onder bewind moest stellen en lifecoaching kreeg. Voortschrijdend inzicht heeft geleerd dat andere vormen van financiële hulp, zoals budgetbeheer, goedkoper en net zo doeltreffend kunnen zijn. Ook lifecoaching blijkt niet in alle gevallen nodig.

Op grond van de ervaringen tot nu toe wordt de pilot voortgezet te zetten, vooralsnog voor de duur van drie jaar. Nu de pilot wordt voortgezet en uitvoering op grond van voortschrijdend inzicht is geëvolueerd zijn nieuwe beleidsregels nodig.

Het ligt in de lijn van deze beleidsregel en de Algemene Subsidieverordening Heerlen dat de subsidie wordt aangewend om aan de uiteindelijke doelstelling, duurzame arbeidsparticipatie van de jongere, te voldoen. De casemanager zal dit proces nadrukkelijk monitoren. Indien de activiteiten van de subsidieaanvrager het belang van de pilot en dus het belang van de gemeente (doelstelling) niet ten goede komen, kan dit als een weigeringsgrond (conform de ASV artikel 8, lid 3) worden gezien.

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING OP DE BELEIDSREGEL

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Geen toelichting

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEBEPALINGEN

De casemanager bereidt een mandaatvoorstel voor, maar het subsidiemandaat ligt bij het afdelingshoofd.

Artikel 2 Toekenning en verlening subsidie

  • 1. geen toelichting;

  • 2. hoewel er geen uitkeringsrelatie in de zin van de WWB meer voor deze jongeren bestaat, houdt de gemeente zijn bemoeienis met de jongere omdat het traject vanuit de re-integratieverplichting is gestart;

  • 3. Alvorens een jongere wordt toegelaten tot de pilot wordt onderzocht of de capaciteiten voldoende zijn om minimaal een opleiding op niveau MBO 2 te behalen Dit gebeurt door een Arcus loopbaan advies.

  • 4. Als de jongere nog niet concreet is gestart met een opleiding dient hij aan te tonen dat hij kan starten. Wij willen niet opleiden voor toekomstige werkloosheid. Hoewel de keuze van de opleiding vrij is moet er wel een gerede kans zijn dat de jongere na het voltooien van de opleiding aan de slag kan.

  • 5. De fysieke en psychische conditie van de jongere wordt in kaart gebracht. Indien nodig wordt hiervoor medisch of psychisch advies ingewonnen. Duidelijk moet zijn dat eventuele beperkingen geen problemen geven in de toekomst. Als er sprake is van een belemmering om stage te lopen, opleiding te volgen of na de opleiding aan het werk te geraken zal de richting (beroepswens) gewijzigd dienen te worden, anders geen toelating.

  • 6. Er bestaan verschillende definities van problematische schulden, maar de meest concrete definitie is dat iemand zulke hoge schulden heeft dat hij niet meer in staat is om hier zonder professionele hulp uit te raken.

  • 7. Wij willen niet dweilen met de kraan open. Daarom wordt aan een jongere geen subsidie verleend als er nieuwe schulden gemaakt worden. Een jongere die nieuwe schulden maakt wordt uit de pilot verwijderd.

  • 8. Jongeren leren omgaan met geld moet voorkomen dat er in de toekomst opnieuw schulden ontstaan. Bij aanvang van de pilot werd bewindvoering verplicht gesteld. Dat doen we niet meer. Budgetbeheer en budgetbegeleiding zijn vaak net zo effectief en veel goedkoper. Aan bewindvoering moet de rechter te pas komen. Dat duurt veel langer en is bovendien aanmerkelijk duurder. Bovendien loopt bewindvoering vaak jaren door, met alle kosten van dien. Een jongere die niet bereid is mee te werken aan het leren omgaan met geld wordt niet toegelaten.

  • 9. geen toelichting;

  • 10. een subsidie wordt aan de subsidieaanvrager toegekend. Omdat de jongeren nog onvoldoende financieel zelfredzaam zijn dienen zij er vooraf mee in te stemmen dat de subsidie rechtstreek aan de schuld regelende instantie wordt betaald.

Artikel 3 Vaststelling subsidie

Onverminderd het in de Algemene wet bestuursrecht bepaalde wordt de subsidie verleend en vastgesteld indien de subsidieontvanger:

  • 1.

    de startkwalificatie heeft behaald en aansluitend een periode van 12 maanden regulier werk heeft verricht . De subsidie zal dan definitief worden vastgesteld (en in feite zullen de schulden worden kwijtgescholden). Er moet sprake zijn van volledige uitkeringsonafhankelijkheid (in de zin van deze beleidsregel) te zijn.

  • 2.

    een startkwalificatie behaald en hierna een vervolgopleiding volgt. De definitieve vaststelling zal dan pas plaatsvinden nadat de vervolgstudie met goed gevolg is afgerond. De subsidie wordt ook verleend als de jongere de vereiste startkwalificatie behaalt en vervolgens een vervolgopleiding van minimaal één jaar met succes afrondt. Eerder stoppen betekent niet voldoen aan de criteria, tenzij de subsidieontvanger aansluitend aan de afgebroken studie gaat werken en zo een jaar uitkeringsonafhanke-

    lijk blijft.

  • 3.

    Indien een deelnemer onverhoopt arbeidsongeschikt raakt en daardoor niet meer aan de voorwaarden kan voldoen wordt de subsidie toch vastgesteld. Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op volledige arbeidsongeschiktheid. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid dient de jongere de restmogelijkheden te gebruiken.

Artikel 4 Intrekking subsidie

Op grond van artikel 4:48 Algemene wet (Awb) kan het college, zolang de subsidie niet is vastgesteld, een beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadeel van de ontvanger wijzigen.

  • 1.

    geen toelichting;

  • 2.

    geen toelichting;

  • 3.

    geen toelichting;

  • 4.

    onder curatele stelling van de jongere;

  • 5.

    als de jongere door onvolledige informatieverstrekking schulden heeft waar de gemeente geen weet van heeft en als gevolg hiervan een beslaglegging volgt wordt de subsidie ingetrokken. Dit geldt ook als de beslaglegging het gevolg is van nieuwe schulden.

  • 6.

    Subsidie wordt enkel verleend aan jongeren die in de gemeente Heerlen woonachtig zijn. Verhuizing naar een andere gemeente heeft zodoende een intrekking als gevolg.

  • 7.

    geen toelichting;

  • 8.

    geen toelichting;

  • 9.

    geen toelichting.

HOOFDSTUK 3 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 5 Subsidieplafond

Strekking van dit artikel is beperking van de omvang van de pilot.

Financiële middelen en aantal deelnemers zijn communicerende vaten.

Het budget is daarbij leidend.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Geen toelichting.

Artikel 7 Citeertitel

Geen toelichting.

Aldus besloten tijdens de vergadering van het college van burgemeester en wethouders der gemeente Heerlen van 8 mei 2012 .

gemeentesecretaris, burgemeester,