Regeling vervallen per 24-09-2015

Re-integratieverordening gemeente Hellendoorn 2012

Geldend van 18-02-2012 t/m 23-09-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Re-integratieverordening gemeente Hellendoorn 2012

De raad van de gemeente Hellendoorn;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 20 december 2011;

gelet op artikel 8, eerste lid, onder a van de Wet werk en bijstand, artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

B e s l u i t :

vast te stellen de

Re-integratieverordening gemeente Hellendoorn 2012

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand;

    • b.

      Bbz: Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;

    • c.

      Wsw: Wet sociale werkvoorziening;

    • d.

      belanghebbende: een uitkeringsgerechtigde, niet-uitkeringsgerechtigde, anw-er en personen die een dienstverband WIW of ID hebben, aan wie door het college ondersteuning kan worden geboden;

    • e.

      uitkeringsgerechtigde: een persoon met een uitkering ingevolge de wet, het Bbz, de Ioaw of de Ioaz;

    • f.

      anw-er: een persoon met een uitkering volgens de Algemene nabestaandenwet die als werkloze werkzoekende ingeschreven is bij het UWV;

    • g.

      niet-uitkeringsgerechtigde (nugger): persoon conform artikel 6, lid 1 sub a van de wet;

    • h.

      sw-geïndiceerde: de persoon waarvoor is vastgesteld dat hij of zij tot de doelgroep van de Sociale Werkvoorziening behoort;

    • i.

      jongere: een uitkeringsgerechtigde jonger dan 27 jaar;

    • j.

      algemene voorzieningen: arbeidsdeskundig onderzoek, loonkostensubsidie en premies;

    • k.

      re-integratietraject: één of meerdere, al dan niet aaneengeschakelde, voorziening(en);

    • l.

      arbeidsmarktgericht traject: re-integratietraject gericht op duurzame plaatsing in algemeen geaccepteerde arbeid, dan wel arbeid als zelfstandige;

    • m.

      voortraject arbeidsinpassing: re-integratietraject gericht op het sociaal/professioneel redzaam maken van de belanghebbende, waardoor de belanghebbende door kan stromen naar een arbeidsmarktgericht traject of algemeen geaccepteerde arbeid;

    • n.

      zelfstandige maatschappelijke participatie: re-integratietraject gericht op zelfstandige maatschappelijke participatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van reeds bestaande gemeentelijke niet op re-integratie gerichte voorzieningen;

    • o.

      vrijstelling: individuele tijdelijke ontheffing van de verplichting algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en deze te aanvaarden, conform artikel 9, lid 1 onderdeel a van de wet, artikel 37a van de Ioaw en artikel 37a van de Ioaz;

    • p.

      algemeen geaccepteerde arbeid: arbeid die algemeen maatschappelijk aanvaard is;

    • q.

      individueel ontwikkelingsplan: een beschrijving van opeenvolgende activiteiten die in het kader van activering of re-integratie nodig zijn om de belanghebbende of sw-geïndiceerde duurzaam naar algemeen geaccepteerde arbeid (al dan niet onder begeleiding) te leiden of zelfstandig maatschappelijke participatie mogelijk te maken;

    • r.

      inburgeringsplan: een beschrijving van het inburgeringsprogramma die in het kader van de Wet inburgering wordt opgesteld;

    • s.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellendoorn;

    • t.

      de raad: de gemeenteraad van de gemeente Hellendoorn.

HOOFDSTUK 2 Beleid en financiën

Artikel 2 Plan van aanpak

  • 1. Het college stelt een re-integratieplan vast dat tenminste bevat:

    • -

      een omschrijving van het beleid ten aanzien van de re-integratie van belanghebbenden;

    • -

      een omschrijving van het inkoopbeleid van de voorzieningen; en

    • -

      het beschikbare budget en een verdeling van de beschikbare middelen over de voorzieningen.

  • 2. Ieder jaar doet het college verslag aan de raad van de resultaten voortvloeiend uit het re-integratieplan.

Artikel 3 Aanspraak op ondersteuning

  • 1. Belanghebbenden hebben aanspraak op ondersteuning bij het vinden van algemeen geaccepteerde arbeid of als dat doel niet bereikbaar is, bij zelfstandige maatschappelijke participatie. Voorwaarde voor de anw-er en nugger is dat deze minimaal 12 uren per week beschikbaar is voor algemeen geaccepteerde arbeid.

  • 2. Ondersteuning kan worden geboden door het aanbieden van een, naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte, voorziening, re-integratietraject of door het bieden van praktische hulp, advies of doorverwijzing naar andere instanties.

  • 3. Het re-integratietraject wordt vastgelegd in een plan van aanpak.

  • 4. Het college doet een aanbod dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze verordening en/of het daaruit voortvloeiende uitvoeringsbesluit.

  • 5. Voorzieningen worden alleen ingezet als zonder die inzet het vinden van algemeen geaccepteerde arbeid niet mogelijk is.

  • 6. Het college houdt bij het aanbieden van een voorziening in ieder geval rekening met de mate waarin de persoon arbeid en zorgtaken kan combineren.

  • 7. Het college kan een eigen bijdrage vragen.

Artikel 4 Inburgering

De voorzieningen, genoemd in deze verordening, kunnen onderdeel uitmaken van of aanvullend zijn op een inburgeringsplan op grond van de Wet inburgering, dan wel op grond van de rechtsopvolger van deze wet.

Artikel 5 Activering Wsw

De voorzieningen, genoemd in deze verordening, kunnen onderdeel uitmaken van of aanvullend zijn op een individueel ontwikkelingsplan voor een sw-geïndiceerde.

Artikel 6 Budget- en subsidieplafonds

  • 1. Het college kan, bij uitvoeringsbesluit, een of meer subsidie- of budgetplafonds vaststellen voor de verschillende voorzieningen.

  • 2. Het college kan een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking komt voor een specifieke voorziening.

  • 3. Het college kan lopende het jaar besluiten middelen tussen de verschillende budgetten over te hevelen.

Artikel 7 Verplichtingen

  • 1. De belanghebbende of sw-geïndiceerde die deelneemt aan een voorziening is gehouden te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de Ioaw, de Ioaz, de Wsw, de Wet Structuur Uitvoering Werk en Inkomen, alsmede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.

  • 2. Indien een uitkeringsgerechtigde die deelneemt aan een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het eerste lid, kan het college een maatregel opleggen conform hetgeen hierover is bepaald in de Maatregelenverordening WWB/Bbz gemeente Hellendoorn 2012.

  • 3. Indien de anw-er of nugger die gebruik maakt van een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in het eerste lid, kan het college de kosten van de voorziening dan wel de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

Artikel 8 Beperkingen

Bij uitvoeringsbesluit kan het college van de anw-er of nugger een bijdrage verlangen in de kosten van de voorziening.

HOOFDSTUK 3 Voorzieningen

Artikel 9 Voorzieningen

  • 1. Voorzieningen kunnen separaat, al dan niet aanvullend op een re-integratietraject, of als onderdeel van een arbeidsmarktgericht traject, een voortraject arbeidsinpassing en een traject gericht op zelfstandige maatschappelijke participatie worden ingezet.

  • 2. Als onderdeel van een re-integratietraject kunnen de volgende voorzieningen worden ingezet: diagnose en individueel ontwikkelingsplan, aanbodversterking, werkervaring, begeleiding, bemiddeling en nazorg.

  • 3. Het college kan een ingezette voorziening beëindigen:

    • a.

      indien de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in artikel 7 van deze verordening niet nakomt;

    • b.

      indien de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de belanghebbenden;

    • c.

      indien de persoon algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van deze voorziening;

    • d.

      indien naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling.

  • 4. Bij uitvoeringsbesluit stelt het college ten aanzien van de voorzieningen nadere regels. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op:

    • a.

      de voorwaarden waaronder een voorziening wordt aangeboden;

    • b.

      de intrekking of wijziging van de subsidie- en premieverlening of – vaststelling;

    • c.

      de aanvraag van en de besluitvorming over subsidies en premies;

    • d.

      overige criteria voor het aanbieden van voorzieningen en het verstrekken van premies en subsidies.

  • 5. Bij uitvoeringsbesluit kan het college algemene voorzieningen en voorzieningen als onderdeel van een re-integratietraject instellen dan wel beëindigen.

Artikel 10 Continuïteit

Het college draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de kwaliteit en continuïteit van derden, die bij het re-integratietraject zijn betrokken, in voldoende mate gewaarborgd zijn;

  • b.

    met inachtneming van de persoonlijke verantwoordelijkheid van belanghebbende voldoende voorzieningen zijn getroffen om het voor belanghebbende redelijkerwijze mogelijk te maken het re-integratietraject met succes te doorlopen.

HOOFDSTUK 4 Slotbepalingen

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 13 Intrekking oude regeling

De Re-integratieverordening gemeente Hellendoorn 2009 wordt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2012 ingetrokken.

Artikel 14 Overgangsrecht

  • 1. Besluiten die zijn genomen onder de werking van de Re-integratieverordening gemeente Hellendoorn 2009 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, worden aangemerkt als besluiten krachtens deze verordening.

  • 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een beschikking op grond van de Re-integratieverordening gemeente Hellendoorn 2009 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 15 Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking de dag, volgende op die van haar bekendmaking, en werkt terug tot 1 januari 2012.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Re-integratieverordening gemeente Hellendoorn 2012.

De raad voornoemd,

de grifffier, de voorzitter,

Toelichting Re-integratieverordening gemeente Hellendoorn 2012

Algemene toelichting

Met de Re-integratieverordening geeft de gemeenteraad inhoudelijk invulling aan de ondersteuning die de gemeente Hellendoorn biedt bij de arbeidsinschakeling van werklozen die behoren tot de verantwoordelijkheid van de gemeente. De opdracht om die ondersteuning te bieden is geregeld in artikel 7 van de Wet werk en bijstand, artikel 34 van de Ioaw en artikel 34 van de Ioaz. Het voorschrift om een verordening vast te stellen waarin deze ondersteuning nader wordt vormgegeven volgt uit artikel 8 van de Wet werk en bijstand, artikel 35 van de Ioaw en artikel 35 van de Ioaz.

In artikel 14 van de Invoeringswet Wet werk en bijstand is geregeld dat er, ondanks het vervallen van de Wet inschakeling werkzoekenden en het Besluit ID-banen, geen wijzigingen plaatsvinden in de rechtspositie van personen met een WIW-dienstbetrekking of een betrekking in het kader van het Besluit ID-banen.

Op grond van artikel 7, lid 1 sub a van de Wet werk en bijstand, artikel 34, lid 1 sub a. van de Ioaw en artikel 34, lid 1 sub a. van de Ioaz is het college verantwoordelijk voor het bieden van ondersteuning bij de arbeidsinschakeling aan personen die algemene bijstand ontvangen, personen met een anw-uitkering, niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) en de personen als bedoeld in artikel 10, lid 2, van de Wet werk en bijstand. Deze laatste groep omvat personen die vanwege een voorziening gericht op de arbeidsinschakeling niet tot een van de eerder genoemde groepen behoort. Personen met een WIW-dienstbetrekking of een ID-baan kunnen dus ook aanspraak maken op ondersteuning bij re-integratie.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden omschrijvingen gegeven van begrippen, die in de verordening voorkomen, en waarvan het van belang is dat er telkens hetzelfde onder wordt verstaan. Bij het omschrijven van de begrippen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen in de Wet werk en bijstand.

Artikel 2 Plan van aanpak

Het college stelt een re-integratieplan op waarin, binnen de kaders van de re-integratieverordening, het beleid voor het komende jaar of de komende jaren wordt beschreven. In dit artikel staat aangegeven welke elementen het re-integratieplan minimaal moet bevatten.

Artikel 3 Aanspraak op ondersteuning

In dit artikel wordt aangesloten op de Wet werk en bijstand, waarin staat aangegeven dat een belanghebbende aanspraak maakt op ondersteuning bij arbeidsinpassing, maar niet op een specifieke voorziening. Ondersteuning hoeft niet altijd te bestaan uit een door derden uitgevoerd traject met één of meerdere voorzieningen, maar kan ook bestaan uit advies of doorverwijzing naar andere instanties.

Voorzieningen worden alleen ingezet als zonder die inzet het vinden van algemeen geaccepteerde arbeid niet mogelijk is. De ondersteuning is primair gericht op arbeidsinpassing. Indien arbeidsinpassing binnen afzienbare tijd niet tot de mogelijkheden behoort, kan zelfstandige maatschappelijke participatie een doel van de inzet van voorzieningen zijn.

De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de inhoud van een traject ligt bij het college. Binnen de grenzen van die verantwoordelijkheid, wordt rekening gehouden met de wensen van de belanghebbende. Het traject wordt vastgelegd in een individueel ontwikkelingsplan dat zowel door het college als door de belanghebbende ondertekend moet worden.

Het college houdt bij het aanbieden van een voorziening in ieder geval rekening met de mate waarin de persoon arbeid en zorgtaken kan combineren. Dit komt overeen met de WWB waarin verwoord staat dat de beschikbaarstelling voor de arbeidsmarkt van alleenstaande ouders in de bijstand aan een aantal voorwaarden dient te voldoen. Het gaat hierbij om passende kinderopvang en de aansluiting op schooltijden. Het bovenstaande geldt, conform de WWB, met name voor alleenstaande ouders met kinderen tot 5 jaar of gehandicapte kinderen tot 18 jaar.

Artikel 4 Inburgering

Per 1 januari 2007 is de Wet inburgering nieuwkomers opgegaan in de Wet inburgering. Het inburgeringsplan zoals genoemd in dit artikel kan onderdeel uitmaken van het individueel ontwikkelingsplan.

Artikel 5 Activering Wsw

Per 1 januari 2008 is de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) herzien. Met deze herziening wil de wetgever bevorderen dat sw-geïndiceerden meer in een reguliere werkomgeving gaan werken. Om deze doelstelling te bereiken kunnen voorzieningen, genoemd in deze verordening, onderdeel uitmaken van of aanvullend zijn op een individueel ontwikkelingsplan voor een sw-geïndiceerde.

Artikel 6 Budget- en subsidieplafonds

De wet stelt dat het ontbreken van financiële middelen alleen geen reden kan zijn voor de afwijzing van een aanvraag. De gemeente dient na te gaan welke andere, goedkopere alternatieven er beschikbaar zijn. Dit houdt dus in dat er geen algemeen plafond ingesteld kan worden. Wel kan per voorziening een plafond ingebouwd worden; dit laat de mogelijkheid open dat er naar een andere voorziening wordt uitgeweken.

De aan het college gegeven mogelijkheid om een subsidie- of budgetplafond vast te stellen, is ingesteld om ongewenste overschrijding van de beschikbare middelen te voorkomen. Dat is nodig omdat vooraf niet exact bepaald kan worden hoe groot de instroom in de uitkering zal zijn, hoe effectief het re-integratiebeleid zal zijn, en wat de uitgaven zullen zijn die daar het gevolg van zijn.

Een subsidieplafond geldt voor voorzieningen die subsidies inhouden. Een budgetplafond geldt voor de overige uitgaven die het college doet in het kader van voorzieningen. De subsidie- en budgetplafonds moeten door het college per voorziening worden vastgesteld. Een door het college ingesteld subsidie- of budgetplafond vormt een weigeringsgrond bij de aanspraak op de desbetreffende voorziening.

Indien er geen budget- of subsidieplafond kan worden vastgesteld, kan het college besluiten een plafond in te stellen aan het aantal personen dat gebruik kan maken van de subsidie.

Wanneer wordt voorzien dat een subsidieplafond van een voorziening wordt overschreden, kan het college lopende het jaar besluiten middelen tussen de verschillende budgetten over te hevelen.

Artikel 7 Verplichtingen

Deelname aan re-integratie is niet vrijblijvend. Aansluitend op hetgeen in de Wet werk en bijstand, Ioaw en Ioaz reeds bepaald is over verplichtingen, worden hier nog enkele nadere bepalingen weergegeven.

De hoogte van de maatregelen die bij het niet nakomen van de verplichtingen kunnen worden opgelegd, staan beschreven in de Maatregelenverordening WWB/Bbz gemeente Hellendoorn 2012. De maatregelen bestaan uit het verlagen van de uitkering met een bepaald percentage (afhankelijk van de gedraging). Echter, voor personen zonder uitkering (nuggers) en anw-ers, kan de gemeente de uitkering niet verlagen als maatregel. Daarom is in het derde lid de mogelijkheid opgenomen dat in die gevallen de gemeente (een deel van) de kosten die gemaakt zijn terug kan vorderen.

Tegen beslissingen op grond van de Maatregelenverordening WWB/Bbz gemeente Hellendoorn 2012 staat bezwaar en beroep open op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het recht op inzage in gegevens en zonodig correctie daarvan is geregeld in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).

Artikel 8 Beperkingen

De wijze waarop wordt vastgesteld of een nugger of anw-er moet bijdragen in de kosten van de voorziening en de hoogte van de eigen bijdrage, kan in het uitvoeringsbesluit worden vastgelegd.

Artikel 9 Voorzieningen

In dit artikel wordt beschreven welke voorzieningen het college in ieder geval beschikbaar kan stellen ter ondersteuning van het re-integratietraject. Het betreft geen limitatieve opsomming van voorzieningen. In principe bestaan er twee categorieën voorzieningen, voorzieningen die separaat dan wel aanvullend aan een re-integratietraject kunnen worden ingezet en voorzieningen die onderdeel uitmaken van een re-integratietraject (lid 1). Aan de verschillende voorzieningen kan het college nadere regels verbinden. Deze stelt het college vast in een uitvoeringsbesluit. In het uitvoeringsbesluit komen in ieder geval de elementen, zoals genoemd onder het vierde lid, naar voren. Tevens kan het college bij uitvoeringsbesluit nieuwe voorzieningen in het leven roepen ofwel een bestaande voorziening beëindigen (zowel in een individueel geval als voor meerdere belanghebbenden) (lid 5).

In dit artikel is onder lid 4 tevens opgenomen dat en wanneer het college kan besluiten de deelname aan een bepaalde voorziening te beëindigen.

Artikel 10 Continuïteit

Met dit artikel worden de rechten van de belanghebbende bij de gebruikmaking van voorzieningen geregeld. Bij de inkoop van re-integratietrajecten bij derden, dient het college expliciete aandacht te besteden aan de continuïteit en de kwaliteit van de trajecten. Tevens dient het college voorzieningen, zoals kinderopvang, te treffen die het de belanghebbende mogelijk maken deel te nemen aan een traject.

Artikel 11 Hardheidsclausule

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Artikel 13 Intrekking oude regeling

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Artikel 14 Overgangsrecht

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

Artikel 16 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.