Regeling vervallen per 01-12-2009

Speeltuin subsidieverordening

Geldend van 01-01-2003 t/m 30-11-2009 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2003

Intitulé

Speeltuin subsidieverordening

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

ARTIKEL 1

BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Voor de toepassing van deze verordening worden verstaan onder:

  • a.

    bestuurscommissie: de bestuurscommissie sport en recreatie;

  • b.

    speeltuin: een omheind terrein, dat speciaal is ingericht als speelgelegenheid voor kinderen en waarvan het beheer en het toezicht berust bij een speeltuinorganisatie;

  • c.

    speeltuinorganisatie: een instelling of organisatie, die ten behoeve van jeugdigen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar speelmogelijkheden met een recreatief, creatief dan wel educatief karakter aanbiedt in een bij haar in exploitatie zijnde speeltuin in de gemeente Heerlen en is toegelaten tot een der secties van de bestuurscommissie alsmede is aangesloten bij een landelijke overkoepelende organisatie;

  • d.

    leden: de tot de speeltuinorganisatie behorende leden;

    ARTIKEL 2

    SOORTEN VAN SUBSIDIES

Door de bestuurscommissie kunnen ingevolge deze verordening aan speeltuinorganisaties de navolgende subsidies worden verleend:

  • a.

    exploitatiesubsidie;

  • b.

    subsidie cursuskosten;

  • c.

    subsidie sectie speeltuinen;

  • d.

    subsidie kosten extra activiteiten;

  • e.

    subsidie beheers- en onderhoudskosten;

  • f.

    subsidie en/of renteloos voorschot in de kosten van totstandbrenging, instandhouding, inrichting en uitbreiding van een speeltuin.

HOOFDSTUK II

TOEKENNING VAN SUBSIDIE

ARTIKEL 3

EXPLOITATIESUBSIDIE

  • 1.

    Het jaarlijks exploitatiesubsidie bestaat uit:

    • a.

      een vast bedrag per speeltuin, afhankelijk van de oppervlakte van de speeltuin, overeenkomstig het onderstaande:

bij een oppervlakte van:

0 1.500 m5 €  321,-- per jaar

  • 1.

    500 3.000 m5 €  374,-- per jaar

  • 3.

    000 4.500 m5 €  428,-- per jaar

  • 4.

    500 6.000 m5 €  481,-- per jaar

  • 6.

    000 7.500 m5 €  535,-- per jaar

  • 7.

    500 9.000 m5 €  588,-- per jaar

  • 9.

    000 10.500 m5 €  642,-- per jaar

  • 10.

    500 12.500 m5 €  695,-- per jaar

    • b.

      een bijdrage van 100% in ontvangen contributies dan wel in de opbrengst van verkoop van abonnementen of gezinskaarten;

    • c.

      een bijdrage van 25% in ontvangen entreegelden van nietleden;

    • d.

      een bijdrage van 75% in de kosten van gediplomeerd toezicht, tot een maximum bedrag van €  903,-- per speeltuin.

  • 2.

    Om voor de bijdrage als bedoeld in lid 1, sub d van dit artikel in aanmerking te komen dient de speeltuinorganisatie te beschikken over een of meer personen in het bezit van een diploma, dat naar het oordeel van de bestuurscommissie voldoende waarborg verschaft voor een verantwoord toezicht in de speeltuin.

De bestuurscommissie kan met betrekking tot het diplomabezit, als hiervoren bedoeld, telkens voor een jaar ontheffing verlenen, indien om gegronde redenen geen gediplomeerde kracht kan worden inge-schakeld. Hierbij geldt het bezit van E.H.B.O.diploma als minimum vereiste.

ARTIKEL 4

SUBSIDIE CURSUSKOSTEN

  • 1.

    Een subsidie kan worden verleend in de kosten van de deelname van leden van de speeltuinorganisaties aan erkende cursussen op het gebied van kadervorming en E.H.B.O..

  • 2.

    Het subsidie bedraagt ten hoogste 75% van de ten laste van een organisatie komende en door de bestuurscommissie vast te stellen subsidiabele kosten, met een maximum van € 27,-- per organisatie per jaar. Het uit te keren subsidiebedrag is afhankelijk van de hoogte van de werkelijk gemaakte kosten en het bij de subsidieverlening vastgestelde maximum.

  • 3.

    Het subsidie wordt toegekend op voorwaarde dat de betrokken cursist de opleiding met gunstig resultaat zal beëindigen.

ARTIKEL 5

SUBSIDIE SECTIE SPEELTUINEN

  • 1.

    Een subsidie wordt verleend in de kosten die ten laste van de sectie speeltuinen van de bestuurscommissie komen in het kader van vergaderingen en activiteiten ten behoeve van de Heerlense speeltuinen.

  • 2.

    Het subsidie bedraagt maximaal 0,5% van het na berekening vastgestelde totale subsidiebedrag per speeltuin. Het uit te keren subsidiebedrag is afhankelijk van de hoogte van de werkelijk gemaakte kosten en het bij de subsidieverlening vastgestelde maximum.

    ARTIKEL 6

    SUBSIDIE KOSTEN EXTRA ACTIVITEITEN

  • 1.

    Een subsidie kan worden verleend in de kosten van door speeltuinorganisaties te organiseren incidentele activiteiten welke buiten het geijkte speeltuinpatroon vallen, doch in ieder geval een voor kinderen recreatief, creatief dan wel educatief karakter dragen.

  • 2.

    Het in het vorig lid bedoelde subsidie bedraagt 50% van de ten laste van de speeltuinorganisatie gekomen, naar het oordeel van de bestuurscommissie redelijke kosten terzake, zulks met een maximum van €  342,-- per speeltuinorganisatie per jaar.

    ARTIKEL 7

    SUBSIDIE BEHEERS- EN ONDERHOUDSKOSTEN

  • 1.

    In de algemene beheers- en onderhoudskosten van een speeltuin wordt jaarlijks een subsidie verleend van maximaal €  0,48 per m2 oppervlakte van de speeltuin.

  • 2.

    Het uit te keren subsidiebedrag per speeltuin wordt als volgt bepaald:

het subsidiebudget, welk resteert na de aftrek van de uit de artikelen 1 t/m 6 voortvloeiende subsidiebedragen wordt aan de afzonderlijke speeltuinorganisaties toegekend naar rato van de terreinoppervlakte per speeltuin.

  • 3.

    Om voor het subsidie als bedoeld in dit artikel in aanmerking te komen dient de speeltuinorganisatie te overleggen:

    • a.

      een door een kascommissie binnen de vereniging goedgekeurde rekening en verantwoording over het voorgaande jaar en een begroting voor het komende jaar.

Uit deze stukken moet met name duidelijk blijken welke bedragen besteed zijn aan het onderhoud van het speeltuinterrein, aan onderhoud/reparatie van speeltoestellen en aan reserveringen in het kader van het veiligheidsplan;

  • b.

    een gedetailleerd veiligheidsplan voor de speeltuin, waarin tot uitdrukking komt op welke wijze de organisatie in de komende drie jaar zal werken aan de veiligheid binnen de speeltuin. Daarbij zal duidelijk moeten worden weergegeven:

    • -

      de ruimtelijke inrichting van de speeltuin aan de hand van een plattegrond met intekening van de toestellen;

    • -

      de toestand van de afzonderlijke toestellen aan het begin van het jaar en de geplande werkzaamheden;

    • -

      de investerings- en reserveringsplannen van de organisatie;

  • c.

    een overzicht van een afzonderlijke bank- of girorekening welke uitsluitend betrekking heeft op reserveringen en uitgaven ten behoeve van de uitvoering van het vorenomschreven veiligheidsplan. Aan onttrekkingen van middelen van bedoelde rekening dienen besluiten van het dagelijks bestuur van de organisatie ten grondslag te liggen;

  • d.

    een jaarlijks veiligheidsrapport aan de hand van een veiligheidskeuring, uitgevoerd door een erkende instantie.

ARTIKEL 8

  • 1.

    Speeltuinorganisaties die in aanmerking wensen te komen voor een exploitatiesubsidie, een subsidie in de cursuskosten, een subsidie sectie speeltuinen, een subsidie in de kosten extra activiteiten of een subsidie in de beheers- en onderhoudskosten, dienen hiervoor bij de bestuurscommissie een aanvrage in vóór 1 februari van elk jaar, waarvoor zij voor een subsidie in aanmerking wensen te komen. Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht verstrekt de aanvrager bij zijn aanvraag de volgende gegevens en bescheiden:

    • a.

      een opgave van de grootte van het terrein van de door speeltuinorganisatie geëxploiteerde speeltuin;

    • b.

      een gespecificeerde lijst van namen en adressen van leden dan wel houders van een abonnement of een gezinskaart naar de toestand per 31 december van het voorafgaande jaar;

    • c.

      een opgave van de ontvangen entreegelden door nietleden over het voorafgaande jaar;

    • d.

      een opgave van de kosten van toezicht over het voorafgaande jaar;

    • e.

      een afschrift van de diploma's van de toezichthouders;

    • f.

      een begroting van de kosten van de te houden extra activiteiten in het jaar waarover subsidie wordt aangevraagd, onder vermelding voorzover van toepassing van een raming van terzake ontvangen deelnemersbijdragen;

    • g.

      de rekening van inkomsten en uitgaven over het voorafgaande jaar alsmede de begroting voor het lopende jaar;

    • h.

      het jaarverslag over het voorafgaande jaar.

  • 2.

    Aan een speeltuinorganisatie kan op aanvraag een voorschot worden verstrekt van maximaal 80% van het in het voorafgaande jaar ontvangen exploitatiesubsidie. De beschikbaarstelling van bedoeld voorschot kan eerst plaatshebben nadat de aanvrage om een exploitatiesubsidie voor het nieuwe speeltuinseizoen is ingediend.

Het voorschot wordt slechts verleend indien uit de gegevens van de ingezonden subsidieaanvrage blijkt, dat een voorschot van voormelde grootte gerechtvaardigd is.

  • 3.

    De speeltuinorganisatie is verplicht het bij voorschot eventueel te veel ontvangen bedrag terug te betalen.

    HOOFDSTUK III

    SUBSIDIE EN/OF RENTELOOS VOORSCHOT IN DE KOSTEN VAN

    TOTSTANDBRENGING, INSTANDHOUDING, INRICHTING EN UITBREIDING

    VAN EEN SPEELTUIN

    ARTIKEL 9

  • 1.

    Een subsidie en/of renteloos voorschot kan verleend worden:

    • a.

      in de kosten van vernieuwing en uitbreiding van speeltoestellen;

    • b.

      in de kosten van aanleg en eerste inrichting speeltuinen;

    • c.

      in de kosten van vernieuwing, verbetering en uitvoering van z.g. grootonderhoudswerkzaamheden aan opstallen, en afrastering in de speeltuin, niet zijnde speeltoestellen.

  • 2.

    Aan de hand van de ingediende aanvraag stelt de bestuurscommissie het maximaal te verlenen subsidie en/of renteloos voorschot vast.

Het uit te keren subsidiebedrag c.q. renteloos voorschot is afhankelijk van de werkelijk gemaakte kosten terzake.

3.In principe wordt een subsidie en/of renteloos voorschot als bedoeld in lid 1 verleend ter grootte van 1/3 deel van de door de bestuurscommissie vast te stellen zuivere materiaalkosten van het project.

ARTIKEL 10

  • 1.

    De speeltuinorganisatie, die voor een subsidie en/of renteloos voorschot als bedoeld in artikel 9 in aanmerking wenst te komen dient, alvorens met de uitvoering der werkzaamheden een aanvang wordt gemaakt, op de ingediende subsidieaanvraag de principebeslissing van de bestuurscommissie af te wachten.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht verstrekt de aanvrager bij zijn subsidieaanvraag de volgende gegevens en bescheiden:

    • a.

      een uitgewerkt plan van uit te voeren werkzaamheden;

    • b.

      een gespecificeerde begroting inclusief financieringsplan;

    • c.

      een motivering.

      ARTIKEL 11

  • 1.

    De speeltuinorganisatie verbindt zich het renteloos voorschot a pari af te lossen in tien jaarlijkse termijnen elk groot 1/10 deel van het verstrekte voorschot. De aflossingstermijnen vervallen op 1 juli van elk jaar; voor de eerste maal op 1 juli volgend op het jaar waarin het voorschot werd verstrekt.

  • 2.

    In de schuldbekentenis worden nadere bepalingen opgenomen inzake aflossing, nalatigheid in de betaling en niet voldoening van de aflossing.

    ARTIKEL 12

  • 1.

    Indien het project niet binnen een jaar na de indiening der aanvrage tot stand komt, kan het besluit tot verlening van een subsidie/renteloos voorschot worden ingetrokken. De speeltuinorganisatie waaraan het subsidie/renteloos voorschot is verleend, dient dan de haar ingevolge artikel 9 van deze verordening eventueel reeds beschikbaar gestelde gelden op eerste aanzegging van de bestuurscommissie terug te betalen.

  • 2.

    Van deze bepaling kan op verzoek van en afhankelijk van de omstandigheden door de bestuurscommissie worden afgeweken, en kan de termijn worden verlengd met ten hoogste een jaar.

    HOOFDSTUK IV

    ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN

    ARTIKEL 13

Voor subsidieverlening ingevolge deze verordening komen in aanmerking de speeltuinorganisaties, die voldoen aan de door burgemeester en wethouders op voorstel van de bestuurscommissie te stellen voorwaarden inzake aanleg, inrichting en exploitatie der speeltuinen.

ARTIKEL 14

Indien de speeltuinorganisatie niet meer aan de gestelde doelstellingen voldoet, de speeltuin niet naar behoren beheert of ophoudt te bestaan, nemen burgemeester en wethouders op voorstel van de bestuurscommissie een besluit, waarbij wordt vastgesteld dat de speeltuinorganisatie niet meer voldoet aan de voorwaarden, als bedoeld in artikel 13. De objecten waarvoor ingevolge artikel 9 subsidie is verleend, alsook alle ander objecten in de speeltuin, die aard en nagelvast verbonden zijn met de tot de gemeente in eigendom toebehorende ondergrond, vallen dan terug aan de gemeente.

ARTIKEL 15

De bestuurscommissie beslist in alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

HOOFDSTUK V

SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL 16

INWERKINGTREDING

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt en werkt terug tot 1 januari 1996.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de Speeltuinsubsidieverordening d.d. 8 februari 1994.

ARTIKEL 17

OVERGANGSBEPALINGEN

  • 1.

    Vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 16, lid 2, blijven van kracht tot de termijn, waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2.

    Voorschriften, beperkingen, aanwijzingen en verplichtingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 16, lid 2, blijven van kracht tot de termijn, waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3.

    Vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen, bedoeld in het eerste lid en voorschriften, beperkingen, aanwijzingen en verplichtingen, bedoeld in het tweede lid, worden geacht verleend dan wel opgelegd te zijn in de zin van deze verordening.

  • 4.

    Nadere voorschriften, door burgemeester en wethouders vastgesteld, op grond van de verordening, bedoeld in artikel 16, lid 2, blijven na inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

ARTIKEL 18

AANHALINGSTITEL

Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel "Speeltuinsubsidieverordening".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Heerlen van 2 juli 1996.

de secretaris, de voorzitter,

ir J. de Lang drs J.B.V.N. Pleumeekers

Dienovereenkomstig besloten, zijnde de laatste wijziging d.d. 11 mei 2004 (RAAD/2004/5371)

Raad, op de originele verordening d.d. 2 juli 1996.

Deze wijziging treedt per 1 januari 2003 in werking.

De griffier,