Regeling vervallen per 01-03-2017

Verordening op de raadscommissies

Geldend van 12-10-2015 t/m 28-02-2017

Intitulé

Verordening op de raadscommissies

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

”VERORDENING OP DE RAADSCOMMISSIES GEMEENTE HEERLEN 2015 ”

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    commissiegriffier: griffier van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    commissielid: lid van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • -

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger.

Artikel 2. Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Bestuur en Dienstverlening;

    • b.

      Economische Stimulering;

    • c.

      Sociale Infrastructuur;

    • d.

      Leefomgeving;

    • e.

      Ruimtelijke Ontwikkeling.

  • 2. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt dit in

    een gezamenlijke commissievergadering besproken.

Artikel 3. Taken

  • 1. Een raadscommissie heeft de volgende taken:

    • a.

      het uitbrengen van advies aan de raad over voorstellen die

      betrekking hebben op onderwerpen die onder de portefeuille van de

      desbetreffende commissie vallen;

    • b.

      het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

    • c.

      het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in

      ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte

      inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de

      onderwerpen die onder de portefeuille van de desbetreffende

      commissie vallen.

  • 2. De commissie Bestuur en Dienstverlening heeft tevens tot taak het geven van advies over de verantwoording van het door het college gevoerde bestuur in de jaarrekening en in het jaarverslag als bedoeld in artikel 197 van de Gemeentewet

    • a.

      Met de voorbereiding van dit advies wordt belast een werkgroep

      Financial Audit bestaande uit leden van de commissie Bestuur en

      Dienstverlening.

    • b.

      De raad stelt een reglement vast over de samenstelling, de taken

      en de werkwijze van deze werkgroep.

    • c.

      De werkgroep kan voor de vervulling van haar taken besluiten tot

      het houden van een onderzoek. De werkgroep kan daarbij beschikken

      over het in de begroting opgenomen budget voor het houden van

      onderzoeken door de raad.

  • 3. Voordat het college of de burgemeester een voorstel of onderwerp aan

    de raad voorlegt leggen zij het voorstel of onderwerp voor aan de betrokken raadscommissie.

Artikel 4. Werkgroep

  • 1. De raadscommissie heeft de bevoegdheid een werkgroep in te stellen met

    betrekking tot onderwerpen die onder de portefeuille van de

    desbetreffende raadscommissie vallen.

  • 2. De werkgroep bestaat uit leden van de desbetreffende raadscommissie.

  • 3. De raadscommissie geeft opdracht aan de werkgroep om een onderwerp voor te bereiden en hierover advies te geven aan de raadscommissie.

  • 4. Nadat de werkgroep zijn taak heeft volbracht, ontbindt de raadscommissie

    de werkgroep.

Artikel 5. Samenstelling; benoeming commissievoorzitter

  • 1. Een raadscommissie bestaat uit ten minste 1 lid per fractie naar

    evenredigheid van drie zetels, of een deel hiervan, in de gemeenteraad.

  • 2. De commissieleden worden door de raad op voordracht van de fracties

    benoemd.

  • 3. Elk commissielid kan ten aanzien van deelname aan vergaderingen en

    overige werkzaamheden van de raadscommissie vervangen worden door

    een fractiegenoot, zijnde raadslid danwel fractiemedewerker.

  • 4. De in lid 3 genoemde vervangers geven voor aanvang van de vergadering

    bij de commissiegriffier aan dat zij zullen vervangen en wie zij vervangen.

Artikel 6. Voorzitter

  • 1. De voorzitters en hun plaatsvervangers worden door de raad uit zijn midden benoemd in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de commissie.

Artikel 7. Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een commissielid en -voorzitter eindigt in ieder

    geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een commissielid houdt op lid te zijn als hij niet meer voldoet aan de

    vereisten die aan een raadslid worden gesteld.

  • 3. De raad kan een commissielid ontslaan op voorstel van de fractie die het

    lid voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 4. De raad kan haar commissievoorzitter ontslaan.

  • 5. Een commissielid en de commissievoorzitter kunnen te allen tijde ontslag

    nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag

    gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun

    opvolger is benoemd.

  • 6. Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo

    spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 7. Als een fractie niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van commissieleden die op voordracht van die fractie zijn benoemd van rechtswege.

Artikel 8. De commissiegriffier

1.De griffier van de raad benoemt ter ondersteuning van iedere

raadscommissie een op de griffie werkzame ambtenaar als commissiegriffier.

  • 2.

    Een commissiegriffier is aanwezig in de vergaderingen of wordt vervangen

    door een daartoe door de griffier van de raad aangewezen op de griffie

    werkzame ambtenaar.

  • 3.

    Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan

    beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereidingen

Artikel 9. Oproep en voorlopige agenda

  • 1. De commissievoorzitters stellen gezamenlijk de voorlopige agenda vast.

  • 2. De voorlopige agenda en bijbehorende stukken inclusief behandeltijden

    per agendapunt worden ten minste 7 dagen voor aanvang van de

    raadsinformatiebijeenkomsten op internet in het raadsinformatiesysteem

    gepubliceerd. Met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid,

    van de Gemeentewet bedoelde stukken.

  • 3. Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 10, eerste lid, wordt

    vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig

    mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering op

    internet in het raadsinformatiesysteem gepubliceerd.

Artikel 10. Aanvullende agenda; vaststellen agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het publiceren

    van de voorlopige agenda een aanvullende voorlopige agenda opstellen.

    De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.

  • 2. Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 86, eerste en

    tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze

    stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en

    verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.

  • 3. Een agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

Artikel 11. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. De voorlopige agenda en bijbehorende stukken worden gelijktijdig met het

    publiceren in het raadsinformatiesysteem, op het gemeentehuis ter inzage

    gelegd.

  • 2. Als omtrent stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de

    Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in

    afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent

    deze de commissieleden op verzoek inzage.

Artikel 12. Openbare kennisgeving

Commissievergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door publicatie in het raadsinformatiesysteem en door aankondiging via social media.

Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 13. Presentielijst

  • 1. De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten

    van vergaderingen.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen commissieleden de

    presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de

    commissievoorzitter en de commissiegriffier door ondertekening

    vastgesteld.

Artikel 14. Opening vergadering en quorum

  • 1. Een vergadering wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het

    aantal zitting hebbende commissieleden aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal

    leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel,

    dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste

    drieëntwintig uur na het publiceren van de oproeping is gelegen.

  • 3. Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van

    toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden

    dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering

    was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als meer dan de helft van

    het aantal zitting hebbende commissieleden aanwezig is.

Artikel 15. Besluitenlijst

  • 1. Een commissiegriffier draagt zorg voor besluitenlijsten van vergaderingen.

  • 2. Een besluitenlijst bevat in ieder geval:

    • a.

      de namen van de commissievoorzitter, de griffier, de commissiegriffier,

      de burgemeester, de wethouders en de commissieleden, allen voor

      zover aanwezig;

    • b.

      een aantekening van welke commissieleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de onderwerpen die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      of agenda, besluitenlijst en actielijst vastgesteld zijn;

    • d.

      een zakelijke samenvatting van de toezeggingen onder vermelding van

      het agendapunt en de naam van degene die de mededeling heeft

      gedaan;

    • e.

      een samenvatting van het advies aan de raad inhoudende de

      opvattingen van de verschillende fracties;

    • f.

      het advies aan de raad of voorliggende raadsvoorstellen kunnen

      worden aangemerkt als hamerstuk.

  • 3. De besluitenlijst wordt op internet in het raadsinformatiesysteem geplaatst.

Artikel 16. Advies

  • 1. Nadat de voorzitter de beraadslaging heeft gesloten, wordt besloten of er

    een advies aan de raad wordt uitgebracht en hoe de inhoud van het

    advies luidt.

  • 2. In het advies worden de standpunten van alle aanwezige fracties

    opgenomen.

Artikel 17. Stemming

  • 1. In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van

    over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

  • 2. Indien er gestemd wordt is een meerderheid vereist van hen die een stem

    hebben uitgebracht.

  • 3. Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij de staking van stemmen het

    nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering.

  • 4. Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een

    ingevolge het derde lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet

    aangenomen.

Artikel 18. Aantal spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste

    twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.

  • 3. Commissieleden mogen in een termijn niet meer dan eenmaal het woord

    voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel malen een commissielid over hetzelfde onderwerp

    of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken

    over een voorstel van orde.

Artikel 19. Spreektijd

  • 1. Een lid van de commissie kan een voorstel doen over de spreektijd van de

    leden en de overige aanwezigen.

  • 2. De commissie kan nadere regels stellen ten aanzien van de spreektijd.

Artikel 20. Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. Een raadscommissie kan op enig moment besluiten dat anderen mogen

    deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Anderen kunnen niet deelnemen aan de beraadslaging over de orde van

    de vergadering.

Artikel 21: Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze

      verordening te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert; de voorzitter kan bepalen dat de spreker

      zonder verdere interrupties zijn betoog mag afronden.

  • 2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen

    veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere

    spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort,

    wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker

    hieraan geen gevolg geeft kan de voorzitter hem tijdens de vergadering

    waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord

    ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een

    door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde

    opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4. De voorzitter kan aan een raadscommissie voorstellen een commissielid

    het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen indien dit lid door zijn

    gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert.

  • 5. Over het in lid 4 opgenomen voorstel wordt niet beraadslaagd. Na

    aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig

    verwijdert de voorzitter hem. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid

    bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering

    worden ontzegd.

Artikel 22. Voorstellen van orde

Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.

Paragraaf 3. Besloten vergaderingen

Artikel 23. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 24. Verslag besloten vergadering

  • 1. Conceptverslagen van besloten vergaderingen worden niet verspreid,

    maar uitsluitend voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de

    commissiegriffier.

  • 2. Deze verslagen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering

    ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de

    raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van het

    verslag.

  • 3. De vastgestelde verslagen worden door de commissievoorzitter en de

    commissiegriffier ondertekend.

Artikel 25. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Paragraaf 4. Toehoorders en pers

Artikel 26. Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare

    vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze

    verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3. De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op

    enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere

    toehoorders te doen vertrekken.

  • 4. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering

    verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering

    te ontzeggen.

Artikel 27. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 28. Intrekken oude verordening

De verordening op de raadscommissies 2012-2 wordt ingetrokken.

Artikel 29. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking 1 dag na publicatie.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de

    raadscommissie gemeente Heerlen 2015.

Aldus besloten tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Heerlen van 29 september 2015.

griffier, voorzitter,

mr. J.H.M. Martens R.K.H. Krewinkel