Subsi­die­ver­ordening woontussenvoorzie­ningen

Geldend van 17-02-1994 t/m heden

Intitulé

Subsi­die­ver­ordening woontussenvoorzie­ningen

VERORDENING SUBSIDIËRING WOONTUSSENVOORZIENINGEN

ARTIKEL 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de instelling: de Stichtingen Douvenrade en De Regenboog en het Bouwfonds Nederlandse Gemeenten;

  • b.

    het besluit: het besluit van 23 januari 1986, houdende vaststelling van het Interimbesluit woontussenvoorzieningen;

  • c.

    de bewoner: een persoon waarvoor de instelling op 31 december 1986 een rijkssubsidie ontving krachtens het besluit sub b;

  • d.

    dienstverlening: die categorieën van maatschappelijke dienstverlening als bedoeld in het besluit sub b;

  • e.

    complex: groep wooneenheden van een instelling waarin per 31 december 1986 bewoners als bedoeld onder d woonachtig waren;

    ARTIKEL 2

    • 1.

      Burgemeester en wethouders kunnen aan de instelling voor elk der bewoners een subsidie verlenen in de kosten van maatschappelijke dienstverlening, voor zover die instelling die dienstverlening ten behoeve van bewoners verricht of doet verrichten.

    • 2.

      Het subsidie voor elke bewoner is maximaal gelijk aan het bedrag voor dienstverlening dat de instelling op 31 december 1986 ten behoeve van deze bewoners krachtens het besluit ontving.

ARTIKEL 3

  • 1.

    Het subsidie als bedoeld in artikel 2 wordt beëindigd op de laatste dag van de maand, waarin de bewoner de bewoning van de door hem gehuurde wooneenheid daadwerkelijk beëindigt.

  • 2.

    Indien een bewoner een andere wooneenheid binnen hetzelfde complex betrekt kan het college ten behoeve van deze bewoner het subsidie handhaven.

    ARTIKEL 4

  • 1.

    Het subsidie wordt in maandelijkse termijnen aan de instelling uitbetaald.

  • 2.

    De instelling brengt het subsidie in mindering op de individuele huur van de bewoner ten behoeve van wie het subsidie is toegekend.

    ARTIKEL 5

  • 1.

    Van het daadwerkelijk beëindigen van de bewoning van een wooneenheid door een der bewoners, dan wel van het betrekken van een andere wooneenheid als bedoeld in artikel 3, tweede lid, doet de instelling onverwijld mededeling aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De instelling is gehouden alle door burgemeester en wethouders gewenste inlichtingen binnen een door deze gestelde termijn te verstrekken.

    ARTIKEL 6

Indien door of namens de instelling onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt of bepalingen van deze verordening niet zijn nageleefd, kunnen burgemeester en wethouders het vastgestelde subsidie terugvorderen onderscheidenlijk verminderen.

SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL 7

INWERKINGTREDING

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die, waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de Subsidieverordening woontussenvoorziening d.d. 8 september 1987.

ARTIKEL 8

OVERGANGSBEPALINGEN

  • 1.

    Vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 7, lid 2, blijven van kracht tot de termijn, waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2.

    Voorschriften, beperkingen, aanwijzingen en verplichtingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 7, lid 2, blijven van kracht tot de termijn, waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3.

    Vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen, bedoeld in het eerste lid en voorschriften, beperkingen, aanwijzingen en verplichtingen, bedoeld in het tweede lid, worden geacht verleend dan wel opgelegd te zijn in de zin van deze verordening.

  • 4.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning, vrijstelling of ontheffing op grond van de verordening, bedoeld in artikel 7, lid 2, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op de aanvraag is beslist, worden daarop de overgangs- en slotbepalingen van de Wet voltooiing eerste fase herziening rechterlijke organisatie toegepast.

  • 5.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening bezwaar of beroep op grond van de verordening, bedoeld in artikel 7, lid 2, en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op het bezwaar of beroep is beslist, worden daarop de overgangs- en slotbepalingen van de Wet voltooiing eerste fase herziening rechterlijke organisatie toegepast.

  • 6.

    Nadere voorschriften, door burgemeester en wethouders vastgesteld, op grond van de verordening, bedoeld in artikel 7, lid 2, blijven na inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

ARTIKEL 9

AANHALINGSTITEL

Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel "Subsidieverordening woontussenvoorzienin-gen".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Heerlen van 8 februari 1994.

de secretaris, de voorzitter,

drs J.G.L. Heiligers drs J.B.V.N. Pleumeekers

Bekendgemaakt : de Uitkijk d.d. 16.02.1994

Ter inzage : GIC d.d. 16.02.1994

IN