Regeling vervallen per 01-07-2012

Verordening Langdurigheidstoeslag

Geldend van 01-01-2011 t/m 30-06-2012

Intitulé

“Verordening Langdurigheidstoeslag."

verordening

vergadering: gemeenteraad heerlen

vergaderdatum: 2 november 2010

registratienummer: 2010/49144

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      wet: Wet werk en bijstand;

    • b.

      langdurigheidstoeslag: de bijzondere bijstand op grond van artikel 36 van de wet in relatie tot deze verordening;

    • c.

      langdurig: een ononderbroken periode van zesendertig maanden voorafgaande aan het jaar waarover langdurigheidstoeslag wordt aangevraagd;

    • d.

      laag inkomen: het inkomen inclusief vakantietoeslag dat per maand niet hoger is dan honderd procent van de voor een aanvrager toepasselijke maandelijkse bijstandsnorm, daargelaten marginale inkomensoverschrijdingen.

  • 2. In deze verordening wordt onder belanghebbende mede verstaan: het gezin.

  • 3. In deze verordening wordt verstaan onder het in aanmerking te nemen vermogen: het vermogen zoals bedoeld in artikel 34 van de wet.

  • 4. Begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wet.

Artikel 2 Recht op langdurigheidstoeslag

  • 1.

    Recht op langdurigheidstoeslag op grond van de wet en deze verordening heeft de belanghebbende die:

    • a.

      een langdurig laag inkomen heeft;

    • b.

      op de dag van een aanvraag voor langdurigheidstoeslag geen in aanmerking te nemen vermogen, zoals bedoeld in artikel 1, derde lid, van deze verordening heeft;

    • c.

      geen zicht heeft op inkomensverbetering.

  • 2.

    Geen langdurigheidstoeslag wordt toegekend over een langere periode dan drie jaren voorafgaande aan het jaar waarin de aanvraag wordt gedaan.

Artikel 3 Uitsluitingen

  • 1.

    Een belanghebbende is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag, indien:

    • a.

      deze op enig moment gedurende de periode zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van deze verordening niet als rechthebbende in de zin van artikel 11 van de wet kan worden aangemerkt, of;

    • b.

      deze op enig moment gedurende de periode zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van deze verordening één van de uitsluitinggronden, zoals bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef onder a tot en met e van de wet, van toepassing is;

    • c.

      deze tijdens ofna afloop van de in artikel 1, aanhef en onder c genoemde periode uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs volgt

  • 2.

    Kortdurende detentie en een kortdurende overschrijding van de gebruikelijke vakantieduur in de zin van artikel 13, eerste lid, onder a, respectievelijk artikel 13, eerste lid, onder d van de wet zijn geen reden om een belanghebbende uit te sluiten van het recht op langdurigheidstoeslag.

  • 3.

    Onder kortdurend in de zin van het tweede lid wordt verstaan: een termijn van maximaal dertig dagen per jaar.

Artikel 4 Hoogte van de toeslag

  • 1.

    Het jaarlijkse recht op langdurigheidstoeslag bedraagt in de volgende leefsituaties:

    • a.

      gehuwden: € 509,00;

    • b.

      alleenstaande ouder: € 457,00;

    • c.

      alleenstaande: € 357,00;

    • d.

      gehuwde met een niet voor langdurigheidstoeslag in aanmerking komende partner: € 357,00;

    • e.

      gehuwde met een ten laste komend kind en een niet voor langdurigheidstoeslag in aanmerking komende partner: € 457,00.

  • 2.

    Bij de vaststelling van de hoogte van de langdurigheidstoeslag wordt uitgegaan van het bedrag dat geldt in het jaar waarop de aanvraag om langdurigheidstoeslag betrekking heeft.

  • 3.

    Als er meerdere leefsituaties in één jaar zijn, wordt bij de vaststelling van de hoogte van de langdurigheidstoeslag uitgegaan van de leefsituatie die gedurende het merendeel van dat jaar bestaat.

  • 4.

    De in het eerste lid genoemde bedragen worden jaarlijks geïndexeerd aan de hand van de alimentatie-index en afgerond op hele euro’s.

Artikel 5 Verrekening

Het college is bevoegd regels vast te stellen om de terugvorderingen zoals bedoeld in de artikelen 58 en 59 WWB, 25 Ioaw, 25 Ioaz, 45 tot en met 47 besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 en 54 Wet investeren in Jongeren te verrekenen met een recht op langdurigheidstoeslag.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Heerlen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 november 2010.

Aldus besloten tijdens de vergadering van de raad der gemeente Heerlen

griffier, voorzitter,

Formulier Algemene informatie

Vastgesteld door:

Gemeenteraad

Officiële naam verordening:

Verordening Langdurigheidstoeslag.

Citeertitel:

Verordening Langdurigheidstoeslag

Onderwerp van de verordening:

Wettelijke grondslag:

Wet Werk en Bijstand artikel 36

Uitwerkingsbesluiten en/of beleidsregels op grond van eventuele in te trekken verordening blijven van kracht (ja/nee/n.v.t.)

Algemeen verbindend voorschrift: (ja/nee)

Ja

Afdelingscode:

39.06.0 BUREAU BELEID EN BEDRIJFSVOERING

Registratienummer verordening:

Programma:

Datum inwerkingtreding:

01-01-2011

Datum terugwerkende kracht (t/m) (indien van toepassing

n.v.t.

Datum besluit/ondertekening:

02-11-2010

Datum publikatie weekblad Parkstad:

17-11-2010

Geldig voor bepaalde duur: (ja/nee)

Nee

Deze verordening treedt in de plaats van:

Verordening Langdurigheidstoeslag.

Registratienummer oude verordening:

2008/24854

Indien deze verordening wordt ingetrokken, vul dan onderstaande velden in.

Datum besluit intrekking:

Datum publikatie intrekking:

Datum inwerkingtreding intrekking